thuishaven
We zijn de 36de week van 2025
Zoeken in blog

Inhoud blog
  • K3
  • Kathleen Aerts
  • Elke Taelman
  • Beatrice Egli
  • Elke Taelman
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's.
    Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
    11-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dat gij schoon zijt. Gentil Antheunis

    Dat gij schoon zijt als een engel,
    onuitsprekelijk schoon en zoet,
    dat uw lachje het hart betovert,
    en uw aanblik dromen doet.

    Dat gij als het vogeltje in de lente,
    jeugdig vrolijk speelt en zingt,
    dat uw maagdelijke reinheid,
    in uw stemme wederklinkt.

    Dat uw goudgebruinde lokken,
    kronkelen langs uw slanke leest,
    dat men door uw heldere ogen,
    tot het diepst der ziele leest.

    Dat het gepeins dit oog doet stralen,
    Dat het gevoel dit hart bezielt,
    Dat ge in dichterlijke geestdrift,
    somtijds biddend nederknielt.

    Dat de goedheid uit uw ziel vloeit,
    als het water uit de bron,
    dat de kinderen naar u neigen,
    als de bloemen naar de zon.

    Dat gij schoon zijt als een engel,
    onuitsprekelijk schoon en zoet,
    dat uw lachje het hart betoverd,
    en uw aanblik dromen doet.

    Ieder weet het, mag het weten,
    maar wat niemand weet noch denkt,
    is dat gij mij, uitverkoren,
    uw jeugd, uw engelenschoonheid,
    uw ziel, uw hart en alles,
    met uw eerste liefde schenkt.


    11-06-2013, 07:47 Geschreven door André  


    10-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verrukking. Gentil Antheunis

    Ik wenste geen rijkdom, geen pracht of geen weelde,
    Ik wenste geen macht of geen klinkende faam,
    Ik dichtte en ik zong geknield voor uw voeten,
    mijn blik in uw ogen en de handen te saam.

    Gij hebt mij een toverend woord toegefluisterd,
    Ik heb met het hoofd op uw schouder gerust,
    het verleden leed was vergeten, verzonken,
    en ik heb het geluk van uw lippen gedronken,
    toen blozend en aarzelend gij mij hebt gekust.

    10-06-2013, 07:44 Geschreven door André  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uw laatste brief. Gentil Antheunis

    Ik heb uw laatste brief herlezen,
    Ik hield uw beeld in mijn hand,
    wat ik al acht en wat ik voelde,
    bij het zien van dit zo dierbaar pand.

    Ik wilde in woorden u vertalen,
    wat mij zo diep het hart bewoog,
    maar ijdel bleef toch mijn verlangen,
    ik vond geen woorden, geen gezangen,
    maar een traan in ieder oog.

    10-06-2013, 07:43 Geschreven door André  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aan haar. Gentil Antheunis

    Blank zijn op het water de hals en
    de wieken der drijvende zwaan,
    Blank is de kelk van de tengere lelie,
    Blank is daarboven het dromerige
    nachtlicht der eenzame maan,
    Blanker is toch nog je voorhoofd, mijn liefste.

    Geurig is de aarde der schepping,
    wanneer zij des morgens ontwaakt,
    Geurig de blozende roos in de dalen,
    Geurig het woud en de velden,
    als nogmaals de lente genaakt,
    Geuriger is toch je lichaam, mijn liefste.

    Zoet over het nederig dorpje,
    zendt het klokje zijn zilveren klank,
    Zoet trilt de zijden snaar van een harp,
    Zoet is bij het suizen der winden,
    de nachtegaal haar mijmerende zang,
    Zoeter is toch uw stem, mijn liefste.

    Rein is het sterrengeflikker,
    in 's hemels onpeilbaar blauw,
    Rein is het klimmende daglicht in het oosten,
    Rein blinkt op het wiegelend lover,
    het lachende druppeltje dauw,
    Reiner zijn toch uw blikken, mijn liefste.

