 |
We zijn de 26de week van 2025
|
 |
|
 |
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
 |
05-03-2017 |
Mijn boeken 4. Caesar Gezelle |
Een rijke vorstenzaal mijn nederig boekenraam,
daar de delen naar de geest op mij te wachten staan,
totdat hun gouden gunst mij zal in de hand gegoten.
Een goddelijk verblijf waar Gods Zoon en Woord
Gods eigen wijsheid staat en op mijn wenken hoort,
om voor mij open te slaan zijn boek met zeven sloten.
Komt, lieve doden, laat, de levenden gevlucht,
ver van hun dol gewoel, ver van hun voos gerucht,
terwijl gij doden spreekt, al de anderen eerbiedig zwijgen.
Is het het geen bedrog al wat bij u mijn oog aanziet,
bij u verminder ik mijn edel menszijn niet,
ik gevoel door u geleid, mij beter mens bedijgen. (1)
(1):bedijgen= worden.
XXXXXXXX
05-03-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
04-03-2017 |
Mijn boeken 3. Caesar Gezelle |
Gij stille vrienden mijn, die ik uitzoek naar mijn zin,
die ik nimmer neem ter hand, tenzij met vast gewin
voor hart of geest of ziel of alle drie te gader.
Die gaat als ik u zend, die als ik roep komt nader,
uw aanzien is mij zoet noch dient gij ooit tot last,
nooit komt gij onbegeerd, nooit ongenood tot gast.
Gij zwijgt op tijd en stond: men mag dat veel niet wensen
voor levenden. Wie is het die op twee benen loopt
en voor zo luttel prijs zijn wetenheid verkoopt?
04-03-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
03-03-2017 |
Mijn boeken 2. Caesar Gezelle |
Gij staat geschreven daar met mensenzweet en het bloed
der bittere barensnood, of in de hete gloed
der geestdrift, of gedrenkt met droefheid-, vreugdetranen.
Gij hebt de tijd getrotseerd en spreekt aan elk voorwaar,
door het tijdgerecht geproefd, uw wijsheid vast en klaar
en spot om wat men nieuw en wijsdom is gaan wanen.
Gij boom der kennis van het goed en van het kwaad,
verschillig door elkeen uw ooft die plukken laat,
gij bittere of zoete vrucht van menselijk ervaren.
Zijt zegen voor de een en voor de anderen gift:
en het goed of kwaad door u wordt in de ziel gestift,
dat zwelt en groeit, ondelgbaar door de levensjaren.
03-03-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
02-03-2017 |
Mijn boeken 1. Caesar Gezelle |
Mijn lieve doden, eens te meer kom ik gevlucht
tot uw vertrouwde schoot, voor al het voos gerucht,
dat op het aards toneel de levenden daar maken.
Gij weet het al zowel als zij, en duizendmaal
veel dieper nog bevroedt gij wat het allemaal
betekent, en waarom die schapen dol geraken.
Gij weet hoe al het nieuw wordt steeds gelijk het oud,
hoe steeds op het oude puin het nieuwe huis wordt opgebouwd,
en niemand aan den boel een zier en zal veranderen.
Dat niemand kwader dan de kwaadste wezen zal,
noch beter dan de beste, en dat, steeds overal,
een mens nog best van al gelijkt op eenen anderen.
02-03-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
01-03-2017 |
Morgen 4. Caesar Gezelle |
Gegeven zij mij de onvergeldbare gunst,
te laven een stonde, aan de bronne uwer kunst,
al mijn kwellende, onblusbare dorst.
En, het zwellen geen meester van het machtig getij
ontwakender geestdrift, kom, spring aan mijn zij,
en vlucht daar uw hoofd aan mijn borst.
Ze zinke dan langzaam de zon in haar bloed,
en lichte ons haar afscheid in lang-rode gloed,
en dale in haar grafstede neer.
