thuishaven
We zijn de 31de week van 2025
Zoeken in blog

Inhoud blog
  • K3
  • Kathleen Aerts
  • Elke Taelman
  • Beatrice Egli
  • Elke Taelman
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's.
    Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
    09-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Avondschemering. S.J. Van de Bergh

    Wat is ze vredig de avond, wat is de hemel blauw,
    zie, alle vogels baden zich in de zachte dauw,
    zij knikken en zij dromen, ontroof haar niet dat zoet,
    want werelden verrijzen tot zelfs in het kleinste gemoed.

    De leeuwerik droomt zich boven gedoken tussen het kruid,
    wat elke bloem mag voelen ademt zij in geuren uit,
    de schone wijde wereld met wat zij heeft en had,
    en de gehele hemel wordt door mijn hart omvat.

    Een traan glanst in mijn ogen al lachen zij van vreugd,
    ik omarmde graag elk schepsel van nameloos geneugd,
    zie, alle sterren blinken en de avond schemert zacht,
    laat vrij de sterren naken en ook de zwarte nacht.

    Slaapt zacht en droomt gij vogels, de bloemen wachten op de dauw,
    het is stil in het diepste der harten, daar is de hemel blauw. 

    09-08-2013, 07:57 Geschreven door André  


    08-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandeling te middernacht. S.J. Van den Bergh

    Ik wandel met de geest van middernacht,
    de brede, stille straten op en neer,
    hier werd voor een uur nog cijns gebracht,
    vreugde en leed, en nu, nu droomt men weer.
    Een bloem gelijk ontbladerde de lust,
    de volle bekers hielden op te stromen,
    de kommer ging met de avondzon ter rust,
    de wereld is vermoeid, ach laat haar dromen.

    Al mijn haat en wrevel ging hier te niet,
    sinds het onweer van een dag begon te pozen,
    nu weer de maan haar zachte luchtstroom giet,
    al is het ook op uitgebloeide rozen,
    licht als een klank, en hoorbaar als een ster,
    ontstijgt mijn ziel de lagere wereldzomen,
    als in zichzelf verloor zij graag zich, ver
    in al de mensen hun diepst verborgen dromen.

    Een spion gelijk, sluipt achter mij mijn schaduw,
    Een kerkerhol ontwaar ik aan mijn voeten,
    O Vaderland, uw zoon u veel te trouw,
    moet bitter zijn onkreukbare liefde boeten,
    hij slaapt, en voelt hij wat hem werd ontroofd?
    Droomt hij misschien ook van zijn eikenbomen?
    Droomt hij zich soms een zegekrans op het hoofd?
    O God der vrijheid, laat hem verder dromen.

    Daar rijst voor mij een reuzig hofgevaart,
    schoon puperen gordijnen het raam bedekken,
    zie ik hoe in slaap men rondtast naar een zwaard,
    met zondige en door angst verwrongen trekken,
    als het geel der kroon is zijn gelaat miskleurd,
    hij laat ter vlucht zich duizend rossen tomen,
    hij stort ter aarde, en de aardse bodem scheurt,
    O God van wraak, laat hem verder dromen.

    Het huisje ginds aan der beek groene zoom,
    gebrek en onschuld deelt er het leger samen,
    toch schonk de Heer de landman droom bij droom,
    opdat zij uit wakende angst hem redden kwamen.
    Bij iedere korrel, die Morfeus band ontglijdt,
    wordt door zijn oog een akkerveld vernomen,
    zijn hart is tot een wereld uitgedijd,
    O God van armoe, laat de armen dromen.

    Bij het laatste huis, wil ik bij de bank van steen
    verwijlen, en geen zucht der ziel verhelen,
    trouw min ik u mijn kind, maar niet alleen,
    gij zult mij eeuwig met de vrijheid delen.
    In gouden lucht wieg ik u een duivenpaar,
    ik zie slechts wilde rossen steigerend komen,
    gij droomt van vlinders, ik van de adelaar,
    O God van liefde, laat mijn liefste dromen.