    Zuiver is het glanzende schelpje
    in het zand, op de oever van de zee,
    Zuiver is het water van het kabbelend beekje,
    Zuiver de walmen des wierooks,
    die klimt met kindergebeden mee,
    Zuiverder is toch uw hart, mijn liefste.

    Oudenaarde 1840-1907




    10-06-2013, 07:42 Geschreven door André  


    09-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boeken en kranten
    Mooie prenten uit grootmoeders tijd.

















    09-06-2013, 15:47 Geschreven door André  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lichtspeling.Carl Scharten

    Het noodweer week, en onderdoor de donkere,
    zo dikke wolkendam, dat de avond scheen
    gezonken in de vroege middag, blonk er een
    een reep witblakende zonnehemel heen.

    De zacht gelende lamp, lijkt vreemd verlaten
    van het schemeren, waar zij de kern was.
    Het wit licht slaat binnen. Zie hoe bleek zij staat, en
    sterft in goudig gesmeul en grijzige as.

    Maar jij bij dit altaar, jij wordt een wonder,
    mijn heerlijke vrouw, is niet je wang
    in het kwijnend gloeien zacht rood goud, wijl blonder
    ader blankt in het witte lichtgezang?

    Je ogen schijnen, bij die wondere speling
    van glanzen, in gelijke klaarheid uit,
    het zieke lamplicht smelt, en in al wijdere streling,
    zie hoe de zon je lieve hoofd omsluit.


    09-06-2013, 07:46 Geschreven door André  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tussen de bloemen. Carl Scharten

    Tussen de bloemen lag zij in,
    mijn blijde meid,
    op het wit kanten jakje, onder haar kin,
    vonkte een juweel, en op haar wang
    lag er één geschreid.

    Roze narcisjes in kristal,
    stonden zo bros
    in het noenlicht niet, als zachter val
    rode bloesems dwaalden aan haar wang,
    die donzige blos.

    Mijn heerlijk kind, mijn bloemenhoofd,
    waar het licht om beeft,
    in het fijne gouden gestroom, dat dooft
    in blonde vlokken aan een blanke wang,
    mijn ooft, jij leeft.

    Jij leeft, en heb ik je teer bestuurd,
    een klare stonde er,
    van luistrijk fijnen gloed, dan duurt
    wel uren en eeuwen wang aan wang,
    het zalige wonder.

    09-06-2013, 07:45 Geschreven door André  


    08-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In de troonlaan. Carl Scharten

    In de troonlaan,
    gingen wij
    onder lichte bogen
    van helle bladeren te staan,
    saam in die zaal van zonneblaan.
    Mijn koningin, o zingen wij
    klaar, voor zo een licht omtogen.

    In de troonlaan,
    lagen wij 
    op de weeldige bermen,
    koningen van deze aarde, te baden
    in de gulden geur van eikenbladen.
    Mijn koningin, o zingen wij
    zwaar, waar zo zware geuren ons omwarmen.

    In de troonlaan,
    zagen wij
    in onze bedwelmende ogen,
    koningin van het geluk, vergaan
    in de gloed en in het gloeiende zonneslaan.
    Mijn koningin, o zingen wij
    zacht, uit van zo een machtig minnelijk togen.

    08-06-2013, 07:49 Geschreven door André  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zij liep en lachte. Carl Scharten

    Zij liep en lachte aan mijn zij,
    haar hoofd, boven het scharlaken laken
    van haar mantel, stond in het blaken
    van de opslaande gloed, een kelk
    die bloost beneden, en blank als melk
    van boven, een dauwdrup vangt zo zij:
    want in de bleke wangen waken
    de stille ogen, fonkelblij.

    08-06-2013, 07:49 Geschreven door André  


    07-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe schoon is elke dag. Carl Scharten

    Als buiten rein en stil
    de sneeuwdag is, zo wil
    ik niets dan fijn verturen,
    uren aan zuivere uren,
    blank is het licht,
    koel om mij dicht.

