De volgende dag wilden we al vroeg vertrekken om nog rustig Budva bij dag te zien en vervolgens richting Kroatië te trekken. Dat voornemen werd niet bepaald gedeeld door Mateja, de eigenaar van ons verblijf en zijn moeder. Eerst moesten we koffie drinken met hun familie. Aangezien wij vredelievende mensen zijn en de voormalige Servische Montenegrijnen die reputatie minder bezitten besloten we er maar op in te gaan. Ik lust totaal geen koffie en kan ook niet doen alsof ik dat lust. Een van de weinige dingen die ik niet kan overigens. Na zo'n uur op de koffie te zitten met een familie die klaarblijkelijk hun koffie lekkerder vonden dan ik konden we eindelijk Budva verkennen. Onder een stralende zon liepen we langs de kustlijn en konden we vis zien zwemmen. Vis zien zwemmen in de zee? Jawel, het water is hier nog helder en voor wie het vergeten was of onbestaande achtte: er zit nog wel degelijk vis en andere diersoorten in datgene wij zee noemen.
Toeristisch was het dan wel, genieten was het evenzeer.
We reden na verloop van tijd verder naar Kotor. De volgende toeristische bestemming in dit land van 600.000 inwoners zo bleek. Dit had alles te maken met de befaamde Stairway to heaven van Kotor. Een gigantisch lange trap langs een berg die leidde tot een zich in redelijk goede staat bevindende ruïne. Ondanks het warme weer en het niet aangepaste schoeisel twijfelden we geen seconde om ons aan die stairway to heaven te wagen die tegelijk ook the highway to hell was. Het loonde de moeite vanop de top had je zicht op de gehele baai omringd door berglandschappen. Na een afdaling die zo nodig nog lastiger was dan de beklimming reden we verder richting Kroatië. Dat Montenegrijnen je niet zo gemakkelijk laten gaan werd bewezen toen we de grens wilden oversteken en dit zo'n 1.30u duurde. We bereikten Dubrovnik, een historische stad aan de Kroatische kust omgeven door een stadswal die we pas de volgende dag goed en wel verkenden. Er stond die dag een stevige wind waardoor de golven stevig inbeukten op de stadswal. Ik en Honza vonden het wel een kick om zo dicht mogelijk te gaan, iets wat we ons bijna beklaagden toen we beiden bijna uitgleden en tussen de rotsen belandden.
Na Dubrovnik was het een lange rit richting Split, de tweede stad van Kroatië en de thuisbasis van de Torcida, de hevige kern supporters van Hajduk Split. Ik heb nog nooit een stad zo hard de plaatselijke voetbalploeg weten uitademen. Werkelijk overal in de stad vind je er verwijzingen naar, gaande van muurschilderingen tot cafés met de namen van (ex-)spelers. De binnenstad was zeer aangenaam maar het is een stad die pas tot volle glorie komt wanneer de zon goed schijnt, en dat was toen niet het geval.
De volgende dag bezochten we nog het overstroomde watervallenpark Plitvicka Jezera waarna we een hele dag terug richting Ljubljana reden om er rond 23u terug te arriveren.
Het was een prachtige reis doorheen een onbekend gebied dat een verhaal te vertellen heeft en een variëteit biedt aan mooie natuur.
Ooit was er een punkband uit de UK genaamd Sham 69, of die intussen nog bestaan is mij en misschien henzelf onduidelijk. In ieder geval kenden zij hun commerciële hoogtepunt met de culthit "If the kids are united". Telkens ik dat nummer hoor denk ik terug aan de zomer van 2013. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 kwam in Turnhout, de gemeente waar ik in feite woon, de NV-A aan de macht, geen alleenstaand geval (net zoals een stoelpoot, die staat namelijk ook niet alleen) want in heel Vlaanderen was de Blitzkrieg van Bartje merkbaar. Wegens drastische besparingen doken er telkens meer geruchten op dat het nieuwe stadsbestuur het plaatselijke jeugdhuis, waar ik zelf nog vrijwilliger ben geweest, wilde verkopen. Toen dit gerucht ook werkelijkheid bleek stampten we de actie 'Occupy Wollewei' uit de grond als protest tegen een mogelijke verkoop. Het duurde niet lang voor we hadden veel handtekeningen verzameld via een petitie en kregen veel steun vanuit Turnhout zelf en jeugdhuizen daarbuiten. Ook de oppositie in de gemeenteraad koos unaniem onze kant. "de Wollewei hangt beter aaneen dan deze coalitie" zei een oppositie-lid over de coalitie van NV-A. Het absolute hoogtepunt was de mars op de gemeenteraad die wij met al onze middelen verstoorden, daar onze vragen onbeantwoord bleven. Het was het begin van de redding van ons jeugdhuis en het begin van de val van NV-A in Turnhout. Dit was een voorbeeld van de kids die united zijn en dan nog wel tegen een verdeeld stadsbestuur dat in september van dat jaar uiteen viel.