    Gij ster, die breekt door wolken als het geluk,
    Gij nacht, die stil en liefelijk neer komt dauwen,
    laat mij de ontwaakte wereld, haar druk
    en misvormd gelaat niet al te vroeg aanschouwen,
    op tranen valt de ontwakende ochtendstraal,
    de vrijheid vlucht als zij de dag ziet komen,
    de dwingelandij scherpt dan opnieuw het staal,
    O God van dromen, laat ons allen dromen.

    1847














    08-08-2013, 08:58 Geschreven door André  


    07-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Polen. S.J. Van den Bergh

    Moeder, wil mijn tooisel bergen,
    Och, die bonte pracht misstaat,
    en wat harte kan die vergen,
    dat van duldloos leed vergaat?

    Door de hoop opnieuw geboren,
    sierde ik mij, als ten feest gereed,
    maar sinds Polen ging verloren,
    voegt mij enkel het zwarte kleed.

    Toen ik het wapperen zag der vanen,
    schitterend in de zonneglans,
    aan de speren der Ulanen,
    prijkte ik met een mirtekrans.

    Maar sinds in Grochowaas dreven,
    Polens adelaar vruchteloos streed,
    zijn slechts tranen mij gebleven,
    voegt mij enkel het zwarte kleed.

    Toen mijn lief, voor de smart
    van zijn broeders, strijdwaarts toog,
    rukte hij zich van mijn hart,
    met de heldenmoed in het oog.

    Ik wou toen lint noch strikken derven,
    maar sinds Polens hoop ontgleed,
    hij nu banneling is, steeds moet zwerven,
    voegt mij enkel het zwarte kleed.

    Toen wij de oogst hier mochten vieren,
    van Sint Iwans lauwertak,
    liet ik mijn haar in kronkels zwieren,
    daar mijn oog van hoop en vrijheid sprak.

    Maar sinds het Verraad ons verkocht heeft,
    Polen wegkwijnt in zijn leed,
    en de Woede ons land bezocht heeft,
    voegt mij enkel het zwarte kleed.

    1846




    07-08-2013, 07:52 Geschreven door André  


    06-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Winden. S.J. Van den Bergh

    Gewiekte winden, gij onzichtbare luchtrivieren,
    wat was voor luttel tijd uw dartel zweven zoet,
    gij droeg het mommelend bietje, en deed de lokken zwieren,
    langs de wangen van de maagd, en schonk haar frisser gloed.

    De ronde witte wolken joegt gij door blauwe kolken,
    gij bliest de dauwdrop weg van het dorrend bloemenheer,
    trompetboom bloesem dreeft gij voor u uit in wolken,
    en wierp ze, als blanke sneeuw, op het groenend grasveld neer.

    Nu brult gij als het gedruis van watervallen, en even
    ontzettend zijt gij, als de draaikolk waar zij woedt,
    gij zweept de grond, en zie, de trotse bergen beven,
    en krakend buigt zich het woud der dalen aan uw voet.

    De wolken stuiven voor u heen als adelaren,
    der mensenhutten slaat uw wilde vlaag ineen,
    gij ligt de daken op als ijle najaarsblaren,
    en wervelend strooit gij alom hun overblijfsels heen.

    Vergeefs beproefd, om aan uw gramschapvlaag te ontkomen,
    de vogel het wiekgespan, gij grijpt en sleurt hem dood,
    de kille regen doet gij in plassen nederstromen,
    en het akkerveld verkeert in diepe watersnood.

    De hoge heuvel af bruist beek bij beek naar onderen,
    de vlakte wordt een zee, het dorp is overplast,
    en het kermend angstgeschrei, rolt door het loeiend donderen
    der stormen henen, daar het water hoger wast.

    Gij stort op het meer, de mens verbleekt, voelt zich vertederen,
    waarheen gij dondert, rijst en angstroep en gebed,
    gij werpt zijn wateren rond, zoals het vogeltje zijn vederen,
    als hij ze fladderend in de frisse bronwel net.

    Zie het scheepsvolk tracht de mast, die splintert, nog te sterken,
    gij schokt de oceaan tot in zijn zilten grond,
    de golven, bergen hoog, neemt gij op uw trotse vlerken,
    en scheepswrak bij scheepswrak zaait gij aan al zijn oevers rond.

