 |
We zijn de 37de week van 2025
|
 |
|
 |
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
 |
30-11-2014 |
Avond aan zee. Hélène Swarth |
En voor mij lag de zee, en om mij heen
woei de zeewind over het zandfluweel van een duin,
boven mijn hoofd ontloken, één voor één,
de gouden rozen van Gods hemeltuin.
Kalm lag de zee, eer het laatste licht verdween,
heel fijn getint, een parelmoeren plas,
de golven streelden het zand met zacht geween,
of in hun diepte een ziel aan het worstelen was.
En toen het al duister werd in het grijzig duin,
waar breed de vuurbaken rode stralen schoot,
viel één der rozen van Gods hemeltuin,
de zilveren zee in, in de diepe afgrond groot.
Toen brak de branding als een vreugdevlam,
over de wateren los in zilvergloed,
God, die de golven in ontferming nam,
zendt uw kind een engel tegemoet.
30-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
29-11-2014 |
Vogeltje. Hélène Swarth |
Diep in het dennenbos,
sijpelde zonnegoud,
dwars door het sparrenhout,
vrolijk op het mos.
Zong daar geen vogellijn,
zuigend met fluitgeluid,
sprankelend zijn klanken uit,
weelderig als wijn?
Ros tegen het hemelblauw,
hoog op een sparrentak,
zong het of zijn hartje brak,
zangen van trouw.
Ziel van de zomertijd,
stem van mijn eigen ziel,
wie toch die zang ontviel,
wijdend gewijd.
Ik weet het nog altoos niet,
diep in mijn hartje nu,
droom ik heel zoet van u,
en jubelt dat lied.
29-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
28-11-2014 |
Mijn naam Hélène Swarth |
In het weke, willoze duinenzand,
heb ik mijn naam geschreven,
de zeewind heeft er zijn spel mee gespeeld,
mijn naam is niet gebleven.
In het sneeuwige schuim van de zeevloed,
heb ik mijn naam geschreven,
de golven zijn gekomen, de golven zijn gegaan,
mijn naam is niet gebleven.
Laat mij in het hart van de mensen,
niet trachten mijn naam te schrijven,
maar wel in uw ziel, mijn liefste,
daar zal hij eeuwig blijven.
28-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
27-11-2014 |
Meibloesems. Hélène Swarth |
Pluk blanke meien van de levensboom,
nu is de mei gekomen, ook voor mij,
als witte vlinders fladderen zij ons voorbij,
de bloesemblaren van mijn lentedromen.
Zie, dit is weelde, wandelen zij aan zij,
in het bloeiend Eden van onze liefde, loom
en stil van het groot geluk, met tedere schroom
ontvangen en gedragen, bang en blij.
Nu laat mij binnen in je hart, mijn lief,
en leg uw streelhand op mijn lokken zacht,
en zeg of het uw wel heugt, die eerste brief.
Die eerste kus in die winternacht,
toen liefde mij in het hart sloop als een dief,
nu scepter zwaaiend in vorstinnenpracht.
1891
27-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
26-11-2014 |
Herfst. Hélène Swarth |
Nu toont de herfst de rijk gebronsde peren,
de sappige appels glanzend rood en goud,
en prachtig prijkt gelijk een toverwoud,
het bos dat groen in purper doet verkeren.
Krachtige balsemgeur, uit kreupelhout
van eiken, stroomt mij tegen, zilveren veren
doorstrepen het reine lichtblauw, en verweren
tot één wolk, die de zon gevangen houdt.
Nu vul ik de vaas met gele oktoberrozen,
leg blauwe druiven op een blanke schaal,
tussen de trossen laat ik perziken blozen.
Avondrood en loof als bloedkoraal,
wilde wingerd zal mijn blik verpozen,
die symfonieën zoekt in kleurentaal.
26-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
25-11-2014 |
Zomer. Hélène Swarth |
De rozengever zomer heerst alom,
waar ik mij ook wend, betreed ik zijn gebied,
en mij, wie God de gave schonk van het lied,
slaat hij met zijn warme lach de lippen stom.
O schone koning zomer, lach zo niet,
laat mij u aanbidden in uw heiligdom,
maar vraag niet zo meedogenloos, waarom
ik niet uw lof zing en van uw pracht geniet.
Laat mij in de schaduw van uw woudpaleis,
een wijle rusten van mijn levenslast,
meer vraag ik niet, stel mij geen hoger eis.
Duld mij in uw woning als een vreemde gast,
die zeer vermoeid is van een lange reis,
en zwijgt of spreekt gelijk het hemzelve past.
1890
25-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
24-11-2014 |
Gebed. Hélène Swarth |
Toen knielde ik in mijn stille kamer klein,
van zomerrozen en dennen aromen zoel,
en zilverblank van binnenstromend koel,
klaar licht. Ik knielde in volle maneschijn.
