 |
We zijn de 33de week van 2025
|
 |
|
 |
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
 |
02-05-2015 |
Voor de spiegel. Blanka Gyselen |
I
Uw eerste worp, hij wordt geluid
gij steek er al een hand naar uit:
de spiegel kan ontspringen
daar, aan dat glas, waar gij begint
u-zelve aan dat ander kind
een liedje voor te zingen.
Gij noemt de aarde dan uw land
gij bouwt uw woning aan haar wand
en staat zo lang te staren
en smeert zo kwistig met uw kwik
de spiegel dicht van het eigen ik
om gans uzelf te ervaren.
Gij zuigt gezichten naar u toe
versmelt in hen en wordt niet moe
het wonder te aanschouwen
van hart aan hart, van mond op mond,
de spiegel groeit, om wereld-rond
u het leven te ontvouwen.
II
Dan maait er één, die naast u zweeg,
aan beeld na beeld uw spiegel leeg.
Aan borsten, blikken, handen
betast gij bang uw eenzaamheid
en aan die vloed, die uit u schreit,
bespat gij alle wanden.
En als gij dan weer in hem blikt
is heel uw spiegel zo doorstikt
dat gij om uzelf te wenken
alleen van uw geschonden schoon
de schaduw van een doornenkroon
ontdekt rondom uw denken.
En lang, hoe lang, in woest verweer
doorploegt gij met uw doornig zeer
uw beeld, het onaanvaarde,
tot eindelijk al zijn kwik gelost
de spiegel, van uzelf verlost,
ontbloot de grote klaarte.
III
En waar uw voet een meer ontmoet
dat niemand, niets verroeren doet
dat soms wat windgerimpel
doorschouwt gij,dat gij niets meer zijt
op water van bezonkenheid
dan het wuiven van een wimpel.
En waar een ruimte uw omringt
en telkens toch een kelk u dwingt
u buigend in te drinken
weerkaatst u iedere druppel dauw
iets uit de hemelzee van blauw
waarin gij zult verzinken.
En waar gij uw zielediepten ziet
en mogelijk een vogellied
gaat aan uw wimpers wiegelen,
wie weet is het de mensheid zelf,
ofwel een engel of een elf,
die zich aan u wilt spiegelen?
02-05-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
01-05-2015 |
Punt voor Europa (Gibraltar). Blanka Gyselen |
Een leven lang op reis, naar wie, naar waar?
o landschap van het hart, gebergte van begeerte.
Een leven lang die droom, die spokig wederkeerde.
Ontmoeten reis en droom op deze plaats elkaar?
Gij ziet uzelf aan het eind van de oude wereld staan
om scherp tot op haar punt de laatste stap te wagen,
hoe nu elk droombeeld losraakt uit het vage:
aan de overzij staart de woestijn u aan.
Herken de boot, zij heeft uw rede in zicht,
herken aan ogen, aarde en beminde handen
al wie u wenkt en aan u wil belanden.
Herken u-zelf: gij wuift de ogen dicht.
En plots krijst ook die meeuw, tussen de boot en u
aan wat uw bloed hen naschreeuwt om een streling
krijst wat gij kreunt, krijst ver voorbij de reling
de zee, de tijd voorbij. Open de ogen nu.
Uw aardse blikken knipperen in het licht
maar klaarder dan in droom, in het zwijgen aller winden,
verrijst uit de woestijn die andere Beminde
en wenkt, maar zonder stem, en zonder aangezicht.
01-05-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Voor de koekoek. Blanka Gyselen |
Aan de grenzen, dewelke, herinnering,
begont gij zijn roep reeds te ruilen
voor een stem, die de vogel verving?
Ach al wat in klanken kan schuilen
verwierf u de wisselende wind
die ermee door de dagen dwaalde.
Er lokte een liefde, er kreet een kind,
Tot de zon aan de wolken daalde.
Toen, midden de oneindige stilte, viel
nog éénmaal, vooravondlijk zuiver
de roep als een zucht van de zusterziel
en gij luistert met heilige huiver.
Dan keert ge alleen naar de zwijgende nacht
en droomt, aan u-zelve verloren.
Voor wie bij dageraad niets meer verwacht
wie weet wordt de vogel herboren?