    Hoe wordt gij dus? Geen kamp voor de edele vrijheid, maakt
    u gram; geen dwingeland, sterk door vrees en door geweld,
    bindt gij de wieken, tot gij in één ruk de banden slaakt,
    en gij in het onmeetbaar heelal zijn woede zijt ontsneld.

    Want, waar uw adem waait, daar zijt gij vrij geboren,
    de onzichtbare diepte is heel uw eindeloos gebied,
    gij zaagt de bossen van deze wereld u beschoren,
    haar eilanden, waar het oog een eeuwige zomer ziet.

    Sterk zijt gij, O winden, ja. Maar op Europa's stranden,
    ligt nog een sterkere macht dan gij, in de boeien gekneld,
    het gescepterd onrecht, dat hem zuchten doet in banden,
    wacht stil zijn doodstuip af, in het diepste van het hart ontsteld.

    De krijgers staan rond hem, de rusting aangeschoten,
    als hij zich slechts beweegt, vernauwen zij elke band,
    de speren zijn geveld om het offer neer te stoten,
    bij een enkele poging zelf te rijzen uit het zand.

    Maar wanneer van zijn zolang getorste kluister,
    de diep gekrenkte geest der mensheid zich bevrijdt,
    het licht der vrijheid groet voor het akelige kerkeduister,
    en vruchtbare gaard en veld met zijn Heer verblijdt.

    Dat hij dan niet als deze storm zich voelt wetten,
    om het schoon te kwetsen dat in tijden niet verbloeid,
    om de aard niet wee te slaan, en het hart haar te bevlekken,
    met bloed uit de aderen van het mensenkroost gevloeid.

    Maar mag hij opstaan als de lieve leut, wier adem
    met milde tederheid de winterse boeien slaakt,
    als het geestrijk koele, Gods alom bezielende adem,
    de omzwachtelde botten en knoppen zichtbaar maakt.

    De bloemen spruiten uit hun kerkers, voor zijn voeten,
    het geboomte, lang verstomd, ontwaakt in een jubelkoor,
    en dag en avond, die elkaar schier ontmoeten,
    zij bakenen de oude nacht slechts enge grenzen voor.

    1845














     

    06-08-2013, 12:32 Geschreven door André  


    05-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lente. S.J. Van den Bergh

    Knielt der aanbidding neer,
    en geeft de Algoedheid eer,
    uit duizend bloemen bloeit en blikkert,
    uit duizend droppen gloeit  en flikkert,
    op lucht zweeft, uit geuren walmt,
    het gebed dat de aarde doorgalmt.

    Knielt der aanbidding neer,
    en geeft de Algoedheid eer,
    het hart tot God omhoog geheven,
    die ons de lente ten pand wilt geven,
    dat al wat dood is weer herleeft,
    wanneer zijn adem zweeft.

    Knielt der aanbidding neer,
    en geeft de Algoedheid eer,
    wat heden sterft zal morgen bloeien,
    wat heden stolt zal morgen vloeien,
    en waar de zeis heeft gemaaid,
    wordt morgen weer gezaaid.

    Knielt der aanbidding neer,
    en geeft de Algoedheid eer,
    wisseling ligt in de eeuwige orde,
    elke dood is een: ik worde,
    en ik zie op iedere grafzerk staan,
    bij God, en niet: vergaan.






    05-08-2013, 07:49 Geschreven door André  


    04-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kus 3. S.J. Van den Bergh

    O, welk een ambergeur omwadent thans uw lippen,
    verleen mij spoedig van uw karmozijnen mond,
    mijn liefste, een kusje in deze stond,
    want ik voel mij de adem schier van minnedorst ontglippen.

    O mijn liefste, neem, neem er twintig als het u lust,
    en het u gelukkig maakt in het leven,
    ja dertig, ik wil er honderd geven,
    welnu, hebt gij genoeg gekust?

    Neen? Ik doe er u nog twintig smaken,
    zijt gij tevreden? Ach, ik blaak in laaier gloed,
    welaan, verklaar mij dan met wat getal ik het blaken,
    van uw verliefde vlam, dankbaar blussen moet.

    Met zoveel, leven van mijn leven,
    hernam ik, als in Gelderse dreven,
    de meizon kersen rijpen doet.

