thuishaven
We zijn de 44de week van 2025
Zoeken in blog

Inhoud blog
  • K3
  • Kathleen Aerts
  • Elke Taelman
  • Beatrice Egli
  • Elke Taelman
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's.
    Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
    11-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leven 2. William Cullent Bryant
    Het zij zo, echter rijst mijn dank,
    ik werd een zoete wijle lang,
    de duisternis van het stof onttogen,
    en ik zag,
    al was het één enkele dag,
    U, Heer van het Alvermogen,
    de lichtglans van Uw Majesteit,
    omhoog, omlaag, alom verspreid.
    En ik wist dat de inspraak die mij stierde,
    soms veracht, soms gesmoord,
    allengs met straffer stem gehoord,
    op het heir van driften zegevierde,
    dat alle kennis, alle kracht,
    dat de adeldom van ons geslacht
    uitblinkt, ook als het heeft gezondigd,
    in het rouwdragende gemoed,
    al wat de onsterfelijkheid verkondigt,
    slechts van Hem kwam, Hem, het Hoogste Goed.

    Mijn kind, gewis zal traan bij traan,
    uw blauwe ogen dof toen staan,
    als ik, te vroeg, u worde ontnomen,
    mijn zerk,
    zijdelings van de kleine kerk,
    u vaak met verse bloemen ziet komen.
    Maar wacht een week, een maand, een jaar,
    het gemis wordt licht, al viel het zwaar,
    en het hier zijn zal u een genot wezen,
    tot gij gekromd, verzwakt, geduld,
    volgaarne uw plaats ruimen zult,
    waarin ge schijnt verrezen.
    Dan ligt gij op uw beurt in een graf,
    het vergankelijk omhulsel af,
    och, werd ons bij die schijnbare rust,
    de schemerige toekomst klaar,
    van al het goddelijke ons bewust,
    van onze liefde voor elkaar.

    Amerikaans dichter 1794-1878
    vertaald gedicht








    11-04-2014, 08:53 Geschreven door André  


    10-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leven 1. William Cullent Bryant
    O Gave, die mijn oog aanschouwt
    in het roerloze mos van het woud,
    als in zijn wiegende bladeren,
    genucht,
    mij omgeurende in de lucht,
    en het bloed bevleugelend in mijn aderen.
    Gij die de hemel weergalmend prijst,
    als met de dag het zonlicht rijst,
    O Onverklaarbare geest, O leven,
    hoe blinkt, hoe straalt, hoe gloeit uw vreugd,
    de blikken uit de blijde jeugd,
    haar overstelping prijsgegeven.
    Vlug, vrolijk, vrij in dartele vaart,
    de vlinder na, van verre ontwaard,
    verrukt zij me in de lieve jongen,
    die springend en zingend mij vergezeld,
    waar beek bij beek, met schuchter sprongen
    dan wilde dieren, door het lover snelt.

    Met uw weergaloze kracht,
    die hier uit bos en beemden lacht,
    die al hun bladeren en bloemen teelde,
    het insect,
    in het sluimerend stofje wekt,
    en ieder ruim vervult met weelde,
    het water de vissen beschikt,
    de wolken met gezang verkwikt,
    de weiden briesen doet en loeien,
    ach, moet uw adem die mij blaakt,
    en dag aan dag uw wonderen smaakt,
    eens aan mijn vegen mond ontvloeien.
    Vonk voor vonk, drop voor drop,
    bij telkens flauwer harteklop,
    mijn kreunend krimpend lichaam ontwijken,
    een schaduw van hetgeen het was weleer,
    en doodsnacht op mijn ogen strijken,
    als heersend licht noch liefde meer.

    Geen schepsel dat aanschijn heeft,
    of het schiet van de aarde, het stijgt, het streeft,
    uit ingeslapen lust in luister,
    omhoog,
    naar de heldere hemelboog,
    maar zinkt als het sterft weer weg in het duister.
    Al wat ge neigen zag ten val,
    Al wat uw adem wekken zal,
    verleden en toekomst licht verborgen,
    schuilt achter het wapperend sluierkleed,
    door u uit geur en glans gereed,
    door u verplooid met iedere morgen.
    Hoe liefelijk het in mijn oren ruist,
    omgolft alreeds mijn donkere kluis,
    het verheelt de ziertjes thans vertreden,
    maar die slechts wachten op mijn dood,
    om fluks de ruimte te bekleden,
    waarin ik aarde en lucht genoot.








