Katrien en
Sara zijn zondag vertrokken, dus sindsdien heb ik hier het kot voor mij alleen.
Deze eerste dagen heb ik er eerlijk gezegd wel van genoten. Ik moet bekennen
dat ik de eerste twee dagen ook volstrekt niets van betekenis gedaan heb. Het
gebeurt hier niet vaak dat er niets te doen is, dus om uit te bollen na de
examens was dat wel welkom. Normaal gezien zou Karo gisteren hier zijn komen
slapen, maar ze heeft bericht gekregen dat ze toch nog tot donderdag in haar
appartement kan blijven. Het is makkelijker voor haar om daar te blijven
natuurlijk, maar ik vind het toch jammer dat ze niet komt. Het is soms best
stil in huis zonder mijn twee roomies (na 4 maanden samen wonen wen je er wel
aan om voortdurend volk in de buurt te hebben). Ze gaat waarschijnlijk morgen wel
voor één nacht komen logeren.
Ik heb
natuurlijk wel wat dingen gedaan de voorbije dagen: gaan shoppen, gaan eten,
gaan sporten, grote kuis en was gehouden, maar dus geen grote gebeurtenissen
om hier uit de doeken te doen. Daarom heb ik besloten nog maar eens een
educatieve blog te schrijven. Ik heb gemerkt dat veel mensen in de war zijn
door de munteenheden die ik soms vermeld. Al een paar keer heb ik de vraag
gekregen: Hoeveel verschillende soorten geld hebben ze daar nu eigenlijk in
China? Hoe zit dat met die RMB, die yuan, die kuai? Vooral voor degenen die
van plan zijn naar hier te komen is enige opheldering misschien wel nuttig. En
ik kan de verwarring goed begrijpen, want het muntensysteem hier is een
warboeltje.
Eerst en
vooral: China heeft, zoals de meeste andere landen (ik kan er geen bedenken die
er meerdere hebben) slechts één munteenheid: de RMB 人民币renminbi, vrij vertaald de munt van het volk. 100 RMB
komt ongeveer overeen met 10 euro, met wat schommelingen afhankelijk van de
beurskoers natuurlijk. Nu zal je hier in winkels of op straat bijna nooit zien
staan: dit kost 50 RMB, maar wél: dit kost 50 yuan元
(uitgesproken: jwen). Je zou kunnen zeggen dat RMB de officiële benaming voor
de munteenheid is en dus wordt gebruikt in officiële berichten, op de beurs,
enz. Maar om de prijs van een product aan te duiden, gebruikt men yuan. 1 RMB is volledig hetzelfde
als 1 yuan. Maar, om het nog
verwarrender te maken, is er nóg een benaming voor dezelfde hoeveelheid geld,
nl. 1 kuai块. Kuai
is oorspronkelijk het maatwoord voor een muntstuk. Om een muntstuk te benoemen
zeg je 一块钱yi kuai qian
lett. één stuk geld. In de volksmond gebruikt men ondertussen kuai ook gewoon om een hoeveelheid geld
aan te duiden. Iets kan dus 50 kuai
kosten. Het is de benaming die ik persoonlijk ook het liefst gebruik, omdat ze
het makkelijkst in de mond ligt. Yuan is
vooral schrijftaal, het wordt minder gebruikt in de spreektaal. Kuai zal je dan weer nooit geschreven
zien, maar des te meer horen in de dagelijkse omgang. Zodus: 1 RMB = 1 yuan = 1 kuai. Er zijn briefjes in de omloop van 1, 5, 10, 20, 50 en 100
RMB, daarnaast is er ook een muntstuk van 1 RMB. Het grootste briefje dat hier
verkrijgbaar is, komt dus overeen met 10 euro. Niet zo praktisch als je cash
grote bedragen zoals de huishuur moet betalen.
Hopelijk
kan je tot nu toe volgen, want we zijn nog niet klaar. Er bestaan natuurlijk
ook equivalenten van onze centen. Deze centen worden jiao角of mao毛 genoemd. Net zoals bij yuan en kuai is jiao schrijftaal en wordt mao gebruikt in conversaties, 1 jiao = 1 mao. Je hebt 10
jiao nodig om één yuan te vormen. Wat het gebruik betreft,
wordt het hier pas echt lastig. Voor 5 jiao
is er zowel een biljet als een muntstuk in de omloop en voor 1 jiao maar liefst 1 biljet en 2
muntstukken! Wie pas aankomt in China, moet goed uitkijken wanneer hij in
winkels of in de taxi geld terugkrijgt. Gewiekste taxichauffeurs durven wel
eens proberen je een biljet van 5 jiao
in plaats van 5 yuan terug te geven,
een behoorlijk groot verschil toch.
En dan is
er een nóg kleinere eenheid, nl. de fen分. Tien fen is gelijk aan één jiao.
Deze muntheenheid is zo klein dat ze in de praktijk niet veel gebruikt wordt. Er
zouden munten van 1, 2 en 5 fen
moeten bestaan, maar geen daarvan heb ik al gezien. Misschien wordt er op het
platteland wel mee betaald, maar in de stad heb ik nog geen enkele prijs gezien
met fen erin.
Voila, ik
heb zonet besloten voor de duidelijkheid een aantal fotos van al die briefjes
en munten op mijn fotopagina te zetten. Anders is het toch een beetje abstract
allemaal. (Ik zal dan wel even moeten sparen tot ik al deze verschillende briefjes en munten in mijn bezit heb). Ik verontschuldig mij voor de droge blog, maar wie niet geïnteresseerd
was, had natuurlijk niet tot hier hoeven lezen. En wie ooit een uitstapje naar
China plant, heeft er misschien wel iets aan.
Buiten is
er ondertussen één van de beruchte Nanjingse buien losgebroken, waarbij het
begint te regenen en pas een dag (of twee) later weer stopt. Ik zal dus straks mijn
regenlaarzen moeten aantrekken om de vijver die zich altijd in onze straat
vormt te trotseren.
Dat in
België het zonnetje stralend mag schijnen! Tot later!