Verhalen en ideëen
Inhoud blog
  • Hoofdstuk 4: De Ziener
  • Hoofdstuk 3: De Stroom
  • Hoofdstuk 2: Ochtendceremonie
  • Hoofdstuk 1: Creatoren
  • De alziende
  • Boredom
  • The monster and the angel: eerste scène in script
  • Contrast
  • The Dormant
  • CyberSoul: De kracht van Cyber
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Categorieën
  • CyberSoul (2)
  • Het monster en de engel (3)
  • Info (6)
  • One day of paradise (1)
  • The Black War (1)
  • The world of Halt (1)
  • World of Intesia (0)
  • 07-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdstuk 3: De Stroom
    Toen Temryn eindelijk de tempel had verlaten was de middag al een uur gepasseerd. Het was dan ook met grote haast dat hij naar zijn kleine huis terug rende om toch nog iets te kunnen eten. Hij had nog net een kwartier eer de school zou beginnen en hij kon het niet veroorloven om twee keer op een dag te laat te zijn. De zanderige paden die tussen de huisjes doorliepen waren verlaten want iedereen was op dat moment aan het eten. Het werk en de school begonnen om hetzelfde uur en dus genoot iedereen steeds ten volle van het middageten.

    De korte afstand die hij tot zijn huis moest afleggen, deed met elke voetstap pijn, allemaal dankzij de straf die hij had gekregen. De Heda gaf hem steeds dezelfde straf: het vegen van de hele tempel, maar de eigenlijke straf was nog erger. Om het extra moeilijk te maken, moest hij zware, ijzeren klompen dragen in plaats van zijn simpele, stoffen schoenen, waarmee hij niet alleen nauwelijks vooruit kwam, maar waar hij ook bij bijna elke stap mee struikelde. Het terug wisselen naar zijn eigen schoenen had deugd gedaan, vederlicht als hij zich voelde, maar de opgezwollen zolen van zijn voeten gonsden alsof duizend bijen hem daar hadden gestoken. 

    Toen hij eindelijk op een stoel in zijn huis neer kon zitten en zijn voeten gemakkelijk op een klein krukje rustten, was zijn resterende tijd bijna op. Op de grote tafel voor hem, die niet bij de stoelen rondom pasten, lagen enkele sneden brood en een grote blok schapenkaas. Hij hield niet zo van schapenkaas, maar het was sneller klaar als abrikozenjam of schapenpaté, die hij eerst zou moeten smeren. Met enorme gulzigheid stampte hij het droge brood naar binnen, afgewisseld met stukken van de kaas. Enkele keren stikte hij haast door zijn te snel eten, waarbij hij hard op zijn borst moest kloppen. Hij bleef eten tot de sneden op waren en de kaas een groot stuk was gekrompen. Hij had nog meer honger, maar daar zou de tijd niet meer voor zijn.

    En inderdaad want op dat moment sloeg de gong opnieuw, een teken dat het middageten ten einde was en het tijd was om te beginnen werken of in zijn geval naar de lessen te gaan van de Tisha. Opnieuw begaf hij zich naar buiten, deze keer sneller, want als de Tisha hem betrapte op te laat komen, zou ze hem zeker persoonlijk onder handen nemen. 

    De schooltempel was een kleiner gebouw dat naast de grote tempel lag. Het leek helemaal niet op de andere tempel en was uit steen gesneden in plaats van gebouwd zoals de hoofdtempel. Het was een grotere versie van de meeste huisjes in Avaron met als enige verschil dat het bekleed werd door allemaal mooie, stoffen tapijten in allerlei kleuren. Paarse doeken hingen onder de kijkgaten en in het deurgat hingen slierten van paars en blauw. Van op het dak rolden sierlijke dunne lapjes van groen tegen de muren naar beneden en bleven net boven de grond hangen. 

    Andere leerlingen liepen hem voor naar binnen, er bleven er nooit buiten rond hangen zoals Temryn soms deed als hij meer tijd had. De ruimte binnenin was een verkleinde versie van de tempel met net dezelfde lange banken die op rijen achter elkaar stonden. Er waren meer banken als leerlingen en dus waren er altijd plaatsen vrij, maar Temryn verkoos om alleen op een bank te zitten op de achterste rij waar zijn vaste plek was sinds de tweede les van school. De eerste les had hij nog geprobeerd naast de anderen te gaan zitten, maar hun kwade blikken en pesterijen hadden hem snel verjaagd. 

    Helemaal van voor in de klas stond één enkele stoel, waar de Tisha op zat. Van op deze stoel gaf ze haar lessen en vertelde ze haar lange verhalen over de geschiedenis van Avaron en nog langer geleden, over toen de mensen nog aan de andere kant van de oceaan hadden geleefd. De gedachte aan een gigantisch water dat verdween achter de horizon vond Temryn moeilijk te geloven, maar toen hij er het eerst van gehoord had, had zijn verbeelding op hol geslagen. Die verhalen over de buitenwereld interesseerden hem enorm en als hij de kans eens kreeg om een vraag te stellen, wat enkel mogelijk was wanneer de Tisha had besloten hem lang genoeg genegeerd te hebben, als hij die kans kreeg, dan stond zijn mond niet stil. 

    Toen iedereen er eindelijk was, een twintigtal aan kinderen, stond de Tisha op en klapte hard in haar handen om de pratende menigte stilte aan te manen. Niemand was zo dom om haar te negeren en het geroezemoes stierf snel weg en liet een perfecte stilte achter. Ze wachtte nog een hele tijd om zeker te zijn dat niemand terug zou beginnen praten voor ze sprak.

    "Kinderen." begon ze als manier van groet. Ze zou nooit goedemiddag of welkom zeggen. "Vandaag gaan we weer verder met onze kijk op de mysteries van deze wereld. Weer zullen we wat meer in jullie kleine hoofdjes proppen zodat jullie de wereld waarin jullie leven begrijpen en overleven. Zelf hier in Avaron is niet alles perfecte oogst en dat dienen jullie te weten. Wanneer jullie leven als kinderen ten einde komt en jullie je steentje moeten bijdragen in Avaron, dan moeten jullie klaar zijn en daar sta ik, als jullie Tisha, voor in. Dus zonder vertraging doen we voort aan ons onderwerp van gisteren." 

    Ze klapte eenmaal in haar handen voor ze zich terug op de stoel neerzette en iedereen goed aankeek, iedereen behalve Temryn, die ze nu nog negeerde.

    "Weet iemand nog waar we het gisteren over hadden?"vroeg ze met een air alsof dat een vraag was waar geen fout antwoord op kon zijn.

    Ze keek even snel links en rechts en dan naar Temryn.

    "Niemand?"zei ze gemaakt verbaasd, nog steeds naar Temryn kijkend. Hij wist wat er ging komen want ze deed het elke keer op die manier. De gemakkelijke vragen mocht hij beantwoorden, alleen de gemakkelijke. Dit had al snel voor zijn reputatie als dommerik van de klas gezorgd, terwijl er veel grotere dommeriken waren zoals Ters of die Gastrus. 

    De Tisha zuchtte teleurgesteld alvorens ze opeens met een kwade blik snauwde: "Weet jij het, jongen?"

    Haar blik was duidelijk naar hem gericht en het woord "jongen" in plaats van zijn eigen naam was ook een teken dat ze hem bedoelde.

    "De Stroom." zei hij simpelweg. Hij had die blik al zoveel gevoeld dat hij zijn angst kon camoufleren. "Ook wel de Esingull genoemd."

    "Esingull!"corrigeerde ze hem luid. "Het is Esingull met de nadruk op de Es."

    Temryn probeerde haar opmerking te negeren. Naar zijn weten had hij het juist uitgesproken, maar ze wist hem altijd wel op iets af te kraken.

    "Dus, zoals gezegd door..." Ze slikte zijn naam net op tijd in. "Zoals gezegd! De Stroom, of Esingull. De mysterieuze kracht die onze stad van Avaron in leven houdt. Zowel de koepel als de machines die ons lucht en water verschaffen werken allemaal met de Stroom. Het was de Maker die ons de Stroom gaf en zijn engelen die het ons leerden gebruiken. Wij, en daarmee bedoel ik mezelf en de Hoofden, weten enkel simpele dingen van de Stroom, die gelukkige volledig automatisch alles verschaft en nooit stopt met zijn verschaffing. Als de koepel zou vallen, zou Avaron bloot gesteld worden aan de gevaren van de buitenwereld en zal onze stad rotten onder de aantasting van de buitenwereld. Jullie kennen de aantasting toch nog? Gastrus, herhaal de definitie van de aantasting!"

