Philippe is een een zwak ,mager, ziekelijk jongentje. Elke week lopen zijn ouders alle ziekenhuizen met hem af.
Hij heeft een grote broer ( zijn naam wordt nie vermeld in het boek want het is geen echte broer). Zijn grote broer is sterker en helpt hem ook
zijn angsten te overwinnen. Philippe ziet het niet meer zitten want hij had vroeger een stomme jeugd gehad.
Zijn ouders zijn altijd druk bezig met hun sportzaak en besteden geen tijd voor hem. Hij heeft geluk dat zijn grote broer
er altijd voor hem is en met hem kan spelen, praten en uitgaan. Op een dag vind Philippe een pluchen hondje op zijn zolder.
Hij wou het meenemen maar toen hij naar het gezichtje keek van z'n moeder, leek het dat ze dat niet zo wou. Maar toch
nam hij het pluchen hondje van op zolder. Het hondje kreeg een naam: Sim. Het hondje was eigenlijk bedoeld om zijn grote broer te verplaatsen die hij nooit gehad heeft. Philippe heeft het echt zwaar mee dat hij zo zwak is en dat iedereen in zijn familie zo anders is dan hem. De jongen, Philippe ziet zijn lichaam niet meer graag, hij is eingelijk geobsedeerd door zijn imperfecties: (gebrek, onvolkomenheid), Hij zoekt meestal aandacht bij anderen... Zeker als hij passeert door de winkelstraten, want dan ziet hij de andere jongens die wel goed gevormd zijn.
Philippe brengt veel tijd met Louise, die er altijd voor hem is, hij kan met haar ook vrijuit praten. Louise is zijn buurvrouw. De familie Grimbert is ook een Joods familie en naam, daarom hebben ze hun familienaam verdandert in Grinberg (een duitste familienaam). Ze hebben het verdandert omdat het zeer gevaarlijk was in de oorlog en ook om hen te verdedigen. Philippe ziet het echt niet meer zitten.