    Als geel de vensters staan
    lijk muren, die men aan
    niet doorziet van de mist,
    het haardvuur glimpen verkwist,
    rood op het metaal,
    aan meubels vaal.

    Dan is de duistere dag
    nog stiller, en ik mag
    in het oude licht verpeizen,
    de donkere en gouden reizen,
    in stille gloor,
    het leven door.

    En regent het, en stilt
    de wilde vloed zo mild,
    het wild gemoed, dan ach,
    hoe schoon is elke dag,
    die mij gegeven,
    is te leven.





    07-06-2013, 07:57 Geschreven door André  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over mijn dromend hoofd. Carl Scharten

    En al rozenbladen,
    die losvallen in vroege tij,
    als het koel is en zij
    neerdobberen, geen bladen,
    schubjes dauwige zij,
    in winddwaling geduwd,
    tot los dwarrelen op luwt,
    en vochtig gevlij.

    Voel ik over mijn wangen,
    en geloken ogen,
    luchtig gevlogen,
    en blijven hangen,
    plekjes koelte,
    en vochte zachtheid.

    O en ik wacht, vlij
    je adem zoelte,
    nu licht om mijn hoofd,
    dat het lijkt een dauwig fris,
    in ochtend lichternis,
    zonne luw ooft.





     


    07-06-2013, 07:57 Geschreven door André  


    06-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De hyacint. Carl Scharten

    O volle hyacint,
    mijn witte klokkentoren,
    die borrelt welig uit,
    het populierenplein te voren,
    dat uw voet omsluit.

    Mijn blanke hyacint,
    uw geurig belgebengel,
    neergedwarreld over
    teergroene zware stengel,
    lijk sneeuw in bloementover.

    De februarizon
    staat door de kanten ramen, er
    als lichtkant neer op bint
    en wand, en guldt de kamer,
    warm dwelmt mijn hyacint.

    De vroege lentezon,
    zoekt zoelst het vroegst gebloei,
    mijn hyacint staat als
    verheerlijkt, in het geloei
    van het licht, zo blank en mals.

    Is er wel schoner dan
    deze lichtste kamerplek,
    blank lichthart, waaruit
    de geur wit walmt en wekt
    mijn vroegst lentegeluid?

    Is er wel schoner dan
    deze bloem, dit geuraltaar?
    O lente is het, ik hoor al buiten,
    wijl in deze weelde ik staar,
    een vrolijke lijster fluiten.

    1904

    I







    06-06-2013, 08:09 Geschreven door André  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Najaar. Carl Scharten

    Het najaar is versteven,
    met zijn vloeibaar goud,
    in de witte winter,
    stil en staalblauw koud.

    Niets is er verbleven,
    van dat lichte wenen,
    dan het broos gesinter,
    van de zonbeschenen,

    sneeuw. En blank is het leven,
    want het leed is henen.

    06-06-2013, 08:09 Geschreven door André  


    05-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aan mijn vrouw. Carl Scharten

    Uit parken waar de duistere linden geurden
    zwoel, over ongeziene wandelaars, en
    op de open plek vreemd duidelijk stond en kleurde,
    stil geel in het late licht der oude slot, zo ben
    ik met mijn lief dromende uitgetreden,
    in deze ruime avondhal, schemerig in lucht.
    En dromende gingen wij over brede
    terrassen tot de rand. Er voer een zucht
    van wind om ons, koel aan de ogen,
    en zacht ons heldere zien, koesterend streek
    de verre bergen over, die optogen
    van diep beneden, tot waar vaag weg week
    in roze lucht het blauwig heuvelland.
    Wij, samen koesterend, strelend elkaar,
    want onze blikken, wijl de ene hand
    de andere teder drukt, één die zich daar...

