Ik heb het boek Nieuwe buren van Saskia Noort gelezen.
18-03-2013
Jaloers...
Beste lezer
Ik heb
het gevoel dat Eva me bedriegt. Neen, ik weet het bijna zeker. Na die avond dat
we aan partnerruil deden werd het me duidelijk. Eva is verliefd op Steef en ze
hebben een geheime relatie waar ik niets van mag weten. En waarschijnlijk doet
Rebecca ook nog mee. Ze is niet vies van een triootje. Dat heb ik wel op de
avond zelf gezien. De beste gelegenheid voor haar is wanneer ik maandagavond naar
de zaalvoetbal ga. Dan kunnen ze elkaar ontmoeten zonder dat ik in de weg loop.
Op de avond van de partnerruil zag ik het in haar ogen. Ik mag haar niet
aanraken en Steef nam ze bij de hand. Het was zo pijnlijk om dat te zien. Op het
moment dat ik ze wilde stoppen hield Rebecca me tegen. Ze zei dat we ze even
alleen moesten laten. Dat ze mij mijn plezier ook heeft gegund. Ik heb haar
nooit kunnen laten klaarkomen. Ik ben een echte mislukkeling. En zo jaloers op
steef. Ik vindt het erg dat mijn vriend me zoiets aandoet. Het is niet eerlijk
dat mijn vrouw met hem wel seks wil hebben en met mij niet. Dat kwetst me maar
deze keer zou ik Eva in het oog zien houden. Ik wou zeker weten dat ze me
bedroog. Dan had ik bewijs.
Ik
moet waakzaam zijn. Me niet teveel laten afleiden met wat er gebeurt in andere
huizen. Het gaat om mijn eigen huis en dat van Steef. Ik ben van huis gegaan. Zoals
iedere maandagavond zaalvoetbal. Het uitgelezen moment voor Steef en Eva om
elkaar te ontmoeten. Misschien doen Rebecca ook mee. Zou me niets verbazen. Die
vrouw is een seksfurie. Ik loop heen en weer, in mijn eigen straat, met mijn
mobiel aan mijn oor om niet teveel op te vallen. Misschien is de hele buurt wel
bij hun spel betrokken. Daar heb ik weleens iets over gehoord op mijn werk. Hele
Vinex-wijken die met elkaar liggen te neuken op sleutelpartys.
Ik heb Steef thuis zien komen. Hij was laat en reed als een dwaas. Maar nu komt
hij niet tevoorschijn. Het begint zacht te regenen. Ik kan niet doorweekt thuis
komen. Ik ren naar mijn auto, die ik om de hoek geparkeerd heb, stap in en geef
gas. Ik mag ze geen seconde uit het oog verliezen. (p.212)
We zijn
inmiddels al verhuisd en kunnen heel goed met onze overburen overweg. Het zijn
geweldige mensen. We bezoeken elkaar dagelijks. Eva heeft Lieve een plaats
kunnen geven en vindt het niet erg dat ze een zoontje hebben. Af en toe passen
we zelfs op kleine Sem. Ik doe veel activiteiten met Steef (onze overbuur). En Eva
gaat terug buiten, ze gaat met Rebecca, de vrouw van Steef, zelfs af en toe
weg. Ik ben al van jongs af aan gek van muziek, ik speel gitaar, een echte
rocker dus. Het is nooit uit me gegaan, juist het gitaarspelen doe ik amper
nog. Met Steef ben ik naar een U2 concert geweest en het was zalig! Rebecca en Steef zijn heel goede vrienden. Nu
hebben ze ons in vertrouwen genomen dat ze aan partnerruil doen. Dit hebben ze
ons verteld omdat we hun in vertrouwen nemen. Eva ziet het wel zitten om aan
partnerruil te doen. Wat ik raar vind omdat ze niet van seks houdt. Ze wilt
nooit seks hebben met mij. ze doet het enkel om van mijn gezeur af te komen. Ik
snap haar echt niet. Ik wil het doen speciaal voor haar, maar ik denk niet dat
ik ooit een swinger zal worden. Na het
u2 concert thuisgekomen, ga ik naar bed.