    Haar ogen staarden recht naar een mollige jongen met opgezette wangen met een rode blos en perfect recht afgeknipt haar in de vorm van een omgekeerde kom. Gastrus was, volgens Temryn, de domste jongen in de klas, wat perfect bij zijn uiterlijk paste. Ook nu stotterde hij in een stem die nauwelijks deftige woorden uitbracht, terwijl hij denkend met zijn vinger op zijn kin wreef, een teken dat hij hard moest denken. Temryn snapte niet hoe hij zo'n simpele vraag niet kon beantwoorden.

    "Iemand anders?" vroeg de Tisha zuchtend toen het duidelijk was dat Gastrus geen deftig antwoord zou kunnen geven.

    Een jong meisje met twee vlechtjes die voor haar gezicht naar beneden dwarrelden stak haastig en opgetogen haar hand op. Haar naam was Almaira en ze was zonder twijfel de lievelingsleerling van de Tisha. De vrouw op de stoel gaf haar toestemming om antwoorden en dat deed ze heel snel en gedetailleerd. 

    "De aantasting is een ziekte die zich in de lucht buiten de koepel bevindt en allen in de buitenwereld aantast. De enkelen die over de eeuwen onze koepel verlieten zijn allen gestorven. Dit weten we omdat Gazal de uitgestotene ziek terugkeerde en niet meer binnen gelaten werd door de bescherming van Avaron omdat hij aangetast was. De koepel verbrande hem niet, maar liet hem ook niet binnen, waardoor hij uiteindelijk door de Tellim werd gedood. Wat we weten is dat de ziekte een lange tijd nodig heeft om effectief duidelijke schade te vertonen, maar eens men buiten de koepel gaat is er geen genezing meer mogelijk. Naar mogelijke geruchten zijn de Tellim immuun voor de aantasting, maar dat is niet zeker. En...en...ik denk dat ik alles gezegd heb, Tisha."

    Almaira keek een beetje bang naar de Tisha. Bang omdat ze vreesde enige detail vergeten te zijn, maar de Tisha knikte enkel even en had duidelijk niets verder toe te voegen. En zo ging de les voort met herhalingen van oude onderwerpen en toevoegingen van nieuwe. Vooral de verhalen over de nomadentocht, een onderwerp dat ze maar even had vermeld een vorige keer, maar nu veel verder over vertelde, had hem heel erg geïntrigeerd. Bij zo'n onderwerpen vloog de tijd, terwijl bij andere onderwerpen zoals het alom saaie getallen tellen, de les niet snel genoeg voorbij kon zijn. Nog enkele keren meer kreeg Temryn vragen van de Tisha, allemaal gemakkelijk en onnodige vragen waar iedereen het antwoord op wist, maar ook één heel moeilijke vraag, over de oorlog tegen de Gezichtlozen, waar hij geen deftig antwoord op kon geven. Dit leidde tot een gemene glimlach van de Tisha en gegniffel van de anderen. Hij kon zich de naam van de leider van de mensen  in de oorlog niet meer herinneren.

    "Gasharn Schijnval, redder van de zwaardlozen en onschuldigen. Dat je zoiets vergeet!"

    Haar gezicht was heel en al verwachte teleurstelling. Temryn negeerde de enkele anderen die achter hen keken en hem uitlachten en domme gezichten maakten. 

    Lach maar en wees blij dat het antwoord niet uit jullie mond moest komen. Ik ben zeker dat Almaira zelf het antwoord niet wist.

    Onverwacht en in het midden van een uitgebreide uitleg sloeg de gong om het einde van de lessen aan te duiden. Het was een saaie uitleg geweest over het belang van de graanoogst en de uitgebreide landerijen die Avaron eens had gehad buiten de kom waar deze in lag, dus was Temryn blij dat deze ten einde kwam.

    "De les is ten einde!" zei ze luid. Ze was duidelijk geïrriteerd door zowel de onderbreking van de gong als het geluid van de leerlingen die zich allen lawaaierig recht zetten en haar verdere woorden negeerden.

    "Volgende les gaan we hier nog uitgebreider over verder! Tot morgen!" riep ze nog hun ruggen na, maar Temryn hoorde het nauwelijks want hij was al als eerste naar buiten.

    De dagelijkse lessen namen steeds weer een groot stuk weg uit de dag en toen hij buiten stond en naar de rand van de grote kom keek die ongeveer even hoog lag als de top van de heuvel, zag hij dat de zon al bijna weer verdwenen was en het snel donker zou zijn. Toen hij zich langzaam en uitgeput naar zijn huis terug begaf, zag hij de volwassenen terugkeren van de velden die helemaal beneden aan de heuvel lagen. De werkuren waren dezelfde als de schooluren en zij zagen er duidelijk nog veel vermoeider uit, hun gezichten bezweet en bleek. Enkelen droegen grote zeisen op de schouder en nog anderen dikke trossen graan, samengebonden met touw. 

    Temryn had nooit echt veel tijd doorgebracht rond de velden, maar veel andere kinderen speelden er vaak op een nabij mooi stuk grond dat bezaait was met gras. De enkele keren dat hij er toch was, zat hij onder een boom en keek naar de spelende kinderen of las stiekem een boek uit de Hoofdtempel dat hij had mee geglipt. Naast de velden lag ook de abrikozengaard, maar die werden alleen maar geoogst in het vroege begin van de lente.

    Toen hij eindelijk zijn huis terug bereikte, was de zon al verdwenen en waren de blauwe fakkels al van zichzelf aangegaan. Deze fakkels stonden door heel de stad verspreidt en hingen aan lange staven die eindigden in een hoekige draai, net zoals een staf die hij de Heda eens had zien vasthouden.

    Hij hield zijn avondeten simpel door weer enkel brood te eten, deze keer met abrikozenjam, maar hij had genoeg om zijn honger van de middag ineens ook te stillen. Toen hij eindelijk gedaan had en alles had opgeruimd, had hij alleen nog maar zin om te slapen, maar zo uitputten waren zijn dagen altijd. Hij was veel sneller moe als anderen ook al begreep hij niet waarom. Niet dat hij in slaap zou vallen in de les of tijdens een ceremonie of festival, maar wanneer hij eindelijk zijn vrije tijd had, deed hij nog het liefst een dutje. En zo, na nog even naar de geluiden van de nacht te luisteren, nestelde hij zich onder zijn deken en keek hij al uit naar de avonturen die hij in zijn dromen zou meemaken. 

    Wat hij niet wist, was dat die nacht zijn leven voor altijd zou veranderen en dat zijn kleinschalige droom-avonturen uiteindelijk nog niets waren, vergeleken met wat er in zijn leven zou komen. De nacht was nog jong, maar wanneer die ten einde kwam, zou hij niet langer een bewoner van Avaron zijn.


    Einde Hoofdstuk 3.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Fantasie
    07-02-2011, 00:00 geschreven door StoryTeller  
    27-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdstuk 2: Ochtendceremonie
    14 uur eerder in de stad van Avaron.

    De barrière van blauw licht die de stad volledig overkoepelde liet enkel het licht van de zon door die hoog aan de hemel stond. De bewoners konden gewoonweg naar de zon kijken en niet verblind worden, al zagen ze alles door een blauwe schijn. De stad was hun leven en vergeleken met de gevaren van de buitenwereld was deze gemaakte veiligheid een zegen.

    Al was het uitgestrekte dal volledig verlaten, toch wisten de mensen van Avaron dat de Tellim steeds standvastig buiten wachtende waren. Eeuwig waakzaam voor enige stommiteit, want dat zou een kans zijn voor hun wraak te beoefenen. Het laatste incident was een week geleden en was nog steeds in ieders gedachten gebrand. Een kind had de veiligheid van de koepel verlaten om een mooie bloem te plukken die net buiten de koepel groeide. Mensen hadden hem nageroepen en gesmeekt terug te keren, maar de jongen had niet geluisterd. De enige zegen, ook al was het niet echt een zegen, was dat de jongen op slag dood was geweest toen het zwaard zijn kleine lichaam in het hart doorboorde. Dat was de realiteit van de buitenwereld. Die werkelijkheid kon in Avaron vergeten worden.

    Een gong weergalmde luid doorheen de stad, klinkend als twintig gongen verspreidt door de straten en op de trappen. Het geluid had maar één betekenis, de ochtendceremonie. Voor velen was de gong niet genoeg om wakker te worden, maar ook daar was op gerekend. Een trillend gezoem weerklonk doorheen de stad, veel zachter als een gongslag, maar enorm irritant. Het was alsof de grond zelf zachtjes beefde.

    Al snel stroomden de verlaten straten vol met mensen die allen geeuwden en nauwelijks kleren droegen. Allen gingen ze de trappen op richting de top van de heuvel. Vrouwen met kinderen in de armen die hun ogen nog toe hadden en mannen die enkel een doek rond hun middel droegen en luid geeuwden. Er werd nauwelijks onderling gepraat, ieders slaperige ogen waren naar de top van de heuvel gericht.

    Eén jongen had de gong niet eens gehoord en had gewoon verder geslapen onder zijn dikke lap stof die slordig op de grond lag. Hij kon nu enkel in irritatie aan zijn kruin wrijven en grommen, terwijl het geluid rond zijn oren zoemde. Hij woonde alleen in één van de stenen huisjes dicht bij de top van de heuvel waar de schooltempel lag. Met elke seconde werd het gezoem luider tot het meer een fluitende toon was die vanuit zijn oren zelf leek te komen. Hij kreunde opnieuw luid en probeerde te weerstaan. Temryn was iemand die graag lang sliep. Niet omdat hij lui was of omdat hij nood had aan die slaap, maar omdat hij weg kon vluchten in zijn dromen. Die dromen die zo onlogisch waren als je er achteraf over nadacht, maar tijdens het dromen zo juist voelden. Onmogelijke dingen konden daar werkelijkheid worden en de avonturen daar waren totaal het omgekeerde van het saaie leven dat hij in Avaron had. De fluitende toon zou zijn laatste houvast aan zijn dromen elk moment verdringen.

    Laat het ophouden...

    Maar het hield niet op, uiteindelijk moest ook hij zich gewonnen geven. Met de grootste moeite kroop hij langzaam recht en geeuwde hard, terwijl hij geïrriteerd en versuft rond keek. Het geluid was meteen opgehouden toen hij zich recht had gezet, net zo goed zou het weer beginnen als hij weer probeerde te slapen, dat had hij al geprobeerd. Hij begaf zich naar de deur van zijn huis die maar een meter van zijn bed lag waar hij de dikke lap stof wegschoof die voor het deurgat hing en naar buiten tuurde. 

    De straten waren al terug bijna volledig verlaten, behalve nog enkelen die haastig de trappen op renden richting de tempel. Ook hij besloot zich langzaam naar de top te begeven. De ochtendceremonie was een dagelijks gebeuren en een gewoonte die hij liever niet moest naleven, maar hij wist dat dat niet kon. Als hij de ceremonie zou overslaan, zouden de Hoofden van Avaron het meteen weten en hij zou gestraft worden. Zoals zij het zeiden en hij het leerde van de Tisha: "Orde, wet en formaliteiten is wat deze stad al honderd jaar in leven heeft gehouden. Breek deze en je zal Avaron breken." 
    Temryn vond die logica niet perse verkeerd, maar hij voelde dat er iets ontbrak waar hij geen naam op kon plakken. Hij zou pas weten wat het was als hij het vond, maar hij wist dat hij het hier nooit zou ontdekken, hier in Avaron, waar men vasthoudt aan rituelen en eeuwenoude geloven.

    De tempel steeg hoog boven alle andere huizen uit. Grote pilaren die op gelijke afstand van elkaar stonden, omsingelden het gebouw in een perfecte cirkel. Het was het enige gebouw in de stad dat niet door Steensnijders was gemaakt, maar steen voor steen was opgebouwd. Temryn kon moeilijk geloven dat iemand zoveel tijd zo steken in het bouwen van zo'n gebouw, steen per steen. Groene klimop groeide overal onderdaan de fundering en klom op de pilaren en trappen. De grote houten deuren die anders wagewijd open stonden, waren al gesloten.

    Bij Avaron vervloekt! Ik ben net te laat. 

    Gehaast liep hij naar de grote deurflappen en trok één ervan aan het ronde, ijzeren handvat open. Het gebeurde wel vaker dat hij te laat kwam, maar dat maakte het niet prettiger. De hele bevolking van Avaron keek hem kwaad aan, alsof ze dachten hem dood te kunnen staren. Het was altijd zo als hij te laat was. Niet dat het anders was op andere momenten. Zelf al deed hij zijn best, zelf al probeerde hij vriendelijk te zijn, dan nog moesten de anderen niets van hem hebben. Avaron haatte hem en na wat hij in de jaren al had doorgemaakt, deed hij geen moeite meer om hun vriendschap te winnen.

    Hij kende iedereen die hem aankeek van volwassenen tot kinderen, allemaal met een gezicht dat hem vertelde hoe ongewenst hij wel was. De kinderen zaten helemaal van voor op de eerste rij, naast de Tisha, hun leermeesteres. Zij kon hem enkel teleurgesteld aankijken zoals ze altijd deed in de lessen als hij het antwoord weer eens niet wist. Achter hen zaten de ouderen van de stad, waaronder enkelen die duidelijk zin hadden om hem met hun wandelstokken in elkaar te slaan. Daar weer achter zaten de volwassenen met iedereen een harde blik, de ene wat kwader als de andere, maar er was geen enkele blik van begrip, nog mededogen. Van voor in de tempel stond één lange tafel, waar de Hoofden van Avaron zaten, de elf oudste mannen en vrouwen van Avaron. Zij zouden hem zeker weer eens bestraffen, alsof de starende blikken van de hele stad nog niet erg genoeg waren.

    De oudere in het midden was de Heda, het stadshoofd en de oudste man in Avaron. Zijn naam was Garasaras. Zijn weinige haren op zijn hoofd waren puur wit en omcirkelden een kaal hoofd dat leek te glimmen. Zijn enorm lange baard was rond zijn nek gewikkeld als een sjaal. De blik in zijn ogen deed de jongen bibberen. Het verschil met de anderen was dat hij altijd die neutrale staar had alsof hij al een heel leven achter zich had en te veel had meegemaakt om zich nog druk te maken over triviale dingen. Des nog maakte dat zijn straffen er niet lichter op.

    "Kom binnen, jongen, maar sluit eerst de deur." zei hij met een stem die bij zijn ogen paste.

    Zonder aarzelen deed Temryn wat hem gevraagd werd en ging daarna door een akelige stilte richting de andere kinderen, zijn voetstappen waren het enige geluid. De enige vrije plaats was helemaal in het hoekje, naast de Tisha, wiens ogen hem aandachtig volgden tot hij gezeten was, waarna ze haar aandacht op de Heda vestigde. Enkele kinderen wezen met kwaadaardige grijnzen naar hem en wisselden grapjes over hem uit met elkaar. De Heda leek hem al vergeten te zijn en ging gewoon verder met wat hij zei, maar de jongen wist dat hem na de ceremonie wat te wachten stond.

    "Laat ik opnieuw beginnen dat de jonge welp niets moet missen."zei hij geduldig. "Opnieuw zegenen wij de Maker, onze redder die ons redde van de oorlog met de schaduw en ons hier bracht naar deze veilige thuis haven om in vrede te leven."

    De hele tempel gaf antwoord in een koor van stemmen:
    "Wij zegenen de Maker en zijn almachtige bestaan. Zelf hier, aan de grens van de wereld, waakt hij over ons en beschermt hij ons."

    De Heda ging recht staan en lachte breed terwijl hij zijn armen spreidde. De man was nog heel erg fit voor zijn leeftijd dat hij zo gemakkelijk recht kon staan en het dan steeds de hele ceremonie vol hield. De andere Hoofden aan de lange tafel, wist Temryn, waren nauwelijks even fit en moesten begeleidt worden door volwassenen bij het aankomen en vertrekken.

    "Mijn liefste familie." ging de Heda verder. "Het belooft vandaag weer een mooie dag te worden zoals elke dag van deze maand altijd al geweest. Het maakt me gelukkig dat het graan weer goed zal groeien en er weer goed gewerkt kan worden. De Maker zegent ons deze maand met geluk, want niet alleen de oogst zal goed zijn, gisteren is er weer een nieuw lid aan onze familie toegevoegd."