    De avond is zo stil, weg liggen laag
    de landen in duister groen, het riviertje gaat er
    vlak wit doorheen, en in de schemer vervaagde
    bomen staan, neer in het hemellichte water.
    Tot waar wij rusten aan een balustrade,
    waait vaag muziek op uit een lichte tuin,
    diep onder ons, helgroen zijn alle bladen,
    ruisloos, met wit doorgloeide bomenkruin.
    Zachtelijk ontploffen lichte harpen klanken bloemen,
    in het sidderend zilver van vioolgesuizel,
    maar een violen cello uit somber zoemen,
    vlaagt klagend op, en in lichteren duizel
    verzwijmelen de violen rillende.
    Totdat één, stijgend fijn, tederlijk uit-
    tintelt, als het sterrig licht, op heuvelen trillende,
    ver in wisselend verglinsteren, een fluit
    tjuikt, als een zoete vogelstem tezamen
    met de viool, zij zingen in elkaar henen,
    en ganselijk weg. O lief, ik voel je ademen
    zoel aan mijn wang, O, dit opperste vereenen.

    Dit samen vervloeien in deze heerlijke huwende
    geluiden, dit verluiden in deze avond, luister.
    Harpenklanken plonzen in de lucht, in de luwende
    nachtlucht te baden, weg te drijven in het duister,
    wonder dat ons verdrinkt in zaligheid.
    Wij liggen gans verzonken in de eindeloze
    stromen van klank, eeuwig ineengevlijd,
    waar stil onze lijven staan als doodgevroze.

    juli 1902








    05-06-2013, 08:01 Geschreven door André  


    04-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Volste lente. Carl Scharten

    Gans de dag is klare kracht,
    late lente, zware vracht,
    groen de bomen dragen,
    klaar de blauwe lucht op het sterk
    daken rood, geducht bolwerk,
    blakerend in de dagen.

    Weke jeugd van tastend streven,
    fijner twijgen blader beven,
    trillend op de tedere lucht,
    is volgroeid tot sterke jeugdkracht,
    die verlangend volste vreugd bracht,
    vreemde weemoed gloed bevrucht.

    Gloed niet, al te loom volgoten
    van hitte, die de dood en
    kilheid van de herfst weerbrengt,
    niet de zomer nog, die wreed heet,
    schroeiend het kwijnend leven leed deed,
    scherp en het al in het zieden zengt.

    Maar de eerste gloed, die klaarlijk
    het leven doorgloeit wonderbaarlijk,
    en het tot hoogste bloei volstijgt,
    rijpe jonkheid die de schoonheid 
    ten volle omspant, de klare woon zijt,
    van deze gloed, die stijgt noch neigt.

    Dit is het hoogste gouden zwijgen,
    het einde der stijgen, en niet nijgen
    neer, noch als een bloem die hangt
    over, maar een kelk, die in de
    zongloed, die zich gans te verzwinden
    voelt, niet meer weet of verlangt.

    Gouden rust, 's levens fonteinen,
    hoogst ombuigt, een fonkel schijnen,
    wichtloos wegend op de lucht,
    weet het op zich spuitend schateren,
    weet niet, na die gloed, de wateren,
    droevig een neerdruist gerucht.

    Wee de zomer zal doen zinken,
    zwaar dof de helgroene bladen blinken,
    dor en waaiheet overstuifd,
    en licht groene schemerzalen,
    zullen duistere portalen
    zijn, van dode wanden omhuifd.

    Het hel dakrood zal verbleken,
    wijl de hemel zal doorleken,
    geel met al te hete walm,
    het zonnelaaien dat in het lover,
    het vogelzwieren zal verdoven,
    in de luid dempende galm.

    Tot een ruisen zal verlossen,
    van deze warme ban de rosse
    aarde, in regen schreiend,
    schreiend stervens toe,
    wee de droeve herfstdood moe,
    wenend begeleidend.

    1901












    04-06-2013, 07:47 Geschreven door André  


    03-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kloostertuin. Carl Scharten

    In de oude kloostertuin,
    waarin ik telken dage
    warende ga, en trage (1)
    betreed ik de grauwe paden van puin,
    waar het gras bestoven staat,
    hoog wel, maar zonder vlamming
    van kleuren, met verlamming
    mijn dralende ogen slaat,
    in deze doodse kloostertuin,
    waarin mijn ziel begraven
    ligt, ik weet niet waar, de graven
    zijn vele, vochtig arduin
    snikt dof tussen het gras,
    vele malen, en mijn lijf
    gaat om, en doelloos drijf
    ik als op een blakken plas. (2)

    In deze ommuurde hof,
    waar groen en grijs verbleekt
    in vaalte, en neerleekt,  
    de tijd in druppen dof,
    waar al gerucht verkrimpt
    in stilte, zwaar wegend,
    geen regen neder zegent,
    uit luchten, die aan de kim het
    lichte ochtendgloren dempt,
    in grauwe wolkenwal,
    en alle windenval,
    onder zijn drukking stremt,
    in de dompige kloostergaard,
    waarin met blinde ogen,
    van schemerige waas betogen,
    mijn lichaam ommewaart,
    waar, doodbevangen, vagen 
    al leven gaat, gazonnen
    dorrend als bloed geronnen, 
    verdofte lijkkleuren dragen,
    op deze verlaten erve,
    in druilerige dagen,
    bleek zonder lust en plagen,
    toef ik in langzaam versterven.

    Zo was loodzwaar bezonken,
    in dit lichaam, dat wankel
    al ging, de laatste sprankel
    van licht, was lang verblonken,
    de sombere beklemming,
    die om mij drong en doodde,
    het al in verwurging, zo de
    de klopping mijn hart in stremming,
    al zwakker werd, tot daar
    in plots aanschuivende stonde,
    roodgloeiend ik heb gevonden,
    een bloem vol en klaar,
    een bloem uit de rulle, (3)
    gruisaarde opgesproten,
    die ging o heil, met rood en
    licht mijn ogen vullen,
    nu al wel elke morgen,
    die bloem mij bij zich vinden,
    mijn ogen te ontwinden,
    van waas in tedere zorg.
    Haar aanschijn is zo zacht,
    geur wijlt om haar week,
    zodat ik nu de dag bleek
    doorga, zonder klacht.

    In de oude kloostertuin, 
    bloeit nu een bloem blij rood.
    Ligt niet mijn ziel, waar zij sproot,
    begraven onder het puin?

       1901
       (1):warende is dwalende
       (2):blakken plas is een open en zichtbare plas
       (3):rulle gruisaarde is droge, korrelige aarde
     




    03-06-2013, 08:00 Geschreven door André  


    02-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lente ochtend 1. Carl Scharten

    Lente ochtend, hoe moet ik uw klare
    lichtheid, en zoelte in dit vers bewaren?
    O wijd mij omvloeiende, vlied niet voort,
    uit me, u te omhelzen verlangend woord.
    O lichtvloed vervulde, ontastbare,
    door woorden dor, wil luwvol varen
    in hen, tot ritmen zoel, ze bewegend,
    als dofgroen gebladerte, in de avond doorregent,
    tot glanzende, en ruisende schemerverrukking
    wordt, na zonhete dag drukking.
    O wil hen doorluwen tot levende vloeiing,
    nog eens in dit vers van lichtende bloeiing,
    zo vol wondere zoelheid, dat ik uw wezen
    met menselijke stem, te beroeren vrezen.

    Zo strelend omzonk nooit vloeiing van licht,
    tot luchtwuiving der dingen wicht,
    zo zuiver lag nooit het bladzilver gevlijd,
    van wilgen langs uw luchthelderheid.
    En te ontvangen mijn lijf tussen zonwarme
    bermen, trouwelijk omvat als vrouwen-arme,
    waren zo schaduwzoel, wel wachtend wegen
    nimmer nog open liggend mij tegen.
    Populieren, van dunwolkig waasgroen geblaart,
    omdroomd stonden in tedere rij geschaard,
    ter ener zijde en sneeuwig in het groen,
    bloesemboom prijkte in de lentenoen,
    bij dromerige rust van een stille landhoeve,
    vroeg in de zondagmorgen, o, na droeve
    doodwitte winter, dit zoelwit gebloei.
    In het gestruik langs een zandpad was ritselend gestoei,
    van vogeltjes tussen het frisgroen ontspruitend
    gebladerte, of  zwelknopige takjes opfluitend,
    in wierelend zwiering door het morgenzoele ijle,
    voor stille ogen en oren een blij verwijlen.