Dat
ik niet zal slapen weet ik als Eva haar rug weer naar me heeft toegekeerd. Ik luister
naar haar ademhaling, die steeds rustiger wordt totdat ze zachtjes snurkt. De muziek
van U2 galmt na in mijn hoofd, afgewisseld door de doffe housedreun die men
hart lijkt te slaan. Mijn mondhoeken lijken te strak aangedraaid en mijn
oogleden vechten trillend tegen het dichtvallen. Alles in me gonst van opgefoktheid.
het is niet te stuiten, de mooiste gedachten suizen door mijn hooft als
vuurwerk, ik kan ze bijna niet bijhouden. Ik zoek in mezelf naar een negatief
gevoel, naar relativering, maar het is verdwenen , ik kan alleen maar geloven
in onze vriendschap met de nieuwe buren, zelfs ook in partnerruil met hen,
misschien inderdaad wel de manier om ons gecrashte seksleven een nieuwe impuls
te geven, op een eerlijk, vertrouwde manier. Er kunnen afspraken gemaakt
worden. Het voorkomt wellicht de ellende van een scheiding of een geheime
affaire van Eva of mij. ik heb liever dat ze het met Steef doet dan dat ze het
op een kwade dag vreemdgaat met een of
andere vent en verliefd op hem wordt. Steef heeft ervaring, hij weet waar de
grenzen liggen en ik gun het haar. We waren zo jong toen we verkering kregen,
het is logisch dat zij wil weten hoe het is met een ander. Ik wil het ook
weten. Ik heb recht op een beetje genot, op passie, op seks. Steef en Rebecca
zullen ons uit de impasse trekken, dat weet ik zeker. (p. 143)
Door het verlies van
Lieve, ons dochtertje die eigenlijk mijn dochter niet is, hebben mijn vrouw en
ik het enorm moeilijk nu. Met nu bedoel ik al een lange tijd nu
Ik mis die vrolijke, lieve vrouw van me. De tijd gaat door, met of zonder
Lieve. Maar Eva wil dat maar niet aanvaarden. Ze maakt het me niet makkelijk. Ik
verlang zo naar haar, lichamelijk als mentaal. Ze snapt niet hoe ik zonder
Lieve verder kan gaan met mijn leven. Ze wilt of kan Lieve niet loslaten. We hadden
samen tijdens de zwangerschap een huisje gekocht waar we binnenkort gaan wonen.
Ze kijkt ertegenop. Ze heeft nog niet eens naar mijn verrichte werk in het huis
gaan kijken na het miskraam. Ze maakt het me zo moeilijk. Ik denk dat verhuizen
een stap is in de goede richting. We gaan momenteel nog naar een relatietherapeute,
Hetty. ik heb het niet zo voor dat mens. Ik geloof niet in die therapie. Ik weet
niet goed wat te doen. Ik ga enkel naar die therapeute speciaal om Eva te
plezieren. Mijn leven bestaat uit Eva alleen. Ik doe wat ze zegt omdat ik haar
niet wil verliezen. Het is de therapeute of een scheiding. Ik zie mijn vrouw zo
graag dat ik mee naar de therapeute ga. Ze vindt dat ik veel te negatief ben
over mezelf. Dat ik niets goeds in mezelf zie. Ik zie mezelf als een
mislukkeling ja. Ik heb weinig zaad en dat zaad is dan nog eens lui ook.
Eenmaal bij Hetty aangekomen:Ik geloof nu eenmaal niet zo in dit gedoe. Eva en
ik hebben pech gehad, ontzettend veel pech. Maar op een bepaald moment houdt
het op en dan moet je gewoon verder. Ik denk niet dat een vreemde ons daarbij kan helpen.
Ik heb het idee, zeg ik , terwijl mijn hart steeds harder bonkt, dat deze
therapie Eva alleen maar dieper de put in helpt. Dus eerlijk gezegd heb ik er
niet zoveel vertrouwen in, nee.
Hetty strekt haar benen en strijkt met haar handen over haar grijze maillot.
Lieve Peter, het verdriet verdwijnt niet vanzelf. Het is een proces waar je doorheen moet. Jij ook.
Jullie hebben zo hard gevochten om een
kindje te krijgen
ze zoekt mijn blik. Ik kijk weg.
Jij moet toch ook verdriet hebben
Natuurlijk heb ik dat.
Maar je denkt toch niet dat ik dat hier laat zien? Aan jou?
Waarom vind je het zo moeilijk om erover te praten?
Ik vind het niet moeilijk! Ik hoef er alleen niet vierentwintig uur per dag
over praten. Wat kan ik erover zeggen? Ik heb geen probleem, ik ben het
probleem. Dat weet ik heus wel. En dat is met praten niet op te lossen. Van praten
word ik niet vruchtbaar.
Vorige keer zei je dat je je mislukt voelde
Ja, dat lijkt me nogal duidelijk. Ik kan mijn vrouw niet zwanger man. Ik ben
een man met lui zaad. Kan het kanslozer? (p.31-32)
Eva en ik zouden zo graag kindjes krijgen. Dat idee
is er gekomen na de dood van mn ouders. Ik had het moeilijk op de wereld na de
dood van mijn ouders. Ik wist niet wat te doen. Ik voelde me alleen, zelfs al
was Eva in de buurt. Ze troostte me zo goed als ze kon. En toen kwam ze met het
fantastische idee om samen aan kinderen te beginnen. Ikzelf had er geen
problemen mee. Ik wou dolgraag kinderen hebben maar na een jaar proberen was
het nog steeds niet raak. We gingen naar de dokter. Volgens de dokter was er
geen reden voor paniek. Hij zei dat slechts de helft van de vrouwen, na een
jaar proberen, bevrucht raken. Een halfjaar
later was er nog steeds geen sprake van bevruchting, dus gingen we opnieuw naar de dokter. En toen kwamen er
bijkomende onderzoeken bij. Eerst uitstrijkjes bij mn vrouw. Daaruit bleek
niets mis te zijn, dus onderzochten ze mijn zaad. Een spermaonderzoek die twee
keer afgenomen werd.
Waaruit
resulteerde: Beide spermaonderzoeken wezen hetzelfde uit: mijn zaad was lui. Uit
mijn zaadlozing bleek niet alleen dat ik te weinig zaadcellen had, maar ook dat
de zaadcellen die er waren, nauwelijks vooruit kwamen. Alleen de medische molen
kon ons nog helpen aan een kind aan een kind (p. 35)
Na heel
wat kunstmatige behandelingen was mijn vrouw zwanger. Helaas niet van mijn
zaad. Dit was best wel pijnlijk. Later kregen we een miskraam. We hadden zelfs
al een naam voor haar, Lieve. Mijn vrouw
had zoveel moeite met het verwerken van een kind waardoor onze relatie heel
slecht ging .
Mijn leven begon pas toen ik Eva, mijn vrouw, leerde kennen. Ze is altijd al een mooie vrouw geweest. Ze is het type meisje dat ik nooit zou durven aanspreken. Maar op de school fuif waar ik diskjockey (DJ) was, begon ze met me te praten. Het was te mooi om waar te zijn. Nooit gedacht dat een meisje mij leuk zou vinden. Toch niet een meisje als Eva. Ze is beeldschoon. Ze kwam naar me toe en op de fuif en zei me dat ik goed speelde. Ook vroeg ze een nummer aan waardoor we een kort gesprekje voerden. Ikzelf zou haar nooit aangesproken hebben. Ze is te hoog gegrepen voor me, dacht ik. Toen ze me aansprak kon mijn avond niet meer stuk. Ze is zo mooi met haar blonde krullen. Ze zou nooit vallen op een jongen als ik, een rocker dus. Maar de dag dat haar vriendje het uitmaakte met haar, stond ik voor haar klaar. Om haar op te beuren. En toen gebeurde het, de kus.