    10-04-2014, 08:14 Geschreven door André  


    09-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het schaakbord. Owen Meredith
    Heugt u lieve, met wier trouw ik mij vleide,
    eer ons zo droeve wijsheid scheidde,
    heugt u, wat zoets de winter had,
    bij het haardvuur prettig omgevlogen,
    waar wij ons over het schaakbord bogen,
    vaak door elkanders blik schaakmat.

    Ik zie nog je poezelig handje spelen,
    met de eerste veroverde pion,
    daar doet ge beschut tussen de kastelen,
    uw koningin de strijd bevelen,
    de raadsheer schijnt zich weg te stelen,
    of hij een nieuwe list verzon.

    Hoe raken eensklaps onze vingeren,
    elkander aan, je lokkig haar 
    omgolft mijn wang, en dwars door het slingeren,
    word ik je blanke hals gewaar,
    is het een wonder dat de gulden netten,
    op het onvoorziene schaak mij zetten.

    Ook mat, de slag heeft uit, verheerd
    ligt wie zo fier de kroon mag dragen,
    en heeft ons het lot, in later dagen,
    verplicht wel stouter zet te wagen,
    wat heeft het falen als het slagen,
    wat droeve wijsheid ons geleerd.

    Slechts dit helaas, dat gij noch ik,
    al sloot het saai voor dubbele ruiten,
    niet enkel storm en sneeuw weer buiten,
    maar ook wat slaat met felle schrik,
    ook 's werelds ogen, 's werelds oren,
    wij ons nooit, neen nooit, nooit weer zien gloren,
    wat zoete jonkheid blijft beschoren,
    het schaakmat zijn door elkanders blik.
    1860
    vertaald gedicht

    09-04-2014, 08:54 Geschreven door André  


    08-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het lied van de valk 2. J M'Lellan jr
    Waar de winden minziek zweven,
    om de bergtop warm van lust,
    daar, mij uw schoonheid prijs gegeven,
    daar, de wilde tocht geblust.

    Maar gij leed de slavernij,
    Maar gij aarzelt bij het gefluit,
    weg, ik achtte u vrank en vrij,
    weg, ik wil u niet tot bruid.

    Wat dan bloodaards zou ik telen,
    het paar, waaruit ik sproot, tot schand,
    niemand die zich liet strelen,
    door de voederbiedende hand.

    Neen, de moeder van mijn jongen,
    heeft in 's jagers lijk gewroet,
    op de rots ons nagesprongen,
    en verpletterd aan haar voet.

    Welk een weelde dus, zijn wieken
    uit te spreiden, zonder dwang,
    van 's ochtends schemerkrieken,
    tot  's avonds ondergang.

    Weelde, het weerlichtsnelle drijven,
    langs de glinsterende trans,
    Weelde, het sierlijk kringbeschrijven,
    door de schepping noodt ten dans.

    Weelde zonder schrik te roven,
    wijl ik allen overmag,
    en het bereik van kruid te boven,
    in het zwerk de rook belach.

    Toon uw sterke, forse vleugels
    Toon die thans in stouter vlucht,
    ginder viert de storm de teugels,
    in de wolkenzwangere lucht.

    Luider klinkt alreeds de donder,
    van de verre oceaan,
    het middagzonnelicht duikt onder,
    mag dat oorlogsschip vergaan.

    En de wilde baren schuimen,
    En zij steigeren torenhoog,
    even of haar blanke pluimen,
    het loden wicht geen aasje woog.

    Op de rasting strijk ik neder,
    om de wimpel zwier ik rond,
    want de vrees kreukt mij geen veder,
    schoon het geschut zijn nood verkond.

    Hoe de hoge masten trillen,
    Hoe de wolk van zijden slinkt,
    gretig vangt mijn oor het gillen,
    van de schare die verdrinkt.

    Wie is thans de god der aarde,
    wat vermag zijn heerschappij,
    het liefelijk blauw van de hemel klaarde,
    toen ik hoger steeg, voor Mij.
    1843
    vertaald gedicht








    08-04-2014, 00:00 Geschreven door André  


    07-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het lied van de valk 1. J M'Lellan jr
    Waar beken, het bos ontkomen,
    leven schept in het eenzaam dal,
    waar de donkere dennenbomen,
    huiveren bij de waterval.