    Met zoveel als er korenaren,
    ontspruiten op het vruchtbaarste land,
    of als in het hart der Noorderbaren,
    de samengevatte korrels zand.

    Zoveel als, voor ons oog, bij nacht aan 's hemels transen,
    er sterren dwarrelen en zonnen glanzen,
    ja, al schonk gij mij ze ook, zodra het morgenrood,
    aan de oosterkim begint te dagen.

    Totdat de zon zich baadt in der rivieren zilveren schoot,
    ik zou 's avonds, meer ontgloeid, mijn enigste welbehagen,
    u om nog meer kusjes vragen.

    1842








    04-08-2013, 08:41 Geschreven door André  


    03-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kus 2. S.J. Van den Bergh

    Het was tweemaal dat ik u, mijns harten uitverkoren,
    een teder kusje op uw elpen boezem gaf,
    en tweemaal stiet gij zonder toorn,
    mij zachtjes met uw handen af,
    terwijl gij bloosde toen ik het kusje durfde wagen.

    Spreek, bloost gij alleen mijn liefste, als men u mocht mishagen?
    Maar wie, wie is als ik zo onuitsprekelijk rijk?
    Ik zie, ik lees in uw ogen, o enige vreugd mijns levens,
    mijn overwinning, ja, en uw verwarring tevens,
    een sterveling aan uw knieën ben ik, de Goden gelijk.

    Maar laat ik mij aan uw armen ontrukken,
    nog is de tijd niet daar, die al mijn wensen kroont,
    te vroeg verenigd rijt ons hart, waar liefde in troont,
    wellicht zijn banden nog aan stukken,
    maak dat mijn liefde gloort zolang ik ademhaal.

    Laat mij door trouwe dienst uw wederliefde kopen,
    hoor naar mijn zuchten, noch mijn tranen, noch mijn taal,
    weerstreef noch mijn bidden noch mijn hopen,
    betaal mijn wanhoop zelfs met koelheid telkenmaal.

    De lange winters doen de lente duurzaam bloeien,
    de zwarte mist schenkt eerst een schone heldere dag,
    en Oh, de minnaar die gekneld ligt in uw boeien,
    moet lang tijd de hoop zijn binnenste doen ontgloeien,
    opdat hij onverdeeld u eeuwig minnen mag.




    03-08-2013, 07:57 Geschreven door André  


    02-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kus 1. S.J. Van den Bergh

    Waarom ik de ogen sluit in menig zalige stond,
    als van uw blanke arm omsloten,
    door mij de zoetste kus van uw fluwelen mond,
    mijn schone Dafne, wordt genoten.

    En ik aan uw zachte lippen kleef,
    als het bijtje bij het ochtendblozen,
    aan het bladsatijn der lenterozen,
    en ik van zoet genot schier aan uw boezem sneef. (1)

    Het is zoals ik vrees, dat mij de schittering van uw ogen,
    bij het smaken van die nektartogen, (2)
    mij verblinden zal, gelijk de gouden zonnegloed
    de wandelaar, als hij staart naar 's hemels effen bogen,
    het gezicht op eenmaal derven doet.

    En ik, die enkel wens te leven,
    opdat mijn oog zich staag verlustigt in uw schoon,
    en ik uw bekoorlijkheden in zangen eer zou geven,
    hoe vond ik dan één enkele toon,
    om uw aanvalligheid, o zuster van Dioon.

    Waarmee ik nu dag aan dag, u telkens meer zie pralen,
    en die in mijn ontvlamd gemoed,
    met onweerstaanbare macht de liefdevlammen voedt,
    om dan waardig en naar waarheid te vertalen.

    (1):sneef=bleef, voor altijd blijven
    (2):nektartogen=het zuigen van nektar





    02-08-2013, 07:34 Geschreven door André  


    01-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Geest Gods 3. S.J. Van den Bergh

    Zij glijden uit bij het worstelend horten,
    en Jacob, eindelijk neergedrukt,
    zwikt, valt, en heeft bij het nederstorten,
    de engel met zich neergerukt.
    Eensklaps van vrees en woede aan het blaken,
    weet hij zich uit de arm te slaken,
    van de almachtige, die hem bestrijdt,
    rukt hem ter aarde, bestijgt hem weder,
    en zet de knie overwinnend neder,
    op 's vijands borst, die zwelt van spijt.