Het verliep als volgt: "En toch gebeurde het. Niet op dat feest, maar pas later, nadat we een
soort vriendschap hadden gesloten, of tenminste, zij beschouwde mij als vriend,
ik beschouwde haar als mijn geheime, onbereikbare liefde. We spraken elkaar
steeds vaker op school, fietsen zo nu en dan samen naar huis en als ik ergens
moest draaien, kwam zij soms kijken. We gingen nooit samen uit, of naar de
film, of naar het zwembad, zoals echte vrienden met elkaar deden, maar we
kwamen elkaar wel overal tegen. Op een gegeven moment ging ze me drie zoenen
geven wanneer ze me zag, zoals ze deed bij haar vriendinnen, en toen haar
verkering met ene Rick, een kakker met een discolok en een hockeysjaal, uit
ging, stortte ze zich op het schoolplein snikkend in mijn armen. Dat was nogal
een vertoning, aangezien de discos, de kakkers, de rockers en de punkers
strikt gescheiden dienden te blijven. Die huilpartij bracht ons dichter bij
elkaar. We liepen samen naar het dichtstbijzijnde café, zij naschokkend van
verdriet, ik met mijn rechterarm beschermend om haar heen, en dronken daar
koffie. Ze vertelde dat Rick met een ander had gezoend, een vriendin van haar
nota bene. Hoe kon hij dat doen? Terwijl hij toch wist dat haar ouders in
scheiding lagen omdat haar vader een ander had. Waarom deden mannen dat toch? Waarom
was één vrouw niet genoeg? Ik pakte haar hand en zei dat ik zoiets nooit zou doen. Niet alle mannen waren
zo. Mijn vader was al meer dan twintig jaar trouw aan mijn moeder. Die Rick moest
wel gek zijn om zoiets te flikken bij zon leuke, mooie vriendin. Ze begon weer
te snikken en zei zachtjes dat ze blij was met een vriend als ik. Het voelde
goed om te praten met iemand die haar begreep. Ik luisterde tenminste. Maar eigenlijk
begreep ik toen al geen zak van haar en luisterde ik alleen omdat ik niets
durfde te zeggen. Na drie koffie bestelde ze een bessen ijs. Ze had geen zin meer om terug naar
school te gaan. Ik nam bier. We praatten over school, mijn schoolonderzoeken,
de vakantie, dat we hoopten op mooi weer en ze vroeg me wat ik ging doen na het
eindexamen. Ik vertelde haar dat ik naar Utrecht zou gaan. De School voor
Journalistiek. Eigenlijk droom ik van een carrière in de muziek, maar dat zou
toch niets worden, ze vroeg waarom niet. Ik zei dat het me ontbrak aan stage performance. Mar als journalist
kon ik schrijven over muziek. Dat leek me ook heel leuk. Het was de alcohol op
mijn nuchtere maag, die maakt dat ik ineens sprak als een waterval. Ik durfde
zelfs hoe mooi en lief ik haar vond. Ze zuchtte,
wreef over haar puntje van haar neus en keek met een verlegen glimlach naar me
op. We frunnikten aan het Perzische kleedje dat op tafel lag en ineens zei ze
het. Kus me dan.
Ze boog over tafel, strekte haar armen naar me uit.
Ik wist niet wat ik moest doen. Of tenminste, ik wist het wel, maar durfde
niet. Ik boog naar haar toe, tuitte mijn lippen, gaf haar een aarzelende kus op
haar mond. Ze giechelde.
Ik wil een echte kus, Peter.
Haar handen gleden om mijn nek. Ik kuste haar nog een keer. Haar tong gleed
langs mijn lippen. Ik proefde de zoete bessenjenever. Voorzichtig nam ik haar
lieve hoofd in mijn handen. Streelde haar krullen. Ik werd zo duizelig dat ik
dacht dat ik flauw ging vallen.
Eva, fluisterde ik en ik kuste haar opnieuw, sidderend van geluk. (p. 23-24)