    Waar de zomerzon de rotsen,
    heel een etmaal lang bestraald,
    waar haar kruinen wolken trotsen,
    in een onweer afgedwaald.

    Daar ontplooien zich mijn wieken,
    tot de vrije, verre vlucht,
    ieder gaaiken dekt haar kieken,
    rijst mijn roofkreet in de lucht.

    Eer het gebergte zijn laatste galmen,
    steven hoort in het verste meer,
    daalt mijn schaduw op gouden halmen,
    van een vruchtbaar landschap neer.

    Daalt er op en is al ver,
    immer evenaar ik in spoed,
    het vallen van een ster,
    de bliksems rosse gloed.

    Schip bij schip doemt aan de kimmen,
    zie daar zeilen zij onder mij,
    en het flikkerende glimmen,
    van de zee zelf is voorbij.

    Waar ter wereld heerst een koning,
    over erf, mijn erf gelijk,
    het ganse luchtruim is mijn woning,
    alle hemelen zijn mijn rijk.

    Slechts wanneer ik blind mij staarde,
    waar het licht zijn oorsprong neemt,
    daal ik deinzende af naar de aarde,
    poos ik boven bos en beemd.

    Trots het woest gedruis der steden,
    beeft noch trilt mijn vleugelpaar,
    nauwelijks wordt mijn blik beneden,
    het kruipend mensenras gewaar.

    Dwarrelt ginds een wolk van duiven,
    over het vale bruin der hei,
    het is of rossen het zand doen stuiven,
    ha, daar hoor ik valkgeschrei.

    Wees gegroet, gij telg van het noorden,
    die uw prooi voert in uw klauw,
    ga met mij naar stouter oorden,
    ga van uit dit nevelgrauw.
    1843

    07-04-2014, 08:02 Geschreven door André  


    06-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ganzenvlucht. Guy de Maupassant
    Het is rondom alles stil, een stilte als van de dood,
    de vlakte is witbesneeuwd, de hemel grijs als lood,
    alleen de raaf aast op zijn prooi. Hij zoekt zijn beet,
    wroet in het sneeuwwitte veld, en smet het vlekkeloos kleed.

    Maar luister, in de verte verheft zich plots een kreet,
    kom nader, kom nader, het is een wilde ganzenstoet,
    de  halzen uitgerekt, het zuiden tegemoet,
    steeds sneller ijlend in hun tomeloze vlucht,
    zo vliegen zij voorbij en snorren door de lucht.

    Eén voert als gids de schaar dor grauwe pelgrims aan,
    ver over de bergen, langs de wijde oceaan,
    en waar het nodig is hen tot vlugheid aan te sporen,
    laat hij van tijd tot tijd een schrille maankreet horen.

    En ruisend slingert zich de brede karavaan,
    een dubbel lint gelijk langs de effen hemelbaan,
    maar zie hun broeders ginds in het veld. Zij zijn gevangen
    en als verstijfd van kou. In zware, lome gangen 
    voert hen een haveloos kind, al fluitend op en neer.

    Als logge schepen gaan zij schommelend heen en weer,
    straks horen zij de kreet van de anderen, zie zij staren
    verwonderd naar omhoog. Als zij hen dan ontwaren,
    die vrije reizigers doorklievend de lucht,
    dan richten zij zich op, als reppend zich ter vlucht.

    Hoe voelen zij op die stem de vrijheidszin ontwaken,
    die sluimerde in hun hart, hoe zij hun armen koortsig haken,
    naar het vrije mateloze ruim, naar het zoele zuideroord,
    zij spoeden zich door de sneeuw angstig waggelend voort,
    lang nog, lang nadat hun broeders zijn verdwenen,
    klinkt over het doodse veld hun schrille noodkreet henen.
    1880
    vertaling J N Van Hall


    06-04-2014, 07:55 Geschreven door André  


    05-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'s Nachts in de sneeuw.Guy de Maupassant
    Beweegloos ligt het veld in donzen wintervacht,
    geen kreet, geen ademtocht, het leven is geweken,
    slechts hoort men nu en dan de doodse stilte breken,
    door het huilen van een hond die ronddoolt in de nacht.

