Aan pastoor K. Goemare
De landse lucht, zo vrij en vrank,
is wel gepast voor ons gezang,
en ver van huis en thuis gereden,
zo komen wij hier toegetreden,
en groeten, blij van hart en taal,
eerwaarde vriend, uw vrij onthaal.
Hier in die oude hulst waranden,
de werkstee van uw priesterhanden,
hebt moed en troost, hebt zorgeloze vreugd,
en waar gij leeft, daar leeft vrij de deugd.
Dat Jezus hart hier in uw hart herleeft,
dat Jezus hand u zijn kroon geeft,
die gij verdient,
eerwaarde vriend.
De vrede woont niet in de stad voorwaar,
de blijdschap huist niet onder zielsgevaar,
maar ver van de onwijze wereldlingen,
daar kan de deugd in vrede en blijdschap zingen.
En welgemoed in Vlaamse taal,
herzeggen met de nachtegaal,
de lof des Heren aller tijden,
vrij van verdriet en 's werelds lijden.
God zij gedankt dat wij voortaan,
die ware blijdschap wel verstaan,
en mogen vrij van 's werelds kwade wegen,
verzoeken u de priesterlijke zegen.
1879
23-01-2015, 17:29
Geschreven door André
|