Geen treunis? Laat heengaan het vriendelijke licht,
zo langzaam, zo node en zo lief uit ons zicht:
laat heengaan. Het daagt morgen toch weer.
XXXXXX
01-03-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
28-02-2017 |
Morgen 3. Caesar Gezelle |
Het dropt bloed om u, die het niet en helpen kunt,
mijn getraan is om u, die het niet en stelpen kunt,
o mijn kroon, gij mijn kind en mijn kruis.
Gij vreugd mijner ziel, dat ze jubelt erbij,
gij doorn in mijn hart dat het bloedt binnen mij,
gij die kroont mij, of breekt me tot gruis.
Mijn blik in de diepte uwer blikken gedaald,
vindt weer, uit uw gloeiend paar ogen gestraald,
immer weer die onpeilbare gloed.
Kom, dicht om den hals mij om uw armen gevaamd,
mijn arm om uw jagende boezem gepraamd,
voer ik varen den vlammende vloed.
28-02-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
27-02-2017 |
Morgen 2. Caesar Gezelle |
Mijn zon, ach, wat maakt uw gestraal mij zo zoet,
mijn daglicht, wat streelt mij uw luister zo goed,
mijn leven, maar wat zijt ge broos.
Mijn liefde, wat maakt uw macht mij zo groot,
het gestraal van uw licht, alle licht straalt dood,
mijn liefde, ach, uw beet is me boos.
Mijn hart was voor immer, zo waande ik, gestraald,
er was vrede op zijn bodem, voor immer, gedaald,
er was rust in zijn diepte, voor goed.
Helaas, en o blijdschap, ocharme en wel mij,
ik lijd weer en jubel, ik ween en ben blij,
ik lach tranen, mijn hart dropt bloed
27-02-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
26-02-2017 |
Morgen 1. Caesar Gezelle. |
Wat zinkt daar vanavond het zonnelicht zoet:
verkwijnend in het goud-roden bad van haar bloed,
biedt ze ons afscheid, de goede, en gaat neer.
Wij treuren om het sterven van het vriendelijk licht,
dat heengaat zo traag en zo node uit ons zicht,
waarom treuren, het daagt morgen toch weer.
Ja, morgen zal het dagen, en doodgaan weerom,
zo gaat heel de stoet onzer dagen alom,
en zo gaan dag aan dag wij voorbij.
Nog nauwelijks is het morgen of het avondt alreeds,
het wordt nacht weer voor mij, zware nacht wordt het steeds,
zware nacht wordt het immer voor mij.
26-02-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
25-02-2017 |
Duinen 4. Caesar Gezelle |
Hoe groots gij duinen mij daar staat,
Gods eigenhandig werk,
langlijdend als het tijdsverloop
en als de tijd zo sterk.
Hoe schandelijk is de hebzucht van
der mensen dwaze voeren,
dien, schendend, met hun gierige hand
uw oude pracht beroeren.
Uw hand daaraf, o mens, die nooit
een echte schoonheid kent,
waar immer gij de schoonheid vindt
met schuldige hand ze schendt.
Houdt af en laat ze hun wilde pracht
de duinen onbetreden,
en gaat en woekert en wint veel geld
in het lelijke uwer steden.
XXXXXX
25-02-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
24-02-2017 |
Duinen 3. Caesar Gezelle |
Dan bijst het wervelend zand: daar giert
het rillend duinengroen,
doch stand houdt gij, door al het geweld
dat de wind en baren doet.
Gij houdt stand en blijft de aloude kust
van Vlaanderlenland bewaken
van storm of springvloed of wat el
van watersnood mocht maken.
Wat zie ik geerne het zonnewiel,
te westen vorstelijk rood,
te rusten gaan in het bloedbed van
de zee haar gouden schoot.
En, boven op uw kop gestaan,
de heldere sterrenwachten
en het toverlicht der zee aldoor
de heimelijke nachten.
