Na onze late aankomst in Datong werd besloten dat we het verdiend hadden om eens uit te slapen, waardoor we pas laat op weg gingen naar de eerste grote bezienswaardigheid: de Yunganggrotten.
Voor we vertrokken moest ik wel even vragen hoe we daar konden geraken, want de reisgids die ik bij me had, trok op niet veel en vermeldde gewoon dat de grotten in de buurt van Datong waren. Ik hoor je al zeggen: koop dan een nieuwe reisgids. Ik weet het, maar het is één van de dingen die er gewoon niet van kwamen. Gelukkig waren ze in ons hotel super vriendelijk en maar al te bereid ons te helpen. Volgens mij waren wij de enige buitenlanders die daar ooit gelogeerd hadden, want we konden op veel belangstelling van het personeel rekenen. Datong is sowieso niet zon toeristische bestemming en ik kan me inbeelden dat er niet veel toeristen in een maitressehotel terecht komen (om geen ander woord te gebruiken). Vandaar waarschijnlijk dat het personeel niet zo op de hoogte bleek te zijn van de toeristische trekpleisters van de stad. Uiteindelijk werd er een vrouwtje gevonden achter de balie bij de sauna die wel wist hoe we daar konden geraken en dat voor ons getekend heeft. Gelukkig maar, want ik moest veel moeite doen om haar dialect te verstaan. Toen we wilden vertrekken, riep de manager ons om naar zijn kantoor te komen. Ik was eerst nogal weigerachtig, omdat ik ervan uitging dat hij ging proberen ons een busje aan te smeren, zoals zo vaak het geval is. Bleek dat ik mijn wantrouwen in de mensen toch wat moest bijstellen, want hij had speciaal voor ons naar een dienst gebeld waar ze Engels spraken, zodat ze mij nog eens konden uitleggen welke bussen we moesten nemen. We hebben daarna vaak het grapje gemaakt dat Datong twee gezichten heeft: overdag zijn de mensen super vriendelijk, maar wanneer het donker wordt, blijf je best binnen, want dan verschijnen de oplichters. Onderweg naar de grotten hebben we op de bus een paar leuke gesprekjes gehad met Chinezen van Datong, die stuk voor stuk heel behulpzaam waren. Na een uurtje kwamen we aan bij de grotten, die zeer de moeite waren. De Yunganggrotten zijn te vergelijken met de Longmengrotten, waar ik eind vorig jaar geweest was. Daar was ik toen zo van onder de indruk dat ik met Yannick en Eline graag iets gelijkaardigs wou gaan bezichtigen. Net als bij de Longmengrotten zijn in de Yunganggrotten enorme boeddhabeelden uitgehouwen in de rotsen. De grotten bij Yungang zijn ouder (460-525), waardoor de beelden nog wat gestileerder en simpeler zijn, maar daarom niet minder mooi. Als je zelf wil vergelijken kan je de twee fotomappen eens bekijken. Toen we aankwamen, was ik aanvankelijk lichtjes teleurgesteld, omdat het domein me redelijk klein leek. We zagen een aantal nissen, maar het zag er niet zo spectaculair uit. Bij nader inzien was die eerste indruk fout: over ongeveer een kilometer waren kleine, middelgrote en een aantal enorme beelden in de rotsen uitgehouwen. De grootte komt op foto niet helemaal over, vrees ik. Als je bedenkt dat die beelden ondertussen al meer dan 1000 jaar oud zijn, is het een wonder hoe goed ze bewaard zijn. De tocht naar Datong was moeizaam verlopen, maar we waren het er alle drie over eens dat de grotten alleen al de reis de moeite waard maakten. Het grappige is dat we op de busrit heen met Chinezen gepraat hadden die de grotten niet zo speciaal vonden. Ook s avonds in het hotel vroegen ze ons hoe het geweest was, want zelf vonden ze het maar een hoop stenen. Die mensen zijn die beelden ondertussen waarschijnlijk al beu gezien of zo, maar ik kan me niet inbeelden dat er iemand is die niet onder de indruk is van de site, ongelooflijk. Ons hotel mocht dan goed zijn, we hebben er toch wat toestanden meegemaakt. Op de tweede dag kwam s avonds iemand kloppen om te vragen of ze onze paspoorten nog even mochten lenen, ze moesten opnieuw kopies maken. Na een halfuur werden ze teruggebracht, maar om half elf kwamen ze nog eens kloppen om opnieuw onze paspoorten te vragen, want er was iets misgelopen. Om elf uur kwam er iemand zeggen dat het niet lukte en dat ze onze paspoorten die nacht zouden moeten houden. Dat vonden we toch maar verdacht, dus ging ik met de manager praten. Die zei dat het hotel die nacht politiecontrole zou krijgen en dat ze onze paspoorten moesten kunnen laten zien. Wij wilden onze paspoorten echter niet zomaar een nacht afgeven, dat zijn belangrijke documenten en je weet uiteindelijk toch nooit. We wilden dus afspreken dat we ze alle drie op de kamer van Yannick zouden leggen en dat ze hem mochten wakker maken als er controle kwam, dan zou hij ze naar beneden brengen. Dat kon echter om één of andere reden niet en de manager wou niet toegeven: onze paspoorten bleven in de kluis. Ondertussen was het ongeveer twaalf uur s nachts en ik was de hele toestand beu, dus heb ik het maar zo gelaten. De volgende ochtend bij het ontbijt kregen we onze paspoorten netjes terug. Geen problemen dus, maar je vraagt je toch af waar dat nu voor nodig was. Mijn moeder heeft al gegrapt dat er nu vast iemand met een kopie van onze paspoorten rondloopt. Op onze tweede dag in Datong bezochten we de bekende hangende tempel. Dat is een tempel die tegen een rotswand is aangebouwd en waarvan de kamers deels in de rotsen zijn uitgehouwen. De voorgevel steunt op dunne houten palen die op de rosten leunen. De tempel was kleiner dan we hadden verwacht, maar het was toch straf om te zien hoe ze hem gebouwd hadden. Wat bezielt mensen ook om zoiets tegen een rotswand te hangen als er honderd meter lager een perfect bebouwbaar dal is? Alles in verering van boeddha lijkt me, maar ik voelde me af en toe toch niet op mijn gemak als mijn blik van het balkon naar beneden viel. Die pijlertjes waren toch wel heel dun. Het was jammer dat ze overal in het dal en tegen de bergen aan de overkant aan de weg aan het werken waren.Dat gaf veel lawaai en ontsierde het landschap, wat de sereniteit natuurlijk niet ten goede komt. Het was in ieder geval weer een site die op de lijst van werelderfgoed van de Unesco staat. Ik weet niet wat er nog allemaal op die lijst staat, maar ik mag er aan het eind van dit jaar toch een behoorlijk aantal plaatsen op afvinken. We moesten s avonds op tijd terug in Datong zijn, omdat we onze trein naar Xian moesten halen. Na ons vorige trein debacle wilden we die natuurlijk niet missen. Er is veel te zien in China, maar alles ligt erg ver uit elkaar, je moet er dus wel wat uurtjes trein voor over hebben. Datong was een goed voorbeeld van hoe je niet op de eerste indruk mag afgaan, we hebben er twee leuke dagen doorgebracht.