Ik ken mezelve niet... Ik sta immer voor
het ondoorspeurde. En meen ik vaak te vinden,
dan drijft de wolk van nieuw geheim weer door,
en tast ik rond lijk een onbeholpe blinde.
O wereld, die ik in de wereld ben,
wentelend heelal met onvermoede krachten,
diep-donker hart, dat ik als kind verwen,
weidse-rijke ziel, behoeftig spijts uw prachten.
Ik leef ganse levens in één dag. Ik streef
de tijd voorbij, of keer weer op mijn stappen,
ben slaaf, ben heer, bid bedelend, of geef
mijn overvloed aan wie naar voedsel happen.
Nooit ben ik zeker van hetgeen ik heb,
wat mij nu opbeurt kan mij straks bevangen,
ik voel mij als een vliegje in een onontkoombaar web
van dichtgeweven vrezen en verlangen.
Mijn hart, zo rouwig-zwart of liefde-rood,
mijn ziel, die zingt, en wellicht gauw zal snikken,
wat zijt gij vreemd voor uw bezitter. Dood,
zal slechts uw benige hand die poort verwrikken?
09-05-2017, 00:00
Geschreven door André 
|