    De oude man wees met zijn hand richting de achterkant van de zaal. Temryn had het in het voorbij gaan nog niet gemerkt, maar daar zat Salana, een jong meisje met bruin gekruld haar en sproetjes rond haar neus, met een klein rozig kindje op haar schoot. Toen iedereen nieuwsgierig naar haar omkeek, dook ze verlegen achter het kind weg. Haar man, Eldrius, zat trots naast haar met zijn armen gekruist en rustend op een vooruitgestoken borst, breed glimlachend naar ieder die naar hem keek. Temryn kende Salana als een meisje dat hem minder kwaad aankeek als de anderen of in ieder geval toch niet gemeend. De geruchten die over hem verspreidt waren, waren waarschijnlijk de reden, want het meisje kon anders met iedereen goed overeen komen. Eldrius was een andere zaak. De man die nu zo trots glimlachte had Temryn al meerdere keren uit zijn buurt gejaagd, of het nu op straat was of in de tempel. Voor die ene keer was Temryn blij dat hij geen middelpunt was van de aandacht en dat die aandacht nu positief aan iets anders besteed werd. 

    De Heda kuchte zachtjes en al snel zat iedereen terug aandachtig te luisteren.

    "Over naar serieuzere dingen. Ik betwijfel dat iemand het incident van afgelopen week al is vergeten. Ik kan alleen maar des te meer benadrukken dat de Tellim nog steeds buiten onze stadsgrenzen leven en iedereen die de koepel verlaat zonder enige twijfel zullen doden. Ik smeek jullie allemaal om gewoon binnen te blijven en nooit de veiligheid van Avaron te verlaten. Dat zo'n dingen nooit meer moeten gebeuren."

    De Heda keek oprecht spijtig naar twee mensen vanachter in de zaal. De ouders van de verloren jongen, die veel jonger als Tenrym was geweest, zaten daar bevend met tranen in de ogen. Deze keer bleven de mensen gewoon recht vooruit staren. Het was een lange en pijnlijke stilte die zelf de Heda niet goed wist te doorbreken.

    De rest van zijn uitleg was oud nieuws en dat enkel omdat hij het elke dag zei. De man was verslaafd aan de rituelen en hoewel ieder mens in de tempel er zo over dacht, zou nooit iemand er een opmerking over durven geven, zelf Temryn niet.

    Een uur passeerde traag en toen het eindelijk voorbij was, gromde Temryn's maag al zo hard dat de Tisha geirriteerd met haar vingers op de stoel begon te tikken.

    Het laatste deel van de ceremonie bestond enkel uit lofzangen voor de Maker, die Temryn uitbundig en trots mee zong. Als er iets was, waar hij goed in was dan was het zingen. Dat was het enige dat mensen niet konden afbreken of ontkennen omdat ze allemaal wisten dat hij er goed in was. Ze probeerden het wel, maar hun eigen jaloerse blikken gaven hem meer voldoening dan hem te kwetsen. Toen het laatste lied gezongen was klapte de Heda blij in zijn handen, terwijl hij sprak.

    "En zo komen we weer bij het einde van de ochtendceremonie. Vergeet zeker niet bij het buitengaan de Maker nog eens te bedanken."

    Hij strekte opnieuw zijn armen uit naar de mensen, een tevreden glimlach voor ieder in de zaal.

    "Ga nu, mijn familie, ga lekker eten en ga dan werken voor dat zelfde eten. Ga en geniet van de vrede, mijn familie." De woorden waren haast gezongen.

    "We gaan met de belofte weder te keren. Lof aan de Maker." klonk er in koor door de tempel heen.

    De grote tempelpoort werd opengeduwd door enkele nabije volwassenen. Mensen stonden recht en schoven langzaam achter elkaar de tempel uit, sommigen nu goed wakker en druk pratend. Enkele kinderen zwaaiden nog met hun vuisten naar hem met valse glimlachen net voor ze door de open poort en in het zonlicht verdwenen.

    Toen Temryn wilde rechtstaan hield de Tisha hem tegen met haar strenge blik. Het was naar Temryn's mening een mooie vrouw, met een gladde huid en grote, groene ogen. Haar haar was opgestoken met stokjes tot een knotje dat mooi achter haar hoofd bleef zitten. Ook al was ze zo mooi, haar kwade humeur en strenge ogen zorgden er altijd voor dat hij bang was van haar. Nog nooit had hij haar op enige manier vriendelijk gezien tegen wie dan ook. Zelf tegen de Heda sprak ze als een gelijke, ook al trok de oude man hem daar niets van aan.

    "Jij blijft." zei ze alsof dat logisch was. Ze was strenger tegen hem dan tegen andere kinderen en sprak hem altijd aan alsof hij het laagste was dat ze kende.

    "De Heda heeft nog wat met jou te bespreken. Je kent hem zo goed als ik, dus je weet wat dat betekent."

    Hij knikte snel, maar zei niets.Een kort glimlachje verscheen heel even op haar gezicht, maar verdween zo snel dat Temryn niet zeker was of hij het had ingebeeld. Haar ogen prikten de zijne als dolken tot hij alleen maar kon wegkijken.

    Hij wist wat hem te wachten stond, maar dat maakte het er niet beter op.

    Verdomd, zelf na honderd keer zo'n straf, zou ik het nog niet gewoon zijn.

    Einde Hoofdstuk 2



    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Tags:Fantasie
    27-01-2011, 00:00 geschreven door StoryTeller  
    19-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdstuk 1: Creatoren
    De velden van groen graan ritselden in de wind, zich uitstrekkend tot achter de eindeloze verre horizon, waar een zon langzaam verdween. Tussen de velden in stond soms eens een boom, bladerloos maar levend. Enkele kleine stroompjes water lagen willekeurig verspreidt tussen de velden, soms kwamen ze samen in één grotere stroom. Zo lag het land en zo had het altijd al gelegen, onaangeraakt door mens en dier.

    En toch liep er door één zo'n veld een zwarte gedaante, richting de dalende zon. Het was een man, duidelijk aan zijn jonge gezicht dat zijn eerste tekens van ouderdom begon te tonen. Hij had lang zwart haar en een korte stoppelbaard, die hem er ouder uit liet zien dan hij was. Hij droeg een donkergrijze mantel, net niet zwart, met een kap die los achter zijn nek bengelde. Zijn naam was Treysigal.

    Het lange graan dat tot zijn schouders kwam, leek hem niet te irriteren toen het langs zijn ontblote armen streelde, wat misschien wel kwam door de gehaastheid en stress die uit zijn snelle bewegingen en norse gezicht af te leiden was. Zonder stoppen zette hij voort, zelf na het verdwijnen van de zon, in complete duisternis zette hij voort over de velden zonder einde.

    In deze landen, wist hij, kon het de dood betekenen voor een gewone mens om in de nacht rond te reizen, maar hij was alles behalve gewoon. Voor hem zouden die rovers die in het donker toesloegen, de Wraaknemers, geen probleem zijn. 
    Die Wraaknemers, of de Tellim zoals het volk van dit land ze noemde, waren de mensen die waren achtergelaten aan de andere kant van de oceaan in de tijd van de Oorlog Zonder Eind. Honderd jaar geleden, voor zijn tijd, waren ze de oceaan overgekomen met enkel woede een wraak als gedachten tegen diegenen die hen achter hadden gelaten op de kusten van het oude land. 

    Hij vond het niet helemaal vreemd dat ze kwaad waren. Terwijl de Tellim weg hadden moeten rotten en bijna uitgeroeid waren geweest, hadden de ontsnapten(de schapen zoals hij ze noemde), hier een lekkerlui leventje gehad, zonder oorlog, in de bescherming van hun steden. Die tijd zou ook snel voorbij zijn, wist hij. Hij stond hoog genoeg in de rangen  van de organisatie om dat deel van het plan al te kennen. Hij was geen Tellim en zeker geen ontsnapte Koepelwoner. Hij was een Creator, iets wat nog die bandieten nog die schapen ooit zouden kunnen begrijpen. Maar hij zou het ze tonen, snel genoeg zouden ze weten dat hun levens, hun lijden niets betekende vergeleken met wat er zou komen, wat hij in werking zou brengen.

    Het plan is absoluut. Eeuwen hebben we gewacht en nu eindelijk kunnen we het in werking stellen. 

    Zijn rol was belangrijk, dat wist hij. Falen was geen optie, hij zou liever zijn leven geven voor het succes dan met gebogen hoofd terug te moeten keren.

    Zijn ogen flitsen kort vol belang naar het westen. Het land dat zo eindeloos uitgestrekt was geweest, leek nu bergop te gaan. Hij kon niet langer zien wat er aan de horizon lag, voorbij die klif kon hij niet zien. Dit kon alleen maar betekenen dat zijn doel naderde, de koepelstad Avaron. Hij was er nog maar één keer eerder geweest, in dat diepe dal onnatuurlijk gevormd als een perfecte halve cirkel met juist in het midden die kleine stad. Daar lag de sleutel.

