 |
We zijn de 36de week van 2025
|
 |
|
 |
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
 |
20-08-2014 |
Ten uitkante. Omer Karel De laey |
Boven op het dak gevlogen,
van het kasteel in het hemelsblauw,
met zijn staart vol ogen, open
lijk een waaier, zat een pauw.
En een kudde schapen, blatend
in een dikke wollen stof,
draafden in gespannen drommen,
door de wegels van den hof.
Op de vijver in de verte,
roeide een stille palingboot,
traag lijk met reigervlerken,
door het vreugdig avondrood.
Langs de oever stond een freule,
die een wijde fraze droeg
in gepijpte kant, en wenkte
naar de verre boot en loech.
Haar tanden, mooi op elkaar,
leken wit lijk druppels melk,
en zij snoof de balsemgeur,
die borrelde uit een leliekelk.
20-08-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
19-08-2014 |
Speldenwerk. Omer Karel De Laey |
's Morgens in haar nette kluis,
met een witte pijpkornet,
zat een zuster, en haar lippen
prevelden een vroom gebed.
Voor haar lag een speldenwerk
vol stekkers, lijk een everzwijn,
en de wind in het open venster,
speelde met de stropgordijn.
Buiten in de grijze verte,
stond een schubbig kerkdak,
dat zijn scherpe pinnen, hoog
boven de andere huizen stak.
In de frisgedauwde stilte,
werd het oosten rozeklaar,
en een bende mussen tsjilpten,
op een groene druivelaar.
De eerste zonnestralen priemden,
langs de toren van de kerk,
en de zuster haar vlugge vingers,
draafden over het speldenwerk.
19-08-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
18-08-2014 |
Mei. Omer Karel De Laey |
In het begijnhof klepte het klokje,
ieder zilverlichte klop
lijk het gerinkel van een romer, (1)
welde in het avondduister op.
Schemerig, door de donkergroene
kerkramen, lijk een schicht,
schoot de koperrode straling,
van een veunzend olielicht.
Langs de linden blies de wind,
van tijd tot tijd een koel gezucht,
en een sterke geur van bloesems,
hing lijk balsem in de lucht.
Ginder bij het draaien van de
straat, rond een houten kruis,
op een tuinmuur gemetseld,
zwom een dikke vledermuis.
Uit de verte, door het geschemer,
van de kalken maneschijn,
trilde lijk een engelenharp,
hier en daar een clavecijn.
(1): romer=wijnglas
18-08-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
17-08-2014 |
Op jacht. Omer Karel De Laey |
In een warme pels gewikkeld,
reed een jager met zijn slee,
door de sneeuw, en naast hem,
zijn bruine brakke draafde mee.
Het paard verschrikte. Het klauwde
steigerend in de grauwe lucht, en snoof
dat zijn adem, lijk een wolk,
door zijn neusgaten stoof.
In het groene maangeschemer,
recht naar het sparrenbos,
met zijn staart die zwaaide lijk een
kwispel, vluchtte een schuwe vos.
En de jager greep zijn koperen hoorn,
en hij tuitte erin,
dat zijn dikgeblazen kaken,
puilden rond zijn koude kin.
Keffend sprong de vos opzij,
en wipte door een elzenhut,
met haar natte snuffelneus,
neder in een waterput.
17-08-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
16-08-2014 |
De gast. Omer Karel De Laey |
In de nacht, met zijn baard vol
met ijs, kwam een onbekende gast,
voor het kasteel, en greep de
stalen klopper van de poort vast.
Heftig dreunde zijn getrommel
door de logie, en een knecht,
die verzonken in een zetel
lag te snurken, wipte recht.
Geeuwend draaide hij het springslot
open, en de wind die binnenschoot,
blies in één adem op de luchter,
al de kaarsen dood.
Het vlammend rijshout knarste,
lijk een magere ratel in de haard,
en de gast wreef met zijn handschoen,
het dampig vocht af van zijn zwaard.
Met versteven vingers, haakte
hij zijn kraag los van hermelijn,
en de knecht schonk hem een
volle, zilveren schaal van warme wijn.