Wie niet bepaald united was waren wij toen we grens van Montenegro overstaken nadat we die bereikt hadden zo'n 2u na ons vertrek uit Mostar. De GPS, die we nog steeds hadden ingesteld op 'highway avoidance' stuurde ons langs een weg waar het signaal stopte. Sommigen wilden graag een andere weg richting onze eindbestemming voor die dag, Budva. Ik en nog twee anderen wilden het avontuur wel aangaan, en dat gebeurde na een tos ook. Spijt had niemand hiervan. We reden op een smal baantje dat je deed bidden voor geen tegenliggers doorheen een prachtig gebergte waarvan de Montenegrijnen het bestaan meer dan waarschijnlijk al vergeten waren, gedurende 2u kwamen we slechts 10 huizen tegen. De rit duurde lang, heel lang en er waren zoveel bochten dat Honza zeeziek werd. Net toen hij op het punt stond zijn ontbijt over de hele auto, en dan vooral over mij te verspreiden hield hij het op want daar in de verte konden we datgene zien waarmee Honza's ziekte geassocieerd werd, de zee! Ons GPS signaal kwam vanuit het niets terug en we zaten nog steeds op de juiste weg. Daar kwamen we dan aan de kustlijn, en wat zag ze er beeldig uit. Geen lelijke flatgebouwen of lelijke dijken enkel een mooie blauwe zee en een bergachtig landschap op het vasteland. Na ons avondeten, dat uit vis bestond, gingen we op zoek naar onze overnachtingsplaats voor die avond. Bij aankomst beel dat niet hetgene te zijn dat we geboekt hadden. Het bleek beter, een ruim appartement voor 8 personen. Ons appartement maakte deel uit van een gigantisch huis dat de eigenaar, Mateja, had omgebouwd tot diverse flats. Hijzelf woonde met zijn gehele familie op het gelijkvloers en bood ons een shot Rakija aan. Wie mijn eerde blogs las weet dat dat een afschuwelijke, Joegoslavische, alcoholische specialiteit is van zowat 45%. Uit beleefdheid dronk ik het dan maar leeg maar verlangde toch hevig naar iets om het door te spoelen, wat er uiteindelijk niet van kwam. Montenegrijnen en hun verwelkomingstradities, je doet er beter aan mee voor ze je niet mogen.
Die avond spendeerden we op het strand. We waren aan de Middellandse zee en daar kom je toch niet elke dag als Belg zijnde.
De volgende dag lieten we vlak na de middag Sarajevo achter os met gemengde gevoelens. Onze volgende bestemming zou in het zuiden zijn en kende men beter als Mostar. Vooraleer we daarheen trokken reden we zo'n 30km noordwaarts. Hier bevinde zich de Piramides van Visoko. Ja! U leest het goed piramides. Deze piramides zijn de oudste en hoogste ter wereld en werden door een onbekend volk gebouwd in een al even onbekend tijdperk.
Na een veel te lange rondleiding doorheen een ondergrondse tunnel trokken we met onze wagen over stukken van zo'n 30% stijl naar de hoogste top. Onze teleurstelling was groot, vergelijkbaar met Patrick Janssens zijn teleurstelling bij de helaas voor hem verloren gegane gemeenteraadsverkiezingen van 2012, toen we zagen dat we niet verder konden rijden en we nog een stuk van zo'n uur te voet moesten op de top te bereiken. Unaniem beslisten we om dit te doen en daar zouden we geen spijt van hebben. In een mooie zon, want die dag was een van de weinige met goed weer, hadden we een prachtig zicht op de volledige vallei (in de bijlage heb ik een foto gestoken). Hier besefte ik pas voor het eerst hoe een lelijk land, qua natuur althans, België wel niet is. We bleven zowaar een uur lang op de top, die niet al te groot was, en zeiden amper iets tegen elkaar. Dat is blijkbaar wat er gebeurt wanneer je iets moois aanschouwt, volledige stilte.
Helaas moesten we ook verder, in dit geval betekende dat ook en afdaling niet zonder gevaar. Wat volgde was misschien nog wel mooier als de top van de piramide. Deze tocht doorheen het Bosnische landschap was werkelijk adembenemend en deed me beseffen dat het tot dan toe het mooiste land was waar ik ooit geweest was en waarschijnlijk ook het mooiste ,en misschien ook onbekendste, in Europa. Ik was de chauffeur maar het kostte me moeite om de gehele weg ook op die weg te focussen ( in de bijlage vindt u andermaal enkele foto's). Bosnië heeft het allemaal wel een beetje: bergen, ravijnen, rivieren en noem maar op. De strenge grenscontrole en het niet al te hartelijke ontvangst in Sarajevo waren dan al lang vergeten. Daar reden we dan, in een land dat niet overal toegankelijk is wegens een onbepaald en onbekend aantal ongedetecteerde landmijnen her en der en we hadden geluk, ik en Honza althans. We vonden een Servische zender die enkel rockmuziek liet horen een greep uit de nummers die toen in de wagen te horen waren en door ons luidkeels meegezongen werden: Born to be wild, Smoke on the water, wind of change, Take me out, everlong....
Tegen de avond bereikten we dan niet zonder moeite Mostar. We vonden onze hostel na zo'n 1,5u rondegerij in een gemeente kleiner als Turnhout en tot overmaat van ramp reed ik ons ook nog eens vast achter een blok beton op de parking, die we ook al moeilijk hadden gevonden. Ach ja, het hoort allemaal bij het reizen, enkel meeval tijdens een trip is niets voor mij, pech hoort erbij. Net zoals bij het leven in het algemeen. Na de wedstrijd Chelsea-Atlectico Madrid, die door de Madrilenen oververdiend gewonnen werd, legden we ons allen te slapen na een geweldige dag.
De 2de dag werd ik voor de anderen wakker. Rond 8u opende ik mijn ogen en zag dat ik nog steeds in de veel te kleine kamer verbleef in een buitenwijk van Sarajevo. Na een kort ontbijt in diezelfde kamer besloot ik op eigen houtje onze auto, die we de avond daarvoor in het centrum van de stad hadden achtergelaten te gaan halen. Niet enkel omdat hij dan dichterbij zou zijn maar ook omdat we allen het gevoel hadden dat we er een veilige zaak mee deden die kar daar weg te halen. En zodus trok ik door de stad in de hoop die Opel terug te vinden. Bosnië is een mand waar de grootste godsdienst de Islam is, voor zij die het zich herinneren, in 1995 werden tijdens de Bosnische oorlog in Srebrenica, dichtbij de Sevische grens, 10.000 moslims geëxecuteerd door de Bosnisch-Servische troepen van Ratko Mladic. In Sarajevo alleen al vindt je al meer dan 100 moskee's met elk hun eigen minaret en bijgevolg elk hun ochtendgebed en alsof de duivel ermee gemoeid was begonnen ze bijna allemaal hun gezangen te laten horen terwijl ik met mijn welgekende ochtendhumeur onderweg was.
Gelukkig stond onze auto er nog, de eerste opluchting van de dag was een feit. Het moeilijke deel moest dan nog beginnen, veilig en wel onze hostel bereiken. De avond ervoor was dat maar met moeite gelukt, nu was het echter niet te voet maar met de auto door een stad waar ze rijden als losgelaten loco's. Geloof me vrij; als u dacht dat de Franssen of de Italianen niet deugden achter het stuur raad ik u aan een rit van 20min te maken door Sarajevo. Na heel wat niet toegelaten maar noodzakelijke manoevres kwam ik veilig terug aan de hostel waar de anderen nu ook wakker waren. Onze dag kon beginnen.
Na wat sightseeing hier en daar hadden we rond 11u een afspraak met Nenno, een plaatselijke inwoner die gratis gids speelt voor studenten. Wat was zijn uitleg goed! Hij sprak niet alleen goed Engels, wat niet veel voorkomt in Bosnië, maar wist ook zijn verhaal goed te structureren. Hij vermeldde vaak de oorlog die nog duidelijk zijn sporen heeft nagelaten in dit land. Het begon allemaal na de dood van Tito begin jaren '80. Toen er geen gelijkaardige figuur hem vering die alle Joegoslavische volkeren kon verenigen streefde elke regio naar een Onafhankelijke staat. Enkel de grootste gemeenschap, de Serviërs, wilden een groot verenigd land aangezien hun bevolking zich verspreidde over Servië, Kroatië en dus ook Bosnië. Na referenda, die de plaatselijke Servische gemeenschap boycotte, bleek dat de Kroaten en Bosniërs pro-onafhankelijkheid waren barstte de hel los. Servië bezette de landen en zaaide terreur met als excuus hun volk te verdedigen. Nenno, die een product is van een Bosnische moslima en een Bosnische-Serviër die aan de kant van het Bosnische leger vocht, was 7 jaar oud toen de oorlog uitbrak en leefde zo'n 3 jaar ondergedoken in zijn Sarajevo, dat toen volledig omsingeld was door Servische troepen. Hij heeft duidelijk zijn mening over het hele gebeuren maar wijst niemand met de vinger en kijkt voorruit. Iets wat vele machtige mensen in deze wereld ook beter zouden doen.
Her en der zie je kogelgaten en ander littekens van de oorlog. Opvallend zijn de grote rode vlekken verspreid in de stad, zij staan symbool voor het slachtoffer, dat op die exacte plaats waar de vlek zich situeert, gevallen is. Na een zeer boeiende rondleiding was het tijd voor lunch, geen Mc donalds werd gezamelijk besloten maar wel een typische Bosnische specialiteit 'Cevapcici'. U kan het vergelijken met een gewone Kebap met verschil dat het geen Kebapvlees tussen je brood is maar enkele hard gebakken worstjes. We stapten één van de vele zaken binnen waar ze het serveerden, de zaak ka u eveneens vergelijken met een grotere Kebapzaak van bij ons. Druk dat het daar was en u moet weten dat het rookverbod nergens in Bosnië geldt. En geloof me als ik zeg dat dat ook nooit zal gebeuren. Die Bosniërs zijn kettingrokers pur sang, zelfs de man die achter het fornuis stond en die ik weiger kok te noemen stond er met een peuk in zijn mond. Op zich stoort het me allemaal niet, maar even terug wennen was het wel.
Na een verder rustig verloop van de dag zaten we 's avonds in een plaatselijke pub om the Munich Massacre te bekijken. Neen, ik heb het niet over het gijzelingsdrama dat daar in 1972 tijdens de Olympische spelen plaatsvond maar de 0-4 zege van Real Madrid op het veld van Bayern Munchen die avond.
Samengevat is Sarajevo een stad die zeker een verhaal te vertellen heeft maar toch raad ik het u nier direct aan ze te bezoeken, heel veel mooie gebouwen staan er niet en het is 24/7 opletten voor zakkenrollers. Enkele leuke winkelstraten zijn er zeker wel.
Maandag 28/4 was het zover, de langverwachte Balkantrip. Het was vroeg, héél vroeg toen we in onze gehuurde Opel Zafira in een regenachtig Ljubljana richting eerste bestemming trokken 'Sarajevo'. We, dat waren uiteraard mezelf, Honza, Kuba, Justyna, Julia en Franchesca. Die laatste 2 zou ik na 3 dagen meer beu zijn dan de gemiddelde 'Komen Eten' kijker Iwein Segers beu was na 3 afleveringen van hun geliefde reality-tv reeks in dat befaamde seizoen dat de kwalitatief gebrekkige commentaar van Peter Van Asbroeck plaats moest ruimen voor een al even erge verschijning van wat ik een derde rang tv-figuur noem.
De weg was op zijn zachts gezegd onaangenaam. Het landschap was dan wel mooi, het was ook heuvelachtig en aangezien het eerste land buiten Slovenië, Kroatië, een niet te onderschatten snelwegentol hanteert kozen we voor de smalle baantjes. Het feit dat ik de chauffeur was bespaarde me een zéér ongewenste wagenziekte op de eerste dag. Kroatië was tot dan eerder een tussenstation en zou zijn ware schoonheid pas laten zien op de weg terug, hoewel we nu al sneeuwtoppen zagen vanuit onze wagen die de hele dag stortbuien moest trotseren al bergop rijdend over cols van 1ste en 2de categorie.
We staken de gres met Bosnië over en enkele Kroatische douaniers controleerden onze paspoorten zoals het hoort waarna we verder reden om nog geen 100m verder een stevig bewaakte grenspost tegen te komen die me deed denken dat die Joegoslaviëoorlog nog in volle gang was. Er kwam een douanier op ons afgestapt en mijn achterwerk zoog zich als het ware vacuum vast aan mijn zetel. Zelden heb ik zo'n angstaanjagend figuur gezien als die man: groot, struis, stevig, littekens in keel en gezicht en een krakende, zware stem die zei "Passports and car documents". Al een geluk dat we onze paspoorten nog niet hadden weggestoken en Kuba ze nog bij zich had want ik bleef stoïcijns en vol ongeloof zitten. De controle duurde zowaar 45min, gelukkige bleken we geen gevaar voor de Bosnische staat en mochten we verder. Dit was mijn eerste kennismaking met Bosnië & Herzegovina. Geloof me die oorlog heeft zijn sporen nagelaten.
Na een tussenstop om te eten en een trip doorheen het prachtige Bosnische land met veel rivieren en ravijnen kwamen we rond 22.30u aan in de hoofdstad Sarajevo. Andermaal geen al te vrolijk welkom zo bleek. We hadden ergens in het centrum geparkeerd en onderweg naar onze hostel duurde het nog geen 5min vooraleer er zo'n 15 kleine gypsies aan ons lijf hingen en trachten ons te beroven van kostbaarheden. Veilig en niet armer bereikten we uiteindelijk ons hostel waar ons verteld werd dat onze eigenlijke verblijfplaats in feite in een buitenwijk van de stad was. 'Geweldig' dacht ik sarcastisch bij mezelf 'nu sturen ze ons van het criminele centrum naar de ghetto daarvan'. Mijn vrees bleek overdreven maar uitkijken geblazen bleef het wel. De route daarheen was alles behalve een plezierwandeling en gaf ons een beeld van de stad. Veel zwerfvuil, talloze straathonden, ontelbaar veel moskee's, kapotte trottoirs, een compleet vervuilde rivier...Onze kamer bleek dan ook nog eens zo klein dat zelfs een doorwinterde dwerg er claustrofobisch van zou worden. De eerste dag zat erop en kon al gelijk tellen. Het was een lange rit en het was duidelijk dat we niet meer in het gezellige, veilige Ljubljana waren. Dit was de Balkan, dit was voormalig Joegoslavië, dit was Bosnië & Herzegovina...
Het einde van mijn Erasmusperiode komt stilaan in zicht. Nog een maand en ik begeef me terug richting het Belgen land dat er van hier uit nog verzuurder uit ziet. Gisteren of eergisteren, alleszins één van die twee dagen keek ik via de livestream, die de VRT aanbiedt, het journaal van zeven uur en moest toch even slikken toen ik vernam dat er in Gent (hoewel ik ook daar niet zeker van ben) een klacht kwam appartementsbewoners over hun buren van de vijfde verdieping die daar aan een herstel van kanker bezig zijn en daarbij klaarblijkelijk teveel decibels produceren. Met deze klacht willen de bewoners hun medebewoners 'hun' appartementsgebouw doen verlaten. Als genadeloos, humoristisch criticus kan ik deze klacht alleen maar toejuichen, zei het op volgende voorwaarde: In plaats van revaliderende kankerpatiënten moet men de vijfde verdieping vol steken met luidruchtige asielzoekers met een heroïne-en alcoholverslaving die bovendien houden van een wekelijks appartementsfeest zoals ik er hier ook al wat heb bijgewoond. Verzuring moet zowat het meest gelinkte woord zijn aan België dat ik tegenkom op de sociale media.
Zo af en toe doe ik de moeite om eens iets van ons land uitgelegd te krijgen aan een student hier. Dit is een opgave waar ik mij beter niet meer aan waag daar ik vaak niet het beoogde doel haal nl. België en alles daarrond begrijpbaar maken aan een buitenlander.
Zowel Polen als Tsjechië zijn hier goed vertegenwoordigd in Ljubljana, ik kan het met ze allemaal goed vinden en zij met elkaar ook. Toch wilden ze de spanning tussen beide landen wat opdrijven in de vorm van een voetbalmatch op een voetbalveld van de Faculteit sport. Om de match in goede banen te leiden zochten ze, zoals dat hoort, een scheidsrechter die elke vorm van neutraliteit bezat en ook nog eens iets van voetbal kende. Op zaterdag kreeg ik de vraag of ik deze functie op mij wou nemen. Lang heb ik niet getwijfeld om 'ja' te zeggen, ik heb vroeger namelijk voetbal gespeeld en telkens ik terug een veld betreed komt er toch een speciaal gevoel bij me op. Ik bereidde me enkele dagen voor op mijn rol en baseerde me vooral niet op die Belgische prutszakken die veel te veel poen scheppen. Ik was er klaar voor! Tot op dinsdag Ondrej, die kapitein van de Tsjechen en organisator van het hele gebeuren, in een staat van paniek mijn kantoor in de faculteit binnenkwam en mij het rampzalige nieuws wist te vertellen dat Jakub, die zei beschouwen als hun beste speler, moest afhaken wegens een blessure en er vervolgens maar 10 man zou kunnen spelen. Ondrej was niet bepaald van plan een vrouw in zijn team op te stellen en dus vroeg hij me of ik hen wou vervoegen. Om hem niet teleur te stellen zei ik toe maar had er geen goed gevoel bij toen ik me bedacht dat ik me zonet had laten ompraten om van de machtspositie naar de ondankbare linksback positie te veranderen. Mijn Italiaanse makker Michele nam het fluitje dan maar in handen.
Matchdag: onder een mooie avondzon stonden we klaar om af te trappen. Nu ja klaar... de avond ervoor was de tactische bespreking een beetje getransformeerd naar een late dormparty waardoor we niet echt fris zaten. De Polen waren niet zo opgezet met de move van hun tegenstanders om een Belg te laten spelen. 'Landsverraad!' zo klonk het. Toffe mannen die Polen, maar eens het competitief wordt veranderen ze in beesten. Aan de rust was het 2-1 in ons nadeel en daar mochten we nog blij mee zijn. Bij onze tegenstand liep er namelijk een zekere Wlodek Skyrzinski rond, een kerel van 23 die grote furore maakte bij de jeugdelftallen van Lech Poznan maar op zijn 19de eieren voor zijn geld koos door te gaan studeren. Hij liet ons alle sterren van de hemel zien. Wij van onze kant, bakten er maar weinig van. Ikzelf merkte dat mijn fysiek rampzalig is geworden, op Erasmus gaan is geen gezondheidstrip moet u weten. Toch wisten ook wij voor de rust een lucky goal mee te pikken. Tijdens de rust kloeg een van onze spelers over krampen en werd er zonder mijn inspraak te vragen besloten ons twee van positie te doen wisselen. Ik kwam zowaar op de nummer 10 positie te staan, de belangrijkste positie denkbaar (buiten de doel- en barman natuurlijk). Daar stond ik dan op het middenveld en was ik plots belangrijk, het maakte mijn match er niet beter op ookal omdat mijn goede vriend Kuba, die 2 koppen groter en 3x breder is dan mij, mijn rechtstreekse tegenstander werd. We verloren de match met 4-3 en zaten allemaal stik kapot. Ik ben de 2de helft verzopen op het middenveld maar pikte toch ook mijn goal mee door in minuut '84 een corner binnen te koppen.
Genialiteit is niet ver te zoeken, zelfs de meest idiote mensen komen nu en dan met een idee op de proppen dat kan wedijveren met theorieën van Einstein. Gisteren was ik getuige van een simpel en goed bedacht concept. In een eerdere blog wist ik u te vertellen dat er in Ljubljana nogal veel rolschaatsers rondreden, wel gisteren zag ik een jonge moeder al skatend de buggy met haar kind in voortduwen. De snelheid was niet immens maar toch behoorlijk. Hiermee bewezen de Slovenen dat ze ook wel eens creatief uit de hoek kunnen komen.
Gisteren trokken we met een behoorlijk aantal richting Metelkova, de broeihaard van de underground. Ook Thomas ging mee, hij is één van de weinige Fransen, die voor het overige massaal aanwezig zijn in Ljubljana, waar ik contact mee heb. We raakten aan de klap, zoals men dat in de kempen zegt, en om de een of ander onverklaarbare reden kwam het Franse chanson ter sprake. Toegegeven, ik ken daar niet veel van maar blijkbaar toch meer als Thomas aangezien hij liet verstaan dat hij 'la balade des gens heureux' niet kent. Ik vraag me nog steeds af hoe in godsnaam het mogelijk is dat hij dat nummer, dat toch een cultstatus heeft bereikt, als Fransman niet kan kennen. Zelf had hij er geen logische verklaring voor. Gelukkig kende hij Stairway to heaven van Led Zeppelin wel, dat bleek toen hij het meezong wanneer dat nummer weerklonk door de boxen van club Jalla Jalla..
Andermaal een leuke avond maar zoals ik al zei het einde komt in zicht. Ik kan nu al stellen dat ik de afgelopen maanden de tijd van mijn leven gehad heb. Nu maandag wordt daar ongetwijfeld een vervolg aan gebreid met het begin van onze Balkantrip. Maandag rijden we rechtstreeks naar Sarajevo en rijden zo een avontuur in het onbekende tegemoet.
Deze blog draag ik op aan mijn beide ouders. Aan wie ik veel te danken heb!
Het gebeurt niet meer zo vaak dat ik nog emotioneel word van iets, misschien is dat iets dat er minder op wordt naarmate je ouder wordt. Ik mag mezelf dan weliswaar niet oud noemen, ik ben ook geen 16 meer. Al maar goed, de leeftijden van 16 tot 19 bevielen me allerminst.
Woensdag kwamen er toch enkele emoties bij me los. Het was goed weer, en wat doet men bij goed weer? Juist! Een terras in het centrum bezoeken met een leuk gezelschap. En geloof me Ljubljana is een terrasstad, vooral langs de rivier die pal door het centrum loopt heb je keuze te over en nergens laat de bediening lang op zich wachten. Daar zaten we dan en we dat waren mezelf, Jan 'Honza' Kuklinek (de wijze Tsjech), Marin 'Grand écart' Pelaic (hij komt uit Split in Kroatië, vandaar die bijnaam), Borja 'Frodo' Herrarte (een sympathieke Madrileen die verdacht veel lijkt op het hoofdpersonage uit Lord of the rings), Mehmet 'Zataturk' Katran (de best dansende Turk ooit hoewel hij eigenlijk een Koerd is), Mat 'Samoerai' Özdemir (de Metalturk met de looks van een Japanse krijger), Kasia 'How are you' Super (een Poolse die aan haar familienaam verplicht is permanent goed gezind te zijn) en ten slotte nog Francesca 'La Bella' Saporiti (een signora di Milano). Wat had ik daar een onbeschrijfelijk plezier tot op een bepaald moment mijn aandacht volledig naar iets anders ging.
Ik zag een klein jongetje van een jaar of 5,6 in veel te grote wielerkledij voorbijfietsen op een kleine blauwe mountainbike gevolgd door zijn vader, of dat vermoedde ik toch, eveneens in wielerkledij en op een degelijke koersfiets. Ik zag hen slechts enkele seconden voorbijfietsen maar dat was meer dan genoeg om mijzelf volledig te herkennen in die jongen. Rond die leeftijd had ik net mijn eerste communie gedaan en kreeg daarvoor van mijn vader mijn eerste degelijke fiets die sprekend op diezelfde fiets leek die daar voorbijreed. Alsof god er zelf mee te maken had leek die jongen ook nog eens op mij toen ik die leeftijd had: klein, mager, blond en vooral knap! Bovendien trok ik er in de zomer toen ook met mijn vader op uit om in heuvelachtig gebied te gaan fietsen. Met een fiets die zwaarder was dan mezelf een helling oprijden, ooit kon ik het. Deze zelfherkenning deed me toch even stilzwijgen en liet me even terug flitsen naar die zomers eind jaren '90 wanneer ik mij onverslaanbaar achtte op die blauwe fiets van mij.
Aangezien hun housewarming van twee weken geleden een enorm succes was besloten de heren Javier, Aurelien en Arno er een vervolg aan te breien. Deze keer werd er opgeroepen om een souvenir vanuit de stad mee te brengen. Zelf bracht ik een verkeersbord mee dat ik in mijn straat subtiel kon meenemen. Andermaal een top avond waar ik weer maar eens veel nieuwe, coole mensen leerde kennen van verschillende nationaliteiten. Aan die topavond kwam plotsklaps een (tijdelijk) einde toen we bezoek kregen van de 'policija' er waren blijkbaar klachten gekomen over nachtlawaai. Iets wat nog wel te begrijpen was maar toch als een verrassing kwam. Helaas kwam de politie ook binnen een kijk nemen waardoor ze de buit aan souvenirs zagen liggen, ze zeiden hier deze week nog voor terug te komen. Wordt vervolgd...In onze feestmood kreeg Thomas, een Fransman waarvan ik me afvraag of die tegen het einde van het semester genezen zal zijn van de kater die hij gisteren opliep, het geniale maar ook zo foute idee om het nummer 'Copkiller' van de legendarische rap-metalband Bodycount op te zetten. Bodycount is of was een project van de rapper ICE-T die zijn muzikale grenzen wat wou verleggen en zich wat mij betreft de enige echt black metal band mag nomen. ICE-T is een neger weet u...Veel meer dan een kwade blik van de knappe agente kregen we gelukkige niet. Om nog niet naar huis te hoeven trok ik met Borja en Valeria naar Metelkova, de underground plaats waar volgens mij de Anarchie is uitgevonden.
Valeria, over wie u al eerder kon lezen, heeft voor haar jonge leeftijd al heel wat meegemaakt. Op haar 15de hebben haar ouders haar met een beperkte financiering laten verhuizen van Dnipropetrovsk in Oekraïne naar Brno in Tsjechië aangezien je kansen om ergens te geraken in het leven héél beperkt zijn in Oekraïne. Valeria wist me te vertellen dat het gemiddelde maandinkomen er 300 is, en nee ik moet geen zaken horen in de trend van "Maar daar is alles goedkoper..." of "Er is daar toch zoveel corruptie en zwartwerk..." Nee! 300 is belachelijk weinig en meer moet daar niet over gezegd worden! Nu is Valeria dus hier en we kunnen het goed vinden. Gisteren vertelde ze me over de recente gebeurtenissen in haar land van herkomst en haar gevoel hierbij. Ook hier werd ik wat emotioneel, wij Belgen zijn een rot verwend volk dat zulke zaken nooit zal meemaken en bovendien een hoog loon kent. Toch zijn wij kampioen van het klagen, denk er allemaal maar is over na.
Eind deze maand vertrek ik een week op Balkantrip. Dus beste blogvolgers, brace yourselves!!!
"All the animals come out at night. Whores, skunk pussies, buggers, queens, fairies, dopers, junkies, sick, venal. Someday a real rain will come and wash all the scum of the streets."
Met bovenstaande quote vangt de film Taxidriver aan. In de scene hoor je Robert De Niro dit zeggen terwijl hij met zijn taxi langs een avenue in een louche uitgaansbuurt van het heftige New York tijdens jaren '70 rijdt en tal van merkwaardige nachtfiguren passeert. Gisteren keek ik deze film nogmaals samen met Mat de samoeraiturk & Javier, de Spanjaard die er zelf nog een figurantenrol in zou kunnen spelen. Taxidriver is zonder tegenspraak één van de beste prenten ooit gemaakt en misschien ook wel de beste prestatie van De Niro en Scorsese. Als u 22 jaar of ouder bent en deze film nog niet gezien heeft raad ik het volgende aan. Ga een keer voor de spiegel staan gedurende een zelf gekozen aantal minuten of langer en stel u de hoognodige vraag hoe u het zover heeft kunnen laten komen deze film nog niet te hebben gezien. Eens u het antwoord gevonden heeft, wat zou getuigen van zelfkennis en zelfkritiek, doet u er goed aan die film op een eveneens zelfgekozen manier te bekijken. U zal er geen spijt van hebben. De film dateert van 1976 en spreekt na bijna 40 jaar nog steeds boekdelen.
Als u zich afvraagt waarom ik dit vermeld. Zoals ik reed zei keek ik deze film gisteren nogmaals, dat is één reden. Maar eigenlijk had ik er gewoon zin. En in een blog mag men anno 2014 nog schrijven wat men wil, vandaar.
Twee dagen geleden achtte ik het hoognodig om nog eens langs de kapper te passeren. Dit kappersbezoek zou bewijzen dat stereotypen toch vaak waar zijn. Na een afspraak online gemaakt te hebben was het gisteren zover. Het kapsalon in het centrum van Ljubljana was in handen van de heren Luciano en zijn neef Marco, twee ingeweken Italianen die niets van hun 'stile di vita' in het land van Pinnokio en Gelato hadden achtergelaten. Tegen elkaar spraken ze uitsluitend Italiaans met de gekende handgebaren en onverantwoorde decibels, mochten Belgen zo tegen elkaar spreken mag u er zeker van zijn dat er de dag ervoor iets ergs gebeurt is in de trend van dat je vrouw je gloednieuwe Porsche in de prak gereden heeft en in staat van gedeeltelijke narcose, ten gevolge van de ziekenhuisopname na dat ongeval, bekent dat ze een affaire heeft met je vader.
Gelukkig spraken ze ook goed Engels, wat dan weer een stereotype ontkrachtte.
Op de achtergrond hoorde je uitsluitend Italiaanse muziek, iets waar ik niet zo gek van ben. Uiteraard hing er ook de traditionele poster van de Azzuri aan de muur. Voor de niet-voetbalkenners onder u, 'Azzuri' en 'la squadra' zijn synoniemen voor de Italiaanse nationale voetbalploeg. Deze poster was van de generatie van '94. De sterren toen waren Baggio en Baresi, de ene was een geniale spits de andere een meedogenloos harde verdediger. Marco ging mijn haar doen, en nam daar zoals een echte Zuid-Europeaan het wil uitgebreid zijn tijd voor. Voor hij het waste vroeg hij mij hoe ik het wou en observeerde mijn haar tot in detail. Toen hij eindelijk begon te knippen achtte hij zijn moment om te beginnen praten, dit zou niet meer stoppen vooraleer ik daar buiten was. Tijdens onze conversaties, die grotendeels over nutteloze zaken gingen kon hij het maar moeilijk verbergen dat hij homoseksueel is, weeral een stereotype dat ik bevestigd zag nl. dat van de homoseksuele kapper. Marco is een onnavolgbare perfectionist, werkelijk elk haartje moest precies even lang zijn. Toen ik na 1,5u buiten ging (in België duurt mijn kappersbezoek 15 minuten) voelde ik me weer een ervaring rijker. In het buitenland naar de kapper gaan blijkt een uitstekende cultuurtrip te zijn.
Die avond was het ook weer karaoke in Thaii Inn pub. Altijd leuk om naar toe te gaan, niet om zelf te zingen natuurlijk. Maar om te lachen met de mensen die zichzelf als zangtalent zien, ja hoor...die ziekte heeft zich niet beperkt tot de Vlaamse grenzen. Die avond zou het echter wat speciaal worden. Naar het einde van een vrij zatte avond toe zong er iemand 'Imagine', de grootste hit die John Lennon behaalde na zijn avontuur met 'The Beatles' , een viertal uit Liverpool dat redelijk wat succes oogstte. U kan zeggen wat u wilt maar nummers zoals Imagine zullen er niet meer gemaakt worden! Dit bleek andermaal waarheid toen niet enkel diegenen die de micro's hadden maar ook de hele pub deze klassieker recht vanuit het hart meezong. Het paste perfect in het verhaal dat ik hier meemaak. Ik ben hier tussen ontelbaar veel nationaliteiten en heb een geweldige tijd. Samen zongen we daar dat nummer en de laatste zin daarvan "...and the world will live as one."
Zaterdagavond was op zijn zachtst gezegd een legendarische. Ik was uitgenodigd op de housewarmingparty van Javier, Aurelien en Arno. Nu ja, housewarming kon je het niet echt noemen aangezien het een appartement was dat ze met zijn drieën huren vanaf nu. Vanaf 22u was iedereen welkom maar ik ben intussen wat meer ervaren in dit soort dingen en weet maar al te goed dat je dan beter pas tegen 22.30u ten vroegste komt opdagen, anders loop je het risico dat je je daar met een beperkt aantal collega vroegkomers samen alleen voelt. Ik kwam pas aan tegen 22.45u en de sfeer zat er al goed in, buiten een verwelkomingsshot moest je ook verplicht op de foto met een bordje dat zei "Fuck Compañeros", u weet wel die populaire discotheek. Eigenlijk was dat maar een hypocriete bedoening daar het merendeel van de aanwezigen twee dagen ervoor Compañeros nog stevig financierden in de vorm van ettelijke drankconsumpties.
Maar zoals ik al zei zat de sfeer er goed in. Er was op dat moment zo'n 30 man aanwezig en stond in groepjes verspreid over het appartement. Ik voegde me bij mijn goede vriend Ondrej, een Tsjech. Toen ik het meubilair wat beter bestudeerde merkte ik de TV op. Dat was me nog eens een echte TV in plaats van die dunne dingen die ons leven comfortabeler claimen te maken. Nee, dit was een gigantische bak met antennes die meer dan waarschijnlijk de eerste aflevering van 'The Muppet show' nog heeft uitgezonden. Javier, de sympathieke Spanjaard die het appartement huurt, wist me te zeggen dat hij niet meer werkt. De eigenaar is te lui om die tientonner daar weg te halen en zeg nu zelf; zo'n TV fleurt je interieur toch helemaal op? Of hij nu werkt of niet.
Naarmate de avond vorderde nam het alcoholgebruik in de flat toe, ook ik was niet meer nuchter na verloop van tijd. Het werd wel telkens leuker en ik raakte met zowat iedereen aan de praat. Deze avond waren het vooral Polen die me graag even spraken. Leuk volk! Ze hebben hun reputatie soms tegen maar hier op Erasmus telt het niet waar je vandaan komt en of welke reputatie je land heeft. Getuige de aanwezigheid van enkele Russen hier in dit land.
Het kon helaas niet uitblijven en het gebeurde ook, ik slaagde erin mijn eerste conflict te hebben sinds mijn aankomst hier in Slovenië, maak u geen zorgen beste bloglezers verder dan wat pittige woorden is het niet gekomen. Ik raakte in een gesprek met een Spaanse dame waarvan ik de naam intussen vergeten ben. Ze vertelde me dat ze uit Catalonië kwam waarop ik na een tijdje vroeg wat ze van de onafhankelijkheidsplannen van haar regio vond. Van deze vraag heb ik dikke spijt, niet omdat die ons conflict inluidde, maar wel omdat ze het moment gekomen achtte om een uitleg te beginnen die een half uur zou duren waarom Catalonië een eigen staat moet worden zonder dat ik daar één woord tussen kreeg. Na haar uitleg kon ze het maar moeilijk verkroppen dat ik mijn mening over de hele kwestie voor mezelf hield. Ik zei vervolgens dat ik de hele situatie niet genoeg ken en er eerst ook eens met een 'gewone' Spanjaard over zou willen praten, maar toegegeven sinds die avond heb ik veel meer sympathie voor de niet-separatistische Spanjaarden. Ze zei me dat ik haar mening moest respecteren en daar zit ze dik mis! Ik moet niemand zijn/haar mening respecteren, ik moet die aanvaarden!! Een wereld van verschil als u het mij vraagt. Ik liet het verder niet aan mijn hart komen, maar haar heb ik die avond niet meer terug gezien =) Laat het een les zijn mensen, vraag een Catalaan of een Bask of wie dan ook nooit naar onafhankelijkheidsplannen want u geraakt er het komende uur niet vanaf. De housewarming liep op zijn einde. Gelukkig was Metelkova net om de hoek. We trokken er nog met een delegatie heen van zo'n 15 verschillende nationaliteiten, om er tot zonsopgang te blijven.
De dag erna raakte ik voor mijn doen verrassend op tijd wakker om Vlaanderen's mooiste mee te pikken. En of het de moeite was! De held van het peloton Fabian 'Spartacus' Cancellara deed zijn favorietenrol alle eer aan door die gewoon waar te maken en zo zijn derde zege in deze prachtige koers te behalen. Respect patser!
Het is 2 april in het jaar 2014. Ik, Tobias Versmissen ben nog steeds in Ljubljana waar het nog steeds uitstekend gaat. Ik weet dat het intussen al even geleden was dat ik nog eens van mij liet horen via deze weg maar als er nu eenmaal niets te zeggen valt zwijgt men beter. Een waarheid die vele mensen helaas niet begrijpen...
De zomer begint er hier ook goed door te komen en het valt me dezer dagen op dat er dan telkens meer rolschaatsers de baan op gaan. Jawel, u leest het goed, rolschaatsers. Ze verschijnen hier vlot in het straatbeeld met ofwel inlineskates (wat de moderne versie is) of met authentieke rolschaatsen met de vier wielen die in een vierkant patroon staan. Ik dacht dat deze trend de eeuwwisseling nauwelijks of niet overleefd had maar blijkbaar is het hier hot. Het doet me terugdenken aan die dagen in de jaren '90. Zelf ben ik nooit echt een skater geweest, rond mijn 8 jaar spendeerde ik meer tijd op de parking van de plaatselijke supermarkt. Daar vroeg ik aan mensen die er rijker uitzagen dan mezelf, en dat waren en toen veel, of ik de 20 Belgische frank van hun karretje mocht bijhouden als ik datzelfde karretje terug ging zetten in hun plaats. Vaak keken ze mij raar aan en antwoordden niet altijd even vriendelijk met een afwijzing, soms haalde ik mijn slag echter thuis. Wanneer ik genoeg geld had kocht ik in die supermarkt die mij onrechtstreeks geld bezorgde een grote zak chips en een blik cola en consumeerde beiden ter plaatse, waarna het proces van karretjes terugbrengen helemaal opnieuw begon. Het waren mooie en vooral zorgeloze tijden, maar een mens blijft nu eenmaal niet even jong en er moet vooruit gedacht worden. Dat is één van de redenen dat ik me hier bevind.
Ondanks het feit dat ik hier nu een kleine 2 maanden ben leer ik nog wekelijks nieuwe mensen kennen, en maar goed. Vorige week donderdag ontmoette ik Marysia, een leuke meid uit Polen die me de dag erna al meteen uitnodigde voor haar verjaardagsparty. Leuk feest enkel was Marysia tegen het einde wegens veelvuldige alcoholconsumptie niet langer in staat mij te herkennen. Jarig zijn...je maakt het uiteindelijk ook maar één keer per jaar mee of je het nu wil of niet. Momenteel ben ik samen met die andere Pool, Kuba, bezig aan het plannen van een Balkantrip, dit is een regio waar je niet elk jaar komt en dus kan je er maar beter van genieten. Dat hebben wij twee goed begrepen en dus zijn we aan het werken aan kostenraming voor vier dagen doorheen voormalig Joegoslavië. Als dit doorgaat moet dit één van de hoogtepunten van mijn verblijf hier worden.
Intussen heb ik hier zo'n 1000 km van België vandaan vernomen dat Herman Van Molle, zonder twijfel één van de beste presentatoren op de Belgische buis, wegens gezondheidsproblemen niet instaat is het nieuwe seizoen van de Canvascrack te presenteren. Beste Herman, een spoedig herstel gewenst!
Ik heb geluk dat ik zelf een grote voetballiefhebber ben, zo maak je toch al gauw wat vrienden die het spelletje eveneens kunnen smaken en vervolgens kijk je samen in tal van café's wedstrijden. Zo gaat da, ging dat en zal dat altijd blijven gaan. Sinds kort vervoegt ook Valeria, een Oekraïense die woonachtig is in Tsjechië, ons steevast tijdens voetbalwedstrijden en donderdagavond activiteiten. Ze supportert voor Real Madrid en kent er best wat van. Ze had het tot nu toe erg zwaar hier in Ljubljana en kende maar weinig mensen. Erasmus kan geweldig zijn, maar het kan ook tegenslagen en vraagt vaak aanpassing en geduld. Vandaag keken we naar Real Madrid-Borussia Dortmund, een wedstrijd waarin Borussen, ondanks een goede partij met volle overgave, de boot ingingen met 3-0. Valeria was gelukkig, ik minder maar kon me er wel over zetten. Mijn goede vriend Jan 'Honza' Kuklinek achtte dan zijn moment gekomen om zijn maandelijkse wijsheidsspreuk boven te halen. Hij liet zich uit over de kansen van Dortmund om de volgende ronde te halen met de poëtische woorden "It's possible, but not probable". Wat een held!
Zondag zal zowat de enige dag zijn dat ik het me beklaag hier te zijn. Dan staat namelijk de hoogmis van het wielrennen op het programma 'De Ronde van Vlaanderen'. Hier tussen de vele studenten tref je maar weinig wielerliefhebbers aan, buiten Marie Psycho. Marie is eveneens Tsjechisch en vanaf dat ze te weten kwam dat mijn nationaliteit de Belgische was kon ze mij enkel nog spreken over de wielersport. We kijken zondag samen, dat belooft een namiddag te worden waar de spanning hoog zal oplopen aangezien zij een temperamentvolle lesbienne is die steevast voor Zdenek Stybar supportert terwijl ik altijd achter Fabian Cancellara sta en tijdens de race niet te genieten ben. Wordt vervolgd...