Als de blanke morgen fluistert
tot mijn droom: waak op het is dag,
ik lonk terwijl mijn ziele luistert,
sluimerogend naar zijn lach.
Ik voel een straal ter bloemen glippen
van mijn blauwig ogenpaar,
een vlam wekt mijn lippen
en een zucht mijn golvend haar.
Ik voel in mijn ziele dringen,
lijk een roos die wakker werd,
al de schoonheid van de dingen,
al hun liefden in mijn hart.
Niets of het brengt me zulk een zegen,
dat mijn gouden lach het zegt:
ik ben een kind de slaap ontstegen
tot weer God het slapen legt.
27-05-2016, 00:00
Geschreven door André
|