16-08-2014, 07:56
Geschreven door André 
|
|
 |
15-08-2014 |
Nieuwjaar. Omer Karel De Laey |
Langs de straat, door de maan,
toen de klok twaalf sloeg,
stapte een soldenier, die op zijn
buik een dikke trommel droeg.
Bij zijn linker heup, stak de
benen hecht uit van een priem,
en zijn essen trommelstokken,
zaten in zijn schouderriem.
En de zolen van zijn laarzen,
met verstaalde nagels rond,
stampten lijk een vollersmolen,
op de hard gevroren grond.
Met zijn rug naar de wind, die
huilend langs de gevels blies,
stond hij stil en sloeg zijn stokken,
over het spannend trommelvlies.
Het zwaar geroffel tussen de huizen,
rolde lijk een wagenvracht,
en de groene vensterruiten,
trilden in de koude nacht.
15-08-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
14-08-2014 |
Kerstnacht. Omer Karel De Laey |
Het sneeuwde. Voor het klooster brandde
een vette toorts, en het roodgestraal
spruitte gloeiend, langs de stenen
moerpiliaren van het portaal.
Binnen op een houten schraag,
deels bewimpeld, door het geplooi
van een resem gildevlaggen,
stond een kribbe, vol met hooi.
Al de paters knielden neder,
plat der aarde in het heiligdom,
en de lector zoekend, draaide
de zijden van de psalter om.
Lijk een afgezand van de hemel,
bij de kribbe een engel zat,
met papieren vlerken aan, en
zwaaide zijn walmend wierookvat.
En de kleine misdienaars,
zongen met hun heldere stem,
die schalmeide door de beuken,
voor het kind van Bethlehem.
14-08-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
13-08-2014 |
Schaakspel. Omer Karel De Laey |
's Avonds achter het linnen windschut,
zaten in een koude cel,
twee gestrenge paters,
bij een druipend waslicht aan het spel.
Tegen het schaakbord op de tafel,
lag een dik getijdenboek,
met een hoornen snuifdoek nevens,
en een rode zakneusdoek.
Het kampte. De elpenbenen stukken,
dreigend voor mekaar gesteld,
kruisten lijk een legerbende,
het wit en zwart gevierkant veld.
Een der paters zenuwachtig,
streelde rond zijn gladde kin,
met zijn lange magere vingers,
en misschoof zijn koningin.
Hij verloor, en monkelend gaf een
kopergroene slechte duit,
en de winnaar wedergunstig,
stak zijn hoornen snuifdoos uit.
13-08-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
12-08-2014 |
Boetvaardigheid. Omer Karel De Laey |
Op de tichels van zijn kluis,
lag een monnik neergeknield,
die zijn magere armen, rond
een stenen kruis gesloten hield.
Aan een nagel hing een gesel,
en er droop een warme vloed,
rode parels langs de knobbels,
lijk een rozenkrans van bloed.
Uit de bogen van het gewelf,
in naakte schorren toegeleid,
lijk de kelders op een kerkhof,
viel een natte killigheid.
Half gedoken stond een doodskop,
in de hoek en loerde scheel,
naar de snaakgeluwe tanden,
van zijn grimmig bekkeneel.
Lijk een hart dat benauwd is,
tikte het uurwerk in de gang,
en ter kerke zuchtte een slepend
koor, de Dies Irae zang.
12-08-2014, 09:13
Geschreven door André 
|
|
 |
11-08-2014 |
Aftocht. Omer Karel De Laey |
Uit de zeeslag deze nacht,
kwam een oorlogsschip gevlucht,
met gescheurde zeilen op,
die flapten langs de purperen lucht.
Lijk een afgekraakte spar,
hing de grootste mast geplet,
en de lege vaten buskruit,
waren rond de schans gezet.
In het geschemer van de maan,
lijk een beeld, stond de admiraal
boven op de brug, met zijn kolder
aan, van blinkend staal.
Al zijn mannen, zwart lijk duivels,
liepen barrevoets over het dek,
en van uit de diepe luiken,
woei een geur van brandend pek.
Twee geketende ijzeren ankers,
plofden neer met een zwaai,
lijk de klauwen van een valk,
en het schip lag vast langs de kaai.