    Maar Jacob heeft hem pas bedwongen,
    de worstelaar, die hij zwichten doet,
    of op zijn beurt wordt hij besprongen,
    en zwoegt weerom onder vijands voet.
    Ja, nu winnend, dan verwonnen,
    strijdt hij sinds het heer van zonnen,
    aan het nachtkleed zichtbaar is geweest,
    tot weer de dag zich oostwaarts wendt,
    de mededingende onbekend,
    en het was des Heeren Geest.

    Eens daalt de adem uit den hogen,
    rustend, zwijgend, wachten wij,
    wij die niets uit ons zelve vermogen,
    wij, slechts een harp vol melodij.
    Laat ons als het rustend speeltuig zwijgen,
    geen enkele klank omhoog doen stijgen,
    roert niet Gods vinger ons het gemoed,
    totdat de hand uit hoger oorden,
    de snaar, waarin de reine akkoorden,
    slechts sluimerend weder trillen doet.

    1838






     

    01-08-2013, 07:56 Geschreven door André  


    31-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Geest Gods 2. S.J. Van den Bergh

    Maar wat wacht ons, leven of vernielen,
    de geest die spot met onze bede,
    mag ons slechts op zijnen tijd bezielen,
    en smaakt hier nimmer levensvrede.
    Bieden wij hem voorhoofd, mond en ogen,
    door nevel, waas noch smet betogen,
    gelijk een blanke maagdenstoet,
    als zij heilige plaatsen nadert,
    de weg bestrooit met palmgebladert,
    waarlangs een God haar tegenspoedt.

    Het land der vaderen uitgetogen,
    alwaar hij het levenslicht ontving,
    verscheen weleer voor Jacobs ogen,
    geheimnisvol een vreemdeling.
    Zijn grote zwarte ogen vlammen in het donker,
    vlammen hem toe met blauwend lichtgeflonker,
    en van zijn voetstappen dreunt de grond,
    zijn boezem golft van gramschap hijgend,
    en de adem, uit zijn neusgaten stijgend,
    galmt als een woeste stormwind rond.

    Een wijl eerst meten zij elkander,
    in stilte, die geen zucht verstoort,
    en plotseling werpt zich de één op de ander,
    door de eigen aandrift aangespoord.
    Hun voorhoofd botst, hun armen haken,
    zich vast ineen, hun leden kraken,
    hun zijden horten op elkaar,
    en als een waggelende ceder,
    buigt zich hun lichaam heen en weder,
    op het saamgevlochten knieënpaar.










    31-07-2013, 08:27 Geschreven door André  


    30-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Geest Gods 1. S.J. Van den Bergh

    Het heilig vuur, waarvan wij branden,
    en dat onze aderen doorstroomt,
    gelijkt het vuur, door herders handen
    ontstoken, in het dicht geboomt.
    Zolang geen wind het komt verrassen,
    rust, sluimert, smeult het onder de assen,
    maar valt het aan de orkaan ten buit,
    dan slaat opeens de vlam naar buiten,
    de brand barst lost, door niets te stuiten,
    en slaat zijn armen teugeloos uit.

    Mijn ziel, vanwaar toch daalt hij neder?
    Vanwaar komt toch die adem voort?
    Is hij een kind van het donderweder?
    Of is hij een frisse wind, nauwelijks gehoord?
    Komt hij gelijk een lentelucht,
    mijn wegen banen met zijn zucht,
    zoals hij vaak de bloemen koost?
    Of zal hij bruisend neergestreken,
    met ijzeren wiek de harpsnaar breken,
    die sombere droefheidszuchten loost?

    Komt tot mij uit oost of westen zweven,
    gedost in zachtheid of in kracht,
    de smart, de dood wordt zonder beven,
    door het hart getrotst, dat u verwacht.
    Wat vraagt hij, die zich voelt ontvonken,
    de gouden kroon, aan de held geschonken?
    Treft hem de dood, hij sterft met vreugde,
    eens lieten Orpheus heldenlippen,
    onsterfelijke zuchten glippen,
    toen hij verstikte in het water van de vloed.