    Geen gezangen in de lucht, geen grasspriet meer ontloken,
    de winter heeft elke lied en elke bloem gedood,
    de bomen steken, van hun bladerendos ontbloot,
    hun wit geraamte omhoog, als droeve norse spoken.

    De bleke maan schijnt in de bodemloze gaarde,
    het is of zij koud heeft aan de hemel zo alleen,
    zij laat haar doffe blik ver weiden over de aarde,
    ziet alles doods en naakt in het rond, en spoedt zich heen.

    Koud vallen ze op ons neer, haar laatste zilveren stralen,
    Fantastisch schijnsel dat zij al gaande nederstrooit,
    en met de wondere glans van het bleke licht getooid,
    blinkt in de verte de sneeuw in de eenzaam stille dalen.

    En welk een nacht is het voor de vogels in het woud,
    een wind als ijs giert om, de wilde stormen huilen,
    geen loverdak in het rond om voor het weer te schuilen,
    geen slaap verkwikt hen meer, zij hebben het veel te koud.

    En bevend zitten zij, verwilderd en verstomd,
    op de afgedorde tak, met ijzel overtogen,
    zij staren naar de sneeuw met angstig zoekende ogen,
    en wachten, wachten op de nacht die maar niet komt.
    1880
    vertaling J N Van Hall







    05-04-2014, 07:42 Geschreven door André  


    04-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Haar Naam. Victor Hugo
    De lieflijke ambergeur van lelie, het schitterend glansen
    van stralen, die het hoofd van de Moedermaagd omkransen,
    het laatste geluid van de dag, wanneer hij zijn ronde sluit,
    de deernis van een vriend, wiens tranen ons vertroosten,
    de blos van de herauten in het levenswekkend oosten,
    de liefdeskussen hun zoet geluid.

    De zevenkleurige sjerp, zo welkom aan onze ogen,
    die het vliedend onweer op de donkere wolkenbogen,
    ten zegeteken aan het zonlicht achterlaat,
    het onverhoopt genot een dierbare stem te horen,
    de stem van een bloedverwant, te lang, te wreed verloren,
    de herinnering aan een goede daad.

    De toon van een zilveren luit die smelt in de avondwind,
    de reinste, de eerste droom van een schuldeloos kind,
    de zoetste wensen van een pas ontloken maagd,
    het kwijnend licht van de maan dat door het loof gaat spelen,
    in de zomeravond de dans van de Filomelen,
    die de koelte door de velden draagt.

    Het verrukkend lied van een koor dat weerklinkt in de verte,
    het kind haar eerste lach zo dicht bij het moederhart,
    het ruisen van een beek gekust door Zefir's adem,
    het murmelen van een klank die wegsterft in de dalen,
    al wat de geest zich nog zoeter tracht te malen,
    is minder liefelijk dan Haar Naam.
    1838






    04-04-2014, 08:14 Geschreven door André  


    03-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aan het rijm 3. Joseph Delorme
    Duld niet in een vers, dat de dwang
    van de klank,
    van frisheid beroofd en van leven,
    de lettergreep eenzaam verzucht en alleen,
    die van geen het antwoord verkrijgt,
    haar te geven.

    Eens dat ik mijn hand in het zwijgende woud,
    langs het goud,
    de snaren van het speeltuig liet dwalen,
    zag ik eensklaps een hagelwitte duif in de vlucht,
    uit de lucht,
    op het ebbenhout klankenrijk dalen.

    Maar dat zij zich bij mij kwam wagen,
    was niet om mijn lied,
    welke zoetheid haar oor mocht bekoren,
    het gemis van haar echtgenoot doordrong haar van rouw,
    en haar trouw,
    vroeg mij naar de droevig verlorenen.

    Beminnelijke vogels, Ik hoorde veeleer,
    u maar weer,
    tweelingstem zingende paren,
    gij stoeide veel liever met vrolijk getier,
    op mijn lier,
    en uw vleugels dekten mijn snaren.

    Dat een draad uit zijden vlecht,
    u verhecht,
    aan een wolk, mij dienende als wagen,
    zo zouden jullie, als trekspan van de godin
    der min,
    in Venus bospaadjes mij dragen.