11-08-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
10-08-2014 |
Uitval. Omer Karel De Laey |
Vaardig lag het vlot met gespannen
zeilen op de ree,
en een bende Spaanse ruiters,
reed ontstuimig langs de zee.
De ijzers van de paarden bokten,
op de dove zavelgrond,
en de mannen zwoeien tierend,
hun blote zwaarden rond.
Roodgegloeide bommen zoefden,
boven uit de vestingswal,
schuins omhoog en in de duinen,
schetterde er trompetgeschal.
Traag zwenkte een oorlogsschip,
en helde strandwaarts en schoot,
en in een wolk van zand en schelpen,
rolde een ruiter helemaal dood.
Ginder ver stortte het brandend
dak in van een kerkgebouw,
en de torennaald laaide, lijk
een toorts in het hemelblauw.
10-08-2014, 08:32
Geschreven door André 
|
|
 |
09-08-2014 |
Voor de slag. Omer Karel De Laey |
Het leger knielde. Een grijze priester
door een blauwe wierookwolk,
stak het zilveren toonstuk, kruisgewijs
op en neder, boven het volk.
En alleen een woud van pijken,
met vergulde troetels aan,
bleven op de kouter, blinkend
in de zon rechtstaan.
Uit de stramme kerktorens,
viel de zware klepelslag,
van de bronzen klokken, traag
gelijk op Allerzielendag.
In te verte stonden paarden,
en zij staken hun kop,
neiend door de zachte franjen,
van de zijden vaandels op.
Uit de sterkte sloeg een rook van
buskruid, met een rode vlam,
en de branding beukte langs
de wallen lijk een oorlogsram.
09-08-2014, 09:24
Geschreven door André 
|
|
 |
08-08-2014 |
Te wapen. Omer Karel De Laey |
Voor de tafel knielde een vrouw,
met haar wezen wit lijk krijt,
en de zon in het open venster,
sprong op het wollig vloertapijt.
Rond de pikkels van een zetel,
aan een welsteren zadelsnoer,
hing een versgeslepen dagge,
met een echt van parelmoer..
Buiten rilden al de klokken,
en een kloeke mannestap,
met geknars van stalen sporen,
dreunde langs de stenen trap.
Lijk een losgeschoten boog,
sprong de vrouw recht, en stond
door het venster in de zon,
neer te kijken naar de grond.
Zilte tranen puilden, in haar
lange wimpers plakkend nat,
en de trommels raasden, lijk
een dondervlaag door de stad.
08-08-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
07-08-2014 |
Schutters. Omer Karel De Laey |
In hun gildhof zaten schutters,
onder het laaiend zonnevier,
rond een tafel en zij dronken,
grote kroezen schuimend bier.
Hun koning die in het grasperk,
lijk een reus voor hen stond,
uit zijn lederen koker snakte,
een pijl met rode veren rond.
En de boog die gesloten,
in zijn taaie vuisten zat,
trok hij dat de buigers spanden,
lijk de hoepels van een vat.
In de zwarte schaduwstreep,
rond zijn hoed met gespen aan,
neep hij dicht een oogje toe, en
mikte en liet de snaren gaan.
Al de schutters keken scherrig,
hellend over hunnen stoel,
en de pijl met rode veren,
zat te daveren in het doel.
07-08-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
06-08-2014 |
Fakkeltocht. Omer Karel De Laey |
Al de gildemannen stonden,
op de kouter, en het licht
van hun vette fakkels striemde,
langs hun blozend aangezicht.
Door de groene bomen, puilde
dikke rook, en op het einde zat,
op een rilde mast met wimpels
aan, een dingelend terrevat.
Duizend kaarsen brandden, boven
in de sterkte, en hun geglans
glimde ronde de zwartgebekte
negge, lijk een parelskrans.
Ginder schoot een vlugge vuurpijl,
sissend uit de vestingswal,
in de lucht omhoog, en sprong in
stukken, met een knetterknal.
En een bui van vonken daalde,
en stortte neer in gouden gruis,
lijk gebarsten sterren, op het
schaliedek van het schuttershuis.
06-08-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
05-08-2014 |
De speelman. Omer Karel De Laey |
's Avonds op de markt, en in de
zoelte, met een volle kan van
gerstebier bezijds zijn voeten,
zat een vreemde speelman.
En hij vlocht zijn vlugge vingers,
door het spannig snarenspel,
dat zijn gulden harp bromde,
lijk een zware kerkebel.
Lustig zong hij, en zijn keel
zwolg en zwol, in het groen gestraal
van de volle maan, lijk de
gorgel van een nachtegaal.
Rond hem, op de lippen van de
mensen, speelde een blije lach
en de jongens klepten hun sandalen,
mee op mateslag.
Het lied was ten einde, en zijn harp
trilde stervend uit en zweeg,
dorstig greep hij naar de kan, en
smekkend traag dronk hij ze leeg.
1905
05-08-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
04-08-2014 |
De pelgrim. Omer Karel De Laey |
's Morgens vroeg, een grijze pelgrim,
moe van verre reizen, zat
op een stenen bank te slapen,
voor de poort van de stad.
Langs zijn uitgemergeld wezen,
bruingeweekt van het zilte zweet,
woei een witte baard tot
in de kap van zijn bovenkleed.
Knobbelig sleepte een geselkoord,
rond zijn kemelharen rok,
en in het mulzig zand gevallen,
lag zijn essen wandelstok.
Boven langs de dikke wallen,
overgroeid met ieftegroen,
blies een wachter, in de stille
morgen, op een schel klaroen.
Diep in het oosten rees de zon, en
verfde het mager wezen rood,
van de afgebeulde pelgrim,
die verwonderd wakker schoot.
04-08-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
03-08-2014 |
De waard. Omer Karel De Laey |
's Middags, voor zijn herberg, stond de
waard te zweten, slekkevet,
en hij had een kroes met bier in,
bij hem, op een stoel gezet.
Langs zijn dikke kropkeel,
stak de wollen voering uit,
van zijn open wambuis, lijk een
schaakbord, wit en zwart geruit.
Met zijn korte vingers greep hij,
het oor van de kroes, en stoop,
dat het mierelend bier gedurig,
op zijn lederen muilen droop.
Smakkend dronk hij, rond zijn neus,
purper lijk een rijpe pruim,
en gezwollen, bleef een natte, witte
ring van plakkend schuim.
Zuchtend liet hij dan zijn lichaam,
neerzakken op de stoel,
en hij wuifde met zijn muts,
langs zijn leutig Bacchussmoel.
03-08-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
02-08-2014 |
De ruiter. Omer Karel De Laey |
Voor het stadhuis reed een ruiter,
en zijn rilde stalen zwaard,
rammelde in de schede, en kletste
langs de zadel van het paard.
Zijn verniste spaanse laarzen,
met vergulde sporen aan,
bleven gapend, rond zijn rode
spanderkousen openstaan.
Langs zijn bruingebrande wezen,
leekten vette druppels zweet,
en bij schoten blies de wind,
de groene rug op van zijn kleed.
Met de teugel rond zijn vuisten,
snoerde hij zijn paard, en wrong
dat het schuim in witte vlokken,
langs het gebit te biggelen hong.
En de veder, die van achter
vastgestekt zat, op zijn hoed,
lijk de wimpel van een schuit,
wentelde in de zonnegloed.
02-08-2014, 09:25
Geschreven door André 
|
|
 |
01-08-2014 |
Koude. Omer Karel De Laey |
Langs de witgevrozen straat,
grijpt de wind het mager zand,
en hij jaagt het briesend op, in
een wervel over het blote land.
Lijk een dikke wijte, in het noorden,
hangt de hemel donkergrijs,
en er leken langs de daken,
lange kegels af van ijs.
In de koperrode zon,
zit een piepend mussenpaar,
tegeneengekrompen, op de
takken van een perelaar.
Het westen wemelt lijk een bron,
die vergulde stralen spruit,
en de scherpe maan, steekt haar
zilverwitte horens uit.
Het duimstert voort. De koude bijt,
en dicht langs de meersengrond,
door het groen geschemer, vliegt
een koppel watersnippen rond.
Niets verstoort de eeuwige stilte,
van de uitgedoofde dag,
buiten hier en daar in het stro,
een halfversmachte vlegelslag.
1904
01-08-2014, 00:00
Geschreven door André 
|
|
 |
|
 |
|