KLEIN GETIJDENBOEK
 |
Lannoo/Gooi en Sticht, Tielt/Baarn, 1997,187 blz.
“De psalmen vormen de grootste schat die ons uit het jodendom werd overgeleverd. Ze zijn gedragen door existentiële ervaringen en toch voldoende van individuele verbijzonderingen ontdaan, zodat ze door vele bidders kunnen worden aangevoeld en ingeleefd. Ze vertolken elke mogelijke situatie tussen onrust en heilsverwachting en zijn juist daarom zo actueel.In dit boek brengt Piet Thomas een bundeling van zijn vertalingen en bewerking van 75 psalmen uit deze waardevolle traditie. Soms gaat het om berijmde psalmen en is de afstand tussen de oorspronkelijke tekst en de bewerking niet zo gering. In andere gevallen gaat het om een ritmische vertaling waarbij de oorspronkelijke tekst van zeer nabij werd gevolgd.Het tweede deel van het boek bevat een reeks nieuwe kerkliederen en vertalingen van bestaande hymnen. Ze willen eenvoudig en communicatief mogelijk zijn en op die manier bijdragen tot het mondig worden van een kerkbewustzijn.” Suggesties, september 1997.
|
Wilfried Heyvaert s.j. in Jong & Oud, juni 1998
In zijn degelijke homilie op de vorige oudleerlingendag pleitte Piet Thomas o.a. voor blijvende “aandacht voor liturgische teksten die de religieuze ervaring kunnen stimuleren en begeleiden”; zie Jong en Oud, december 97. Die bekommernis bleek ook al uit zijn boek "De gouden ark,, dat in Jong en Oud van juni 97 werd voorgesteld : "... daarom moet steeds opnieuw uitgekeken worden naar nieuwe teksten voor de liturgie of teksten uit de rijke traditie die in eigentijdse taal herschreven worden". Uit een paar psalmbewerkingen in dat boek konden wij al vermoeden dat Piet Thomas daar een eigen bijdrage wilde toe leveren.
Toch was het een aangename verrassing kennis te mogen maken met zijn Klein getijdenboek. Daarin wordt ons een rijke oogst aangeboden van zowel psalmvertalingen en -bewerkingen als oude en nieuw kerkliederen. Het is, volgens de verantwoording, "een soort oefenboek voor al wie beseft dat de religieuze ervaring, wil ze levendig blijven, steeds weer met eigentijdse taal gevoed moet worden".
In het eerste deel vinden we een ruime keuze van psalmen, oude joodse liederen die een grote rol hebben gespeeld in het gebedsleven van Jezus en van christenen van alle tijden. Zij blijven ons tref{en door hun natuurlijke beeldspraak en de verscheidenheid van hun thematiek . Zij zijn nog steeds actueel omdat zij elke mogelijke situatie tussen onrust en heilsverwachting vertolken. Het gaat er, volgens de auteur, «om beproevingen en twijfels, om angst en vertrouwen, om schuld en verzoening, om onrecht en bevrijdingsnood, om oorlog en vrede, om huiselijk geluk en vriendschap met God."
Piet Thomas heeft ze voor ons toegankelijk gemaakt, vooreerst door "verouderde voorstellingen uit de weg te gaan om de echt waardevolle inhoud en vormgeving meer tot hun recht te laten komen". Maar vooral ook door de eenvoudige, frisse taal in een uiterst verzorgd Nederlands. De behandeling is ook heel gevarieerd: van eerder letterlijke vertalingen tot vrije ritmische vertalingen en echte psalmberijmingen.
Het tweede deel bevat een reeks vertalingen van bestaande hymnen en nieuwe kerkliederen, vaak vertrekkend van evangelieverhalen of aansluitend bij kerkelijke feesten. Deze teksten willen de uitdrukking zijn van een eigentijdse religieuze ervaring en kerkbeleving. De liederen zijn zo poëtisch en vloeiend, dat ze niet alleen aangenaam om lezen zijn, maar ook een uitnodiging voor componisten om ze tot gezangen te bewerken.
Wij zijn Piet Thomas heel dankbaar dat hij - door zijn religieus inleven en literaire vaardigheid - waardevolle liederen uit de traditie voor velen echt bereikbaar heeft gemaakt.
Lode Aerts (1959 ) in Kerkplein februari 1998
Onder de titel Klein Getijdenboek stelt Piet Thomas een eigen vertaling of bewerking van bijna honderd psalmen voor. Daarnaast werden vertalingen van bestaande hymnen en ook een aantal nieuwe kerkliederen van zijn hand opgenomen. Misschien nog meer dan in de eerste bundel (= Groot Gebedenboek) primeert de zorg om de mens van vandaag een hand te reiken bij het gebed: de taal is eigentijds en heel toegankelijk. Wie hier echter een zo letterlijk mogelijke vertaling zoekt van het Hebreeuwse origineel, zal meermaals op zijn honger blijven. Dat was immers niet de bedoeling. Wat men wel zal vinden, zijn veel geslaagde psalmberijmingen en vrij e ritmische vertalingen. Zelfs wanneer die zich wat verder verwijderen van de originele tekst, blijven het authentieke gebeden en tegelijk zijn het kanalen om deze oude gebedsschat dichter naar onze tijd te voeren. In die zin lijkt de auteur op de huisvader van het Matteüsevangelie, die uit zijn schat nieuw en oud tevoorschijn haalt (Mt 13,52).
Elk op zijn manier bieden de twee bundels (Groot Gebedenboek en Klein Getijdenboek) een heel kostbare hulp bij het persoonlijk gebed. Zij zijn ook warm aan te bevelen bij de voorbereiding van vieringen op de parochie, in de school of de gebedsgroep. Zeker in onze tijd is dit alles, geen geringe verdienste.
Willy Spillebeen (1932) op de tentoonstelling ‘Wie niet weg is, is gezien’ te Nieuwpoort in 2005
Deze religieuze gedichten, vaak verhalend, altijd rijmend, ritmisch, helder en gevat verwoord, heeft hij bestemd om gebruikt te worden bij liturgische plechtigheden.
Peter Vande Vyvere in Kerk en Leven, 8 oktober 1997
Willen we in de diepte vertrouwd raken met het christelijk geloof, dan zijn wellicht twee zaken nodig: de onbevangen confrontatie met de traditie en de dialoog met de cultuur. Beide samenhouden, is uiterst moeilijk. In zijn Klein Brevier onderwerpt Piet Thomas het hart van de christelijke gebedstraditie, de psalmen aan zo’n evenwichtsoefening.
Ook vandaag zijn de psalmen nog ‘bidbaar’, vindt de auteur die als priester en professor-emeritus in de letterkunde niet zonder autoriteit spreekt. ‘Ze vertolken elke mogelijke situatie tussen onrust en heilsverwachting. Het gaat er om beproevingen en twijfels, om angst en vertrouwen, om schuld en verzoening, om onrecht en bevrijdingsnood, om oorlog en vrede, om huiselijk geluk en vriendschap met God’. Maar die diepgelovige en diepmenselijke achtergrond ontsluit zich niet probleemloos voor moderne lezers. Daarom bewerkte de auteur de psalmen. Nu eens gaat het om een echte psalmberijmingen, dan weer om vrije ritmische vertalingen die samenvatten en verdichten, of om vertalingen die de oorspronkelijke tekst zeer nabij volgen.
Het tweede deel van het boek bevat een reeks nieuwe kerkliederen en vertalingen van bestaande hymnen. Naast evangelieliederen treft men er liederen bij kerkelijke feesten aan, themaliederen , een oude Mariahymne, een nieuwe vertaling van het Dies irae, een gelegenheidslied, een credo uit Guatemala en een tekst geïnspireerd door verzen van Jesaja en uit het evangelie van Mattheüs.
Gerrit Luts (1939-2007) in ‘Streeknieuws’ 29-30 november 1997
Eigentijds van taal en verwijzend naar hedendaagse problematieken is Klein Gebedenboek zeker. Zoals Psalm 72 die het over de koning heeft.
Psalm 72
Geef de koning wijsheid, Heer.
Laat hem herder zijn van mensen,
rechter die rechtvaardig is
en de nood der armen ziet.
Dat hij voor misdeelden kiest
en de minsten hulp verschaft,
dat hij leider is en vriend
van wie hem zijn toevertrouwd.
Wil hem daar de kracht voor schenken
en de moed een leven lang.
Laat hem als de regen zijn
die de dorre aarde drenkt,
als de dauw die al wat groeit,
nieuwe glans en luister geeft.
Laat hem tot de dood hem velt,
dienaar van de vrede zijn.
Psalm 137 valt als een steuntje in de schoot van wie zich hedendaags met het probleem van de uitgestoten vreemdelingen inlaat.
Psalm 137
Aan Babels stromen zaten wij
en treurden droef om Sion.
En aan de wilgen hingen wij
de harpen bij de stadsbron.
Zij die ons hadden weggesleurd,
vroegen ons iets te zingen,
een lied waarin niet werd getreurd,
een lied van leuke dingen.
Het moest ook over Sion zijn.
Maar hoe van God te zingen
en van de stad Jeruzalem,
hoe daaraan te beginnen
als men daar niet meer wonen mag
en niet zijn God mag dienen?
Men gaat niet zomaar overstag
en wordt een pretmachine.
Mocht God de Heer de smaad vergelden
die onze stad werd aangedaan.
Want hing het af van deze helden,
geen steen bleef op een and’re staan.
De stad van Babel kent geen wet
die vreemden vrijheid gunnen wil.
Daar past geen lied bij voor de pret.
Daar blijven mond en harpen stil.
Patrick Lateur op zijn website https://patricklateur.be/2001/05/11/poezie-en-religie/
Ik denk o.m. aan een vorm van religieuze poëzie waarover ik het nog niet heb gehad, nl. een functionele poëzie die binnen en buiten de liturgie bruikbaar is. Exemplarisch daarvoor is het Klein Getijdenboek. Psalmen en andere liederen (1997) van Piet Thomas. Het boek bevat vertalingen en bewerkingen, op rijm of in vrije ritmiek van bijna honderd psalmen, en verder een reeks nieuwe kerkliederen en vertalingen van hymnen, alle van de hand van Thomas. Hopelijk komt het werk in handen van veel componisten die deze teksten een tweede adem geven. Uit het tweede deel een klein voorbeeld:
Simeon zingt
Laat nu je dienaar gaan in vrede naar je woord, want ik mocht gadeslaan hoe jij je volk aanhoort.
De mensgeworden Zoon heeft oog en hart verlicht. Wat heilig is en schoon glanst in zijn aangezicht.
Jij spreekt de mensen aan. Ik heb je stem gehoord. Laat nu je dienaar gaan in vrede naar je woord.
|