    Het duurde niet lang eer hij de klif bereikte. Met een gevoel van nostalgie keek hij neer op het landschap. Daar lag inderdaad het dal, als een perfecte kom. Een woest weideland met lang, wild gras  dat naar alle kanten stond. Duidelijk zichtbaar was de blauwe koepel die een licht wierp op de omringende velden. In de koepel lag de stad, een verzameling van huizen, gekerft uit steen, willekeurig verspreidt op de heuvel en verbonden door een labyrinth van trappen. 

    Treysigal had geen tijd om naar het uitzicht te kijken. Na een korte blik op het dal te werpen, sprong hij erin en begon de helling af te dalen. Hij rende, steeds sneller met de daling mee. Wild gras probeerde als dikke touwen zijn voeten te strikken, maar hij wist zijn evenwicht te houden, terwijl hij zijn voeten los trok. 

    Zijn benen probeerden sneller te lopen dan hij kon, maar hij remde net genoeg af om dat te voorkomen, net genoeg om geen tijd te verliezen. Hij mocht geen tijd verliezen. Zijn voeten ristelden in het gras op een ritme van versnelling en vertraging.

    Er was te veel geritsel. Hij was niet de enige schaduw in het dal. Aandachtig keek hij links en rechts en zag de donkere shilouetten rond hem vermenigvuldigen en met hem mee lopen alsof het zijn schaduwen waren. In het donker kon hij hen niet zien, maar de dolken die ze in hun handen hielden blonken gevaarlijk in het maanlicht.

    Tellim dwazen. Beseffen jullie het verschil niet tussen een onschuldige stadsloper en een ervaren moordenaar.

    Misschien wisten ze dat wel. Dat zouden ze moeten weten aan zijn manier van lopen en doen. Maar deze Tellim leken te denken dat twintig van hen wel genoeg zou zijn tegen één ongewapende man. Hij zou ze er snel genoeg spijt van doen krijgen. De schaduwen versnelden even, sprongen toen in de lucht en doken naar hem toe, al hun dolken naar hem gericht en klaar om te doden. De ogen van de Wraaknemers glinsterden als gevaarlijke, zilveren spleetjes.

    Zwakkelingen. De dood is een goeie boete voor jullie arrogantie. 

    Hij sloeg toe. Een straal van licht daalde neer uit de hemel en raakte een aanvaller perfect op het hoofd. Zijn ogen konden enkel vol verbazing staren toen het licht zijn lichaam doorliep als een zwaard tot het er langs zijn rug weer uitstak. Het bovenste deel van de straal van licht splitste zich in duizend kleinere stralen die als speren de andere mannen doorboorden en een net van licht vormde. Allen waren meteen dood, hangend in de lucht in een warrige cluster van licht. Er was geen bloed, enkel gapende, zwarte gaten waar het licht door stak.

    Treysigal had niet gestopt met lopen. Hij was al ver voorbij het moordspel toen het licht uitdoofde en de dode lichamen met doffe klappen op de grond vielen. Het was met iets van trots dat hij een grijns kon opwekken toen hij even achter zich keek naar het tafereel. Het was altijd moeilijk geweest bliksem een patroon te geven, maar elke keer was het hem beter gelukt. Deze keer was het perfect geweest.

    Hij was nu in het bereik van het licht van de koepel, een blauwe schijn die geen schaduwen wierp. Hij kon de stenen woningen nu heel goed zien met hun rare gladde oppervlak en de gaten die als ramen moesten dienen. Het gebrek aan symmetrie zorgde ervoor dat sommige huizen soms scheef leken te staan. In het midden van de heuvel liep het kleine stroompje water helemaal van de top naar beneden. Het was zo anders dan hij gewend was van waar hij kwam.

    Hij hoorde geroep echoën in het dal. Meer Tellim verschenen links en rechts van hem en probeerden hem de weg te versperren, hun grijze en bruine klederdracht nu duidelijk zichtbaar, alles behalve hun ogen verborgen in omgewikkelde lappen stof. Ogen die gevuld waren met wraak voor de mannen die hij had gedood. In hun handen hielden ze lange dunne ijzeren zwaarden, een vinger dik, waar ze gevaarlijk mee wapperden en klakkende geluiden mee maakten. Meer schreeuwen deden hem ook vermoeden dat ze ook van achter hem kwamen. Hij stopte niet met lopen, hij kon alleen maar blijven lopen nu. Hij was zo goed als omsingeld en het zou niet lang meer duren eer zijn enige vluchtweg, die recht voor hem lag, ook zou verdwijnen. 

    Opnieuw riep hij zijn krachten op. Een stenen trap bouwde zichzelf voor hem, steen per steen, bij elke voetstap die hij zette, was de volgende trede net klaar. De trap bouwde verder en bleef stevig hangen ook al hield niets hem in balans. Hij bouwde de trap over de Tellim heen, die enkel konden staren. Hij naderde het blauwe licht waar hij door moest geraken, waar hij kon ontsnappen. Hij hoorde vaag Tellim roepen, maar hij moest zich op de trap concentreren. Hij voelde iets langs zijn hoofd zoeven. Ze gooiden met stenen naar hem, probeerden hem uit balans te brengen. Hij voelde door de stenen trap heen hoe Tellim hem op de trap waren gevolgd.

    De trap bereikte het licht en hij voelde hoe de stenen die hij probeerde te maken, verbrijzeld werden door een onbekende kracht. Het schild was ondoordringbaar voor indringers. 

    Bij de Maker, ik hoop dat de Lablu mij nog kent, anders wordt ik verast.

    En hij sprong. Het leek een eindigheid te duren, het voelde alsof hij zweefde en hij nooit meer de grond zou raken. Hij zag het blauwe licht naderen en kon enkel zijn ogen sluiten uit onzekerheid. Zou het systeem hem weigeren na al die jaren? Een warmte deed hem even opschrikken, maar het bleef enkel dat, een warm gevoel dat zich even verspreidde door zijn lichaam. Hij kende het gevoel. Het was de warmte die een koepel gaf aan zijn bewoners. Het kon maar één ding betekenen, hij was binnen geraakt. Toen hij zijn ogen opende zag hij enkel de huizen, die steeds sneller naderden. Hij was hoger geklommen met de trap dan hij had gedacht, te hoog voor een veilige landing.

    Van het ene vuur in het andere!

    Hij hoorde een raar, zuigend geluid achter zich en zag net hoe een Tellim die achter hem op de trap was gekomen, door de blauwe gloed werd gevangen en langzaam in het niets verdween. Die was niet de enige, nog enkele Tellim probeerden met alle macht een sprong naar binnen te maken, maar ook zij werden opgebrand. Treysigal voelde er niets bij. Tellim waren beesten, simpelweg wilde, domme beesten. 

    De grond kwam steeds sneller dichterbij, wind blies in zijn oren, maar het deerde hem niet. Hij concentreerde zich maar op één ding. Op het graan dat oneindig lang uitstrekte en dat zacht langs zijn armen had gestreeld. Het was niet langer een gedachte, want hij zag het graan onder hem, hij zag hoe het zijn val brak en zachtjes doorboog. En wat hij zag werd werkelijkheid, want in enkele seconden had de lege grond onder hem opeens een groot vierkant aan graan begroeid. Hij voelde een harde klap, maar daar bleef het bij. Het graan ving hem op net als hij het voorspeld had. Het kon ook niet anders, hij kende het graan, wist er alles al van toen hij het voor het eerst gezien had.

    Hij was binnen, binnen geraakt in Avaron. De eerste stap was met wat moeilijkheid een succes geworden. Nu moest hij enkel de sleutel vinden en dan kon het beginnen. Het plan van Trasanna en achteraf wanneer de wereld verandert was, konden ook zijn plannen beginnen.

    Ik ben terug. Jullie herder is teruggekeerd.

    Het zou een koude nacht worden voor de schapen van Avaron, daar was hij zeker van.

    Einde Hoofdstuk 1.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:Fantasie
    19-01-2011, 00:00 geschreven door StoryTeller  
    17-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De alziende
    Een fel licht drong door de gesloten ogen van Tem, brandend als vuur. Het enige wat hij kon doen was ze openen en hopen dat het zou stoppen. Het stopte niet, de pijn verdween enkel uit zijn ogen en stroomde verder, naar zijn hoofd. 
    Wazige beelden flitsten door zijn hoofd en hij zag ze, niet met zijn ogen, die voelde hij niet meer, hij voelde niets meer behalve zijn bestaan, zijn gedachten en de andere onbekende flitsen. De beelden waren onbekende dingen, plaatsen die hij nooit had gezien. 
    Hij zwom erin, baande zich een weg en elke gedachte die hij doorploegde werd de zijne. Een paarse lucht vol met bollen van vuur. Een man die over oneindig water vloog. Een lang menselijk wezen, neerkijkend op een wereld vanuit een zwart niets.
    Hij duwde er zich door. Op het moment dat hij de gedachte zag, wist hij wat het was en waar. En net zo snel als hij het wist, was het weer vergeten toen de volgende verscheen.. 

    Zoals een droom. Even snel weer vergeten.

    "De kennis van de oudheden." 

    Een stem weergalmde in zijn bestaan, niet in zijn oren want die had hij niet meer. 

    Wie is daar? 

    Zijn stem was enkel een gedachte die zich in het niets verspreidde.

    "Lang geleden, voor de roeping van de Wereld, voor de Twaalf Goden en hun spel en nog ver voor hij die zich de Maker noemde, was er één zoals jij."

    Tem voelde de gedachten nog steeds, maar hij duwde ze weg, concentreerde zich enkel op die ene sprekende gedachte en als een vis in de zee zwom hij door de oneindige stroom van herinneringen richting de stem. Uiteindelijk vond hij de oorsprong, een bestaan dat boven alles zweefde, hij stelde het voor als een groot oog in zijn gedachten, maar hij zag het niet, hij voelde het, net als een gedachte.

    Alziend. Jij bent de meester, de alziende.

    Hij wist niet waarom maar vanaf dat hij de alziende had gezien, had hij zijn naam geweten had.

    "Ik werd eens zo genoemd, maar nu niet meer. Ik ben niet langer alziend en alles wat ik ooit wist is nu enkel een verwarrende oceaan van gedachten. Ik kan alleen zien wat bovendrijft en wat door de kolkende golven van jou wereld hier heen worden gespoeld."

    Wat ben jij? Een mens? 

    "Ik ben enkel een creatie. Een droom van mezelf, een herinnering. Ik was eens een dromer."

    Een gedachte van een jonge blonde man in een paars, gestekeld panters schoot door zijn bestaan en verdween. De alziende van vroeger.

    Dus zelf in de tijden voor de onze bestonden er mensen zoals ik. Maar hoe kan dat?Onze vader is de Maker, iedereen met de Kunst is zijn kind. En jij spreekt van tijden voor de Maker.

    "De Maker is speciaal. Hij is geboren uit de Verzameling, maar ook daar weet jij en jouw tijd niets van."

    De Verzameling?

    Een rij van kisten verscheen in zijn hoofd, grote bruine kisten die zweefden in een zwart niets. Iets verdrong de gedachte.

    "Het is te vroeg. De vijfde keer dat je hier wederkeert, zal ik je alles vertellen, alles wat je dan nog niet weet. Je zal zelf op je reizen het meeste al zelf ontdekken, over de opvolging van gebeurtenissen en de uiteindelijke Trap die gevormd is."

    Meer woorden die hij niet begreep, deze keer vond hij zelf niets in het water, niets dat met de Trap te maken had.

    Vertel het me, je moet! Ik ben mijn weg verloren. Ik heb enkel mijn dromen, maar die snap ik niet! Ik drijf even nutteloos rond in de echte wereld als ik hier nu doe!

    "Er is altijd een weg. Hier, in jouw wereld en vooral in jouw dromen. Alles leidt naar de zelfde bestemming. Vergeet dit niet."

    Het oog dat hij zich voorstelde, sloot zich traag en schokkend.

    "Maar nu, is het tijd voor afscheid, voorlopig toch. Vaarwel, dromer."

    Het licht vervaagde, trok uit zijn hoofd weg op dezelfde manier als het er was binnen gekomen en duisternis verving elk licht. 


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-01-2011, 17:14 geschreven door StoryTeller  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boredom

    Escaping the boredom of free time,

    Empty, useless things fill my head.

    They pop up one after the other like a meaningless pattern,

    Unconnected like a random mess.

     

    Even so I like that feeling, avoiding the important things.

    A blur across my neurons like a shield against reality,

    Takes me away from all that seriousness,

    Those thoughts that make time slow ever so painfully.

                                                                                                                                        

    Will it change? Or is life only as interesting as it was,

    Up until now where everything has already been had,

    And empty souls meaninglessly search for something new,

    Something that lasts longer than a distraction.

     

    Something to hide the emptiness inside…

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-01-2011, 15:45 geschreven door StoryTeller  
    28-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The monster and the angel: eerste scène in script
    Hieronder vind je een test script van de eerste scène in het verhaal, The monster and the angel.
    Het verhaal gaat over Simon Driftwood, leider van een sekte die streeft naar perfectie.
    Om een perfecte wereld te creëren, worden alle mensen die niet perfect geacht worden uit de weg geruimd.
    Hier in bijlage, de eerste scène, graag reacties.

    Bijlagen:
    The Monster and the Angel.htm (9.7 KB)   


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Het monster en de engel
    Tags:Script
    28-09-2009, 00:00 geschreven door StoryTeller  
    27-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Contrast
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Ik hou van contrasten in een verhaal. Het gevecht tussen goed en kwaad, licht en schaduw, dat veel mensen cliché zouden noemen, is voor mij een favoriet type van verhaal. Kijk maar naar Harry Potter, Star Wars, Lord of The Rings. Het komt in alle grote epische verhalen voor.
    Om zo clichés te vermijden in de personages, wordt er veel gebruik gemaakt van variatie.
    Zo is er de anti-held, iemand met slechte karakter trekken, maar goede doelen. Of de schijnheilige antagonist, iemand die zich vermomd als een goedzak, maar eigenlijk puur slecht is. Ook in mijn verhalen is er altijd een duistere kracht met slechte bedoelingen:

    - The World of Intesia: Balthazar(Een duister figuur die lang geleden de wereld in een periode van duisternis bracht. Legendes spreken van zijn terugkeer. Alleen de uitverkorenen of Chosen Ones kunnen zijn terugkeer tegenhouden.)

    - The World of Halt: Adversus(Een mysterieuze figuur die waakt over de toren van Ban.)

    - The Black War: Sipho(De tweelingbroer van Alaras, het hoofdpersonage. Verraad zijn land en gebruikt zijn uiterlijk meerdere keren om zijn broer in de problemen te helpen.

    - Het Monster en de Engel: Marc Slyword(Psychopatische moordenaar, die geniet van mensen afslachten. Slechter kan haast niet.)

    Dat waren er al enkele.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Info
    27-08-2009, 18:29 geschreven door StoryTeller  
    09-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Dormant
    Infantus Permasomnia. Een ziekte die er voor zorgt dat alle baby's slapend geboren worden en nooit wakker worden. Ze worden in leven gehouden met machines en groeien op als enig ander kind. Ze worden oud en ze sterven. Maar één man wordt wakker en het eerste wat hij zegt is: Waar is Elliot Sarkstitch? Wetenschappers staan voor een raadsel: hoe kan de man spreken, terwijl hij nooit heeft leren spreken? Hoe kan hij lopen, terwijl hij nog niet eens heeft leren kruipen?

    De man die zichzelf Sub noemt, begint zijn zoektocht naar de oplossing voor de ziekte. Hij weet meer dan hij wil zeggen en begrijpt meer dan hij zou mogen. Wie is Elliot, wat is de ware aard van de ziekte?

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    Tags:Thriller
    09-05-2009, 15:33 geschreven door StoryTeller  
    09-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CyberSoul: De kracht van Cyber
    Hier een korte uitleg van wat Cyber eigenlijk is.

    Iedereen in de wereld van Coria heeft Cyber in zijn lichaam. Het is een vormloze energie die op dagelijkse basis door de Corianen wordt geproduceerd. De Corianen zelf begrijpen het potentieel achter deze energie niet. Wanneer Einer op de rand van dood was, activeerde zijn lichaam instinctief de kracht van Cyber, hierdoor herstelde zijn arm zich. Einer is de eerste en momenteel enige met die krachten. Maar wat is de ware aard van Cyber, waarom kan het herstellen wat vernietigd is?

    Cyber is een vrije energie die kan omvormen naar wat dan ook. Zo kan deze, atoom structuren herstellen of vernietigen. Maar dat is niet alles, de gebruiker kan deze energie ook sturen. Dit lijkt iets wat op telekinese.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    Categorie:CyberSoul
    09-04-2009, 16:14 geschreven door StoryTeller  
    05-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.One day of paradise

    Hier een verhaal dat ik al een tijdje had.

    Een familie gaat op reis naar een vakantieoord. Het is er een echt paradijs met een prachtig strand en vriendelijke mensen.  Ze hebben er een perfecte eerste dag.  Maar de volgende dag is alles anders.
    Jack wordt wakker zonder vrouw en kinderen. Nog erger de lokale bevolking beweert dat hij alleen op vakantie is gekomen en ze nooit iemand anders gezien hebben. Het paradijs wordt een hel. Het mooie strand is een vuilnisbelt,  het water is moerasgroen geworden, de volle parking is leeggelopen  en de mensen gedragen zich als halfdood. Jack begint een hopeloze zoektocht.

    Een jaar later. Een nieuwe familie arriveert in het paradijs. Ze maken de perfecte eerste dag mee, tot ze Jack ontmoeten. Nu een vaste inwoner, herinnert Jack hem niets meer van zijn familie.  Hij denkt zelf dat hij in het dorp geboren is. Zullen zij ook alles verliezen en deel worden van het strand.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    Categorie:One day of paradise
    Tags:Drama, Mystery, Summary
    05-04-2009, 16:10 geschreven door StoryTeller  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het monster en de Engel: Karakters
    Hier een update van een vorig verhaal, de karakter lijst.^^

    Simon Driftwood(Het monster): Een succesvolle student die zijn tweede jaar aan de Albert universiteit begint. Achter de schermen is hij lid van Theleia, een sekte die streeft naar een perfecte wereld door alles wat ze niet perfect beschouwen, uit te wissen. Door zijn gestoorde ideologie en zijn grote trouw, wordt hij als de critis uitgekozen. Onder zijn bewind krijgt de sekte al snel wereldbekendheid, berucht en beroemd. Maar zijn perfecte leven wordt verstoord wanneer hij Sara ontmoet. Voor hem de perfecte vrouw, tot hij ontdekt dat ze blind is. Toch krijgt hij een vreemde interesse in haar, sinds zij door zijn masker van leugens en acteren kan zien.

    Quote: "Een perfecte wereld kan niet bestaan met mensen zoals jij."

    Sara Angelwing(De engel): Een blind meisje met een lieve persoonlijkheid. Ook al is ze blind, toch heeft ze nooit problemen gehad met normaal te leven. Ze kan door andere mensen hun maskers zien en weet wanneer ze liegen. Ze ontmoet Simon bij toeval, wanneer ze tegen hem botst. Ze weet hoe hij echt is en wilt hem helpen. Maar wanneer ze te veel met Simon omgaat, wordt zij zelf ook doel van de sekte.

    Quote: "Dat is niet waar, Simon. Elk wezen op deze planeet heeft zijn gebreken, zelfs jij."

    John Pistolier(De oude held): Een oude kettingroker in de vijftig. Hij haat de corrupte politie die de criminaliteit zijn gang laat gaan. Toch luistert hij naar zijn bevelen, wetend dat hij er niets aan kan doen. Hij wordt kort na weer een gesloten onderzoek overgeplaatst naar het onderzoek achter de sekte. Al snel komt hij uit bij Simon, die hij begint te schaduwen. Het onderzoek wordt al snel persoonlijk wanneer zijn meest dierbare bezit door de sekte wordt weggenomen.

    Quote: "Mijn onderzoek is weeral zogezegd zonder resultaat gesloten. Ik kan weer helemaal opnieuw beginnen, voor niets."

    Marc Slyword(De perfecte (moordenaar)): Een ambitieuze volgeling van de sekte. Hij geraakt de sekte binnen via Simon. Wanneer hij Simon met Sarah samen ziet, brengt hij Simons positie in gevaar. Hij is erg sadistisch, hij doodt mensen zoals hij een insect zou doden.

    Quote: "Konden we je maar uit elkaar halen en je perfect terug in elkaar steken. Maar ja, dat gaat niet hé."



    Meer karakters kunnen later nog volgen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Het monster en de engel
    Tags:Thriller, drama, karakters
    05-04-2009, 00:00 geschreven door StoryTeller  
    14-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.King of Land and War(temporary)
    Titel is nog tijdelijk, sinds ik echt niet goed ben in titels... Dit verhaal valt onder het fantasie genre. Zoals je hieronder kan lezen, gaat het verhaal over oorlog(ik heb echt wel iets met oorlog precies :p) en goden. Het hoofdpersonage is een anti-held.

    De machtige koning, Anthor Seval, is aan de macht gekomen in het land van Kensil. Hij leidt een meedogenloze oorlog voor wereld overheersing met een kolossaal leger onder zijn bevel. Een van zijn beste Holy Generals, Centur Savan, volgt zijn bevelen zonder twijfel.

    Maar wanneer Centur te horen krijgt dat het einde van de oorlog ook het einde van de wereld zou betekenen, creëert hij zijn eigen weg. Om zo niet alleen zijn koning te stoppen, maar ook de Kensiliaanse goden, die met de mensheid speelt al waren het pionnen.



    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    Tags:Fantasie, Mythologie
    14-03-2009, 17:15 geschreven door StoryTeller  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CyberSoul
    Weer een verhaal, deze keer een combinatie van science-fiction en fantasie. De reden dat ik dit verhaal wel goed vond, was omdat het een heel onverwachte plottwist heeft.

    In de wereld van Coria, vechten de Sentillen en Antillen een eindeloze oorlog. Einer is één van de Sentilse kindsoldaten die worden gedwongen te vechten voor hun land. Hij leert de verschrikkingen van de oorlog kennen wanneer zijn beste vriend en vele anderen voor zijn ogen vermoord worden. Wanneer hij zelf zijn rechter arm verliest en op het punt staat ook zijn leven kwijt te geraken, ontwaakt in hem de kracht van de Cyber.

    Zijn arm wordt op mysterieuze wijze hersteld en hij krijgt krachten die logica te boven gaan. Hij krijgt vreemde dromen van een plaats waar hij nooit geweest is. Een lange gang met capsules, die allemaal gevuld zijn met mensen.

    Wanneer deze dromen de werkelijkheid tegenspreken en er vreemde dingen gebeuren door de energie van Cyber, komt Einer uit op de vraag.

    Wat is er echt de werkelijkheid?






    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:CyberSoul
    14-03-2009, 00:00 geschreven door StoryTeller  
    11-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Black War
    Een korte inhoud voor een verhaal, deze keer met titel ^^. Ik heb tamelijk goede vooruitzichten voor dit verhaal. Het vertelt het verhaal van vijf kinderen die een oorlog meemaken. Soms vrienden, soms vijanden. Het lot zoals ik het in het verhaal ga gebruiken, zal heel belangrijk zijn.

    The Gray War. Een oorlog die heel de wereld deed beven. Wanneer er uiteindelijk een einde aan kwam, begonnen de jaren van heropbouw. Er werd een wereld decreet van de vrede opgesteld en de aarde herstelde zich.  Het is nu 100 jaar geleden en er rust nog steeds vrede.

    Maar geschiedenis wordt vergeten en dezelfde fouten worden snel opnieuw gemaakt. Wanneer geschiedenis maar een simpele tekst in een boek is geworden in plaats van een pijnlijke herinnering. Dan zullen er steeds nieuwe generaties met macht de wereld proberen te veranderen.

    Een nieuwe Gray War staat op het punt te beginnen. En het lot van vijf kinderen uit het dorp van Eastling staat op het punt voor altijd te veranderen.



    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    Categorie:The Black War
    Tags:Oorlog, Drama
    11-03-2009, 17:09 geschreven door StoryTeller  
    02-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The World of Halt
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Nog een verhaal. Deze keer is het meer een fantasie verhaal. Het idee kwam vooral van de gibhli films.


    Celt is de zoon van de beroemde klokkenmaker, Vingini. Hij heeft één zeldzame en magische klok, de Ban.
     De Ban is een klok die nooit stopt met tikken. Vreemd genoeg ontdekt Celt dat zijn vader vermist is en dat de Ban toch gestopt is met tikken.

    Wanneer hij het raadsel van de klok probeert op te lossen, wordt hij meegesleurd in een wereld waar hij alleen maar van had kunnen dromen.
    Een land waar de tijd stilstaat en de bevolking met ijzeren vuist wordt geleid door de dierlijke koninlijkheid.
    Hij wordt al snel onder valse beschuldigingen gearresteerd, maar zijn ze echt zo vals?
    Nu moet Celt zijn vader terugvinden en zijn weg zoeken in deze vreemde wereld.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (17 Stemmen)
    Categorie:The world of Halt
    Tags:Fantasie, Summary
    02-03-2009, 19:57 geschreven door StoryTeller  
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het monster en de Engel
    Hier is nog een verhaal zonder titel(nu met:p). Het is een tamelijk duister boek. Als ik er een genre op moest plakken zou ik thriller, drama zeggen. Ik schreef origineel al mijn verhalen in het engels. Maar Nederlands is misschien nog altijd iets gemakkelijker om me te verwoorden. Daarom hebben de personages in dit boek ook Engelse namen. Het is het eerste idee voor een boek waar ik achternamen gebruikte om personages te beschrijven.

    Simon Driftwood is een succesvol student aan Albert University. Geliefd door zijn professoren, benijdt door zijn medestudenten. Maar schijn bedriegt.
    In zijn tweede duistere leven is Simon lid van "Theleia", een sekte die streeft naar een perfecte wereld. Daar is hij de kritis, diegene die beslist wie perfect is en wie niet. Diegene die niet voldoen aan zijn wensen worden op gruwelijke wijze vermoord.

    Zijn gestoorde ideologie maakt hem een antisociaal buitenbeentje, maar dit kan hij verstoppen achter het masker van de sociale perfecte student. Zijn perfecte leven wordt verstoord wanneer hij Sara ontmoet, een meisje dat hij als de perfecte vrouw beschouwt. Dit beeld is snel gebroken wanneer ze blind lijkt te zijn. Maar zijn interesse in het meisje groeit wanneer ze door zijn masker blijkt te kunnen zien. Simon die bijna volledig omhult is in duisternis begint een vreemde liefdesrelatie met het meisje.

    Problemen ontstaan snel wanneer de sekte het meisje ontdekt. Simon staat voor een onmogelijke keuze wanneer hij moet kiezen tussen de sekte of Sara.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (18 Stemmen)
    Categorie:Het monster en de engel
    Tags:Thriller, drama, summary
    02-03-2009, 00:00 geschreven door StoryTeller  
    01-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een eerste verhaal, Titelloos
    Dit is een verhaal dat ik al eens kort had uitgeschreven. Ik kwam op het idee door aan een stad te denken. Ik had al gewone steden gezien, steden ondersteboven, maar nog geen steden op hun zijkant. Ik combineerde het idee daarna met een ander onuitgewerkt idee en zo kreeg ik dit verhaal.


    12 december 2012, de aarde wordt getroffen door wereldrampen. 70% van de wereldbevolking  wordt uitgeroeid door een super vloedgolf. Deze dag later bekend als de dag van het einde werd een keerpunt in de geschiedenis van de mens.

    Maart 2030. De wereldrampen blijven nog steeds actief. Om dit tegen te werken, bestaan er nu FWs, Floodwalls die de krachtige tsunamis tegenhouden,  en een organisatie, AFADCO(Anti-Flood And Disaster Control Organisation). Op de andere zijkant van deze floodwalls zijn er de Sidecities, waar de restanten van de mensheid nu leven.

     Sidecity littleEurope. Johann is een sinker. Iemand die naar de zeebodem duikt en daar zoekt naar waardevolle grondstoffen en materie voor  gebruik in de SideCity. Hij leidt een normaal leven tot hij iets onvergetelijks vindt tijdens het sinken. Wanneer hij kort daarna nog steeds geschokt door zijn ontdekking terugkeert naar littleEurope, wordt hij aangesproken door Joseph. De oude man beweert dat de waarheid een leugen is en dat er zich veel meer afgespeeld heeft op de dag van het einde dan de geschiedenis vertelt. Wat is het verloren geheugen en de AFADCO en wie is Joseph.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    Tags:Sci-Fi, Summary
    01-03-2009, 00:00 geschreven door StoryTeller  
    28-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De blog
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hij is nog vrij leeg, maar geleidelijk zal hij vol komen te staan met kleine ideëen en verhalen die, als je er zin in zou hebben :p, kan lezen. Ik zal beginnen met een kleine introductie naar mijn schrijfleven, nog kort als het is.
    Toen ik al in het lager zat, was ik al bezig met schrijven. Primitief als het was, ging het over een mens en een vlieg en het was meer een simpel stripverhaal. Ik herriner me de context niet echt meer, maar het zal niet deftig geweest zijn. Ik denk dat het pas in het middelbaar was dat ik echt begon met schrijven. Ik had de Harry Potter boeken(die die toen al uit waren) gelezen en ik denk dat dat een grote aanzet is geweest om terug actief te gaan schrijven. En zo kwam ik bij mijn eigen fantasieverhaal.
    De wereld van Intesia.
    Ik had die titel natuurlijk niet van in het begin. Ik weet niet meer waar ik bij was begonnen. Het verhaal zou origineel gaan over een groep die rond moest reizen om de wereld te redden. Het klinkt cliché ik weet het:p, maar ik was er in die tijd heel trots op. Ze konden magie gebruiken dankzij de orbs, ballen die magische energie bevatten. Elke orb had zijn eigen thema, zoals een orb van vuur, een orb van oorlog, enz... Het was meer iets voor een spelletje en uiteindelijk liet ik het idee vallen. Het was gedurende die tijd dat ik veel buiten ging spelen om zelf de scenes te spelen. Ik was alleen dus speelde ik alle rollen. :p De eerste naam waar ik op kwam was Oblivius. Hij zou het hoofdpersonage worden van het verhaal. Maar verder had ik er nog niet over nagedacht.

    Gedurende de jaren in het middelbaar, schreef ik vaak scenes uit, maar nooit volledige verhalen. Ik vond het altijd leuk als we iets mochten schrijven voor Engels of Nederlands. Ik kon mijn verbeelding laten gaan en schrijven wat ik wilde. Het was halfweg mijn middelbaar dat ik een tweede verhaal begon. Een verhaal dat nog steeds weinig is uitgewerkt. Het zou gaan over een assassin. Een supersnelle huurmoordenaar. Het was een grote stap weg van het fantasie verhaal, maar veel nadenken deed ik er niet over. Mijn eerste verhaal was ondertussen veel groter geworden. Het hoofdpersonage was niet langer Oblivius, maar Nicolas. Origineel was het gepland dat Nicolas, de eerste magiër zou worden, maar ik vond zijn persoonlijkheid en verhaal zo passend dat ik hem een nieuwe rol gaf als hoofdpersonage. De originele rol zou later gegeven worden aan Intesia, een karakter dat heel belangrijk zou worden in het verhaal.

    Het was in het vijfde middelbaar, dat ik een misschien wel problematische stap onderging. Ik ontdekte anime en manga. Het probleem was dat ik mijn verhalen ineens heel anders inbeelde. Anime en manga bevatten veel actie en onrealistische gevechten. Mijn verbeelding veranderde snel de realistische vechtscenes in iets vergelijkbaar met Dragonball Z. En mijn schrijven veranderde in saaie beschrijvingen van vechtscenes. Ondertussen is het gelukkig al teruggekeerd naar een normalere manier van schrijven.

    Ondertussen zit ik in het hoger en mijn twee verhalen zijn er een stuk of 12 geworden. De meesten heb ik in het kort al opgeschreven. Anderen zitten nog in mijn hoofd.

    Dat was een korte beschrijving tot nu. En nu maak ik een blog zodat er toch een paar dingen niet verlogen gaan.
    Dat was toch al een grote blok voor één post, maar het heeft wel goed gedaan om het te schrijven. Het eerste verhaal zal er snel opstaan.



    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    Categorie:Info
    Tags:World of Intesia
    28-02-2009, 00:00 geschreven door StoryTeller  
    What Love is to a writer.

    Love is like a pool of inspiration.
    Refreshing the mind with imagination.
    Creating an array of dreams, filled with fantasy.
    Love is a writer's drug.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Archief per week
  • 07/02-13/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 28/09-04/10 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
    Rondvraag / Poll
    Wat is jouw favoriete genre van verhaal in een boek, film, spel?
    Fantasie
    Science Fiction
    Actie
    Thriller
    Romantiek
    Drama
    Komedie
    Horror
    Andere
    Bekijk resultaat


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs