 |
We zijn de 34de week van 2025
|
 |
|
 |
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
 |
27-05-2016 |
Eva zingt. Willem Gijssels |
Als de blanke morgen fluistert
tot mijn droom: waak op het is dag,
ik lonk terwijl mijn ziele luistert,
sluimerogend naar zijn lach.
Ik voel een straal ter bloemen glippen
van mijn blauwig ogenpaar,
een vlam wekt mijn lippen
en een zucht mijn golvend haar.
Ik voel in mijn ziele dringen,
lijk een roos die wakker werd,
al de schoonheid van de dingen,
al hun liefden in mijn hart.
Niets of het brengt me zulk een zegen,
dat mijn gouden lach het zegt:
ik ben een kind de slaap ontstegen
tot weer God het slapen legt.
27-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
26-05-2016 |
Hemeldauw. Willem Gijssels |
Hemeldauw, waar zijt gij heen?
Ik heb de bloemen laten drinken
al mijn paarlen die nu blinken
als een balsem in hun hart.
Liefdedroom, waar zijt gij heen?
Zoals wierook uit de kelk komt
die de hemeldauw verwelkomt
word ik balsem in haar hart.
Liefdedroom is dauwgeween.
Het zijn de zuchten die gespreid
glanzen aan een nieuwe wereld
in de ochtend van een hart.
26-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
25-05-2016 |
Russisch lied. Willem Gijssels |
Ik wandel door de avondvrede,
ik neem stille bloemen mede
van het korenveld.
Ik vlecht een kroon van bloem en lover,
ik geef haar aan de golven over
van de beek vol zoet getover,
wijl minnenijd me kwelt.
Zal mijn kroon geluk verkonden,
boven, onder? Ik wacht een wonder,
wijl van angst mijn boezem slaat.
Wee mijn kroon, ze gaat naar onder,
liefde, liefde, welk een verraad.
naar Max Lewandowsky
25-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
24-05-2016 |
Avond. Willem Gijssels |
Het avondt en ik treed
waar wij te samen eens traden
langs droomvolle paden,
ik weet dat gij dat weet.
Door het lover pinkt en wenkt
er hier en daar een ster
en dwaalt mijn gedachte ver,
ik weet waaraan gij denkt.
Door de avond komt de wind
in stilte neergestreken,
al geeft gij taal noch teken
ik weet dat gij mij mint.
24-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
23-05-2016 |
Serenade. Willem Gijssels |
Sterren van de zomernacht,
diep in 's hemels blauwe vacht.
bergt uwe gouden pracht,
zij slaapt melieve slaapt zacht.
Maan van de zomernacht,
eer het westen u verwacht,
zink neer in zilveren pracht,
zij slaapt melieve slaapt zacht.
Windje van de zomernacht,
waar de woudbie naar u smacht,
stuit uwer vleugelen jacht,
zij slaapt melieve slaapt zacht.
Dromen van de zomernacht,
wijl zij in haar sluimer lacht,
meldt dat ik hou de wacht,
zij slaapt melieve slaapt zacht.
23-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
22-05-2016 |
Voor u. Willem Gijssels |
Ik ben de winter ongevraagd
en toch en toch gekomen,
de lente draag ik in mijn hart
en liefdedromen.
Ik ben de lente lang verwacht,
dra ziet ge mij verzwinden,
dan ga ik in een ander oord
weer liefde vinden.
Ik ben de liefde, die miskend
niet kan, niet kan verdwijnen,
ik leef in het minnend hart en zal
er mee verkwijnen.
Ik ben het hart dat gij verstiet,
het kwam al menigwerven
in het leven weer, om telkenmaal
voor u te sterven.
22-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
21-05-2016 |
Bron, van waar komt gij? Willem Gijssels |
Bron, van waar komt gij,
o mijn lieve bron?
Boven van de berg gerold,
ik ben de reine sneeuw die smolt
in de zoen van de zon.
Bron, van wat zingt gij
zulk een roerend lied?
Ik leerde het van de nachtegaal
hoort gij zijn wondere taal
in mijn ruisen niet?
Bron van wat geurt gij
als een riekend kruid?
Ik weet geen weg met mijn gestreel
en viooltjes, o zoveel,
vielen mij ten buit.
Bron, naar waar gaat gij,
o mijn lieve bron?
Ginder, waar uw liefje droomt
en in mij zich spiegelen komt,
als een straal van de zon.
21-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
20-05-2016 |
Zonne, mijn zon. Willem Gijssels |
Giet me de wijn uwer trillende schale,
gloeiend in het bloed dat ik smachtend herhale,
zonne , mijn zon.
Ik drink mij in zwijmel bij zalig genieten,
wijl me van weelde de tranen ontvlieden,
zonne, mijn zon.
Werp uit uw lievende boezem geboren,
duizenden sterren in het nachtelijk gloren,
droom van mijn droom.
Ik voel me gestaag door uw tover vernielen
om te verrijzen in hoger bezielen,
droom van mijn droom.
Schenk mij uw licht dat geen enkele strale,
buiten mijn hart in het wilde verdwale,
zonne, mijn zon.
Ik heb u zo lief dat mijn harte zou sterven,
moest het een wijl maar een sprankelken derven,
zonne, mijn zon.
20-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
19-05-2016 |
Of ik u wil omgeven. Willem Gijssels |
Of ik u wil omgeven
met verzen rozenbloei
het is alles om het even
waarmee ik mij bemoei.
Of ik u wil omringen
met bloemen lied op lied
gij luistert naar geen zingen
gij ziet het bloeien niet.
Ik weet u heiligen iever
voor een verleden schat
ik weet het hart is liever
bij wie het heeft liefgehad.
19-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
18-05-2016 |
Mijn hart. Willem Gijssels |
Mijn hart gelijkt een vredig meer
met gronden diep en stil
het kaatst de klanken lijdzaam weer
als men het beproeven wil.
Mijn hart gelijkt een lijdzaam meer
dat alles ondergaat
het spiegelt even plechtig weer
het goed zoals het kwaad.
Mijn hart gelijkt een plechtig meer
berustend in zijn rust
doch wee bij al te stormig weer
wanneer het zijn woede blust.
Mijn hart gelijkt een stormig meer
dat niet te stillen is
ontvlamt geleden liefde weer
in zijn geheugenis.
18-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
17-05-2016 |
Vrouwenlippen. Willem Gijssels |
Hoe glad van vrouwenlippen
de woorden glippen,
woorden als lenterozen
die geuren, fleuren en kozen.
Woorden vol geheimen,
die tevens vleien en vlijmen,
verlichten en verduisteren
de zielen die er naar luisteren.
17-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
16-05-2016 |
O merelaar. Willem Gijssels |
O merelaar wat zingt gij daar?
Uw parelend trilgeluid
dringt door de verte
naar het smachtend herte
van uw zoete bruid.
O lied mijn lied verlaat mij niet.
Dan zwaar van innig leed
dat liefde wordt
wanneer gij stort
in het harte dat gij weet.
O lied mijn lied.
16-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
15-05-2016 |
Mijn lied. Willem Gijssels |
Mijn lied is gemeend,
mijn lied is oprecht,
het zal met de tijd
oprechter zijn.
Mijn hart is niet goed,
mijn hart is niet slecht,
er zijn er van tijd
die slechter zijn.
Ik kwam en ik zag,
mijn oog was verblind,
er zijn er van tijd
die blinder zijn.
Maar gij die dit lied
mijns harten bemint,
gij zult met de tijd
beminder zijn.
15-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
14-05-2016 |
Waarom wenen de bloemen? Willem Gijssels |
Waarom wenen de bloemen,
van zaligheid zat,
elke morgen de blaadjes
de kelken nog nat?
Ze zien mij toch dwalen
mistroostig alleen
langs de wegel waar vroeger
wij gingen getween.
Waarom zingen de vogels
nog immer hun lied,
o voelen ze de drukte
mijns harten dan niet?
Ze spelen en kwelen
als vroeger en meer
het is overal lustig
alwaar ik me keer.
Waarom dartelt dat windje
nog vrolijk alom,
waarom klingelt het klokje
zo blijde, waarom?
Ze laten mij lopen
mistroostig alleen
langs de wegel waar vroeger
wij gingen getween.
Het is winter daarbinnen,
het woelt er zo bang,
in het diepste mijns harten,
zwijg morgen-gezang.
Komt, buldert orkanen,
voort zonder gena,
want de liefde werpt doornen
alom waar ik ga.
14-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
13-05-2016 |
Jan de lantarenman. Willem Gijssels |
De zonne zegt des avonds ons vaarwel,
een kloksken klept met zoet gebons vaarwel,
de vrijers gaan dan op den zoek
naar het meisje in den lievenshoek,
Da's wel.
In het donker hoeksken zitten zij gerust,
en teder klinkt hun mingevlei vol lust,
al vreugden die de jeugd hun biedt,
wie heeft er in den donker niet gekust?
Da's wel.
Daar komt Jan de lantarenman gegaan,
dan is het met hun liefdesplan gedaan,
het licht verraadt er hunnen min,
ook vluchten zijn met tegenzin.
Vandaan.
13-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
12-05-2016 |
Heer Halewijn. Willem Gijssels |
Eens bleef het lied van Halewijn
mij spelen in de zinnen,
ik zou door een zoet refrein
gelijk weleer Heer Halewijn
een zuiver maagdekijn winnen.
Daar kwam een meisje voor mij staan,
betoverd door mijn zangen,
het wonder was zo snel gegaan,
doch omgekeerd, ik was er aan:
"Heer Halewijn was er gevangen".
Ze had me van mijn macht ontroofd,
nog op geen amerietje,
ik verloor mijn hart, maar ook mijn hoofd,
gelukkig niet, God zij geloofd,
gelijk weleer in het liedje.
12-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
11-05-2016 |
Oude liedjes. Willem Gijssels |
De oude liedjes zijn de beste
en hun rijmpjes zijn het nieuwst,
daarom zing ik op het leste
de oude liedjes nog het liefst.
Hart en smart, het zijn geluiden
die zo vaak gekoppeld gaan,
als de bruidegoms met hun bruiden
arm in arm langsheen de laan.
Hart en smart, het zijn de woorden,
die in menig minnezang
op de wacht staan aan de boorden
van een handvol rijmgeklang.
Oud is het zeker, maar een liedje,
dat door de eeuwen is gegaan,
is een fris vergeet-mij-nietje
tussen dorre rozenblaan.
11-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
10-05-2016 |
Het boerenmeisje. Willem Gijssels |
Ziet ze door de straten gaan
met haar beste kleren aan,
die zo flink de leest omsluiten,
met haar hoedje vol fatsoen,
rood van roos en van pioen,
het is het meisje van de buiten.
Nu zij wordt het wel gewaar,
dat er ogen hier en daar
haar bekijken door de ruiten,
het mag wel zijn is haar besluit,
want ze gaat er vast op uit,
het is het meisje van de buiten.
Al de jongens van de stad
roepen 'waarlijk welk een schat',
dat haar horen er van tuiten,
ten allen kant is het een begeer,
elke stap een vrijen meer,
het is het meisje van de buiten.
Als ik kermis mede vier,
zegt zij: 'het is voor mijn plezier,
hoe of ook de heren fluiten,
met ik trouwen op mijn toer,
het zal niet zijn dan met een boer',
het is het meisje van de buiten.
10-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
09-05-2016 |
Aan u alleen. Willems Gijssels |
Geen avondwind een ruist zo zoet
in het stille van de tijd
dat mijn gedachte iets anders doet
dan zoeken waar ge zijt.
Of hij op bloemen zegepraalt
mij laat hij koud als steen,
ik denk aan u, waar gij ook dwaalt
aan u, aan u alleen.
Geen sterreken verleidt er mij,
ik zie uw ogenpaar,
dat in mijn harte klinkt zo blij,
dan zijt gij weder daar.
Wanneer u oog in het mijne straalt,
geen afstand is er, neen,
ik denk aan u, waar gij ook dwaalt
aan u, aan u alleen.
Geen klosken klinkt er uit de vert,
zo vredig over het land
dat het een wijlken uit mijn hert
uw zoete stemme bant.
Wat ook zijn lieve klank verhaalt
wij spreken steeds meteen,
ik denk aan u, waar gij ook dwaalt
aan u, aan u alleen.
09-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
08-05-2016 |
Angelus. Willem Gijssels |
O angelus subtiel,
de vrome zielen lavend,
alsof er honing viel
in het vallen van de avond.
Gij laaft de nachtegaal
die in een droomwereld,
de kralen zijner taal,
zijn eigen ziel ontperelt.
Gij laaft de reine ziel
der loverstille bomen,
die bij uw klankgewiel
te luisteren staan en dromen.
Gij laaft mijn kranke ziel
door zondig leed gehavend,
alsof er honing viel
in het vallen van de avond.
08-05-2016, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
|