    03-04-2014, 08:27 Geschreven door André  


    02-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aan het rijm 2. Joseph Delorme
    Rijm, ring van juweel, die omhoog
    aan de boog,
    de luchters verhecht, die er slingeren,
    of  's avonds de vaas, waar de wierook in brandt,
    door uw band,
    bevestigd in Moedermaagds vingeren.

    Rijm, sleutel die de ark ontsluiten weet, 
    waar op het altaar,
    het Hoogheilige in de nacht ligt verholen,
    of die met uw zegel het geurende vat,
    als een schat,
    in een cederen kist houdt verholen.

    Rijm, tovergodin met gevleugelde voet,
    die de stoet,
    voorafgaat van zangerige koren,
    terwijl de wolkenkoets van verzen in vlucht,
    door de lucht,
    geleidt langs lichtende sporen.

    O rijm, wie gij zijt, ik wijk u,
    ik buk voor uw juk,
    hoe lang kan ik u weerstand bieden?
    ik geef mij over, ik zweer niet meer,
    als weleer,
    uw invloed weerspannig te ontvlieden.

    Maar vlied dan ook gij, vlied niet heen,
    als de gloed,
    van de dichtkunst mijn hart doet jagen,
    maar schenk mij uit deernis een vriendelijke blik,
    wanneer ik,
    uw machtige bijstand zal vragen.








    02-04-2014, 09:48 Geschreven door André  


    01-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aan het rijm 1. Joseph Delorme
    O rijm, dat de steun geeft aan klaterende klank,
    aan gezang, 
    O rijm, harmonie van akkoorden,
    gaf niet de galm van uw trillende stem,
    daaraan klem,
    die nooit oren of harten bekoorden.

    O rijm, dat de wedergalm is van het geluid,
    dat zich uit,
    uit hoorn en veldpijp gedreven,
    vaarwel van een scheidende vriend, die zijn ach
    door het beklag 
    zijn vriend trouw terug hoort gegeven.

    Rijm, spaan, die het water dartelend splijt,
    en doorsnijdt,
    boeg, stout door hun golvenjacht dringend,
    rijm, ijzeren spoor, gouden toom,
    naar de wet,
    van heilzame regels dwingend.

    Rijm, haak om de heupen van een wulpse godin,
    van de min,
    het luchtig sluiergaas windend,
    en vast om de borst van de liggende held,
    op het veld,
    de koperen draagband verbindend.

    Rijm, engte waardoor zich het bronnat verdringt,
    dat ontspringt,
    in opwaarts gedreven stralen,
    die stuivend door het ganse zonlicht gelonkt,
    en ontvonkt,
    in kleurige stroomzuilen dalen.
    1837
















    01-04-2014, 09:03 Geschreven door André  


    31-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herinnering. A.C.W. Staring
    Wij schuilden onder droppelend lover,
    gedoken aan een plas,
    een zwaluw glipte het weivlak over,
    en speelde om het zilveren gras,
    een koelte blies, met geur beladen,
    leven door de wilgenbladen.

    Het werd stiller, het groen liet af van droppen,
    geen vogel zwierf meer om, 
    de dauw trok langs de heuveltoppen,
    waarachter het westen glom,
    daar zong de mei zijn avondlied,
    wij hoorden het, en wij spraken niet.

    Ik zag haar aan, en diep bewogen,
    smolt mijn ziel haar ziel ineen,
    O toverblik van minnelijke ogen,
    je flonkering op mij scheen,
    O zoet gelispel van die mond,
    je adem mijn eerste kus verslond.

    Ons dekte vreedzaam wilgenlover,
    de schemering was voorbij,
    het duister toog de velden over,
    en dralend rezen wij.
    Leef lang in blij herdenken voort,
    gewijde stond, geheiligd oord.
    1838


    31-03-2014, 00:00 Geschreven door André  


    30-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Charleroi in oude prentkaarten.
    Prentkaarten uit grootmoeders tijd. Zo schoon.

















    30-03-2014, 17:39 Geschreven door André  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Water en vuur. Jan Pieter Heije
    Brand klinkt het, brand,
    van alle kant,
    met donderend geklater,
    de vlam slaat uit,
    van Oost naar West, van Noord naar Zuid,
    waar is de spuit?

    Geef water toch, geef water,
    maar dwaalt hier ook,
    een beetje rook,
    en ziet ge vonken spatten,
    toch blijft het stil,
    het lijkt of het hier niet branden wil.