O lost dan de namen en zucht noch zoek
om glimlachend niets meer te willen
dan de oeroude klankroep: koe-koek...koe-koek...
door uw stilten te laten trillen.
01-05-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
30-04-2015 |
Roos in de avond. Blanka Gyselen |
Na de laatste orkaan
o dit late verwerven:
voor de avond te staan
en de roos te zien sterven
en de doorn van haar duur
toch nog roekeloos rukken
om een kleine kwetsuur
aan uw lippen te drukken
en te proeven hoe rood
het verbloeden blijft smaken
maar zo koninklijk groot
haar uw woning te maken
dat op afstand het hart
om de geur laat gebeuren
hoe de aardroos al zwart
aan de nacht zal verkleuren.
Drijft het blad dat daar viel
in dit langzaam ontluisteren
op de wiekslag van de ziel
die gij leert te beluisteren?
O dan open en bloot
met de roos te begeven
en zinkend in haar dood
zinderen aan eeuwig leven.
30-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Herfst in duin. Blanka Gyselen |
Wie voortgejaagd in het najaar van de wind
verblind, verdoofd, tot aan uw boezem spoelden,
oermoeder duin, ontvangt gij als uw kind.
Uit elk geslacht, dat langs uw flanken woelde
en in u stierf terwijl de storm verging,
dooraderen u de naakte boomgeraamten
tot soms een tak, doorheen de wenteling
van elk geslacht, dat ooit uw schoot ontvaamde,
weer los geraakt uit het helmgras van uw haar,
op-kruipt tot kruin en het groot geruis laat horen.
Wat dan geschiedt is telkens wonderbaar:
voor elk geslacht wordt iets opnieuw geboren:
aan het oud orkaan ontsnapt een goudfazant,
en wordt de wiek van de Al-Ziel door de luchten
die in de sfeer van de hemelzee belandt.
Wie hem aanschouwt, die helpt gij u ontvluchten
want zie: hij spiedt, weerspiegeld in uw bed,
naar het vogelspoor, het nooit nog achterhaalde.
Hij volgt het al. En weer, naar de eeuwige wet,
verwacht uw schoot de volgende verdwaalde.
30-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
29-04-2015 |
Lied voor de meidoorn. Blanka Gyselen |
Hij staat zo bleek te blozen
bladstil omringd met mei
die eens bloedrood gekozen
ontlook voor hem en mij.
En hoe zijn takken wegen
alsof hij zich bezon
op zoveel tranenregen
waarin zijn bloei begon.
Van drommen dromenkinderen
blijft voor zijn mijmerij
alleen dit witte vlinderen
rond het gebrom van een bij.
Aan zijn doorzonde trossen
ademt de avond luw.
Laat het verband niet lossen,
hart, tussen hem en u.
Wens hem de weg der sterren
en help hem aan de maan
zijn kelken opensperren
voor een volmaakt vergaan.
Wellicht in dit ontluisteren
zal aan wat stervensgeur
van uw bestemming fluisteren
een windzucht in mineur.
Een vogel zal hem horen,
en het lied, uw bloei voorbij,
wordt voor uw loof geboren
Meidoorn, o hart van mij.
29-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Beeld in de sneeuw. Blanka Gyselen |
Beleeft van eeuw tot eeuw
elk voor zichzelf het wonder?
wij dompelen samen onder
mijn zuster in de sneeuw
de ziel aan zoveel wit
verstild en uitgezuiverd
maar weet gij, hoe ik bid
en ik, waaraan gij huivert?
Hoe moet nu, los van ons,
uit elk een wens vertrekken.
Gij stort u in het dons
en tekent er uw trekken
en rijst in het grijze licht
en hoort de hinden huppelen.
Ik zie het zilver druppelen
van uw doortrild gezicht.
En reeds verleidt mij het spel
uit verre kinderjaren,
voor een gepuurd ervaren
werp ik mij in de wel.
Maar diep uit de aardeschoot
komt over mij gegleden
als een bevroren vrede
de adem van de dood.
En ik staar de maskers aan
zoals sinds alle tijden
Hij, die dit beeld bereidde,
ons in Zijn oog weet staan.
Vervloeien in elkaar
ergens, aan welke grenzen
zich rakend, alle wensen?
Gij wijst met weids gebaar
naar de ongerepte rug
van zachtomvachte heuvelen
en lokt mij met uw keuvelen
binnen de droom terug.
En ik volg, van eeuw tot eeuw,
wij stijgen weer naar het wonder,
Gods zon gaat langzaam onder
op maskers in de sneeuw.
29-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
28-04-2015 |
Manewake. Blanka Gyselen |
Geen halm beweegt aan het gras
zo klaar is de avondwake
dat onze adems raken
een stilte als van glas.
Laat in die breeklijkheid
langsheen twee zilverberken
heel even niets beperken
het ontstijgen aan de tijd.
Voel in die roerloosheid
hoe buiten de gebaren
uit ons volmaakt bedaren
een kruin zich openspreidt
en op-klimt in dit licht
uit welk gebied ontvloden?
herinneringen, doden
bloeien tot aangezicht.
Doorpeilen wij het verband
van ster tot ster nu zuiver?
plots, in die heilige huiver
raakt mij uw aardse hand.
Een stilte als van glas
wiegt vogelen op mijn twijgen,
en waar wij ademend hijgen,
verroert een kelk in het gras.
28-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Weerzien. Blanka Gyselen |
Weest stil, hier ligt een strand,
zie, het jagen van de baren
elkander achterna, het komt nu tot bedaren,
een hand rust in een hand
en de geringste druk
wat wind rondom uw vingeren
wordt ritme om de ziel naar de andere ziel te slingeren
en dit nu heet: geluk.
De sterren en de maan
van werelden omgeven
hebben hun trage baan rond deze stad beschreven.
Staar thans elkander aan.
En dan, o hart, onthoud.
Blijf om het reine peilen
somtijds nog tijdloos langsheen het strand verwijlen
al stroomt gij, eeuwen oud.
Want keert straks het getij
en wordt gij voortgedreven,
gij zijt in het ogenblik, gelijk de dood het leven,
elkaar volmaakt nabij.
28-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
27-04-2015 |
Sneeuw. Blanka Gyselen |
Geduld, gesneeuwd geduld
waaraan de stem der stormen
tot stilte is gestold
en elke voor gevuld
en overal de vormen
rondom in dons gerold.
Het leeggegeven grijs
tot horizon gesponnen
houdt heel de hemel ver.
Wat waagt uw wens de reis
zo vaak vergeefs begonnen
naar uw mirakelster?
Schend met uw schreden niet
deze maagdelijke wade
over versleten slijk.
Maar ken uw grensgebied:
geduld, het sneeuwt genade
binnen uw klein bereik.
Als in een boom, vlakbij
een vink die overwintert
soms plots van honger piept
hoor: hoe de kinderschrei
door moeder aarde zindert,
mijn ziel, waarop gij riep.
O baar dan aan uzelf
en laat de tijd geleden
en laat de ster gedoofd.
Onder dit streng gewelf
zweeft een gesneeuwde vrede
de goede beloofd.
27-04-2015, 08:31
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Woudrand. Blanka Gyselen |
Mijn ziel, hier loopt een zoom,
keer weder naar de aarde
maar laat van boom tot boom
het woud van het ervaarde
u schutten in de rug.
Zolang u het licht verblindt
drink luchten, drink geluiden
waar u de wind begint
een ruimte te ontsluiten.
Vind dan uw pad terug.
O neen, beweeg nog niet,
uw spoor het waait verloren
maar in een ver verschiet
wordt weer een boom geboren
uit wat verdwalend zaad.
De scheidingslijn voorbij
waar hemel raakt aan aarde
mijn ziel, wat vinden wij
in het land van het onverklaarde?
En toch, gij gaat. Gij gaat.
27-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Rond een storm. Blanka Gyselen |
I
O éénmaal de paden der aarde
tot het einde te zijn gegaan
om ontdaan van lichamelijke zwaarte
aan de zoom van het zijnde te staan
en wachtend aan alles ontvallen
zonderling, zonder een zucht
ontsnappen, u-zelve en allen
aan die wolk die verdampt in de lucht,
te laten vervagen de kleuren
en verstillen het geringste geluid,
alleen nog de stervende geuren
ademt ge in en weer uit
en onder dit nauwelijks ademen
sluimert de duur in de tijd,
eeuwige hemelen omvademen
de geschapen ziel die gij zijt.
En zij blijft in het ijle verwijlen
die ziel, die gelost van haar lot
naar haar oorsprong begint te peilen.
Doorpeilt Gij haar dan, o mijn God.
II
Heet dit nu storten of stijgen?
sterf ik, of word ik mezelf?
Oneindige, die uit dit zwijgen
ruimte wordt, grond en gewelf,
Houdt Gij dit lichaam luchtledig
van de adem der ziel beroofd
tot het onderbewustzijn volledig
U aanwezig gevoelt en gelooft?
Vloeit dan pas die leegte in de volte
van Uw herscheppend oergeduld
tot lichaam en ziel versmolten,
opnieuw van bestaan zijn vervuld?
III
Nog buiten mij huivert
uw windbegin.
Blaast Gij gezuiverd
de ziel mij in?
Op wolkengevaarten
drijft de geest weer aan.
O van het ontwaarde
nu de zin te verstaan.
Geweldig omwindt mij
Uw sidderende storm
En bliksemend bindt Gij
mij binnen de vorm.
Hier staat op uw aarde
wat aan haar ontrees:
mijn uit uw eenheid gebaarde
drie-eenheid: ziel, geest, vlees.
27-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Aanhef. Blanka Gyselen |
Geest van de woorden
ziel van het lied
boven de boorden
van het peilloos niet,
doortrilt mijn stilte
een klank, een woord
stuw op uw milde
stroming het voort
tot aan dit zweven
Gij mij vergunt
eeuwig te leven
in het orgelpunt.
Dichtbundel "Orgelpunten"
1953
27-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
26-04-2015 |
Bij een stilleven met Japanse sierkers. Blanka Gyselen |
Verwachting.
I
Voel hoe voorzichtig
ik bloesems beur
die haast doorzichtig
mijn vreugdekleur
tot tinten temper
behoedzaam-blij
niet meer december
en nog niet mei
om, uitverkoren,
bevrijd van pijn
zonder de doornen
toch roos te zijn.
II
Hoe noodt daarneven
dat boek, zo rood,
o lied, o leven
voorbij de dood.
Ontroering trilde
en welt tot snik,
na winterstilten
o ogenblik
tot uw genade
weer in te gaan.
De naakte bladen
staren mij aan.
III
Hart dat verstarrend
zichzelf bedroog
zie: hoe verwarrend
die rozenboog
zo rijk aan rijmen
te rijpen staat.
Peil de geheimen
van zang en zaad.
Verwacht de winden,
dan: span u strak
en laat u vinden
zingende tak.
26-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Ghetsemane. Blanka Gyselen |
Olijven hijgen
rondom uw klacht.
Rondom dit zwijgen
waarin ik wacht.
Uw bloedig bangen
in brekend zweet.
Ach alle zangen
die ik ergens weet.
Uw vruchteloos grijpen
naar zoveel ziel.
Hoe voor het rijpen
me het vers ontviel.
Uw driemaal treden
naar mensentroost.
En toch te weten
dat Gij mij koos.
Uw haast bezwijken
voor mij, voor elk.
Zal ik knielend reiken
tot aan de kelk?
Uw nederzinken
in Vaders wil.
Hoe blijft bij het drinken
de nacht zo stil.
Is de Engelenstonde
voorgoed voorbij?
Miljoenen monden
zwijgen aan mij.
In fakkelklaarten
nadert het verraad.
O hart der aarde
dat in mij slaat.
Uw droef beminnen:
"waartoe, mijn vriend?"
Lied dat van binnen
biddend begint.
26-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Con sordino (met demper). Blanka Gyselen |
Zo ben ik als de boot
die aan de paal geklonken
nog schommelt op uw schoot
maar in zichzelf verzonken.
Van elke reis gekeerd
bevrijd van alle vrachten
voor het groot geduld gemeerd
in het dommelen der gedachten.
Aan het lange wachten weet
het vermolmen van haar planken
en hoe het ziltig leed
al invrat langs haat flanken.
Uw afgrond onder mij
en boven mij uw luchten,
Geest, heel uw verte vrij
voor wie de vloed niet vluchten.
Doch zie ik ben de boot
die zich in stormen stortte
en nog ternauwernood
door u gered geworden.
Moet wachten aan de paal
in misten en in regen
naar het teken van uw taal
naar wind voor nieuwe wegen.
Maar breekt een bleke maan
door het zwerk der zwartste nachten
peilt naar uw oceaan
de diepste der gedachten.
1949
26-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
25-04-2015 |
De oude vrouw. Blanke Gyselen |
Als steen-omsloten water, passieloos,
verzonken deze laatste jaren,
onwennig in haar nevelwitte haren
slijt het gelaat, dat zij te dragen koos.
Aan achterwaartse verten vastgesnoerd,
zag zij de kinderen uit haar kinderen bloeien,
en deze tere levens snel ontgroeien,
maar haar diepste kern bleef onberoerd.
Thans staat zij aan de rand der woorden,
haar rode ogen breken steeds een traan,
haar dagen, die zo gaarne klanken hoorden,
hebben de zin der eenzaamheid verstaan.
Gij fluistert:"Moeder", en zij antwoordt:"kind",
maar ach, haar hart heeft al zo lang bemind,
en, weet:bij het einde moet de kring vernauwen,
wanneer de mens zijn oorsprong wil aanschouwen.
Zij zingt voor u romancen van weleer,
en in de hemel luistert reeds de Heer.
25-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
Zogende moeder. Blanka Gyselen |
Hoe goed het was, na eindelijke bevrijding,
te soezen, elk gevoel en elk gepeins te ijl,
toen snorde plots, doorheen haar dromen-wijding
een kinderkreetje als een rode pijl.
Zij rees, en luisterde, en reikte schuchter
haar zwak gebaar in sterk ontfermen,
om deze teerste aanraking beduchter
moest even nog haar lichaam kermen.
Thans spat haar kracht in het grootste der geheimen,
dat kindermonden aan vrouwenborsten snoert,
kan ene zaligheid zo rijk doorvlijmen?
werd, voor dit uur, haar vreugde ooit beroerd?
Zij zucht, daar ruisen engelwieken,
zij glimlacht en haar blik druipt gans de zon,
zij fluistert, hoort de puurste harpmuzieken,
zij voedt: zij is de eeuwige levensbron.
Vraag niet:
is thans de Geest over haar neergekomen,
en waakt op deze vleesgeworden dromen?
25-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
De zwangere vrouw. Blanka Gyselen |
De laatste wake: hoe zij, vreemd ontroerd,
de glans van haar gespannen schoot bestaarde,
het slapend lijf, waarmee haar lichaam paarde
en dat in haar zijn sappen heeft gevoerd,
verbrak niet meer de sfeer van eenzaamheid:
gesmeerde kring, waarin, door alle tijden
de moeders naar hun kinderen schrijden,
supreem gevecht met tijd en eeuwigheid.
Barensbereid naar deze oeroude wet
die vrouwen tot de dood zal sterken,
bestijgen haar, als tere vogelvlerken,
verdwaalde woorden van een oud gebed.
25-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
De oude juffrouw. Blanka Gyselen |
Zeg niet: haar schamperheid is harteloos,
want weemoed maakt een leven broos.
Hoe dan, wanneer zo vaal de jaren sleten,
en geen gelaat werd aan u toevertrouwd,
en geen gebaar heeft ooit vaneengereten
de rust waarin ge schrale daden vouwt.
En toch geeft ieder raam zijn horizonten
waaraan de bomen buigen van gezangen,
en iedere avond zijn gepuurd verlangen
met nadering van rode, weke monden.
Dus moet zij wel de ramen en de deuren
gesloten houden voor dit groots gebeuren.
Wat kan zij dan met het eigen hart beginnen?
zij zal wat tederheid om kleine dingen spinnen,
en, moederlijk van ongebruikt erbarmen,
een schamel dier in haren schoot verwarmen.
Gij smaalt: zij wil geen mens vertrouwen,
maar de avond is zo toe voor onbeminde vrouwen.
25-04-2015, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
|