     





    30-07-2013, 10:13 Geschreven door André  


    29-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lied. S.J. Van den Bergh

    Kom tot mij, als de sterrenheer,
    in het blauw der hemelen gloort,
    dan zweeft met ons, langs het schitterend meer,
    de vlugge gondel voort.

    De liefde ontwaakt nu in het gemoed,
    de dartele scherts vangt aan,
    dan klinkt de luit zo teer en zoet,
    en zou je dat weerstaan?

    Dat is mijn lieveling, het strelend uur,
    voor het hart ontgloeit door min,
    dan lacht in vrede het luchtazuur,
    en slaapt het stroomnat in,

    Dan galmt het vrolijk lied in het rond,
    en blaakt onze liefdesdorst,
    dan sluit zich klevend mond aan mond,
    en hijgend borst aan borst.

    Kom tot mij, als de sterrenheer,
    in het blauw der hemelen gloort,
    dan zweeft met ons, langs het schitterend meer,
    de vlugge gondel voort.

    1838
    Samuel Johannes Van den Bergh. 
    Den Haag  1814-1868














    29-07-2013, 10:13 Geschreven door André  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlaanderen zo schoon 2

    1.Ieper: Markt
    2.Veurne: Markt
    3.Dendermonde: Markt
    4.Beersel: Kasteel
    5.Diest: Stadhuis
    6.Mechelen: Markt
    7.Westerlo: Kasteel
    8.Lommel: Sahara















    29-07-2013, 08:39 Geschreven door André  


    28-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God moet mij geren zien. Alice Nahon

    God zei dat ik een liedje moest maken,
    ik zei dat ik niet kon,
    hij leidde mijn weifelhand en wilde bij mij blijven,
    zoals een moeder doet die haar kind leert schrijven,
    en het lied begon.

    En het lied begon te groeien uit mijn handen,
    lijk uit de mei het gras,
    nog voor ik aan die wasdom bloei en zaad kon wensen,
    stond heel mijn herte rijp van liedjes voor de mensen,
    zodat ik dichter was.

    Zodat ik dichter werd door Gods genade,
    ik, die zo zerp van ziel,
    geen wijze dingen wist, geen weeldewoord van boeken,
    hoe heeft mijn Lieve Heer, mij arme, uit gaan zoeken,
    voor zijn muzieken stiel?

    En ik weet, tussen ieder melodietje,
    waarmee ik de mensen dien,
    is het woordeken "waarom", een stille, matte schakel,
    één antwoord weet ik maar over dat zoet mirakel,
    God moet mij geren zien.







    28-07-2013, 08:13 Geschreven door André  


    27-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wintergepeinzen. Alice Nahon

    Dat ook ons hart rusten kon,
    lijk 's winters velden doen,
    die liggen daar onder Gods hemel wijd,
    de waarde te vieren,
    van eenzaamheid.

    Zij weten heimelijk meer dan wij,
    die trappen over hun wijs gezicht,
    zij weten. In voren van diep geduld,
    wordt het mirakel,
    van het zaad vervuld.

    Wij mensen met ons gulzig hart,
    wat is er aan te doen?
    Wij persen uit alle getijden het genot,
    Wij werden niet waardig,
    de zomeren van God.

    Dat ook ons hart rusten kon,
    lijk 's winters de velden doen,
    wij zouden verstild, voor het wonder bereid,
    de liefde erkennen,
    als God nader schrijdt.

    27-07-2013, 07:40 Geschreven door André  


    26-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onder uw handen. Alice Nahon

    Onder uw handen,
    die veilige ogieven, (1)
    word ik weer de stille,
    de zachte,
    de lieve,
    die vredig de ogen kan laten varen,
    over de herfst en de verloren jaren.

    Onder uw handen,
    mij binnen halen,
    in de kleine portiek van de zeer hoofse zalen,
    waar ik hoor zingen,
    dat ver ijle lied,
    als ge mijn naam zegt,
    of zacht naar mij ziet.

    Onder uw handen,
    de droom herwinnen,
    glimlachen en goed zijn,
    herboren naar binnen,
    nat schreien uw polsen van gesmolten trots,
    en wonen en gaan slapen in,
    die schone ogieven Gods.