    Wij zijn te kil,
    zo schijnt het, om vlam te vatten,
    nu vreemd is het niet,
    zo tussen het riet,
    en midden in de baren,
    vliegt het waterland,
    zo gauw als de anderen niet in brand,
    je kunt de spuit hier sparen.

    Ik heb jullie geprezen,
    wees vroom en goed,
    maar brand dan ook waar het mag en moet,
    van binnen gloed,
    het dient er bij te wezen,
    zo trots en vreugd
    om burgerdeugd,
    u in het hart sluipt.





    30-03-2014, 08:12 Geschreven door André  


    29-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lands wijs. Jan Pieter Heije
    Van buiten ijs, van binnen gloed,
    het is winter in de Nederlanden,
    al is er turf om te branden,
    de grond is sneeuw en ijs de vloed,
    en ja, het huis zo dicht te sluiten,
    de jas te knopen tot de hoed,
    dat staat misschien wel kil van buiten,
    maar haard en hart zijn warm en goed,
    Van buiten ijs, van binnen gloed.

    Elk land heeft zo zijn eigen wijs,
    en ook zijn eigen eer, mijn vrienden,
    zo zult gij andere landen vinden,
    van buiten gloed, van binnen ijs,
    mocht iemand van jullie dan verkiezen,
    te zijn in Napels of Parijs,
    ik wil er geen woorden aan verliezen,
    en gun hem graag dat paradijs,
    van buiten gloed, van binnen ijs.

    Maar ik zeg het klaar en goed,
    ik hou het bij de Nederlanden,
    wij schijnen mogelijk niet te branden,
    maar doen het waar het mag en moet,
    wij hebben te allen tijd gegeven,
    de arme, wat zijn leed verzoet,
    de vriend ons hart, de trouw ons leven,
    en het lieve vaderland ons bloed,
    van buiten ijs, van binnen gloed.




    29-03-2014, 06:49 Geschreven door André  


    28-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eendracht. Jan Pieter Heije
    Wie met makkers moet verkeren,
    of moet werken dag aan dag,
    dient te weten of te leren,
    wat vereende kracht vermag.

    Het halve werk, het half vermoeien,
    het is, als de scheepslui roeien
    met gelijke slag.

    Mannen, vrouwen, wees eendrachtig,
    in uw huis en op de straat,
    dat maakt stevig, dat maakt krachtig,
    in de kerk en in de staat.

    Wat je gaarne zelf zou kunnen,
    dien je aan iedereen te gunnen,
    goede kameraad.

    Laat maar blaffen, laat maar fluiten,
    ruw en sterk of fijn en zacht,
    wie van binnen of van buiten,
    tweedracht zaaien wil bij nacht.

    Lacht wat met hun loze vonden,
    keert uw horens naar de honden,
    eendracht slechts maakt macht.
    1848
    Jan Pieter Heije is geboren te Amsterdam in 1809 en aldaar gestorven in 1876


    28-03-2014, 09:48 Geschreven door André  


    27-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De laatste dagen 2. Achilles Mussche
    De bloem van de zon aan alle verten,
    De bloem van de zon aan mijn mond
    kom, die voor aller harten smarten,
    de goedheid van een glimlach vond.

    Kom, met de rozen van alle wegen
    en uw wijsjes, mooi als een moederschoot,
    ik lach u tegen, ik lach u tegen,
    met open armen, o goede dood.

    Treed bij, nu de hemel stilt van de zon, en de
    harten van de mensen vol liefde en geluk zijn,
    Treed bij, het is de tijd om mijn hart te wenden,
    en te zetten als een vogel in een gouden schijn.



    27-03-2014, 07:38 Geschreven door André  


    26-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De laatste dagen 1. Achilles Mussche
    Het worden de laatste schone dagen,
    van verre hemelen en stille wind,
    vlei mij, doodmoe van alle dragen,
    nu de eeuwigheid van de herfst begint.

    Dood in de ijle wijle gordijnen,
    Dood in de deining van uw lied,
    waar alle donker en maneschijnen,
    bloesems van lachen, en parelend verdriet,

    zijn als het hart van één moeder. Luister,
    hoe mijn verlangen zacht zingt naar u,
    hoe mijn leven is een heel gefluister,
    naar de rustige kusten van de dood, van u.

    Want vreemd, in mijn eigen leven verloren,
    al liefden, alle wijsheid moe,
    van alle smarten uitverkoren,
    gaan op een traan mijn ogen toe.

    Moet nog mijn hart, eeuwen moede,
    barstende van gonzende grondeloosheid,
    de kermende dageraden verder bloeden,
    de rillende sterren verder hoeden?

    Heb ik niet reeds een afgrond van levens om mij heen?
    1920
    Gent 1896- Gent 1974





    26-03-2014, 09:53 Geschreven door André  


    25-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herfsttij. A L De Rop
    Het loof wordt ijler, bruin en goud van tinten,
    bestikt met parels, wemelen langs de paden
    de naarjaarsdraden.

    Nog slaat in het bos de vink zijn heldere tonen,
    bij het weifelend zonlicht, purperrood van stralen
    in het vroege dalen.

    Ik dwaal naar mijn duinen, en zet mij op de glooiing
    in het mos neer, ik hoor de golven bruisen,
    de zeewind suizen.

    Het westen, de zee, mijn uitverkorene,
    mijn zielsgeliefde, zij zendt mij innig zoet,
    een tedere groet.

    De maan klimt hoger, en wint in glans,
    een zilveren sluier spreidt zijn lichtgetover,
    op beemd en lover.

    Ik droom en mijmer, ik hoor Keltische gezangen,
    en een Keltische harp, schimmen zie ik dwalen,
    door gindse dalen.

    Zo een droeve klachten ontstijgen aan de heide,
    en vreemde liederen stemmen mij het hart,
    tot weemoedssmart.

    Het is of geheimen die nooit het daglicht zagen,
    hun graf verlieten, en aan de bladeren,
    zich openbaren.

    Het is of legenden in het spoor des tijds verloren,
    de lucht vervullen, het nevelig verleden,
    herleeft in het heden.

    En ik droom en mijmer, een wondere wereld daagt mij,
    ruïnen, rotsen, sombere dennenwouden,
    wier kruinen grauwden.

    Een flikkerend dwaallicht, gevolgd door geestendrommen,
    in brede kringen stijgend tot de hemelen,
    zie ik wemelen.

    Zijn het Ierse helden of Schotlands grijze barden?
    De hal van Selma of Arduns berggrotholen?
    In de mist verscholen?

    Opeens wat ommekeer, de dampen trekken samen,
    nu zijn mijn dromen luchtspiegelingen,
    en mijmeringen.

    De wind blaast krachtig, de wolkenschepen naderen,
    mijn hoofd omfladdert een vlucht blanke meeuwen,
    die krijsend schreeuwen.

    Ik hervind mezelf, het was mij goed die gezangen
    weer te horen, peinzend op de kruinen,
    van mijn duinen.
    1878
    Antoon Leonard De Rop
    Den Haag 1837- Amsterdam 1895



    25-03-2014, 00:32 Geschreven door André  


    24-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onwetend. J N Van Hall
    Onwetend zijt gij zoals ik, in uw hoge zalen,
    met ontelbare zonnen, en nog veel meer. De reden
    van uw bestaan ontsnapt u, en gedwee, tevreden
    laat gij uw kwistige hand uw goud in de afgrond stralen.

    Gij rozen die uw knoppen pas ontsloot, gij dalen
    en bergen, woud en stromen, gij weet niets. Neen,
    de onzichtbare wereld en de wereld om mij heen,
    zij kennen plan noch doel van hun rusteloos dwalen.

    Onwetendheid alom. En noch het geringste atoom,
    noch de arme mensheid wekt de godheid uit hun droom,
    of roept hun toe: ik ben en wil me u openbaren.

    O wondere waarheid, wie die u geheel doorziet,
    wat kunt gij hart en brein een geweldige kwelling baren,
    zou het heelal God zelf zijn, en wij weten het niet.
    1882
    naar een gedicht van Sully Prudhomme




    24-03-2014, 00:00 Geschreven door André  


    Videoweerbericht
    De plaatselijke tijd in Brussel:
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog als favoriet !

    Startpagina !

    Mijn favorieten
  • Venster op de wereld
  • Restaurantgids
  • boeken
  • Wikipedia
  • Nieuwe encyclopedie
  • Vertalingen
  • Synoniemen
  • Onze Taal
  • Wetenschappen

  • Zoeken met Google



    Archief per maand
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs