Het is zondagnamiddag, mijn wekelijkse poetsbeurt zit erop, tijd om weer eens op mijn blog te schrijven, dacht ik zo.
Ik wil beginnen met mijn bompa een hele gelukkige verjaardag te wensen! Dat is een nadeel aan een jaar in het buitenland zitten: je mist alle verjaardagen en feestdagen. En jawel, bompa verjaart op dezelfde dag als Sinterklaas! Blijkbaar zijn België en Nederland de enige landen waar ze Sinterklaas vieren zoals wij dat doen. Zelfs heel wat van onze Europese vrienden kennen het concept niet. In Duitsland kennen ze de Sint wel, maar hij bezorgt zijn pakjes helemaal alleen, zonder Pieten om hem te helpen, ocharme. Dat is toch nog beter dan in Oostenrijk, want daar wordt de goedheilig man bijgestaan door een groep gehoornde demonen. Wie als kind schrik had van zwarte Piet, mag dus blij zijn dat hij niet in Oostenrijk geboren is. Ik heb ook al geprobeerd deze feestdag uit te leggen aan Aziaten, maar als je over zwarte Piet begint, wordt het allemaal een beetje te ingewikkeld vrees ik. De meesten vormen zich een beeld van een soort Kerstman die samen met een groep Afrikanen pakjes rondbrengt (en om één of andere vreemde reden in Spanje woont). We mogen dan niet in België zijn, we hebben het toch een beetje gevierd onder ons. Sara, Katrien en ik hadden afgesproken om om 11u samen te ontbijten (of te brunchen, zo je wil). Toen ik opstond, bleek dat de Sint toch tijd gevonden had om ons in het verre China iets te brengen (misschien heeft hij Chinese Piet ingeschakeld, wie weet), want de tafel was mooi gedekt, met koekjes en snoepjes erop gestrooid. Bovendien was er voor iedereen een pakketje met speculaas, chocolade, marsepein, kortom: alles wat een mens zich op 6 december wensen kan. We hebben dus de hele Sinterklaasgekte die België al een paar weken in de ban houdt gemist, maar we maken er hier toch het beste van he.
Kerstmis vieren zal ook geen probleem zijn, want we zijn eergisteren gaan shoppen en de winkelcentra hingen vol met Merry Christmas slingers en kerstballen. Een tikje te vroeg naar mijn gevoel, maar in België zal het niet anders zijn, neem ik aan. Een kerstboom vinden zou geen probleem mogen zijn, volgens onze Chinese bronnen en Wallmart heeft een hele afdeling aan Kerstversiering gewijd. We waren volgens de traditie van plan volgend weekend de boom op te stellen (we vinden vast wel een paar sterke mannen bereid dat ding naar de 4e verdieping te sleuren =) maar deze donderdagavond vertrekken we naar Xian, het zal dus een paar dagen worden uitgesteld. Een vriendin van ons uit Leuven, Kirsten, studeert in Xian, dat vooral bekend is om zijn terracottaleger. Daarna trekken we nog een paar dagen naar Luoyang, waar enorme Boeddhabeelden zijn uitgehouwen in de rotsen. We zullen dus een paar daagjes les missen, maar als we het aanbrengen als culturele activiteiten om onze kennis van China uit te bereiden zullen onze leerkrachten wel een oogje toeknijpen =)
En daar ga ik het voor vandaag bij houden. Een kort blogje, ik geef het toe, maar na volgend weekend zal ik weer veel te vertellen hebben.
Bedankt Sinterklaas voor de pakjes! Maak er thuis allemaal een fijne zondag van!
Waarschuwing
voor de gevoelige zieltjes en dierenliefhebbers: Hier stoppen met lezen! (deze blog kan schokkende informatie bevatten)
Gisterenmiddag
kwam Katrien zeer enthousiast de gang ingelopen: We gaan hond eten! Ik: Euh,
ok dan. Ik moet bekennen dat ik al lang eens hond wilde proeven. Het klinkt
niet meteen smakelijk in de oren, maar daar kan je pas over oordelen als je het
zelf geprobeerd hebt. Toegegeven: hond
eten is nog net iets anders dan koe of varken, maar ik heb niets met honden
(zal wel iets met mijn familiale achtergrond te maken hebben), waardoor ik er
vermoedelijk minder moeite mee heb dan iemand die er thuis eentje heeft als
huisdier. Vraag me ook geen kat te eten, ik zou mijn eigen kat niet uit mij
gedachten kunnen bannen. Ik zal eerlijk zijn: ik doe hier wel eens dingen,
gewoon om te kunnen zeggen dat ik ze gedaan heb. Als je iemand verteld dat je
een jaar in China hebt gewoond, komt gegarandeerd ooit de vraag: En heb je
hond gegeten? Ik zie er nu al naar uit om daar ja op te kunnen antwoorden en
hun gezicht te zien vertrekken. We vonden uiteindelijk nog 2 mensen bereid een
bordje hond met ons te delen en 2 anderen die het niet zo zagen zitten, maar geïnteresseerd
genoeg waren om ons toch te vergezellen.
Plaats van
het delict: het Koreaanse eetstraatje vlakbij onze campus. Koreanen staan
bekend als notoire hondenkwekers en eters. Dat is natuurlijk een cliché, een
groot deel van de Koreanen heeft zelf nog nooit hond gegeten. Feit blijft dat
daar het enige restaurant in de buurt is waar je deze specialiteit kan
bestellen, met name in de vorm van hotpot. Hotpot houdt in dat je vlees,
noedels en groenten samen in een soep gekookt worden.
Over naar
het antwoord op jullie vraag: En, was dat nu lekker? Hm, nee, het was niet
echt lekker. Maar ook niet slecht, eigenlijk. Ondanks mijn geringe affiniteit
wat honden betreft, vond ik het eten ervan toch een vreemde ervaring. Het is
iets wat je in het westen gewoon niet doet, onder geen omstandigheden. Ik heb
dus 3 stukjes gegeten en heb het daarna maar voor bekeken gehouden. Hoe
smaakt het dan? nogal vreemd, ik vrees dat ik het echt nergens mee kan
vergelijken. Een beetje naar wild misschien. Het is heel rood vlees, vrij mals
en doet qua structuur nog het meeste aan lam denken, maar dan met veel kleine
vetrandjes eraan. Er staan fotos van onze maaltijd op mijn fotosite.
Dat was het
dus. Ik heb het één keer geprobeerd en ik denk dat ik het daarbij ga houden. Het
is niet uitzonderlijk lekker en toch redelijk duur in vergelijking met traditioneel
vlees.
Voor wie
naar hier komt en het ook eens wil proeven, ik weet nu waar we moeten zijn he ;-)
Gisteren
besloten we eens een kijkje te nemen in de 红山动物园 oftewel de zoo van Nanjing.
Het was nog
eens een uitzonderlijk mooie en voor dit jaargetijde vrij warme dag. Dat
konden we niet aan ons voorbij laten gaan, dus trokken Katrien, Julie, Romain
en ik naar de dierentuin. Ik had op voorhand even gepolst of het een beetje
meeviel (dierentuinen in China kunnen behoorlijk schrijnend zijn), maar niemand
was er al geweest, dus het was op goed geluk. Zoals jullie in een artikel een
aantal weken terug hebben kunnen lezen, ben ik ook al in de dierentuin van
Hefei geweest, waar ik toch aangenaam verrast was door de goede verzorging die
de meeste dieren schenen te krijgen.
Een
maandagnamiddag in november is niet bepaald een hoogdag voor een dierentuin,
dus hadden we het park bijna voor ons alleen. Een verademing, aangezien je
meestal moeite moet doen om ergens een foto te kunnen trekken waar niet
minstens 3 onbekenden op staan. In de zoo van Hefei kregen wij vaak evenveel
aandacht als de dieren, in Nanjing konden we op ons gemak rondwandelen. Het
begon dus goed, en werd nog beter toen vlak achter de ingang een klein
attractiepark bleek te zijn. Het grootste deel van de attracties was gesloten,
enkel het reuzenrad en een kleine rollercoaster waren in gebruik. In een
opwelling besloten we een ritje te maken in de rollercoaster, die sneller ging dan verwacht. Toen het karretje op het laatste rechte stuk naar het
einde terecht kwam, bleven we plots stilstaan. Ik dacht eerst dat dat de
bedoeling was, tot de man die de attractie bediende iets naar zijn collega riep
en vervolgens naar ons toeliep. Hij moest aan een paar hendels trekken en aan
iets onderaan ons karretje sleutelen om ons weer in beweging te krijgen. We
zijn niet in gevaar geweest en het probleem was snel verholpen, maar ik zal wel
2 keer nadenken voor ik in China nog eens in een rollercoaster stap.
Terug op de
begane grond begonnen we aan onze wandeling door het park, waarbij we eerst de
apen en de leeuwen en tijgers tegenkwamen. Die hadden allemaal een groot
verblijf met voldoende bewegingsruimte. De leeuwen en tijgers zaten in dezelfde
kooi, wat me niet zo verstandig leek. Maar ik ben geen expert, dus hier onthoud
ik me nog van commentaar. Daarna kwamen we lange tijd geen dier tegen. Een deel
van de dierentuin was een gewoon park en de kooien van de beren en de kleine
panda (symbool van Planckendael) waren leeg. Daarnaast lag een oud
attractiepark dat eveneens verlaten was. Ondertussen was de hemel grijs
geworden, waardoor de lege dierenverblijven en de roestige attracties een
sombere aanblik kregen. We hadden
bijna de hoop opgegeven nog iets te zien, toen we uiteindelijk bij de olifanten en giraffen
aankwamen. Die zagen er ook best goed verzorgd uit, maar om één of andere reden
waren de 2 olifanten en 2 giraffen telkens uit elkaar in een ander hok gezet,
zodat ze niet bij elkaar konden. Een eerste wrang gevoel kreeg ik bij de
panters. Die zaten één per één in veel te kleine, troosteloze grijze hokken. Ze
hadden ook de typische symptomen van dieren die al veel te lang in dezelfde
saaie ruimte zitten en dus steeds hetzelfde rondje afleggen van de muur naar de
tralies en terug.
Mijn hart brak bij de pinguïns. Voor het pinguïnverblijf en
de aansluitende kinderboerderij moest je nog eens 6 kuai bijbetalen op de inkomprijs. De pinguïnkolonie bestond uit 5
vogels die in een vuil hok tegen elkaar aanstonden, naast een zwembassin zonder
water. Voor het raam stonden kleurrijke kinderstoeltjes, waarin op drukke dagen
waarschijnlijk een hoop kindjes naar die 5 zielige pinguïns zitten te staren. Als
elke bezoeker 6 kuai inkom moet
betalen, zou je toch op zijn minst verwachten dat ze die beesten een beetje
zwemwater kunnen geven. De uitgang van het pinguïnverblijf leidde naar de
kinderboerderij, waar je oog meteen viel op een tiental papegaaien die met hun
poot aan de stok waar ze op zaten waren vastgeketend. Het waren nog altijd
mooie vogels, maar sommigen hadden een aanzienlijk uitgedunde pluimage en de
meesten probeerden met hun bek hun ketting los te bijten. Een miezerig klein
geitje kwam meteen op mij afgelopen toen ik me bukte, waarschijnlijk in de hoop
eten te krijgen. Op de achtergrond dreunde trouwens voortdurend een soort
dancemuziek, het best te vergelijken met iets van 2-fabiola en aanverwanten. Naast
de kinderboerderij lagen de vogelkooien, waar ik een exotische vogel zag met
een enorm gezwel op zijn borst. Het lag er vol uitwerpselen en het stonk er.
De laatste
bezienswaardigheid waren de pandas, waarschijnlijk de trots van de dierentuin.
Deze hadden een groot binnen- en buitenverblijf en zagen er best goed uit. Dat
was echter niet voldoende om de dierentuin voor mij nog te redden. De dag was
heel goed begonnen en een deel van de dieren werd goed verzorgd denk ik, maar
het opgewekte gevoel dat ik associeer met een bezoekje aan de zoo (nostalgie), ontbrak toch.
Alweer een nieuw
stukje Nanjing verkend ik denk niet dat ik nog terug ga.
De titel betekent zeer letterlijk vertaald: 'Naar de ziekte gaan kijken'. Met andere woorden: Ik heb maandag mijn eerste Chinese ziekenhuisbezoekje gemaakt.
Maak jullie
geen zorgen, het was niet voor mij. Julie had een soort van allergische reactie
aan haar lippen, waardoor deze heel droog werden. Niets ernstigs dus, maar wel
lastig genoeg om even langs de dokter te gaan. Naar de dokter betekent hier:
naar het ziekenhuis, want privépraktijken zijn in China enorm schaars, ik zou
niet weten waar er één te zoeken. Waar wij huisartsen hebben, hebben ze hier in
het ziekenhuis gewoon een afdeling met algemene dokters.
Wij dus
naar het dichtstbijzijnde hospitaal, dat zich gelukkig op wandelafstand van de
unief bevond. De eerste indruk bij het binnenkomen was: druk. Voor je naar de
dokter kan, moet je je registreren en daarvoor moet je aanschuiven. Er waren
naar schatting 10 loketten waar telkens een zeer lange rij mensen stond te
wachten. Nu moet ik zeggen dat ze hier waarschijnlijk efficiënter zijn dan in
België, want op relatief korte tijd was ons briefje afgestempeld en werden we
naar de 6e verdieping gestuurd, naar de afdeling dermatologie. Naast
dermatologie bevonden zich op die etage ook nog de afdelingen gynaecologie en
acupunctuur, wat hier blijkbaar een volwaardige geneeskundige tak is.
Over het
algemeen vond ik het ziekenhuis best deftig, ik had erger verwacht. Het ziet er
allemaal minder clean uit dan in België, maar stel jullie alstublieft geen 3e
wereld kliniek voor, het was best goed georganiseerd. Het zijn de details die
het hem doen: Terwijl Julie binnen was bij de dokter, liepen er vrolijk
allerlei andere dokters en verpleegsters binnen en buiten en een wachtende
patiënte deed even de deur open om te kijken hoe lang het nog zou duren. In de
gang liep een vrouw rond met een verroest karretje die in elke kamer de
vuilnisbakken ging leegmaken en het medisch afval ging weghalen, om daarna met
haar afvalwagentje tussen de wachtende patiënten door te laveren. Wat ik wel
handig vond, is dat het ziekenhuis een eigen apotheker heeft, waar je na je
consult meteen je medicatie kan gaan afhalen. Weet wel dat je je daarvoor eerst
een weg moet banen tussen de drummende Chinezen die allemaal eerst bediend
willen worden. Respect voor die apothekers.
Nu spreken
wij ondertussen een aardig mondje Chinees, maar als dat niet het geval zou
zijn, hadden we een groot probleem gehad: in dat hele ziekenhuis vol (mag ik
hopen) hoogopgeleide dokters, was er geen mens die een woord Engels sprak. En
je mag dan Chinees begrijpen, wanneer ze etenswaren beginnen op te noemen waar
je eventueel allergisch aan kan zijn, zit daar allicht iets bij waarvan je niet
meteen weet wat het is. De dokter deed geen moeite om trager te praten (of zijn
mondmaskertje af te doen), dus uiteindelijk vroeg Julie om het voor de
duidelijkheid even op te schrijven geen rekening houdend met het
doktersgeschrift, dat blijkbaar universeel onleesbaar hoort te zijn. Wie de
taal niet spreekt, zoekt maar beter een internationaal hospitaal.
Uiteindelijk
geen spectaculaire horrorverhalen dus, misschien stel ik jullie hier teleur. Voor
de sensatie: een vriend van ons die in hetzelfde ziekenhuis een ontstoken
wenkbrauwpiercing moest laten verwijderen, had minder geluk. Niemand had ooit
zon ding gezien, laat staan dat ze wisten hoe het verwijderd moest worden. Hij
werd na lang wachten naar de afdeling plastische chirurgie gestuurd, waar ze
niet de juiste instrumenten voor zon ingreep bleken te hebben. Via een omweg
kwam hij terecht op de spoedafdeling waar ze hem uiteindelijk in een klein
kamertje, met de opgerdroogde bloedvlekken van vorige patiënten nog op de grond, van zijn
piercing verlost hebben. Hierna kreeg hij niet minder dan 4 injecties om
ontsteking tegen te gaan (ik wil hier nooooit ook maar iets mankeren).
Tot slot
nog een kleine anekdote van ons uitstapje naar Wuzhen om dit hoofdstuk over medische
zaken af te sluiten. We gingen s middags in een klein steegje iets eten en
besloten vanwege het goede weer aan één van de tafeltjes buiten op straat te
gaan zitten. De deur en het raam van de kamer naast het restaurantje stonden
open en door de positie van onze tafel konden sommigen daar recht binnen
kijken: het was een tandartspraktijk. Al snel kwam er een patiënte toe, die
plaatsnam in de stoel, waarna de tandarts - zonder de deur te sluiten - aan de
behandeling begon. Op een bepaald moment zat hij op zijn gemak te boren in iets
dat leek op een valse tand die hij net uit de mond van zijn patiënt gehaald
had. Aaah, een lekker middagmaal met het rustgevende geluid van tandartsboren
op de achtergrond,
Dit weekend hebben we voor het eerst het Chinese groepsreis-gevoel mogen ervaren.
Onder het motto we zijn hier maar een jaar, dus daar moeten we gebruik van maken om zoveel mogelijk te zien, zijn we vorige week weer naar het reisbureau getrokken om te informeren welke interessante uitstapjes ze in de aanbieding hadden. Onze keuze viel uiteindelijk op een weekenduitstap naar 2 oude waterdorpen, Xitang en Wuzhen, die werden aangeprijsd als authentiek en pittoresk.
Toen we naar Huangshan gingen, waren we met voldoende om onze eigen groep te vormen. Dit keer waren maar met zn zevenen, waardoor we geen andere keus hadden dan ons aan te sluiten bij een Chinees reisgezelschap, compleet met gids met vlaggetje en microfoontje. Zaterdagochtend om 6.30u vertrok onze bus en na een rit van 4 uur kwamen we aan bij Xitang. Anders dan ik verwacht had, lag dit niet op het platteland, maar wel aan de rand van een klein maar modern stadje. Om toch het authentieke, pittoreske karakter te bewaren, had men een muur opgetrokken rond de volledige oude kern, om deze af te sluiten van de moderne wereld (wat zeer toevallig ook de mogelijkheid met zich meebrengt inkomgeld te vragen om het stadje te betreden). De entreepoort met metalen hekjes gaf je het gevoel een pretpark te betreden. Eenmaal voorbij deze poort werd onze groep naar één van de houten bootjes gebracht, waarmee we over de rivier het stadje binnenvaarden. Tijdens dit boottochtje kreeg ik toch meer het gevoel een oud dorp te betreden. Het mocht dan gecommercialiseerd zijn, alles zag er toch wel echt authentiek uit en mooi bewaard bovendien. Bekijk de fotos om een beter beeld te krijgen (klik links op de fotolink).
We volgden braafjes onze gids naar de eerste bezienswaardigheid die inbegrepen was in ons ticket: een oude tempel in een zijstraatje. Mooi, daar niet van, maar al snel bleek dat het volgen van een groep en uitleg krijgen bij elk klein detail niets voor ons was. We hebben dus beleefd aan onze gids gevraagd om hoe laat we waar verwacht werden en hebben daarna op eigen houtje de rest van het dorp verkend. Hoewel het duidelijk was dat alles was toegespitst op de toeristen, heb ik toch een heel aangename dag beleefd. We hebben een beetje rondgeshopt in de leuke winkeltjes, zijn lekker gaan eten, hebben op straat een aantal lokale specialiteiten geproefd (de slakken bleken toch niet zon heel goed idee te zijn) en zijn gezellig thee gaan drinken in een theehuis naast het water. Bovendien heb ik voor het eerst mensen zien vissen met aalscholvers. Misschien heb je dat al eens op tv gezien, in een van de vele programmas over China die de laatste jaren worden uitgezonden. Men bindt de keel van de aalscholvers (een grote, zwarte vogelsoort) toe met een touwtje. Aalscholvers vissen met hun bek vissen op uit het water en slikken ze in een keer door, maar door het touwtje is dit niet mogelijk. In de plaats worden de vogels getraind om de vis in hun bek braaf naar de boot van hun baasje te brengen, waarvoor ze beloond worden met kleine visjes, die nog net door hun keel kunnen. Zeer apart.
Na het avondeten dachten we nog ruim de tijd te hebben om ons terug naar de parking te begeven, tot we telefoon kregen van onze gids: iedereen zat al op de bus te wachten, een half uur vroeger dan afgesproken. Wij ons dus snel teruggehaast. Jammer, want ondertussen was het donker geworden en waren de rode lantaarns aangestoken, die de steegjes en kanalen weer een heel ander uitzicht gaven. Bij het hotel aangekomen hadden we nog lang geen zin om te gaan slapen, dus verzamelden we op de kamer van Romain en Wing met 2 lekkernijen uit Xitang: een zoete, nougat-achtige koek en wijn gemaakt van kleine appel-achtige vruchtjes.
De volgende ochtend werden we om 9 uur op de bus verwacht om de reis verder te zetten naar Wuzhen. Maar wat bleek? De gids had eerst nog een uurtje shopping in een nabijgelegen shoppingcenter ingepland (daar zal hij wel commissie voor gekregen hebben). Op een zondagochtend laten we zulke activiteiten liever aan ons voorbijgaan en dus hebben we van de gelegenheid gebruik gemaakt om op ons gemak te gaan ontbijten.
Wuzhen leek in veel opzichten op Xitang, maar was zo mogelijk nog toeristischer. Je moest echt moeite doen om niet tussen 2 groepen-met-gids terecht te komen. Jammer, want ik was eigenlijk wel gecharmeerd door de oude houten huizen in dit dorpje. Wuzhen gaf mij een uitgesproken bokrijk-gevoel. Op verschillende plaatsen kon je mensen aan het werk zien die, ten behoeve van de toeristen, oude ambachten beoefenden of een martial arts voorstelling gaven. Wat mij trouwens bij beide dorpen trof, was dat alle huizen toch echt bewoond waren. Je zag wasgoed hangen, achter de ramen zaten mensen tv te kijken, te koken, Deze mensen moeten dus elke dag hordes toeristen verdragen, die door hun deuren naar binnen kijken, hun koertjes oplopen en overal fotos van trekken. Ik mag hopen dat ze daarvoor voldoende gecompenseerd worden (maar ik betwijfel het).
Hoewel de uitstap niet was wat ik ervan verwacht had, heb ik toch een heel leuk weekend achter de rug. Het was weer een ervaring op zich en de sfeer zat het hele weekend meer dan goed =)
Bovenaan
is er de hemel, onderaan (op aarde) zijn Suzhou en Hangzhou
Om
tenminste de helft van dit bekende Chinese spreekwoord aan de waarheid te toetsen,
zijn Sara en ik dit weekend naar Suzhou getrokken. Vanwege het slechte weer
hebben we nog even getwijfeld, maar uiteindelijk besloten we toch maar koude en
regen te trotseren en op de trein te stappen. Ik heb er geen spijt van gehad.
Onze trein
bleek een trage boemeltrein te zijn, waardoor we pas om 3u in de namiddag
toekwamen, iets later dan gepland. Bij de terugrit hebben we trouwens voor het eerst problemen gehad met het kopen van een treinticket. Alles was uitverkocht, buiten 2 staanplaatsen op een trein die er 6u over deed om terug naar Nanjing te rijden en om half 1 's nachts aankwam. Gelukkig waren er nog lege stoelen, waardoor we toch konden zitten (vraag me niet waarom ze ons die stoelen niet verkocht hebben).
Maar terug naar mijn verhaal: voor we de stad introkken zijn we even langs
onze jeugdherberg gepasseerd, die geweldig meeviel. Het was een oud, min of
meer gerestaureerd gebouw. Onze kamer lag naast een binnenpleintje met
tafeltjes en bankjes die, mocht het niet zo koud geweest zijn, uitnodigden tot
een picknick. Bovendien kregen we onverwacht gratis ontbijt bij onze kamer.
Toast met spek en eieren, een banaantje en fruitsap, zeer fijne meevaller.
Toen we
later via een gezellig koffiehuisje aan de achterkant van het gebouw naar
buiten gingen, bleek dat de herberg midden in het oude stadsgedeelte van Suzhou
lag. En met oud bedoel ik antiek, traditioneel, ongelooflijk gezellig. Waar ze
in Nanjing alle oude hutong
(traditionele wijken) al lang hebben platgegooid, erkennen ze in Suzhou
blijkbaar nog de waarde van die oude gammele huisjes, want de hutong nemen er
nog een heel stadsdeel in beslag. Voor het eerst sinds ik hier ben, voelde ik
me in het echte China (voor zover het echte China het China is dat je in
België op tv ziet). Het werd nog leuker toen het begon te schemeren en de rode
straatlantaarns aangingen. Sara en ik zijn zonder plan beginnen rondlopen en
hebben onszelf zon beetje in de steegjes laten verdwalen. De beschermende papas
die ons daar hadden zien rondlopen, hadden ons waarschijnlijk voor gek
verklaard, maar ik heb me geen moment onveilig gevoeld. Buiten de occasionele
loslopende hond, zijn we enkel oude mensjes en huismoeders tegengekomen. Wat
alles extra charmant maakte, waren de bruggetjes over de rivier, die de hutong doormidden splijt.
Na wat
zoeken, vonden we toch de weg terug naar onze jeugdherberg, waar we ons in de
zetels in de ontspanningsruimte hebben neergezet, naast 4 Chinese jongeren. Die
bleken zeer sympathiek te zijn en uiteindelijk hebben we de hele avond met hen
zitten praten. Op zon momenten ben ik altijd tevreden als ik merk dat mijn
Chinees toereikend is om een hele avond een gezellig gesprek te voeren en
slechts af en toe om uitleg te moeten vragen. Zij waren ook studenten die een
uitstapje maakten, maar jammer genoeg vertrokken ze de volgende dag alweer om
de moeder van een van hen te gaan bezoeken. 3 van de 4 studeerden Engels als
hoofdvak, maar toen wij voorstelden We can also speak English if you want to
practice al little bit?, kwam er geen antwoord, alleen een beetje
ongemakkelijk gelach. Een van de jongens had ons net gezegd dat ze die week een
artikel van Stephen Hawking hadden gelezen in de les, maar Engels práten? Nee,
dat ging nog niet. Het Chinese lessysteem is volledig toegespitst op grammatica
en begrijpend lezen, aan conversatie wordt zo goed als geen aandacht
geschonken. Terwijl het net andersom hoort te zijn. Grammatica is belangrijk, maar
ik vind het pas echt interessant in de mate waarin het bijdraagt tot de
mondelinge conversatie, waarvoor studeer je anders een taal?
Suzhou
staat vooral bekend als een van de tuisteden van China. Het is een tijdje de
hoofsdstad van het Rijk van het Midden geweest en in die tijd zijn er prachtige
tuinen en keizerlijke residenties aangelegd. We hadden echter van vrienden
gehoord dat al die tuinen toch min of meer hetzelfde zijn, en bovendien duur
van inkom, dus besloten we ons te beperken tot een van de bekendste: De tuin van de
bescheiden ambtenaar. Ik denk dat tuinliefhebbers in Suzhou hun hartje kunnen
ophalen, het was inderdaad zeer mooi aangelegd. Ik moet er wel bij zeggen dat in
Chinese tuinen traditioneel zo goed als geen bloemen geplant worden. De nadruk
ligt op waterpartijen, rotsen, paviljoenen en groene planten en bomen. Je zou
je bijna kunnen inbeelden hoe de keizer daar met zijn concubines door de tuinen
liep, ware het niet dat er hele groepen Chinese toeristen achter gidsen met
megafonen over de paadjes hossen. Ik denk dat het beter is de tuinen tijdens de
week te bezoeken, wanneer het wat minder druk is. De tuin van de bescheiden
ambtenaar ligt vlak naast het museum van Suzhou en in het voorbijwandelen,
hoorde ik een gids zeggen dat de inkom van het museum die dag gratis was. We
waren oorspronkelijk niet van plan het te bezoeken, maar gratis inkom is altijd
mooi meegenomen. Ik was niet enorm onder de indruk van de collectie, maar
des te meer van het gebouw zelf. Een moderne interpretatie van een oud
paviljoen, heel mooi. Bovendien gaf het museum toegang tot het oude keizerlijk paleis, wat ook de moeite was. Hierna hebben we de rest van de namiddag doorgebracht in
het centrum van Suzhou, dat achteraf bekeken exact hetzelfde is als alle
stadscentra: druk en commercieel.
Toen we 's avonds terugwandelden naar de herberg, hoorden we in een park aan de overkant van de straat muziek. Uit nieuwsgierigheid gingen we even een kijkje nemen en waren aangenaam verrast: Op een open plaats in het park waren minstens 100 vrouwen aan het dansen. Er waren 3 grote groepen, met elk hun eigen muziek. 2 groepen bestonden volledig uit vrouwen, die allemaal dezelfde pasjes deden. Het leken reeds bestaande dansjes te zijn, zoals wij de 'hucklebuck' en de 'inzaire' hebben. De derde groep was de 'freestyle' groep, waar koppeltjes vrij op de muziek dansten. Vooral de 2 eerste groepen waren geweldig. Het leken bijna concurrerende 'crews' (om het even met een hip woord te zeggen), die elkaar met meer of minder succes de loef probeerden af te steken met hun choreografieën. Enkel in China, zeggen ze dan.
Zondag
besloten we een bezoek te brengen aan de 虎丘, de Tijgerheuvel. Op deze heuvel zijn rond een
grote pagode een aantal keizerlijke residenties gebouwd, met daarrond een park.
Er waren niet zo veel toeristen als op zaterdag, waardoor we op ons gemak een
beetje konden rondkijken. Wat mij vooral is bijgebleven, is de achterkant van
het park, bij de rivier. Het contrast tussen de mooie gebouwen van het paleis
aan de ene kant, en de oude, vuile huisjes van de hutong aan de andere kant, was behoorlijk groot. In plaats van de
bus terug te nemen, zijn we om af te sluiten teruggewandeld via de weg langs de
rivier, dwars door de hutong dus. Suzhou
mag dan bekend staan als tuinstad, ik heb toch het meest genoten van die
wandelingen door de oude wijken. En het eten! Er staan op veel plaatsen
stalletjes langs de weg, waar ze zoete koekjes (die met kastanjevulling!) en
hartige taartjes (die met witte kool!) verkopen. Het kost niets en het is
heerlijk. Vreemd genoeg voel ik me in die oude wijken ook veel minder bekeken
dan op de toeristische plaatsen, waar ze om de 5 minuten om een foto komen
vragen.
Dat is ons
grote geluk: wij zijn niet verplicht een gids te volgen die ons van het ene
naar het andere monument sleept. En zo zie je nog eens iets.
We zijn alweer een aparte ervaring rijker: Gisterenavond ben ik met Katrien naar een Chinees dansfeest geweest.
Gisterennamiddag kregen we een smsje van onze fitness dat er s avonds een 舞会 georganiseerd werd door de universiteit. 舞会wuhui betekent letterlijk dansfeest of dansbijeenkomst en wordt over het algemeen vertaald als fuif of bal. Lijkt perfect normaal, maar klein detail: het was gepland van 18.30u tot ongeveer 21u. Op een woensdagavond. Niet echt een moment waarop wij een feestje zouden organiseren, wel? We hadden het bericht oppervlakkig gelezen en vonden het nogal vreemd, dus we waren helemaal niet van plan om te gaan. Maar later kreeg Katrien een berichtje van haar Chinese vriend die ons vroeg om te komen. Hij en een aantal andere fitness leerkrachten moesten namelijk 表演biaoyan optreden of performen. Toen was onze nieuwsgierigheid toch een beetje geprikkeld, dus een uurtje te laat verlieten we ons warme appartement om naar de feestzaal te gaan. Al snel werd ons vermoeden dat het hier niet om een gewone fuif zou gaan bevestigd: het grootste deel van de aanwezigen zat of stond in een grote kring rond de dansvloer, waar 2 presentatoren een soort show aan elkaar aan het praten waren. We vroegen King (vriend van Katrien) of er niet gedanst ging worden? Even geduld, zei hij, er was net een activiteit voorbij, er zou zo meteen weer gedanst worden.
Wat houdt een 舞会 blijkbaar in? De presentatoren (een jongen en een meisje) vragen een bepaald aantal mensen om naar het midden te komen, waarna er dansspelletjes gespeeld worden. Een weide variatie aan spelletjes zoals: Dans in een kring en vorm dan zo snel mogelijk groepjes met een bepaald aantal mensen dat door de presentator wordt afgeroepen; Ga op een rij staan en doe een dansbeweging, waarna de volgende die beweging moet nadoen en een extra beweging moet maken, enz. tot iemand het niet meer weet en afvalt; Leg geblinddoekt een parcours af terwijl de rest van de zaal je uitlacht. Spelletjes die ik met 9 tot 12-jarige kindjes zou spelen dus, leuk! Nu wil ik eigenlijk niet sarcastisch klinken, want ik heb me nog best geamuseerd (en vooral verwonderd) met het toekijken. Er waren zon 300 Chinese universiteitsstudenten opgedaagd, die allemaal om ter enthousiast waren. Op de vraag van de presentatoren om naar het midden te komen, werd meteen gereageerd. Er werd oprecht gelachen met elke flauwe mop en elke minder geslaagde dansbeweging. Alle deelnemers kregen een warm applaus en een schouderklopje van hun vrienden wanneer ze terug gingen zitten. Met andere woorden: een geslaagde avond. Tussen de spelletjes door werden de disco-lichten aangestoken en werd iedereen op de dansvloer uitgenodigd om helemaal los te gaan op jaren 90 muziek à la Aqua of Steps (jazeker, ik heb me zelf ook aan een dansje gewaagd =)
Probeer zoiets in België en er komt geen kat opdagen. Langs de ene kant is het vreemd om 18 tot 25-jarigen zich te zien amuseren met zon eenvoudige spelletjes, langs de andere kant moet het leuk zijn om zo weinig nodig te hebben om je te amuseren. Al die studenten hebben zich kunnen ontspannen, eens goed gelachen en waren netjes om half 10 thuis om in hun bed te kruipen, zodat ze er de volgende dag weer op tijd uit konden om naar de les te gaan, ideaal toch?
Voor ik in België een Chinees meeneem naar een 舞会 toch maar even duidelijk uitleggen wat onze invulling van het concept is =)