24-02-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
23-02-2017 |
Duinen 2. Caesar Gezelle |
Hoe blekt gij, duinen groen en wit,
bij het nuchter zonnedagen,
hoe hangt de lucht hier wijd en blauw
en wolkeloos diep bij dagen.
Hoe ruist de machtig grote zee
hier vredig aan uw voet,
en temt haar wilde golfgeweld
en zacht u strelen doet.
Soms, bulderend op uw flanken breekt
ze haar losgewoelde baren,
die, bijtend in de baard u, doen
hun zilte schuimvlies varen.
Die winden gaan uw ernstig aan
en geselen uw lijf,
en het zeegeweld zijn schoot zwelt, vol
ontzettend doodsbedrijf.
23-02-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
22-02-2017 |
Duinen 1. Caesar Gezelle |
Standvastige eerbiedwaardigheid
der oudgedaagde duinen,
wat hoor ik, hoe de zeewind raast
om uw schiernaakte kruinen.
Door duinendistel, biezegras
dat, schaars, uw schedel vlekt
en armoedig mager groen
uw bleke flanken dekt.
De trage nacht, het schemerlicht
ontduikend opgerezen,
laat zien het grillig lijnen van
uw statig duinenwezen.
Zo gauw het oosten kleurt, de zon
haar nevelkamp vertrekt
en het nieuwe leven weer
onze oude wereld wekt.
22-02-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
21-02-2017 |
Bomen 4. Caesar Gezelle |
Zoetezingend bladerenlied,
waarom, waarom, ik weet het niet,
bij zomeravondstonden,
mijzelf vergetend urenlang,
ik sta te luisteren, in uw zang,
uw stillen zang verslonden.
Heimelijk talend loverlied, (1)
was is het, wat is het? Ik weet het niet,
bij zomeravondstonden,
daar u de wind aan het ruisen stelt,
al wat gij mijn ziel vertelt,
aan uw geruis verbonden.
Zielezalvend bomenlied,
zo dikwijls, dikwijls balsem giet
op ongenezen wonden,
als gij uw leisen lispelt zoet (2)
en het hart zijn leed vergeten doet,
bij zomeravondstonden.
Wonderdiepe loverlied,
en zingt mijn eigen ziele niet,
bij zomeravondstonden,,
met u vereend één zelfde zang
die, mijns omwillens, wederklank
heeft binnen mij gevonden.
Vredevoerend blarenlied,
en hebben wij te gare niet,
bij zomeravondstonden,
een ongerepte vrede in Hem
die ruist door blader- en zielestem
de vrede Gods gevonden.
(1):talen=spreken
(2):leis=gezang
XXXXXXXX
21-02-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
20-02-2017 |
Bomen 3. Caesar Gezelle. |
Stilruisend ging der bomen stem:
"gij vraagt ons hoe het verging met hem
die ons in het leven stelde:
wij zeggen hetgeen wij weten u
zo het nimmer gaat zo ging het nu:
de boom viel waar hij helde".
Nacht is het, diepe nacht, en de uren
glijden traag. Al door het geblaarte
giet de maan op gers en muren
haar zilverbleke klaarte.
Rijzig zacht zo staan mijn bomen
hel beschenen, zwart bij vlekken,
laten het stille maanlicht komen
op de vloer hun schaduw trekken.
Lijzig als mijn ademtijgen
loop de wind door hunne blaren
en door het wiegelen van hun twijgen
suizelen zoete tovermaren.
Zacht geritsel van de blaren,
heimelijk teder manelichten,
ruist nu zacht, verlicht mijn staren
op geliefde droomgezichten.
20-02-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
19-02-2017 |
Bomen 2. Caesar Gezelle |
O bomen, uw taal me spreekt
van hem die beide ons groot gekweekt,
van hem die heeft aan de aarde
uw stam vertrouwd, en, toen gij schoot,
verzorgde u en tot bomen groot,
zijn zorgen niet ontwaarde, liet groeien.
Deze avond doet uw aanzien,
uw gefluister zoet,
mij ver terugwaard keren,
wilt mij, in uw langlevendheid,
van leven, dood en eeuwigheid,
wat wetenswaard is, leren.
Zegt wat gewerd van hem die mij
en u liet worden, zegt waar hij
geland mag zijn, of heden
hij blijdzaam op ons nederziet
zijns kinders beide, en of hij niet
nog roepende is; of hij klaagt,
en mijn hulp en vraagt.
19-02-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
18-02-2017 |
Bomen 1. Caesar Gezelle |
In het groot seminarie van Brugge stonden 5 populieren. Geplant door de vader van Caesar Gezelle.
Gij bomen zonder knoop of knuist,
veel rechter zijt mijns vaders vuist
als ik, ocharme, ontschoten.
Hij plooide u, toen gij het plooien nog
verdragen wildet. Buigen toch
en zal men oude poten.
Gij weet, het is al omniet gewrocht
aan het jongske dat niet recht en zocht
te gaan in 's werelds wegen.
Mij staat gij daar als voorbeeld nu,
dien rechte stam benijde ik u
die kromhout ben bedegen. (1)
(1)bedegen= geslaagd zijn, naar het volmaakte toe.
18-02-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
17-02-2017 |
De gulden zomer is voorbij 2. Caesar Gezelle |
Het staat alles nu verlaten en
zijn eigen dood te treuren,
ontbreken doet het zonlicht om
het bloed weer op te beuren.
Hun stem verliezen mens en dier,
hun ruisen de oude bomen,
noch draalt hier het rood van het avondvier
noch breekt het ochtenddomen.
Haar kranke licht de zon bespaart,
de zieke dagen krimpen,
en krassend vliegt de rave en vaart
dien ondergang beschimpen.
XXXXX
17-02-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
16-02-2017 |
De gulden zomer is voorbij 1. Caesar Gezelle |
De gulden zomer is voorbij,
voorbij zijn bloei, zijn blijheid,
zijn tenten slaat het herfstgetij,
en het mist in mijn nabijheid.
Het vonnis valt, alom geveld,
het doodsvonnis der blaren,
de winden lopen het, heengesneld
alover het land, vermaren.
Ze schudden het schamel Godssamaar
der bomen, duizendtallen
van blaadjes uit hun blinkend haar,
lijk gouden gensters, vallen.
16-02-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
15-02-2017 |
Pasen 2. Caesar Gezelle |
Eiers gaan ze neerstig zoeken roodgeverfd, geel en bruin,
gaat in kanten en in hoeken bing bang bong al in de tuin,
kleine kinders gaan ze vinden eitjes lekker ende zoet,
legt ze vol uw kleine spinden en weest wakker en weest goed.
Grote kinders, ei, laat zingen hoog de klok haar Pasenlied,
en vergeet de grote dingen van het goddelijk Pasen niet,
het paasei was het graf en het leven, God die daar begraven lag,
God die schijnbaar dood gebleven, levend werd de derde dag.
Grote kinders, smaadt het manen van de klok haar Pasen niet,
laat ons ook uit het graf opstaan
en zingen het verrijzenislied
Alleluiah.
15-02-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
14-02-2017 |
Pasen 1. Caesar Gezelle |
Pasen luidt, de stille dagen zijn alweer voorbij,
Pasen luidt, het is uit met klagen, elkeen is blij,
Het zonnewezen haalt zijn stralen vers de schranken uit,
en het rept zijn vogeltalen al wat ruit of muit,
Pasen, het groen bestrooit de bomen over berg en dal,
en de lente bloesems komen bortelend overal.
Bing, bang, bong, het galmt de gaten der klokkentoren uit,
die daar dagen stille zaten zingen oost, west, noord en zuid,
Bing, ze zijn teruggekomen,
Bang, al van de verre vaart,
Bong, ze zijn terug van Rome,
eiers hebben ze vergaard.
14-02-2017, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
|