 |
We zijn de 18de week van 2025
|
 |
|
 |
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
 |
29-08-2017 |
De zang der zee 2. Constant Eeckels |
Ik hoor ook steeds in mij die diepe, lange kreet:
een roepen op uw roep, een klagen op uw smeken
o zee. Ik draag in mij uw droef-gezongen leed,
en voel uw golven brusk op boezem-over breken.
O, het eindeloze en toch eng-begrensde. In het klein
wild-kloppend hart uw grootheid overmoedig voelen,
en alles zijn, en niets daarna, naar wissel-dein
van vloed en ebbe, die ter verre stranden spoelen.
En toch. Nu suist zo een wondere zoetheid in uw taal,
zo hoorde ik nooit uw stem. Ze is donder-groots, en tevens
toch trillend teer, gelijk het koraal van een nachtegaal,
die bij het volle nest de hymne zingt des levens.
29-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
28-08-2017 |
De zang der zee 1. Constant Eeckels |
De zee rolt ruisend aan in rusteloze rust,
met krommend opgekuif der gladgerugde baren,
en wijkt, wanneer ze zacht het strand-zand heeft gekust,
weer naar de oneindigheid, waaruit ze kwam gevaren.
Het is een ritmisch gaan en komen, altijd voort,
een worden en verworden van geduchte krachten,
aanhoudend zingt ze zwaar het ver verzuchtend woord,
naar welks verklaren strak de zwijgende einders wachten.
Nu zakt weer de avond traag uit log-bewolkte boog,
en weer heeft niemand iets van het durend lied begrepen,
het is donker en stil. En luider weent haar wee omhoog,
als laatste hulpgeschrei op halfverzonken schepen.
28-08-2017, 14:02
Geschreven door André 
|
|
 |
24-08-2017 |
Naar het zonneland 2. Constant Eeckels |
Het zal heerlijk ginder zijn, waar de ochtend rees,
de wolken gaan ons voor, als blanke boden,
en het woudgeboomt, waardoor de vrees eens krees
zien wij met kruimgewuif ten feest ons noden.
O, kom naar het land der zon, waar de liefde nooit
verdooft, maar blijvend blakert door de dagen,
waar zij zelfs de armste nachten nog vermooit,
en het het besterde purperkleed laat dragen.
Kom. Het water zingt, de beiaard jubelt. Won
en weelde wachten ons in tropentuinen,
het verleden juicht ons na op de oeverduinen,
kom. We varen naar het land van de zon.
24-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
23-08-2017 |
Naar het zonneland 1. Constant Eeckels |
De juli-zon bestookt de trans, en gans
de ruimte is overkropt met vinnig leven,
de wereld wordt gebakerd in de glans,
die het groene zeeblad vurig heeft beschreven.
Wat wiegt het water dartel op het geklong
van kolkjes, die voor het kermisvieren spelen,
versufte grijsaards worden weder jong,
wijl ze onbewust vergeten wijsjes kwelen.
Kom, lieve, kom. Het leven is zo schoon,
we zullen varen in het glinsterende gloren,
de boort ligt ter rede. In elke beiaardtoon
kunt gij reeds het lied der nieuwe tijden horen.
23-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
22-08-2017 |
Mijn liefde 2. Constant Eeckels |
Mijn liefde is als de brede stroom
die door de landen baart,
en op wiens golven vloot na vloot
naar Oosterverte vaart.
Mijn liefde is als de wilde stroom
die immer voorwaarts wringt,
en in wiens bruisen het krachtig koor
van trachtend harte zingt.
Mijn liefde is als de tomeloze zee,
de tomeloze, trotse zee,
waarover nooit de zonnekar
door de Westerpoort verglee.
Mijn liefde is als de eeuwige zee
die eeuwig, blijvend woelt,
en stormig op de kusten van
een te nauwe wereld spoelt.
22-08-2017, 09:07
Geschreven door André 
|
|
 |
21-08-2017 |
Mijn liefde 1. Constant Eeckels |
Mijn liefde is als de kleine drop
die op het gras dauwt,
en waarin gans de oneindigheid
van de zomerhemel blauwt.
Mijn liefde is als een juwelendrop
die op een bloemknop beeft,
en waarin heel de kleurenpracht
van de regenboog herleeft.
Mijn liefde is als een kalme beek
die langs de lanen lint,
en in wier wiegel-spiegel het beeld
van hoge bomen schijnt.
Mijn liefde is al de klare beek
die door de velden vliet,
en zoetste begeleiding vooist
voor het vroege leeuwerikenlied.
21-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
17-08-2017 |
Lentezang 2. Constant Eeckels |
Voelt gij die weelde in uw popelend hart,
waarrond het winterijs is weggesmolten,
voelt gij uw hoop herbloeien, die ontblaard,
verbannen treurde in zilte weemoedsholten?
Voelt gij in uw wereld weer, zo wijd
dat nooit het daglicht voor haar onderglijdt,
en zingt uw ziel in bloesemende bomen:
Heil, heil. De lente is weer in het land gekomen.
O, denk aan mij, die al uw dagen met
een onverslensbare lente zal verblijden,
o, steun op mij, die moed en kracht
op het altaar van de liefde aan u mocht wijden.
O, ga met mij door guur en gul getij,
want heel het leven, heel de bloei zijn wij,
en heeft de vorst ons vroeger veel ontnomen:
Heil nu. De lente is weer in het land gekomen.
17-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
16-08-2017 |
Lentezang 1. Constant Eeckels |
Hoort gij het gesnap, dat door de ruimte tript
gelijk het druppel-klaren van fonteinen,
hoort gij het gerinkel van de bellen aan
de hals der runderen op de weide-pleinen?
Hoort gij hoe de lente, lang door vrees bedwelmd,
nu luid haar lied door heg en heester helmt,
het ritst in de takken, het streuvelt in de stromen:
Hoera. De lente is weer in het land gekomen.
Ziet gij het groen, dat blo uit basten breekt,
en overal ontwaken kondigt van leven,
ziet gij de zonnestraal, die blinkt op het hout,
en sap doet klimmen, eens door kou verdreven?
Ziet gij de insecten dansen boven het gras,
of hoekend schieten over een gladde plas,
al schreven ze wat ieder heeft vernomen:
Hoera. De lente is weer in het land gekomen.
16-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
15-08-2017 |
Begrijpt ge nu 2. Constant Eeckels |
Op kronkelende urenvijver
drijven de dromenzwanen kalm,
de dadenakker draagt het voedsel
voor schraal getij in elke halm.
De groene weiden zijn tapijten,
door kuis vereren uitgespreid,
en vlugge wensenvogels vlerken
naar verre, blij verbeiden tijd.
Ziet ge dit alles, heel de wereld,
het is al van u, het is al voor u,
begrijpt ge nu wat ik nooit zegde,
het groot geheim? Begrijpt ge nu?
15-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
14-08-2017 |
Begrijpt ge nu 1. Constant Eeckels |
Kom nu eens hier, heel dicht. Nog nader,
zie toch hoe het werk, dat ik voltooi,
uw al-ophelderende naam draagt
in lijn en tint, op vlak, en plooi.
Zie door die kleurige wonderruiten
het levenslandschap in de zon,
met ginder die verbeeldingstoren,
zo hoog als ik maar bouwen kon.
Gedachten bloeien als gebloemte,
dat rode en blanke kronen beurt,
of rijzen rank als populieren,
waarin de ziel heimzinnig neurt.
14-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
10-08-2017 |
Het kruis bij het meer 4. Constant Eeckels |
Slechts zij, die dapper het ruige duin beklommen,
hoorden al wat beneden loog verstommen,
en strekten zich bij het palle kruis ter ruste.
Een diepe slaap is over hen gezonken,
en als bedeesd de dag kwam doorgeblonken,
ontwaakten zij met nieuwe levenslust.
Zij hadden moed gegeten en gedronken,
door Jezus zelfs geboden en geschonken,
en waren het lijdens-voorgerecht toen bewust.
10-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
09-08-2017 |
Het kruis bij het meer 3. Constant Eeckels |
Dat is het wat de bomen nu nog ruisen.
Dat is het wat de struiken nu nog stenen.
Dat is het wat de baren nu nog bruisen.
Dat is het wat de winden nu nog wenen.
Dit glinsteren op het strakke meer-gelaat
in het ogenlicht van allen, daar verdwenen,
maar die nog zien hoe boven het golven gaat.
Dit frazelen is het gonzen van de stemmen
der dompelaars, die hier laving voor hun monden
en frisheid zochten voor ontstoken wonden.
Doch slechts de dood in hun armen vonden,
die het zieke bloed in het brekend hart deed stremmen.
09-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
08-08-2017 |
Het kruis bij het meer 2. Constant Eeckels |
Plots plofte een plons. De spiegel wemelde even,
als lachte hij om het verwachte gebeurde.
Soms dook nog boven het breed bekringde vlak
het bleke hoofd eens op; en het laatste leven
brak dan in schreeuwen uit, die de stilte scheurde.
De bomen schudden angstig top en tak,
de struiken neigden diep, met dor geknak,
en zelfs de nacht, de harteloze en boze,
stond dan ontsteld, wijl ras de maan verdook
achter een scherm van saamgeschoven smook.
Maar als een treurig, laatst vermanen rees,
ter kruin het kruis, die naar de hoogte wees.
08-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
07-08-2017 |
Het kruis bij het meer 1. Constant Eeckels |
Nu slaapt het meer, maar toch is het of er bazelen
nog dwaze baren; dan weer of er klotsen
nog trotse golven tegen logge rotsen;
Vaak lijkt het of er geliefden teder frazelen.
Daarna of er vrouwen scherp bij een schipbreuk gillen,
en of de jonge kracht, gulzig geslokt
door een vratende kolk, terug naar boven schokt
bij geselslagen van het onsterfelijk willen.
Wanstaltige rijen bomen langs de oever,
bedekt met wier en slijk bij lage tij,
het gestruik staat krom, alsof het om medelij
voor zijn kleinheid bad. Oneindig droever
rijst op de duinenkruin het vermolmde kruis,
voor hen die nooit meer keerden naar hun huis.
07-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
03-08-2017 |
Herfsttijd 2. Constant Eeckels |
Wie mag er vredig op verdreven dagen blikken,
en voelt op het hart de zalf der stipt volbrachte plicht,
wie moet er nu, als hij het oog naar de schrale morgen richt,
niet voor de schaarsheid of het hard getijde schrikken?
Wel hem, wel hem die thans in peis het brood kan nutten,
gekneed door stugge vlijt, doordesemd met zijn zweet,
hem brengt de stroeve herfst geen rouw, en storm van leed
breekt op de muren, die rotsveilig hem beschutten.
03-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
02-08-2017 |
Herfsttijd 1. Constant Eeckels |
De herfstdag is grijs en groezelig de lucht,
die op zo korte tijd haar zomerschoon verloor,
de regen drenselt stil, gestadig neer, en door
beplaste straten vaart een koud aanvoerende zucht.
De ruiten zijn beschreid. De smoelige smook der schouwen
ruift roetig naar omlaag. bezwaard met vochtig wee;
en treurig klept de klok een snakkend zwakke bee
van zondaars, buigend diep in troosteloos berouwen.
Wie heeft nu in zijn huis de voorraad voor de tijden
die naderen, guur en bar, geheel verweesd van zon,
het meel en het ooft, dat hij bedachtzaam garen kon
ten male, en olie voor het avondlicht-verblijden?
02-08-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
01-08-2017 |
Zomertijd. Constant Eeckels |
Lijk een atleet die zijn kracht niet spaart,
te kloek om zich door het oefenen te vermoeien,
zo zwoegt de zomer heden over d' aard,
het heelal lijkt een heet gestookte haard,
waarin de zon als brandpunt hangt de gloeien.
Gezegend hij, die herfstleed heeft gekend,
en de harde kamp des winters heeft doorstreden,
hij werd het eerst gewenkt door de schalkse lent,
zijn mond, zolang de zonne kus ontwend,
heeft voor haar warme zoen thans dankgebeden.
Zijn ogen, haast bij nachten blind gestaard,
zien nu verrukt de lichtbanieren blinken,
en hij, die stoop voor de gure vlagenvaart,
hoort, bij het ruisen van het beroerd geblaart,
het leutig lied der zomervogels klinken.
01-08-2017, 09:50
Geschreven door André 
|
|
 |
31-07-2017 |
Na het onweer. Constant Eeckels |
Een zware vlaag woedde uit. Weer buigt de hemel blauw
en blinkt het zonnegoud op druip-natte blaren,
er welt een frisse geur, gelijk bij morgendauw,
en nieuwe jeugd komt weer langs ruige bomen varen.
Doch als een malse wind roert door de groene baren,
pletst weer de regen neer, lijk eerst uit wolkengrauw,
wordt ook het licht niet meer versomberd door een schaûw,
doch blijft een koelende ernst om alle dingen waren.
Zo ruist bij elk gewaai nog uit onweers-verleên
het regendroppelen zwakjes door, alsof daar een
het liedje neurt, dat stierf wen het nauwelijks was begonnen.
De geur des bloeitijds voert den walm van vroeger groen,
och, is het schoner thans, veel fijner was het toen,
in het jonge licht gloort vaag, naglans van oude zonnen.
31-07-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
27-07-2017 |
Zomer 2. Constant Eeckels |
Der kleine klare kijkers zijn gelijk het fluweel
der veldviooltjes, die ze zegekraaiend plukken,
hun kaakjes gloeien bij het dartel dwaas gespeel,
en het minst verrassen is het begin van nieuw verrukken,
elk heeft zijn eigen schoon, en elk is liefst van al,
daar elk de eenvoud uit der feeën schatkist stal.
Het is zomer, zo ik het mij van vroeger niet geheug,
o kinderen, schelmse kinderen, poezelige blondjes,
drinkt nu zijn gaven met opbeurend lange teug,
en kust de toekomst met uw monkelende mondjes,
ik ook wuif haar thans tegen. Zomer, zomer, wees
gezegend, daar ik door u van heimwee gans genees.
27-07-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
26-07-2017 |
Zomer 1. Constant Eeckels |
Wat ligt de wereld wijds in het sparkelend zomerlicht
met al haar groen en schubbig blikkerend water,
ik voel mij argeloos gelukkig, als een wicht
dat zit op moeders arm, en met zijn mal getater
het leven tegengroet, wijl reeds mijn popjeshand
de grootste beker vat bij de overstroomde rand.
Veel wandelaars gaan naar het bos langs smalle wegels, naast
de rijpe tarwe. In het wit geklede meisjes schallen
op het wijsje van het fluitje, dat een blozerd blaast,
hun intrede vierend onder de hoge loverhallen,
een vreugde, die ik lang reeds dacht vergaan,
doet van ontwaakt genot den harteklop sneller slaan.
26-07-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
|