BEGIN Positie partner: Liggend op de buik met de armen langs het lichaam, jouw positie: In het begin aan de linkerzijde van je partner.
A.
Concentreer jezelf. Let op je ademhaling.
B. Leg je linkerhand bovenaan de rug en je rechterhand op het heiligbeen. C. Beweeg je handen, zachtjes drukkend, naar beneden. Bij het middel gaan ze uiteen en dan naar beneden tot over de toppen van de tenen.
Als je veren of ander gevoelig materiaal hebt, bestrijk je partner er nu geheel mee voordat je olie gebruikt.
OPBRENGEN VAN OLIE
A. Warm wat olie in je handen (mors geen druppels op je partner)
B. Verspreid de olie door je hand over de achterkant heen te laten gaan. Je begint bij de voeten, dan over de benen, de romp en via de schouders tot over de vingertoppen.
Herhaal dit in dezelfde volgorde aan de andere kant. (Als het gemakkelijker is ga je eerst zelf naar de andere zijde).
Dit is niet de enige manier om olie op te brengen. Over het algemeen heb je weer nieuwe olie nodig als je begint bij een volgend lichaamsdeel.
RUG
Jouw positie: In het begin bij het hoofd van je partner met je gezicht naar haar/zijn voeten
3: Kontact beweging
A Laat je handpalmen naast elkaar over de rug tot aan de billen gaan. vervolgens gaan je handen naar de buitenkanten van het middel, dan omhog over de schouders.
B Op de schouders draai je je handen naar buiten.
C Draai je handen naar boven over de schouderspieren (vermijd de keel !!!)
D Herhaal deze gehele beweging (A t/m D) enige malen. ---------------------
4: De bidbeweging:
A Aan weerszijden van de ruggegraat laat je de zijkanten van je handen over de rug tot onder het middel naar beneden gaan, B ( vervolgens herhaal je de vorige beweging 3) Beweeg je handen naar de buitenkanten van het middel, vervolgens omhoog over de schouders. C Bij de schouders draai je je handen naar buiten (als bij de vorige beweging 3) D Draai je handen naar boven over de schouderspieren - vermijd de keel !! (als bij de vorige beweging 3) ------ Herhaal deze gehele beweging (A t/m D) enige malen.
5: Schouderbewegingen
A Aan weerszijden van de ruggegraat maak je cirkelbewegingen met het platte gedeelte van je duimen. De duimen gaan in spiegelbeeld samen naar beneden, dan van de ruggegraat af naar buiten en weer naar elkaar toe enz. Vermeerder de druk van je hand als je richting voeten gaat. Laat je vingers contact met je partner houden. Deze reeks cirkelbewegingen moet je in een rustig tempo maken.
B Op de rechterschouder, tussen ruggegraat en schouderblad, maak je cirkelbewegingen met je duimen waar bij de handen elkaar afwisselen. Beweeg je richting nek.
C In de holte tussen rechter schouderblad en sleutelbeen, beweeg je de duimen naar buiten tot het bovenste punt van de schouder, -beide handen wisselen elkaar af- D Pas nu deel B en C van deze beweging op de linkerschouder toe.
6: Vingerdruk
Met de vingertop aan weerszijden van de ruggegraat, ga je stevig drukkend naar beneden tot de billen. (Door je vingers van je ene hand op die van de andere hand te zetten kun je nog meer druk uitoefenen) ------------ Herhaal deze beweging enige malen.
7: Zijde drukken
A Afwisselend met beide handen drukkend ga je over de zijkant van de romp richting ruggegraat. (Deze bewegingen omvatten het gebied van de heupen tot vlak onder de oksel) B Ga aan de andere kant staan en pas de druk bewegingen op de andere zij toe.