    Dit wegje was het zangerige lichtloverig geleide,
    tot het koelere dennenbos, waarin verspreid, de
    berkenbomen stonden op een woudplein,
    het enige blondbloeiende in het duister gedein,
    der winterige dennen, die schemer droegen
    onder hun dofnaaldige takken, zwoegen,
    waar mossige schaduw vloer was met licht
    besprenkeld van zonneplekken, die het gewicht
    der koel donkerte op bewogen,
    tot warmer schaduwdroom; en het groen overtogen
    aanlichtend geboomte, waar een glinsterende woudbeek,
    langs vloot, toonde dat schijn was wat koud leek.
    weliger de witte zilverberken dan ooit,
    met bleek groen gesidder van lover getooid
    ware, en nooit ook was de woudzoelte luwer,
    die vloeide mij om, en met teder gestuw, er
    met glans doorheen gleed, en tedere kracht
    in mijn jonge lenige leden bracht,
    dat ik voelde als een hart sterk en fijn,
    dat de bossen doorrent in luchtig hoogzijn.
    Was het water niet week en koel, en glooide
    het niet rimpelend uit, in een geflikker overstrooide
    wijking, in het blanke neerglijden van mijn
    jong licht voelend lijf in de morgenschijn?














      










    02-06-2013, 07:53 Geschreven door André  


    01-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lente ochtend 2. Carl Scharten
    Wiegde aan de oever in de bosbeek deining,
    niet het lichtblauw gebloemte, dat stillere lijning
    van het riet blij doorzingt, als vogels in een stil bos?
    In luwte van lente, werd het lijf licht los 
    van moeilijke zwaarte, en gewichtloos vervuld
    van jeugdige sterkte, en van weelde omhuld.
    En was het niet, of ik in zwaar aardse dagen
    als boven mij voel, als glanzend te dragen,
    een wolk om mijn hoofd: mijn omhoog geheven 
    ziel, doorschijnend met licht omzweven,
    nu zinken voelde mijn lijf, doordringen
    mijn leden gans in huiveringen,
    nu rein van de wereld, bereid,
    te ontvangen mijn zielshelderheid.
    En wat in mijn ziel wel in zoet verlangen
    er schreide, als regen de gouden zangen
    der zon doorruisend, mijn liefde, dat gleed
    neer in mij ook, een licht, licht leed,
    in luchtige blijheid van morgenuren,
    lijfsblankheid doorbevend, het mooie puren
    lijfsverlangen, vreemd teder opdringend,
    uit het wondere leven van zelve ontspringend.
    als broos bladige bloesem een vruchtboom omvracht.
    Met wazige witheid, zo was het zacht 
    luidloos in luwte ver mij vloeiend.

    Het welde in mij op, als een bloem die bloeiend
    de aarde ontstreeft, tot stille tooi
    in de windstreling, zo het week geglooi,
    mijn leden doorzwol een zoekend schreien,
    dat bijna blij was, een zoel neerglijden
    van weemoed, heldere doorblankende leden,
    een vage strekking van armen, naar een
    licht lijfje ver weg, nu ijl in het licht,
    en het licht omvattend, zon lucht, die zwicht
    uiteen, een ademing diep, een indrinking,
    diep in mijn ogen van hemelblinking,
    een heldere spanning in rank stijgen,
    naar vollere vervulling van ademloos zwijgen:
    als teder sterke tulp, om dunkrachtige
    strekking, van groenzuilige stengel, zij prachtige
    kelken heft, van purpere wijn volgoten
    in gouden lichtvloed, van zoelte omvloten.
    Zo strekte mijn innigste levenskracht,
    zich op tot die volste volschone pracht,
    en droeg een droom van diepgouden
    vervulling, van vochtige luwheid omdauwde.