En bad: "O God, wiens wezen ik gevoel,
geef mij een zichtbaar teken van uw zijn".
En ik wachtte een lange poos, een wilde pijn
vloog mij door het hart, een vreemd verward gejoel.
Duivelsstemmen krijsten mij in het oor:
"daar is geen God" en bevend sprak mijn mond
de wanhoopswoorden na van het helse koor.
Toen zag ik dat een wezen voor mij stond,
gekleed in licht. Hij sprak: "ik hoorde uw wens,
ik zal uw God zijn". Doch hij was een mens.
1888
Amsterdam 1859- Velp 1941
24-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
23-11-2014 |
Moeder. Jacqueline Van der Waals |
Moeder naar wier liefde mijn verlangen,
sinds mijn kinderjaren heeft geschreid,
hoe zult gij mij straks ontvangen,
na die lange scheidingstijd?
Zult gij mij aanstonds als uw kind begroeten,
als ik ontwaken zal uit mijn dood,
zal ik nederknielen mogen voor uw voeten,
met mijn hoofd in uw schoot?
Maar wat dan? Wat zult gij tot mij zeggen,
bij het ver gegons van de engelenschaar,
als gij uw jonge, blanke hand zult leggen,
op mijn oude, grijze haar?
23-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
22-11-2014 |
November. Jacqueline Van der Waals |
Als november is gekomen,
en de regentijd breekt aan,
als de bomen in de laan,
de bladerloze bomen,
om de glorie hun ontnomen,
in de mist te schreien staan.
Als november is gekomen,
en de takken staan in traan,
de vochtige grond doet stromen,
waar de bladeren vergaan,
na hun gouden oktoberdromen,
en hun korte vrijheidswaan,
november is gekomen.
22-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
21-11-2014 |
Maart. Jacqueline Van der Waals |
Het is pas maart, de winterweiden
dragen nog een waasje wit,
en de zwarte akkers beiden,
het zaad nog naakt en omgespit.
Maar de mussen in de bomen,
piepen al met luid misbaar,
en de fijne katjes komen,
reeds aan wilg en hazelaar.
Het is al maart, de dagen lengen,
en de zon begint alvast,
op de wei wat kleur te brengen,
met een lichte schilderkwast.
Nog een maand en allerwegen,
kiemt het veld en kleurt de wei,
nog een maand of twee gezwegen,
dan is het bloeimaand, dan is het mei.
21-11-2014, 08:46
Geschreven door André 
|
|
 |
20-11-2014 |
Vogels. Jacqueline Van der Waals |
Daar is een fijn gekwetter in de lucht,
van vele vogelkelen,
mij blijft dit lichte vogelengerucht,
alwaar ik ga, omspelen.
Het is een tsjilpend lief geluid,
het fijn gepiep van mussen,
en nu en dan met ver gefluit,
een merelstem daartussen.
Het is het zacht en blij gekweel,
van mezen en van vinken,
die even soms uit vrijer keel,
een voller slag doen klinken.
Ze zeggen dat het zomeren zal,
reeds zwellen alle knoppen,
de elzenkatjes bengelen al,
naast de oude elzenproppen.
20-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
19-11-2014 |
Bloeiende hei. Jacqueline Van der Waals |
Nu is de hei blij getint,
met paarse bloemenkleur,
nu is de zoete heidewind,
volle zoete honinggeur.
Nu gonst de aarde van het gebrom,
van bijen wijd en zijt,
nu is de hoge lucht alom,
één blauwe zaligheid.
Maar als de heide het schoonste wordt,
dan komt de winter aan,
want bloemenschoonheid duurt maar kort,
en vreugde is gauw gedaan.
En ik zou mijn leven lang wel graag,
zo lopen door de hei,
de vreugde die ik voel vandaag,
is haast te groot voor mij.
19-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
18-11-2014 |
Vleermuis. Jacqueline Van der Waals |
Vleermuis met uw vlerken slaande,
door de avondrust,
neerwaarts en opwaarts gaande,
vast en doelbewust.
Gij zijt het enige ding, bewegend
in deze avondstond,
met uw zwart figuurtje tegen het
glanzend hemelrond.
In de lichtgevulde, klare,
diepe hemelkom,
lig ik peinzend te staren,
bij de stilte alom.
En de dingen die roerloos wachten
onder de avondlucht,
zijn zo stil niet als de zachte
wiekslag van uw vlucht.
18-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
17-11-2014 |
Luchtige liedjes. Jacqueline Van der Waals |
Zou ik mijn liedjes,
de vluchtige, lichte
liedjes zingen,
gelijk ik ze zing?
Zou ik lustige
liedjes dichten,
zo het mij naar
mijn lust verging?
Zou ik mij spelender-
wijze vermeiden,
dingen bezingend,
die buiten mij zijn?
Vrede, van het vee
in de vredige weiden,
vreugde, van bloemen
en zonneschijn?
Zou ik van vreugde,
vredige dingen
zingen, een lachje
van spot op de mond?
Zou ik zo luchtige
liedjes zingen,
zo ik hier binnen
de vreugde vond?
17-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
16-11-2014 |
Wintermorgen. Jacqueline Van der Waals |
Week op het wit van het wazige land,
Week door het grijs van de wolken daarachter,
schemert de schijn van de zon, die met zachte
goudglans de zomen omrandt.
Blank als de glans op het wazig verschiet,
week als de schemer van de zon door het grijze,
weifelt het licht door mijn stille gepeinzen,
schemert de vreugde door mijn lied.
16-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
15-11-2014 |
Haverveld. Jacqueline Van der Waals |
Achter de zacht groene haver,
verheft zich het donker geboomt,
hoort gij die haastige draver,
die ginds langs de grindweg koomt?
Hoort gij dat huilende klagen,
dat snorrende wielengeluid,
van auto's die rennen en jagen,
met gillend sirenengefluit?
Maar hier, hier is rust, hier is vrede,
hier binnen deze bomenwal,
met het golvend gewiegel beneden,
en het welvende blauw boven al.
15-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
14-11-2014 |
Lente. Jacqueline Van der Waals |
Ik loop alleen, de lucht is zoel,
de hemel wazig blauw,
daar is in mij een week gevoel,
van schuld, een vaag berouw.
Dat doet de lauwe voorjaarswind,
die langs mijn wangen glijdt,
zo zacht, als troostte hij een kind,
dat zich heeft moe geschreid.
Dat doet de zon, die al de ellend,
die ach, van al wat leeft,
de dwaasheid en de zonde kent,
en met een lach vergeeft.
Zo vriendelijk ligt op veld en wei,
alom Gods licht gestort,
daar moet iets wezen, diep in mij,
dat mij vergeven wordt.
14-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
13-11-2014 |
Het zonnespectrum. Jacqueline Van der Waals |
Ik hield een prisma in de hand,
en wierp een schijnsel op de wand,
dat, schoon het zonlicht, doorgaans wit,
uit zijn aard geen kleur bezit.
Zo velerhande kleuren droeg,
dat ik mijzelve peinzend vroeg,
hoe toch dit klaar doorschijnend glas,
dat zelve volkomen kleurloos was,
al deze kleuren scheppen kon,
en halen uit het licht der zon.
Het licht dat door dit prisma viel,
werd mij het beeld van mijn ziel,
die eveneens een prisma vond,
waardoor zij haar stralen vond.
Een glas waarmee ik heb gespeeld,
en dat haar wezen dus verdeeld,
en dus gekleurd heeft en getint,
dat zij maar nauw zichzelf hervindt,
in het spel van deze regenboog,
die zo veelkleurig is voor het oog.
Edoch omdat het klare glas
van de kunst, volkomen kleurloos was,
vermoed ik dat haar eigen aard,
dit kleurenspectrum heeft gebaard,
dat steeds, in het klaar en nuchter wit
van mijn ziel, verborgen zit.
13-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
12-11-2014 |
De herdersfluit. Jacqueline Van der Waals |
Eens ging ik langs het lage riet,
dat ruisen kan en anders niet,
toen langs mijn pad een herder kwam,
die één van deze halmen nam.
En die besnoeide en besneed,
en maakte tot zijn dienst gereed,
dit gekorven rietje, dat
hij als dood in zijn handen had.
Die stemmeloze stengel zond
hij straks de adem van zijn mond,
en als hij blies, zo zong het riet,
en als hij zweeg, verstomde het lied.
De zoete, pas ontwaakte stem,
bestond en leefde slechts door hem,
zo geef ik gaarne wens en wil,
in 's Heren hand en hou mij stil.
Zo dan, als ik door een rieten fluit,
bij zwijgend eigen stemgeluid,
Gods adem door mij henen blies,
hoe grote winst bij kleen verlies.
12-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
11-11-2014 |
Bede. Jacqueline Van der Waals |
Klinkt daar, Vader, in mijn zangen
geen verlangen
naar uw aangezicht?
Min ik meer dan effen duister,
dan de luister
van uw eeuwig licht?
Meer dan de onbewogen rust,
dan de lust
van de morgenstond?
Meer het slapende vergeten,
dan het weten
van de dingen de grond?
Is daar in mijn hunkerend wachten,
geen gedachte
aan beloofd genot?
Kan mijn peinzen zich niet heffen,
tot beseffen
van uw liefde, God?
Houdt tot uw mijn lichtschuwe ogen,
opgetogen,
zon die ongedoofd,
mij de aarde en de hemel beide,
zou verblijden,
zo ik beter had geloofd.
11-11-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
|