    (1):veilige ogieven=veilige woning, woon, woonst.

    26-07-2013, 08:04 Geschreven door André  


    25-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Allerzielen. Alice Nahon

    Zwijgende mensen,
    over de straat...,
    het is of ze peizen...,
    wellicht komt er een lief gelaat,
    in hun gedachten rijzen.

    En ritselend reuzelen,
    over de weg,
    verdroogde blaren,
    daar komt iets van hun dood gezeg,
    over mijn jeugd gevaren...

    Het is Allerzielen,
    over die blaan,
    langs dode kanten,
    heb ik daarstraks een vrouw zien gaan,
    haar armen vol krysanten.



    25-07-2013, 07:39 Geschreven door André  


    24-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mizerie mensen. Alice Nahon

    Ik heb u lief, mizerie mensen,
    die geen genoden werd,
    van 's levens blij festijn,
    die te onverschillig zijt,
    om iemand kwaad te wensen,
    te bitter, om nog goed te doen.

    Gij zijt een  godslamp van de kerk,
    in wier karmijnen hart,
    wat olie wordt gedaan,
    te luttel, om in vlammen op te vlerken,
    te veel, om er van dood te gaan.

    Ik heb u lief, m'n schamele armen,
    ik weet u schijnbaar blij,
    tussen de mensen gaan,
    te fier, om gierige gunst van menselijk erbarmen,
    te zwak, om heel alleen te staan.

    Toch zal uw trots me nooit bezeren,
    ik, die van dichtbij,
    uw bleke wezens ken,
    ik, die uit iedere dag, uit ieder uur moet leren,
    dat ik er één van de uwen ben.

    24-07-2013, 07:55 Geschreven door André  


    23-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aan het verre dorpken. Alice Nahon

    Waar de hei te bloeien staat,
    speelde ik eens als kind,
    ik lachte en zong er, vroeg en laat,
    stoeide er met de wind,
    och, ik een wist er geen leed, geen zucht,
    vlocht maar erica's,
    boven mij hing heel de lucht,
    vol lobelia's.

    Waar de heide te bloeien staat,
    knielde ik, liefste mijn,
    's avonds in m'n nachtgewaad,
    voor mijn beddekijn,
    ik bad, dat ge me lieven mocht,
    jongen van m'n ziel,
    want mijn ziel de uwe zocht,
    wijl er de avond viel.

    Waar de heide te bloeien staat,
    ik wist geen woorden toen,
    bloeide er op mijn jong gelaat,
    de eerste liefdezoen,
    zachtjes over het dorpekijn,
    zong wat avondwind,
    gauw zult ge vergeten zijn,
    blond idylle kind.

    Waar de heide te bloeien staat,
    slapen liefde en wee,
    het lied, dat door de bloemekens gaat,
    zingt m'n ziele mee,
    het leven lokt en lief en lacht,
    kom..., mijn weg is breed,
    heidebloemekens zingen zacht,
    kind, vergeet..., vergeet.

    23-07-2013, 07:33 Geschreven door André  


    22-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bidden. Alice Nahon

    Bidden is niet enkel knielen,
    het is in het huis van onbeminden,
    en in grauwe mizeriezielen,
    veel verborgen liefde vinden.

    Bidden is de bittere dingen,
    met een zacht gezeg vergoeden,
    het is doorheen zijn tranen zingen,
    en in alles het schoon vermoeden.

    Bidden is langs donkere paden,
    lampen van gevoel doen branden,
    bidden is de schoonste daden,
    dragen op zijn eigen handen.

    Bidden is in stilte weten,
    weelde en weedom van elkander,
    bidden is zichzelf vergeten,
    om te peinzen aan een ander.

    22-07-2013, 07:31 Geschreven door André  


    Videoweerbericht
    De plaatselijke tijd in Brussel:
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog als favoriet !

    Startpagina !

    Mijn favorieten
  • Venster op de wereld
  • Restaurantgids
  • boeken
  • Wikipedia
  • Nieuwe encyclopedie
  • Vertalingen
  • Synoniemen
  • Onze Taal
  • Wetenschappen

  • Zoeken met Google



    Archief per maand
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs