Ik heb net de eerste dag van mijn stage bij English Heritage (de dienst
die zogoed als alle monumenten in Engeland beheert) achter de rug. De
hele week werk ik samen met archeologisch informaticus (zo mag je me
vanaf oktober ook noemen) Keith May aan het Europese STAR project.
Dit
project laat toe de massa aan archeologsiche informatie die online
beschikbaar wordt gesteld met elkaar te integreren, dankzij een
veeeeeeeeeeeeeeeeel te uitgebreide en ingewikkelde lijst van
betekenisvolle klassen toe te kennen aan alle gegevens (semantic web
technologie, voor de geïnteresseerden). Hoewel dergelijke initiatieven
een aanzienlijke hoeveelheid archeologen/informatici consumeren
vooraleer ze goed functioneren, zijn de resultaten reeds opmerkelijk.
Het laat toe archeologische informatie in eender welk vorm (databanken,
excell, pdf, stomme tekst, doc, xml, html, photos, natte en gescheurde
opgravingsverslagen waar nog wat zand aan kleeft) op elkaar
af te stemmen, zodat archeologen gebruik kunnen maken van een massa aan
relevante data, eerder dan halsstarrig vast te houden aan hun "eigen"
gegevens als dat irritante beestje uit ice age 1, 2 en (waarschijnlijk)
3 aan zijn stomme noot.
Jullie denken nu waarschijnlijk: "die Tom doet toch wel boeiende
dingen!" Maar het beste moet nog komen, mijn liefste vriendjes en
vriendinnetjes. Ik ben voor mijn stage gestationeerd in Fort
Cumberland, een 18de eeuws fort zoals we er 80 jaar geleden in
Antwerpen centrum ook een paar hadden staan, maar dan vol met Britten.
In haar 300 jarig bestaan is niemand ooit op het idee gekomen een
aanval op het fort te wagen, zelfs Hitler heeft maar een bescheiden
volume aan springstoffen gelost boven Fort Cumberland. Bovendien werd
het fort elke 50 jaar herbouwd aangezien het werd beheerd door snel
afwisselende militaire ambtenaren met mood swings. De hele onderneming
was dus een dure grap, waar zelfs een verzoenende tegemoetkoming van
Patrick Janssens om een brug evenals een tunnel naast de schelde te
bouwen niet aan zou kunnen tippen.
Maar een mooie grap is het alleszins, en een zeer aangename plek om te
werken. Vooral omdat het ganse terrein is afgezet met hekken onder
hoogspanning, en de "health and safety" reglementering van de Britten
voldoet aan de hogere Duitse normen. Al wandelend over de velden van
het fort kom je geen levende ziel tegen, toeristen zijn niet toegelaten
en de werknemers van English Heritage worden binnen gehouden door een
gemene wind die me nu al twee koffies heeft gekost. Een zeer spannende
sfeer dus. Mijn vertrekken bevinden zich, zeer gepast, in het
officieren gebouw (zie afbeelding). De komende week zit ik hier dus met
mijn mede-officieren op een laptop te tokkelen om boeiende, door de
Britse overheid gesubsidieerde, genialiteit te creëren.
Volgende week ga ik met mijn ouders en Koen naar Cornwall, en ik ga er
vanuit dat ik daar ook wel een woordje over zal willen zeggen.
Tot dan!
Het is weer veel te lang geleden dat ik nog heb geschreven, maar daar
is een zeer goede reden voor. Ik had het enorm druk en ik ben enorm
lui. Maar in een gesprek zou ik dit nooit toegeven. Daarom heb ik
besloten dat de passiviteit van mijn blog het gevolg is van een writers
block, een excuus waar elke zelfrespecterende schrijver wel eens
naar grijpt om de populariteit van zijn hieropvolgende middelmatige
schrijfsels wat op te krikken. Verwacht je dus maar aan een gulle
portie teksten met meer spannende zinsconstructies dan inhoud!
De laatste tijd ben ik nogal druk bezig geweest met de laatste taakjes
van het jaar. Wereldschokkende conclusies werden bereikt in mijn
opstellen en practica, waaronder de boeiende titels: Online
dissemination of archaeological data; Online databases in archaeology;
Webmapping in archaeology; Online GIS in archaeology. Zoals je kan
opmaken uit deze titels heb ik me dit semester nogal bezig gehouden
rond de kernwoorden "online" en "archeologie". Het volstaat te
vermelden dat ik alle deadlines heb gehaald en er vanuit ga dat de
punten weer de pan zullen uitswingen ... ook al moeten de resultaten
nog bekend worden gemaakt.
Ik verwachtte dat ik me tijdens deze "examenperiode" weer zou
terugtrekken in een klein kamertje met een glas water en een laptop,
met de sociale contacten van de laatste cistersiënzer monnik in een
Waals klooster zonder brouwerij; een beetje zoals mijn januari maand
dit jaar. Niets was echter minder waar. Om me twee maanden lang op
kruissnelheid te houden ging ik geregeld naar de pub, hield ik
barbecues met vrienden en stortte ik me op ongeplande feest-avonden. De
twee dagen voor mijn grootste deadline waren geen uitzondering. Met een
minimum aan slaap maar een maximum aan motivatie werkte ik een
meesterwerkje af. Feesten en studeren zijn dus een perfecte combinatie
in de examenperiode! Ik was die laatste dag zelfs een uur voor de
deadline klaar dus besloot ik van een koffietje te genieten met wat
vrienden in de cafetaria. Blijkbaar verloor ik de tijd wat uit het oog
waardoor ik die taak gewoon was vergeten in te dienen. Maar vrees niet,
alles is in orde gekomen ... en deze kleine ontsporing verzwakt mijn
punt over feesten en studeren op geen enkele manier!
De examenperiode werd gevolgd door drie weken zonnig weer met
temperaturen rond de 30 graden, wat vrij goed is voor een land waar het
weer een even slechte reputatie heeft als het eten. Dankzij deze
hittegolf (volgens Britse normen) heb ik een nieuw persoonlijk barbecue
record gevestigd van vier BBQ's op vier dagen. Bovendien mogen we hier
barbecuen in de parken, of de politie zal je alleszins niet tegenhouden
omdat ze dat zelf zo graag doen. Ik heb dus het leeuwendeel van deze
drie weken doorgebracht al liggend in verschillende grasvelden van het
park met een hamburger in hand. Voor ik naar België vertrok
organiseerden Vito en ik nog een verjaardagsfeestje, uiteraard op de
enige dag in die drie weken dat het regende. Maar dankzij een
vriendelijke buur hebben we onze BBQ kunnen bedekken met een grote
paraplu, die we na afloop met een lichte maar aangename barbecue-geur
terugbrachten.
Dit werd gevolgd door tien dagen België, en ik had het geluk dat ik net
op de enige zonnige dagen van het jaar terug in mijn thuislandje was!
Ik heb tien dagen geweldig genoten van het weerzien van goede vrienden,
familie en Annika. De 50ste verjaardag van mijn vader was de gepaste
afsluiter van een geslaagde vakantie.
Dus nu ben ik al terug in Southampton, met een thesis in het verschiet.
Ik ben van plan mijn bovenvermelde studie-theorie weer toe te passen,
en al mijn wonderlijke avonturen met jullie te delen. Kijk dus al maar
uit naar uitermate boeiende blogposts vol spanning, avontuur, en
thesis-frustraties!
Hier in de UK reageren de mensen ietwat overdreven op de varkensgriep. Persoonlijk denk ik dat ze zich gewoon als media-geile kinderen gedragen, met de overheid op kop. We willen uiteraard geen middeleeuwse plaag-toestanden in de hand werken, maar er is een punt waarop preventie pogingen anti-productief worden en de UK gleed daar vanaf het eerste moment over. De overheid heeft een campagne gelanceerd waarin een niezende persoon als een bejaarden-dodende pedofiel wordt afgebeeld, met de door kleenex gesponsorde boodschap "catch it, bin it, KILL IT!". Elk nieuwsbulletin staat bol van mogelijk besmette mensen die hun angst uiten op de TV (als elke Brit hopend op BigBrother-stijl roem) om zodanig andere mensen te besmetten met een veel gevaarlijker virus dan de varkensgriep. De overheid, media en zelfs de universiteiten verspreiden angst (zie foto). En ik vind dit eerder paranoia gedrag dan preventie, aangezien er geen doden zijn in de UK, slechts 39 bevestigde gevallen zijn, en in de hele wereld slechts 46 mensen zijn gestorven; een getal veel lager dan de dagelijkse sterftecijfers gelinkt aan menselijke griep. Ik hoop dat Belgie wat normaler reageert. Ik geloof graag dat ons landje wat minder media-afhankelijk is, en wat nuchterder reageert op mogelijk wereldbedreigende fenomenen dan de (lang niet meer door understatements gedreven) Britten.
Tijd voor wat hoopvol nieuws. Naast een volledig irrationeel en nutteloos bericht over swine flu, wordt de homepage van de universiteit gedomineerd door het hoofd van een amazone, vers opgegraven in Herculaneum nabij Pompeii (zie foto). Met behulp van extreem-accurate laserscanners werd een 3D model van dit hoofd gemaakt, waarop details als verfresten en beitelgroeven die niet met het blote oog zichtbaar waren aan het licht komen. Dit is een prachtig voorbeeld van wat ik hier zoal doe. Het project wordt immers geleid door mijn opleidings-coordinatoren. Verken gerust de website en vooral het deel waarin je zelf met je muis het 3D model kan verkennen!!
(meningen geuit in dit bericht zijn geformuleerd door de auteur, maar zijn beinvloed door het land van verblijf, de lokale overheid, universiteit en het slechte eten. De auteur kan bijgevolg niet verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke schade aan de mensheid die dit bericht zou veroorzaken)
Volgens mij
kan je het succes van Pasen afleiden wanneer je je paaseieren oogst. Ik heb het
dan niet enkel over de kwantiteit, maar evenzeer over de kwaliteit van de
chocolade, de context waarin de eieren worden uitgedeeld en de vergelijking met
de oogst van naburige eierboeren. In tegenstelling tot wat je zou denken staat
meer eieren niet noodzakelijk gelijk aan een meer geslaagd Pasen. Als de
chocolade niet smaakt dan wordt elk extra ei als een horde op de 200 meter
sprint. Goede chocolade scoort uiteraard zeer hoog, en brengt ons aldus dichter
bij de verrijzenis van Jezus. Een goed ei verdient echter een goede sfeer, een
paasfeest waarin vrienden en familie bij het zoeken naar té grondig verstopte
eieren gedachten uitwisselen over memorabele oogsten. Ik zeg het u Frank,65
was een goed jaar, de klokken bleven eieren regenen tot we erin verzopen en
pedalo verhuurders deden gouden zaken om de mensen drijvende te houden. Ja
maar Frans, daarna kwam wel de crisis van de jaren 70, met een ongekende
eierdroogte. Ik zweer het u, het was zo droog dat België chocolade moest
importeren uit Zwitserland, zo laag waren we toen gevallen!. Een slechte
paascontext is echter vreselijk voor de score: de beste chocolade smaakt slecht
op een slecht feest en doet ons ook niet het leed van Jezus ervaren. Je moet bovendien
in staat zijn om op een bescheiden manier op te scheppen over je oogst, op vlak
van kwaliteit of kwantiteit. Als al je vrienden tonnen meer sappige paaseieren
hebben binnengerijfd kan je de paassfeer op je buik schrijven. Je mag je
omgeving zelf echter niet te hard overstijgen, anders krijg je last van je
geweten (indien van toepassing).
Waarom in
godsnaam paaseieren Tom? Legt toch eens eindelijk uit waar je naartoe wil?!
Wel vrienden
en vriendinnen, mijn oogst was dus zes. Niet te veel niet te weinig. Eén minder
dan zeven, wat ons dus niet op het niveau van Jezus himself brengt, maar
duidelijk maakt dat we in dezelfde categorie spelen. Niet onbeheersbaar veel
maar ook niet gênant weinig, perfect. De kwaliteit varieerde, waardoor de goede
eieren des te meer tot hun recht kwamen. En de context?
Context 1
(2 eieren): na mijn avonturen in noord Engeland aan de rand van de beschaving, kwam
ik terug naar het vertrouwde België. Geen barbaarse Britten, stinkende Schotten
of rare Romeinen enkel Belgen. De Belgen hebben een luchtvaartmaatschappij:
SN Brussels airlines. Een strategische naam aangezien de meeste mensen België
in zwart Afrika plaatsen en Brussel in oost Frankrijk, wat dichterbij is
uiteraard. Het was de eerste keer dat ik met SN vloog en ik was zeer benieuwd
over onze nationale luchthelden. Maar uiteindelijk bleek het allemaal zeer
Belgisch te zijn: een klein vliegtuig, met een klein aantal bescheiden schuchtere
mensen op weg naar een klein landje, dromend van een GROTE pint. Ik kreeg mijn
eieren echter niet op het vliegtuig. De volgende dag ging ik naar huis, en na
een avondje GROTE pinten, volgde een paasochtend met sandwichkes en twee
prachtig gevormde eieren van superieure kwaliteit. Het was rustig die ochtend
en iedereen respecteerde mijn ochtendhumeur, wat een snufje respect aan de
smaak van de eieren toevoegde. Bovendien mocht ik zelf de koffie zetten die me
als een vliegtuig vol extremisten uit de toren van de ochtendrust kegelde. Een context naar mijn zin. Eierscore: 9!
Context 2
(4 eieren): diezelfde dag gingen we naar de familie om te vieren dat Jezus was gestorven
aan het kruis om daarna plots terug te keren waardoor hij iedereen goed had
liggen. Iedereen was er en ik deed mijn verhaal een paar keer, waarna ik
interesse veinsde in wielrennen. Tom Boonen was gewonnen maar mijn Bompa vond
dat hij vals had gespeeld. Na de koers aten we spaghetti bolognaise, van het
soort waarvan ik alle paasfeesten van de laatste 23 jaar voorbij zie flitsen en
een beetje weemoedig wordt. De zon scheen, en de bloemetjes stonden in bloei.
Toen het tijd was om de paaseieren te zoeken moest ik twee nichtjes inschakelen
om de mijne te vinden, om daarna te doen alsof ik helemaal niet lui ben en zelf
met de eer van een goede eierjager ga lopen. Het waren twee eieren en een grote
chocolade hen, wat uiteraard voor twee telt, vier dus. Toen we naar huis gingen
gaf ik mijn chocolade aan de nichtjes die me hielpen zoeken, wat me deed denken
aan de parabel van de barmhartige samaritaan neen, niet echt, maar ik voelde
me er wel goed bij. Eierscore: 9!
Conclusie:
mijn Pasen was een dikke vette NEGEN!!!
De
University of Southampton is een instelling die streeft naar academische perfectie
via een leerprogramma dat uitmuntende intellectuelen aflevert, waardoor de
wereld van vandaag voorzien wordt van de wereldleiders van morgen. Bij een dergelijk
streven naar perfectie hoort, volgens het beleid van de Universiteit, een vier
weken durende paasvakantie. EEN MAAND VAKANTIE ZONDER REDEN ! Tijd om op
reis te gaan dus !
Samen met
Annika plande ik een vijfdaagse wandeltocht langsheen de muur van Hadrianus,
een defensieve structuur die in de tijd dat de Romeinen dachten zaken te hebben
in Engeland de grens voorstelde tussen het Romeinse Rijk en de barbaarse
wildernis van Schotland. Het zuiden van Engeland werd rond 50 v.C. door Julius
Caesar veroverd, en doorheen de daaropvolgende eeuw deelden de Romeinen in het
noorden met gulle hand beschaving uit aan iedereen die het lustte en deportatie
aan twijfelaars. Volgens de Britten is dit trouwens de enige keer waarop
Engeland werd veroverd door een strijdmacht van het continent, wat een beetje
overkomt als negationisme gezien de daaropvolgende veroveringen door de Germanen,
Vikings, Normandiërs en de door zielen-honger gedreven Christelijke monniken.
Maar de Duitsers zijn er vorige eeuw niet in geslaagd ! Dat is
waarschijnlijk de belangrijkste boodschap die Britse historici willen
verspreiden in tijden waarin conflicten worden uitgevochten in beurzen, banken
en de media. Slagvelden waarin de Duitsers door hun verdomde werk-ethiek en Grüntlichkeit
een strategisch voordeel hebben op de door tea-time verlamde Britten.
Keizer
Hadrianus was niet de typische « verkrachting, moord en plunderen ! »
roepende Romein. Hij was een filhelleen, een liefhebber van de Griekse cultuur,
een levenswijze die de Romeinen zich 200 jaar eerder hadden eigengemaakt, meer dankzij
de overtuigingskracht van hun speerpunten dan die van hun redenaarstalent.
Als liefhebber van de Griekse cultuur was Hadrianus dus vooral een denker en voelde
hij de nood zijn mening over driehoeksverhoudingen en de opwarming van de aarde
te delen met de ganse wereld. Een beetje een hippie avant-la-lettre dus ;
van het politieke slag als een Bert Anciaux maar dan oprecht. Zijn voorganger
onder de keizerlijke kroon was Trajanus, een Spaanse militair die zijn
temperament losliet op het huidige Roemenië, Marokko, Sinaï, Oost-Turkije,
Engeland en Irak. Als een Romeinse toreador wervelde hij over deze gebieden,
danste rond de stierlijke vijand die nadien werd afgemaakt door verdacht veel
ruiters met speren. Hoezeer Hadrianus ook opkeek naar deze Spaanse Adonis, zijn
gevoelige hart kon dergelijke slachtingen niet aan waarop zijn hypocriete tong
een boodschap verspreidde van consolidatie en vrede.
Tijd dus om
muren te bouwen aan de grenzen van het rijk, dacht hij dan maar, terwijl hij
een rechte lijn trok op een inaccurate kaart van Engeland. Hadrianus stuurde
vier legioenen naar dit gebied om het werkje op te knappen, want volgens de
archeologen waren Romeinse soldaten bovendien goede metsers en loodgieters. Het
westelijke en oostelijke deel schoot goed op, de muur werd opgetrokken uit turf
en steen in vlakke gebieden langsheen de natuurlijke bescherming geboden door
een stroom of een agressieve boer. Het legioen uit Gallië dat het middelste
deel van de muur moest bouwen was echter minder tevreden. Op deze plaats is het
land extreem heuvelachtig en de rechte lijn die Hadrianus zorgeloos trok in de
vertrouwelijke omgeving van zijn vergriekst paleis in Rome bleek de toppen van een
dagzomend kalksteenmassief te volgen. De Galliërs zwoegden om een muur te
bouwen waar ze het nut niet van inzagen ter verdediging van een rijk waar ze
zich geen deel van voelden, en dit maakte hen een beetje melancholisch.
Ze zouden zich
echter beter hebben gevoeld wetende dat tweeduizend jaar later twee archeologen
hetzelfde pad zouden volgen in vol ontzag voor de schaal en vernuftigheid van
het bouwwonder. Elke mijl werd een fort gebouwd en tussen elke twee forten
bevonden zich twee wachttorens. De muur zelf was vijf meter dik en vijf meter
hoog en op elke dagmars bevond zich een legioenkamp (= indrukwekkend grote
archeologische speeltuin met veel stenen muren). We hebben twee dagen doorheen
dit heuvellandschap getrokken steeds langsheen de Romeinse muur. Soms konden we
enkele onopgegraven torens of forten als grote symmetrische sporen onder het
gras ontwaren, maar als archeologen zien wij natuurlijk graag dingen die er
niet zijn. Op de derde dag deden we het wat rustiger aan en ontdekten we (naast
het standaard Romeinse fort) een Engelse kruidtuin, de Middeleeuwse abdij van
Hexham en een goed restaurant (=zeldzaam) ! We kwamen bovendien twee
grappige oude Amerikaanse vrouwtjes tegen die ons met de wagen op bestemming
brachten. Ze waren rond de 70 jaar en deden dezelfde wandeling als wij, 25km
bergop-bergaf, verkeerd lopen niet bijgerekend ik had daar wel ontzag voor.
Na een dag
het prachtige Romeinse stadje, Middeleeuws kasteel en de betere
coffeeshop van Corbridge
te hebben bezocht, bleven we nog een dag in Newcastle. Deze laatste
paar uur
bleken minder makkelijk te vullen. Newcastle is een down-to-business
stad van
middelmatige grootte met middelmatige bewoners en een meer dan
middelmatig voetbalstadium
en shoppingcentrum. De stad is bezaaid met prachtige monumentale
gebouwen uit
de 19de eeuw en vroeger, maar deze zijn zo slecht geplaatst en omringd
door een kakofonie van stijlvolle en stijlloze bouwsels waaraan de
stedelijke planning
van Brussel zelfs niet kan tippen. Een parel in deze op eerste zicht
oninteressante stad was het Baltic museum voor hedendaagse kunst,
ondergebracht
in een gerenoveerde industriële hal die sterke invloeden vertoonde van
de
betere Sovjet architectuur.
De muur van
Hadrianus is dus een bouwwonder in een prachtig landschap dat zeker een bezoek
waard is. Ik hoop een van de dagen fotos op facebook te kunnen plaatsen, maar
ga er maar vanuit dat ik een accuraat beeld heb geschetst van de streek en haar
geschiedenis.
(PS :
alle verwijzingen naar de streek en haar geschiedenis zijn fictief en kunnen
sporen van persoonlijke mening bevatten. Raadpleeg steeds uw archeoloog vóór
het lezen van deze tekst.)
Vorig semester organiseerde ik met Karen een Belgian night. Sindsdien
vragen de
mensen ons constant om kaas en bier advies, er wordt op een zeer
eerbiedige
manier over ons land gesproken, en sommigen willen zich zelfs omdopen
tot volbloed
Belgen. Degenen die deze viering van de Belgische cultuur hadden gemist
moesten
steeds (lichtelijk overdreven) verhalen aanhoren van de nacht waarop de
Britten
werden opgevoed, en vervloekten zichzelf dat ze er niet bij waren.
Belgian night viel dus in goede aarde, waarop we besloten het nog eens
over te doen. Deze keer waagden we ons niet aan de combinatie
wafels/salami/cake/bier/chocolademousse/kaas, maar beperkten we ons tot
een
uitgebreide selectie bier en kaas. Hoogtepunt (in smaak en percentage)
was de
combinatie Chimay Bleu en Chimay abdijkaas, een stukje cultuur dat de
laatste
critici deed buigen voor onze culinaire superioriteit. Geen lezing deze
keer,
ook al horen de mensen mij graag spreken. Ik heb uiteraard niet heel de
avond
mijn mond gehouden, als de mensen advies vroegen bood ik die aan, en
dan was
het hun eigen schuld als ik begon te ratelen over abdijen, grasvlakten,
gistingsprocessen, kampvuren, massa toerisme, en Jacques Brel.
De volgende dag organiseerde ik een kroegentocht in Winchester, een historische
stad op ongeveer een uur van Southampton. Niet direct de meest logische locatie
hoor ik jullie denken? Wel, er was een reden voor: één van mijn proffen woont
in Winchester en beklaagde het dat hij steeds naar Southampton moest komen voor
de pubs, en wij nooit naar Winchester. Lizzy, een eerder impulsief
klasgenootje, sprong daarop recht en riep "we have to do a pubcrawl in
Winchester then, and TOM will organise it" .... Tom, die onvermoedend aan
de andere kant van de tafel zijn worst en puree aan het inspecteren was, voelde
zich nogal geviseerd door dit bevel, maar zijn arrogantie liet het niet toe een
dergelijk idee af te slaan. Ik moest dus een pubcrawl in Winchester
organiseren, maar had geen zin om mijn tijd te verspillen aan iets waar niemand
op stond te wachten. Ik besloot daarom me niet bezig te houden met het zoeken
naar pubs en uitstippelen van veilig en gegarandeerd transport naar Southampton
en tussen de pubs. Al mijn aandacht ging uit naar de manipulatie van de
archeologische massa via het internet. Elke student archeologie kreeg die week
meer berichten over de Winchester pubcrawl dan hen lief was, en het resultaat
mocht er zijn. Nooit kende Winchester zon dichte concentratie aan archeologen.
De graad van archeologische expertise aanwezig was zo hoog dat, mocht het
Amerikaanse leger onze bijeenkomst bestookt hebben in de idee een Arabisch
huwelijk/terroristennetwerk te hebben opgerold, de archeologische constellatie
van de UK (en de toekomstige international archeologische sterren) ineen zou
stuiken. Dit gebeurde echter niet. Met een beetje hulp van mensen met gezond
verstand loodste ik iedereen naar Winchester, door vijf pubs, een
worstenrestaurant en terug naar Southampton. Winchester kent enkele zeer
aangename pubs voor elk moment van de avond, zeker de moeite voor een citytrip!
Als je een gids nodig hebt, zoek mij dan op. Als je niet heel de tijd naar
boeiende historische en architecturale weetjes wil luisteren, inclusief straffe verhalen
over die ene keer dat ik een kroegentocht deed in Winchester dan zoek je best
iemand anders.
De examenperiode was dus aangenaam maar slopend, en een break was noodzakelijk.
Coudy kwam dat bewuste weekend naar Southampton en we trokken er samen op uit.
We besloten the Isle of Wight te gaan verkennen, een groot eiland op enkele
kilometers voor de kust van Southampton. Het eiland kent een landschap met
glooiende groene heuvels en nauwelijks bomen. Mijn theorie is dat deze bomen
kapot gebombardeerd zijn door de Duitsers in WOII, aangezien Wight op de frontlinie
lag in de Battle for Britain ... meningen verschillen echter. In de 19de eeuw
had queen Victoria hier haar favoriete buitenverblijf/kasteel met uitgestrekte
tuinen, wat nu omgetoverd is tot een pretpark en een Country Club. Niet alleen
dit koninklijk optrekje werd echter vercommercialiseerd, het ganse eiland is
één vakantieoord met amusementsparken, historische sites, badplaatsen,
toeristische wandelingen, én Bungalowparken geschikt voor de laagsten der
Nederlanders.
Wij bezochten dit vakantie-eiland
echter in de winter, wat een zeer vreemde indruk van het eiland op ons naliet.
Op onze wandeling langsheen de noord-west kust passeerden we ontvolkte
bungalowparken, verlaten badplaatsen en gesloten recreatiegebieden. We liepen
gans alleen door de straten en met uitzondering van de rukwinden die onze oren
teisterden was het muisstil. Het was precies alsof we door een verlaten western
landschap liepen. Elk moment kon er een Sheriff van achter een hoek
tevoorschijn komen die ons op een schijnbaar nonchalante toon zou aanspreken:
"we don't like your kind here boys". De enigste beweging tussen de
bungalows waren de dorre bolle struikjes die voorbij rolden, en stof dat in
kleine wervelwinden ronddwaalde. Dit landschap nodigde dan ook uit om als
cowboys met O-benen door de straten te slenteren, handen klaar om bliksemsnel
colts uit de holsters te trekken. Zo trokken Sheriff Tom en Deputy Coudy
door het wilde westen van Wight, in verhitte discussies over de geologische
opbouw van het eiland en recente Western films.
Aangezien we nogal laat op onze
wandeling waren vertrokken werden we halverwegen overvallen door de schemering.
We stonden op dat moment net op een plateau met grasvelden vol konijntjes, aan
de rand van 100 meter diepe krijtkliffen. We stapten wat sneller door langs dit
pad in de hoop een dorpje te bereiken aan de westpunt van het eiland. Net toen
we aan de afdaling wilden beginnen gaf de zon volledig op, en moesten we onze
weg verderzetten in het licht van onze GSM's. Tot overmaat van ramp bleek dat
het afdalingspad niet echt eenduidig te volgen was. Het splitste op in enkele
zijwegen en we dienden te ontdekken welke we best konden volgen. Sommige paden
waren verdacht steil en waren eerder het gevolg van steenval dan bewuste
wegenbouw. Andere paadjes waren blijkbaar aangelegd door de konijnen, en waren
te smal en te verwarrend om ons op een veilige manier aan de voet van de
kliffen te brengen. Na het doorkruisen van een stuk wildernis in een
willekeurige richting kwamen we een aanvaardbare helling tegen die ons naar de
westpunt van het eiland leidde.
We hoopten hier enkele restaurants
of bars aan te treffen, maar het bleek weer een verlaten cowboydorp te zijn. We
namen dan maar de laatste bus (6u!!!) naar het dichtstbijzijnde stadje om
alsnog een kans te maken op een maaltijd. We vonden een lokale pub waar ze
heerlijke versgevangen vis serveerden, en we genoten van de Britten die wild
werden van een Dartsspel op TV. Na een gevaarlijke tocht op een onverlichte
baan zonder voetpad kwamen we terug aan op het hotel, waar we Earl Grey thee dronken,
een documentaire zagen over Desmond Tutu en Nelson Mandela, en flarden van Troy
en Planet of the Apes in ons opnamen.
Kortom een zeer aangename trip, die
een verrassend beeld van the Isle of Wight opleverde. In de zomer ga ik terug
voor the Isle of Wight Festival, wie gaat er mee??
Vrienden, sympathisanten en volgelingen: uw messias spreekt u toe!
Op deze megalomane toon open ik mijn eerste bericht van het nieuwe
semester. Want aan de andere kant van uw internetverbinding staat een
nieuw man. Een held die onmogelijke deadlines trotseert, een goddelijk
individu die de tijd naar zijn hand zet en proffen weet te manipuleren,
een meester van de oudheid en koene ridder van het heden, die op zijn
ros genaamd "Karakter" ten strijde trekt tegen polio en barbaarse
Britten met een verdraaide drinkcultuur, een avondklok, en geen keuken.
In dit bericht zal ik mijn recente heldendaden uit de doeken doen ...
vergeet me achteraf niet te bedanken voor mijn dienst aan de mensheid.
Elke student zat de laatste twee maanden boven zijn cursussen te bidden
dat stressgehalte evenredig is aan toenemende kennis. Tom niet.
Gedurende deze twaalf maanden durende opleiding moet ik geen enkel
examen afleggen, maar word ik geteisterd met constante taakjes. In de
examenperiode komen daar nog wat mastodonten van projecten bij, zodat
mijn klasgenootjes en ik de tijd weten te doden. Geen probleem echter,
ik kan dit allemaal aan ... ook al heb ik in mijn ganse opleiding
archeologie geen enkele taak moeten maken. Deze laatste vier jaren met
examens hebben me trouwens een strakke examen-mentaliteit opgeleverd:
waardoor ik me maar met één ding kan bezighouden, het niet erg vind dat
ik me er niet goed mee bezig ben, niet verbaasd ben dat ik alles na een
halve dag ben vergeten, en vaker op reis ga dan de rest van het jaar.
Deze gezonde levenswijze is nu echter niet meer houdbaar. De proffen
zijn hier zo vrijgevig met het rondstrooien van taakjes als de
Amerikanen met napalm. En geen student die zonder brandwonden uit de
vorige "examenperiode" kwam.
Ik ga jullie niet vervelen met een uitweiding over mijn meesterlijk
uitgevoerde en nog onbeoordeelde projecten, een korte samenvatting
volstaat: ik heb een 3D model gemaakt van de toegangspoort van de HMS
victory, zoals ik in een vroeger bericht al heb gemeld (zie
afbeelding en bijlage); ik heb een relationele databank gemaakt van verlaten
Middeleeuwse
dorpen op the Isle of Wight; en de bibliografische verwijzingen van een
artikel omgezet naar een formaat leesbaar voor bibliografische software
met behulp van XML; bovendien heb ik mijn eerste serieuze artikel
geschreven over kritische archeologische analyse van antieke
architectuur (klinkt serieus genoeg?).
Alles verliep vlot doorheen de examenperiode en zoals gewoonlijk kwamen
de klasgenootjes bij mij ten rade over hun projecten, gebrek aan
cultuur en huwelijksproblemen. In dergelijke situaties antwoord ik
altijd zeer kryptisch, bvb. "als een zoon van Kanaän een zoon van Judah
een eerste steen toewerpt, zal de tollenaar dan geen wijn serveren op
de bruiloft van zijn koning?"; waardoor ze me een blik toewerpen die
getuigt van ontzag en eerbied, en ik voor de rest van de dag gespaard
blijf. De week van de deadlines verliep alles echter wat spannender.
Geen seconde bleef onbenut, en geen maaltijd overtrof de status van
fastfood. Het probleem met deze computer taakjes is dat je niet echt
veel kan presteren in een paar dagen. Alles wat je hebt gedaan om tot
een bepaald stadium te geraken is bovendien direct af te lezen, en het
is dus de kunst zo dicht mogelijk bij "afwerking" te geraken eerder dan
in de waan te leven "afwerking" ooit te kunnen bereiken. De laatste dag
brachten we met de hele klas door in ons computerlabo. De lucht zinderde
van de angst en stress waardoor onze airco het bijna begaf, en ik dacht
een glimps van mededogen om deze waanzinnige situatie op te merken in
de ogen van de prof (ondertussen ben ik er zeker van dat het
leedvermaak was). Vier uur was de deadline. Om twee voor vier stootte
ik me af voor de laatste sprong richting secretariaat, in volle vlucht
niette ik mijn documenten samen, en landde voor de ogen van een
bureaucraat die me vriendelijk verzocht : "Vul formulier B43, veld 5
in. Plaats uw handtekening hier hier en hier. Alles dubbel!". De
documenten werden aanvaard en rustig ingevoerd op de computer, waarna
dit wezen zijn gevoelige handen voorzag van een laag dagcrème. Afgetikt
om 1 voor 4 (en hier is een minuut "a big deal"). Dit gaf me één minuut
de tijd om op adem te komen, en naar de pub te spurten waar een nieuwe
beproeving ons opwachtte : drank en vermoeidheid.
Dit bleek uiteraard geen probleem. Na het indienen van de projectjes
verdween al het kwade uit de wereld en konden we bij pint en vettige
maaltijd straffe verhalen uitwisselen over die tijd dat we hard moesten
werken. Twee pubs later waren de straffe verhalen zowat uitverteld, en
begonnen de zatte proffen naar huis te vertrekken. Ondertussen begonnen
de Belgen (Coudy die op bezoek was, en ik) wakker te worden en besloten
we naar mijn huis te gaan, waar de Bulgaren een party hadden
georganiseerd, Sofia-style! One-hit wonders van de jaren ´90 volgenden
elkaar op en muzikale vergissingen uit de jaren ´80 slopen in de
playlist. Bier, wijn en eigen-stook vloeiden rijkelijk, en Bulgaren
Belgen Duitsers Italianen Britten en Argentijnen gingen uit hun dak.
De volgende dag gingen we per ferry (waar ik wat moeite mee had) naar
the Isle of Wight, waar we een heldhaftige wandeling maakten, en chips
met versgevangen fish aten.
Voor al diegenen die niets te doen hebben, geïnteresseerd zijn in archeologie, of een doorratelende Tom die veel te opgewonden geraakt over oude dingen missen : ik heb mijn ganse thesis van vorig jaar online gesmeten! Het gaat over de archeologische benadering van architectuur, en bespreekt de 3000 jaar oude architecturale resten van tien sites in Syrië en Libanon. Je kan de tekst en bijlagen raadplegen op de coole Youtube voor boeken:
The Crown The Mitre The Stag's Head The Hobbit Jesters' The Dolphin South Western Arms The Junction The Bridge Inn The Highfield The Plough (London) The Cowherds The Guide Dog The Bent Brief The Royal Oak (Winchester) Alfie's (Winchester) The Bishop on the Bridge (Winchester) The Wykeham Arms (Winchester) The Black Boy (Winchester)