De mooiste gedichten uit de Nederlandse letterkunde verzameld en gekozen uit www.bloggen.be/thuishaven
Welkom in mijn thuishaven en geniet van deze gouden gedichten. Geen rijker kroon dan gedichten schoon. Mijn moedertaal is wonderzoet voor wie haar geen geweld aandoet. Elke vrijdag een gouden gedicht.
16-08-2016
Avondlied. Felix Rutten
Wonderbaar, het dromend stijgen
van de schuchtere avondstond:
zwijgen en mysterie zijgen,
waar de luide dag verzwond.
Fluisterstil bewegen de aren
onder het luwen van de stilt,
wijl het duister om de blaren
der geveerde peppels rilt.
Ik hoor de nacht. Langzaam zwellend
als van ver een diepe vloed,
worden zwijgen en mysterie
melodie in mijn gemoed.
16-08-2016, 00:00
Geschreven door André
15-08-2016
Leidmotief. Felix Rutten
Hoe draag ik zachte, zachte,
en zorgelijk devoot,
de bloemen, die ik plukte in uw gedachte,
door het avondrood?
Uw zoete witte woorden,
die leliën rein en rank,
aan zaligheden rijk en vol ten boorde,
als sneeuw zo blank.
Hoe draag ik langs de landen
door het brandend avondrood
die broze prachten in mijn slechte handen
genoeg devoot?
Hoe ik mijn schat beveilig
en zorgelijk behoed,
die het donker huis van mijn verlangen heilig,
en mijn gemoed?
15-08-2016, 00:00
Geschreven door André
12-06-2016
Die avond en die roze. Willem Gijssels
Die avond zocht ik naar een lied,
in het diepste van mijn wezen,
waarom te zoeken als het niet
vanzelf komt opgerezen?
Een moede roos ontviel den brank,
gelijk een zucht mijn herte,
och droef mijn leed van overlang
er mede ter verste verte.
Die avond zocht ik naar een lied,
verlangend naar verpozen,
ik bleef alleen met mijn verdriet
bij het vallen van die rozen.
En de avond kwam allengerhand
mijn moede ziele werven,
en ginder aan den westerkant,
zag ik de rozen sterven.
12-06-2016, 00:00
Geschreven door André
11-06-2016
De merel zet de avond in. Willem Gijssels
De merel zet de avond in
met wonderzoet geluid,
een lied van min en wedermin
van bruidegom en bruid.
Mijn geliefde, ik weet, ik weet
wanneer het avond wordt,
wij vinden er ons eigen leed
en lief uitgestort.
En wijl ons wenkt de stille maan
en wekt tot droomgevoel,
ik weet dat onze ogen samen gaan
ontmoeten hetzelfde doel.
Wanneer het lied der ziele drenkt
bij wonder maangewenk,
ik weet het dat gij mij gedenkt
zodra ik u gedenk.
11-06-2016, 00:00
Geschreven door André
10-06-2016
Hemeldauw. Willem Gijssels
Hemeldauw, waar zijt gij heen?
Ik heb de bloemen laten drinken
al mijn paarlen die nu blinken
als een balsem in hun hart.
Liefdedroom, waar zijt gij heen?
Zoals wierook uit de kelk komt
die de hemeldauw verwelkomt
word ik balsem in haar hart.
Liefdedroom is dauwgeween.
Het zijn de zuchten die gespreid
glanzen aan een nieuwe wereld
in de ochtend van een hart.
10-06-2016, 00:00
Geschreven door André
09-06-2016
Voor u. Willem Gijssels
Ik ben de winter ongevraagd
en toch en toch gekomen,
de lente draag ik in mijn hart
en liefdedromen.
Ik ben de lente lang verwacht,
dra ziet ge mij verzwinden,
dan ga ik in een ander oord
weer liefde vinden.
Ik ben de liefde, die miskend
niet kan, niet kan verdwijnen,
ik leef in het minnend hart en zal
er mee verkwijnen.
Ik ben het hart dat gij verstiet,
het kwam al menigwerven
in het leven weer, om telkenmaal
voor u te sterven.
09-06-2016, 00:00
Geschreven door André
08-06-2016
Mijn hart. Willem Gijssels
Mijn hart gelijkt een vredig meer
met gronden diep en stil
het kaatst de klanken lijdzaam weer
als men het beproeven wil.
Mijn hart gelijkt een lijdzaam meer,
dat alles ondergaat
het spiegelt even plechtig weer
het goed zoals het kwaad.
Mijn hart gelijkt een plechtig meer
berustend in zijn rust
doch wee bij al te stormig weer
wanneer het zijn woede blust.
Mijn hart gelijkt een stormig meer
dat niet te stillen is
ontvlamt geleden liefde weer
in zijn geheugenis.
08-06-2016, 00:00
Geschreven door André
07-06-2016
Vrouwenlippen. Willem Gijssels
Hoe glad van vrouwenlippen
de woorden glippen,
woorden als lenterozen
die geuren, fleuren en kozen.
Woorden vol geheimen,
die tevens vleien en vlijmen,
verlichten en verduisteren
de zielen die er naar luisteren.
07-06-2016, 00:00
Geschreven door André
06-06-2016
Jan de Lantarenman. Willem Gijssels
De zonne zegt des avonds ons vaarwel,
een klokje klept met zoet gebons vaarwel,
de vrijers gaan dan op den zoek
naar het meisje in den lievenshoek,
Da's wel.
In het donker hoeksken zitten zij gerust,
en teder klinkt hun mingevlei vol lust
al vreugden die de jeugd hun biedt,
wie heeft er in het donker niet gekust?
Da's wel.
Daar komt Jan de lantarenman gegaan,
dan is het met hun liefdesplan gedaan,
het licht verraadt er hunnen min,
ook vluchten zij met tegenzin,
vandaan.
06-06-2016, 09:21
Geschreven door André
05-06-2016
Heer Halewijn. Willem Gijssels
Eens bleef het lied van Halewijn
mij spelen in de zinnen,
ik zou door een zoet refrein
gelijk weleer Heer Halewijn
een zuiver maagdekijn winnen.
Daar kwam een meisje voor mij staan,
betoverd door mijn zangen,
het wonder was zo snel gegaan,
doch omgekeerd, ik was er aan:
"Heer Halewijn was er gevangen".
Ze had me van mijn macht ontroofd,
nog op geen amerietje,
ik verloor mijn hart, maar ook mijn hoofd,
gelukkig niet, God zij geloofd,
gelijk weleer in het liedje.
05-06-2016, 00:00
Geschreven door André
04-06-2016
Het boerenmeisje. Willem Gijssels
Ziet ze door de straten gaan
met haar beste kleren aan,
die zo flink de leest omsluiten,
met haar hoedje vol fatsoen,
rood van roos en van pioen,
het is het meisje van de buiten.
Nu zij wordt het wel gewaar,
dat er ogen hier en daar
haar bekijken door de ruiten,
het mag wel zijn is haar besluit,
want ze gaat er vast op uit,
het meisje van de buiten.
Al de jongens van de stad
roepen: "waarlijk welk een schat",
dat haar horen er van tuiten,
ten allen kant is het een begeer,
elke stap een vrijer meer,
het is het meisje van de buiten.
Als ik kermis mede vier,
zegt zij: "het is voor mijn plezier,
hoe of ook de heren fluiten,
moet ik trouwen op mijn toer,
het zal niet zijn dan met een boer",
het is het meisje van de buiten.
04-06-2016, 00:00
Geschreven door André
03-06-2016
De olmenlaan. Willem Gijssels
De rossige olmenlaan, tot in de verte,
kruipt naar het dorp, als naar een warme haard,
waar het kroost zich koestert aan het moederherte,