Ik kom net van buiten, lekker eventjes in de zon wat zitten na bruinen. Dit is één van de voordelen op mijn werk. Mijn kantoor heeft namelijk een terras. Nu ja, voordeel, het is geen exclusief plekje voor mij alleen. Als de zon blaakt van vertrouwen, vindt iedereen hier op kantoor zijn weg naar het terras om dan met zijn allen gezellig te keuvelen over het alledaagse wat een mens overkomt. Het gebleit van hun woorden ontluikt in mij dan soms een onweerstaanbare drang om het buiten gedeelte vakkundig à la Hamas te verwijderen. Maar ik vermoed dat dit een strafbaar feit is dus weerleggen we de drang met een plausibel vraagstuk: is de broncode een uit water geschreven paswoord? Desondanks zit ik hier wel graag. Ik heb hier een computer, een telefoon, een bureau, een deur om dicht te doen, een paar kasten met vakliteratuur. En een collega die ergens naast mij zit met dezelfde opsomming aan middelen maar dan met mij die naast haar zit. Een perceptie om van te smullen. Zij heeft ook een passie voor katten en bijgevolg lopen er bij haar thuis ook een paar exemplaren rond. Het kattenluik wordt hier dan ook een paar keer per week opgevist en uitgesproken. Dikwijls wil ik daar mijn geveinsde pitbulls op afsturen maar ik laat deze ontmoeting thuis in mijn perverse synapsen hangen. Ze is zo lief! Tussen mij en mijn moto is er ook liefde die enkel vatbaar is voor gelijkgestemden. Elke dag bedrijven wij de liefde op een motorische manier. Na het voorspel waarin onze gedachte de synergie van erkenning opzoeken, omklem ik haar met mijn benen. Ik doorboor haar intimiteit en dat is altijd het startsein van gebrul en onderdanigheid. Het standje is altijd hetzelfde maar verveelt nooit. We zijn echt onafscheidelijk. Ik val voor haar en zij valt voor mij. Dat vallen moet je wel figuurlijk nemen. Het letterlijk vallen is een andere dimensie van inhoud. Dat heeft mijn eerste liefde, de Honda Transalp 650V, bewezen. De liefde was dan ook snel verdwenen alsook de moto. Die was herleid tot schroot, zeker nadat ik hem had doorverkocht aan een bepaald type handelaar. Zijn ontrouw was hem niet vergeven, de motozak. Op een overvolle baan, genaamd E-40, liet hij mij tijdens de ochtendspits als een betonmolen vallen op de asfalt. En dit tegen een snelheid van plm 100 km/h. De week had nog net één dag in petto alvorens het weekend kon aankloppen. Miezerige regen had die ochtend het weerbericht ingepalmd en vele auto's vonden die dag dezelfde richting uit. Kortom, het was geen dag om een relatie te breken. Het lot heeft die ochtend anders bepaald. Uit het niets verzaakte de Transalp aan zijn plichten zijnde rechtop blijven en smakte mij, weliswaar zachtjes uitgesmeerd als boter in een pan, tegen de betonnen weg. Het volgende beeld is een surrealistische stroming uit de moderne kunst. Als een bowlingbal schoof ik het wegdek af, in één rechte lijn, rollend rond mijn as. Dan weer een auto links van mij, dan weer een vrachtwagen rechts van mij, mijn moto richting vangrails recht voor mij, de gehele E-40 dan weer achter mij. Een rollercoaster avant la lettre. Toen ik op het eindpunt van de schuiver was toegekomen, was het moment van de waarheid nog niet aangekomen. Ik kroop langzaam uit mijn langwerpige positie en keek uit naar een absurd zicht: voor mij stond de hele E-40, met al zijn verkeer, stil. Ik draaide mij om en zag een autoloze zondag. Ik had een halt gezet op het het alledaagse kapitalisme van stromend verkeer. Ik stond alleen oog in oog tegenover een leger aan banden en metaal die mij dreigend aanschouwden. De rookschuim droop uit hun pijplippen. Ik wist niet hoelang ik dit nog kon tegenhouden. Je voelde hoe de druk opgebouwd werd tot een eindige seconde. Ik voelde mij toch eventjes een beetje raar. Geen pijn, geen regels, geen doel, alleen ik en de E-40. Wat een machtig gevoel. Toen kwam alsnog de waarheid aan, als een Leuvense stoof in een sneltrein en dat deed pijn. Al strompelend werd ik naar de kant geholpen alwaar ik het verkeer voor mijn ogen terug zijn normale vorm zag aannemen. Vandaag had ik het nieuws gehaald. Het is te zeggen, ik was present bij de verkeersinformatie. Ik ben dan maar aan de kant van de weg een potje beginnen wenen en stak mijn eerste sigaret na maanden op. Het is moeilijk te zeggen of mijn instincten, mijn overlevingsdrang dit ongeval hebben doen overleven. Of was het puur geluk? Alleen een herhaling van staalharde feiten zal bepalend zijn in dit vraagstuk. Neen, die liefde is over, mijn gedacht! Tommy
Het is een tijdje geleden dat ik hier mijn geluk en frustraties heb neer geschreven. Niet dat ik dit zo graag deel met mijn medemensen. Ik denk ook niet dat het gedeeld wordt met andere mits deze blog niet echt veel bezoekers inhoud. Maar weet je, dat kan mij ook geen worst schelen. Het is te zeggen, de worst van vanavond natuurlijk wel. Die ligt voorlopig nog te verkoelen in de ijskast. Maar straks zal hij in volle glorie verschijnen, strak gespannen in een knapperig korset. Mijn meisjes zijn dol op worsten. Als ik roep ' komen eten ' is al meermaals de dwingende vraag afgevuurd: ' is het worst? '. Indien op deze vraag dan een negatief offensief wordt voorgelegd om ze alsnog aan tafel te krijgen, resulteert dit meestal in een loopgraven discussie. Maar papa blijft ten alle tijden de baas met het laatste woord. Hoe sneller ze deze vorm van communiceren onder de knie krijgen, hoe beter hun toekomst er zal uitzien. Worst met wortelen en aardappelen. Het blijft een uniek concept, ondanks de Fusion, - Franse,- Haut Cuisine of wat dan ook keuken, worst met wortelen en aardappelen heeft een vaste marktwaarde in alle Vlaamse keukens. Met een grote klont boter, aanstoven en bakken, 15 minuten werk en een maaltijd op wereldniveau staat te pronken op de keukentafel. Niemand die zijn aanwezigheid in vraag stelt door de aangeboden maaltijd. Niet één die zijn neus en smaakpapillen optrekt voor dit culinair wonder van eenvoud. Worst gaat er gewoonweg in. Worst is en zal altijd hot blijven, no matter what. Nu, eigenlijk wilde ik het nu niet hebben over worsten. Maar het leven heeft zo zijn wendingen en blijkbaar deze tekst ook. Dat is zo met creatief schrijven. Je zet aan op een blanco scherm en laat de lucht je scherm kleuren. Boudewijn De Groot zei ooit: ' als de rook om je hoofd is verdwenen ' en dat is ook zo. In het beste geval lig je dan in een ziekenhuis waar je ze gaan ontslaan zonder enige opzeg periode. In het slechtste geval is de tunnel verlichting uitgevallen. Maar al wat daar tussen sluimert is jouw illusie van het licht, van jouw leven. Dit weekend bijvoorbeeld, had ik mij ingeschreven voor een 'Moto Training-Plus'-cursus, voor gevorderden. Ik behoor nu eenmaal al tot de elite, de klasse A, type 1 van de motards. De diehards van de weg maar dit terzijde. Dus de training. Om negen uur 's ochtends moest ik present wezen in Brugge op het circuit. Mijn fiets was opzettelijk niet opgepoetst omdat ik de illusie, remember Boudewijn De Groot, wilde wekken van, heu, ja, gewoon omdat ik te lui was om hem op te poetsen. Bij het oprijden van het terrein zie ik in de verte al diverse grote moto's, keurig naast elkaar geparkeerd. Ik voeg mij toe, als laatste in de rij, en laat mijn stalen genot de concurrentie aanschouwen. Een protje in de richting van elks van hun neus is het eerste wapenfeit waarmee hij zijn aanwezigheid profileert. De confrontatie, de kennismaking, is daarmee in ons voordeel beslecht. Als ik het gebouw penetreer met mijn machtig lichaam, zie ik de would-be Lancelot's hun aanwezigheid op deze planeet in vraag stellen. Hun stoere uitrusting verroest als rook om het hoofd en verzadigd mijn lakse interesse. Angstig duiken de neuzen in de goedgevulde koffietassen, sommige met suiker en melk. Ze staan mijn ego toe om de volledige ruimte op te vullen. De plaatsen worden zo bepaald en de illusie wordt opnieuw geprojecteerd in de waarheid. Na een lange inleiding, blijkbaar waren vele nog niet op mijn niveau en moesten ze nog bijgestuurd worden, werden de motoren ontgrendeld. De rest van de dag was realiteit, geen illusie. Rauwe impressies van ongecontroleerde handelingen die het vuur van een middelmatig hart vervloeken en bestampen. A day on the wild site of live, ergens tussen de woorden van Boudewijn De Groot gesloten. Aan jou om mijn waarheid te ontdekken in zijn repertoire. Tommy
Het vervolg laat niet lang op zich wachten, bij deze. Echter, het geheugen laat me sterk in de steek mits er stevig is door gedronken. En dit allemaal om het geluk van mijn vrouwtje. Ze heeft het dan ook allemaal gesmaakt en geklonken. De dag daarop was er eentje vanuit het draaiboek, volledig geautomatiseerd. Geen genade van de kleintjes die hun vrije tijd graag benutten met de nodige decibels en rommel. In het verlengde daarvan was het verjaardagsfeestje een aangename ontmoeting van vrijheid. Mijn fiets is die dag maagdelijk blijven treuren om het gemis van zijn bink. Het zij zo. Tommy
Vrijdagnamiddag zet ik de eerste stapjes van het weekend op de moto richting huiswaarts. De rit op zich is via het gekende parcours, namelijk van Zaventem, via de Brusselse ring naar Sint Denijs Westrem. Een rit van plm 45 minuten die door het klemmende vrijdagnamiddag gevoel intens wordt opgevoerd. Maw een instabiele gashendel en dito versnellingen. Weliswaar op een verantwoorde wijze door het fileleed maar met dat beetje extra dat de honger moet stillen voor het overvolle bord dat op mij staat te wachten, het weekend. Thuis tref ik de schoonouders samen met mijn 2 bijtgrage dochters aan. De gulle hand en woorden van opa en oma hebben reeds de 2 zieltjes een aantal versnellingen doen opvoeren. Een kroon wordt in allerijl afgewerkt voor de thuiskomst van het draaiend scharnier, El Mama, die vanavond een ton met gerstenat verdeeld onder de vrienden. Een daad die zij, in functie van haar 28 lentes op de aardse tijdlijn van het menselijk brein, wil etaleren in een bruine, oude kroeg. Een kroeg die door het team van Star Trek nog niet geëxploreerd is, where no men has come before. De gedateerde cafebazin en haar trouwe toog aanhang, de ware stormtroopers van de jaren 70 die een axioma van vertier hebben geijkt in de Gentse binnenstad, zijn de enigste elementen die hier het bestaansrecht afleveren, een regularisatie van dwazen in een veredeld spookschip. De Dulle Griet bakent hier met recht en rede het steven van dit geankerd schip gespierd af. De entering van vrienden heeft die avond alleszins zijn sporen achter gelaten. De aanhang was snel verdreven en de annexatie een feit. De binnenstad werd later ingenomen maar later daar meer over. Tommy
De ochtend rit, een mist van auto's en lucht, gewrongen en gemanoeuvreerd door het verkeer. Sommige zijn toch echt kiekens, idioten met een roze pull, verzwarend in hun grote auto's als de ultieme droge droom, slechts een schim van wat het leven is. Zij rijden daar ook en dat is altijd oppassen. Idioten, ze kweken als konijnen maar voor hun bestaat er geen jachtseizoen om de populatie daarvan in te dijken. In te tomen. Nu ja, ik ben er geraakt op mijn werk. De laatste dag van de week, de laatste uren, ze sluipen nu langzaam voorbij en treiteren mij voortdurend, spelen met de tijd en mijn humeur. Ik verzin dan maar werk dat ik vervolgens toch laat liggen tot de volgende week. Eigenlijk noemen we dat een planning opmaken. Laatst zei ik nog tegen mijn vrouw, het snoep en de koeken begin je nu toch wel te zien. Dat is plannen, anticiperen op wat gaat komen. De ruzie neem ik er graag bij. Eergisteren is ze gaan zwemmen en de planning is om dit elke maandag te gaan doen. Plannen, uitdenken, veilig stellen, vooruit zien, ik ben goed in die materie, het inschatten van zaken. Ik voorzie en anticipeer en had dus bijgevolg deze saaie dag op kantoor zien aankomen. En nu zit ik hier, gepland en geplant. Af en toe giet ik wat koffie in mijn levenloze lichaam opdat mijn frustraties weelderig verder groeien. Vanavond bestel ik gewoon een vat bier. Lap, weeral iets gepland. Ik ben goed! Tommy
Een hele dag op kantoor. De vakantie is nu echt wel finaal gedaan. Het najaar is ingezet en moet verkocht worden, exponentieel zonder marges. Net nu laat de zon van zich zien, een hele dag vrolijk beukend op het raam tegenover mijn bureau. Net nu wanneer de kranten berichten dat het nieuwe schooljaar zich definitief heeft in gang getrokken. Het ultieme bewijs dat de maatschappij terug in zijn plooien kruipt en de vakantiefoto's een geschiedenis herbergen van welzijn en overdaad. De telefoon hier is in volledige coma en laat enkel een flauwe hartslag zien door het groene oplichtende lampje. Op mijn moto heb ik ook een groen lampje, de indicatie dat hij in neutraal staat. Ik zit hier op mijn bureaustoel anders ook wel redelijk neutraal te wezen. Mijn hartslag probeert dezelfde cadans als die van mijn telefoon te volgen. Het lukt niet. Alhoewel hij in een diepe slaap is verzonken, heeft hij wel een zeer atletisch vermogen, merk ik op. Bon, die levert niets op. Geen minuut langer wordt mijn geest hier geduld in een lichaam dat naar m.i. ook wel mag toegeschreven worden als zijnde atletisch. Ruim bijna 16 kilo vermagerd in de laatste 5 maanden. Als een Grieks mythologisch wonder, uitgehouwen in de beste marmer, slinger ik mij weg van de rotsige stoel. Met ogen als Medussa, voor al wie ik tegenkom en iets te vertellen heeft, roep ik mijn Pegase, mijn tweebander uit de hel en verbindt mijn harnas, mijn goddelijke uitrusting met het wonder der schepping. Ik spring van twee verdiepingen hoog naar beneden, via de lift, en tref zo, via de deur, eigenlijk gewoon de straat, genaamd Kerkplein mits deze inderdaad grenst aan het kerkplein. Het wederzien is overweldigend. Waar ik boven op kantoor nog stuurloos uitkeek op de muur van Jos Van Der Loo, aanschouw ik nu mijn Hound of Bakersville, zwart als de nacht met één vurig Cycloon oog. Een rilling verraadt mijn aanwezigheid. Ik tem met mijn stem, een vertrouwde zware stem die hem nederig maakt en mij toelaat hem te bestijgen. De rest is niet vast te leggen op een foto. Dit is het moment waar de mens één wordt met zijn machine en samen klieven we de ruimte in. Een sonnet van tijd vergezeld het denken want 40 minuten later ben ik al thuis. Tommy
Voor velen vandaag is het de eerste schooldag, zo ook voor mijn 2 kleine dochters. Met hun nieuwe kleedjes, hun nieuwe botjes en de helemaal nieuwe boekentas zitten ze rond acht uur al klaar te wachten om het nieuwe schooljaar te betreden. Pipi Langkous houdt ze gezapig in het gareel. Tot dan nog geen traantjes te bespeuren. Voor mij het sein om mij klaar te maken voor de dagelijkse rit naar het werk. Ik haal het motopak van de haak, wurm mij in de zwarte Gore-Tex broek en vest en bevestig de laarzen om mijn voeten. Mijn ochtendritueel, zoals het zoetje bij de koffie. Ik hou ervan. Mijn fluo-gele helm nog vlug een beetje opfrissen en we kunnen vertrekken. Ik geef het gezin nog een dikke knuffel en loop naar buiten. Eindelijk, na een periode van wind en regen, verloopt een zacht briesje hand in hand met enkele zonnestralen, het ideale weer dus om te rijden. Het is nog wat fris, ik gok een graad of tien, maar ik ben goed ingepakt en ben er volledig klaar voor. Mijn moto, een BMW R 1100 GS, staat als een trouw ros te wachten. Ik loop naar hem toe en streel hem van top tot band met mijn ogen. Mijn hart klopt wat sneller als ik voor hem sta. Ik steek de sleutel in het contact en draai... en als een stampend paard, vol furie en overmoed, gromt en blaast hij zijn eerste tekenen van leven van de dag. Wederom een ochtendritueel waar ik eventjes stil van word. Ik laat hem eventjes roken en grommen terwijl ik ondertussen mijn helm opzet en vastmaak, de handschoenen deskundig aandoe en de buren begroet. Het is iets na de achten als ik mij op het zadel zet en de lichten ontsteek. De gashendel wordt een paar keer aangedraaid en ik voel onder mij de brute kracht zich storend inhouden. Het is tijd. Ik zet met mijn linkervoet mijn machine in eerste versnelling en draai de buffel weg van het huis, richting straat. Nog eventjes links en recht kijken voor opkomend verkeer. En dan stuw ik zachtjes het beton op, haal de gashendel open en brult hij de wereld toe. En heel af en toe brul ik mee. Tommy