    O lente ochtend, in tedere kleurige omschijning,
    van bladeren en bloemen, stuwt gij verreining
    sterk helder en bevend, als vloeienste diepheid,
    in uw luw licht zijn, door mij leden, dat riep wijd,
    mijn stem nu dit lied over de aarde, opdat velen
    het in zich voelen vloeien, en mijn weelde delen.
    O meimorgen, dat dit blij zingen zij de
    lichte geleiding tot uw zoel getijde.

       mei 1900


    01-06-2013, 00:00 Geschreven door André  


    31-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jezus. Carl Scharten

    Zo was verschemerd Jezus' beeld, en ik ging
    door het leven zonder Hem. Soms dacht ik wel
    aan Hem, en ik zag Hem staan van verre in hel
    zonlicht op een berg in Palestina, ik ving
    nog enkele klanken op, een herinnering
    kwam dan van heel veel liefde, of een zilver schel-
    le klank op het land, met wind wuiving die hel-
    der opklonk, maar weer wegwaasde, en er hing
    nog iets van droef verlorens in de lucht.

    Ik zag nog even het bleek gelaat opzij,
    het zacht profiel, wenend op luchten blij,
    dan drong de wereld in de schemering
    der ziel, het teer lichtend visioen verging,
    niets was er meer dan luid roezend gerucht.

    Tot eens een stil verlangen luider sprak,
    en de armen strekkend hemelwaarts, ik lag
    of eindelijk toch de zon door nevelen brak,
    smachtend in de nacht naar de zacht lichtende dag.

    Toen keerde Jezus het bleek stil hoofd, en ik zag
    hoe nader kwam zijn licht gelaat, dat vlak
    mij in de ogen straalde, en met één slag
    van hemellicht, neersloeg mij mens, zo zwak.

    Maar ik lichtte de ogen op, en O, hoe zacht,
    zag Hij mij aan met liefde zo eindeloos,
    hoe straalde mij het wit kleed van reinheid tegen.

    De armen gingen open en neergezegen,
    ben ik aan Zijn Hart, ik een kind zo slecht en boos,
    dat nu, blij wenend door zijn tranen lacht.








    31-05-2013, 08:11 Geschreven door André  


    30-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nacht. Carl Scharten

    In de alstille nacht,
    de kamer staat dromend in de schemeren schijn,
    beweegloos rein,
    samenzijn,
    het wondere ontbloeien van de
    stil ademloze aanbidding.

    De handen, de blanke handen,
    in de schemering,
    O, ik ben nu zo stil, beweging
    zou wegscheuren, handen zegening,
    de ogen stil open, open licht,
    in het gezicht.

    O, nu dun blank, dicht
    geloken in sluimering,
    kon ik geruisloos opgericht,
    nu stil, stil, heel dicht,
    op het warm blanke,
    mijn lippen zacht drukken in huivering.

    O, zo zacht in liggen de ogen,
    gesloten tussen de edel ranke
    lijning van het gelaat, met het hoge
    voorhoofd in bleke lichting.

    Het zacht ademende slanke
    lichaam, het heilige,
    het stil veilige,
    rein lichtende in de nacht.

    O, dat nu onverwacht,
    dit aangebeden, aangebeden
    ogenblik,
    moet, moet verleden
    worden, dat weg, weggaan,
    alles moet onherroepelijk.





    30-05-2013, 08:41 Geschreven door André  


    Videoweerbericht
    De plaatselijke tijd in Brussel:
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog als favoriet !

    Startpagina !

    Mijn favorieten
  • Venster op de wereld
  • Restaurantgids
  • boeken
  • Wikipedia
  • Nieuwe encyclopedie
  • Vertalingen
  • Synoniemen
  • Onze Taal
  • Wetenschappen

  • Zoeken met Google



    Archief per maand
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs