Tekenen is het stimuleren van de visuele waarneming, het ontwikkelen van eigen creaties en het uitdrukken van zijn innerlijke verbeelding. Via het tekenen doen de leerlingen aan introspectie. Het is een continu associatief proces waarin een wisselwerking bestaat tussen de tekenaar en de tekening zelf. Tekenen is eveneens een onderzoek naar de impact van het beeld teruggebracht naar de essentie in zijn eenvoud. Los van alle technische middelen onstaat een tekening hier en nu. Zowel de technische, materiƫle, anatomische, artistieke als filosofische kanten van het tekenen worden aangesneden. Deze zoektocht in het tekenen is een onderdeel van een artistieke ontwikkeling die leidt naar een persoonlijke beeldtaal. Concreet wordt er in de lessen tekenen met een onbegrensd aanbod van materialen gewerkt en evenzoveel technieken aangeleerd. Alle aspecten van de tekenkunst komen aan bod zoals: perspectief, stilleven, plaasters, architectuur, model, anatomisch tekenen, vrij expressief tekenen, compositie- en kleurenleer en collages. Al deze aspecten worden binnen het kader van de hedendaagse kunst behandeld. Verschillende denkpistes over tekenkunst die worden aangesneden: Waarneming: tekenen is leren zien en observeren, hoe beter je leert tekenen, hoe minder je zal ontgaan. Filosofisch: hoe is het tekenen ontstaan? Is het een vorm van communicatie, een manier om de werkelijkheid te omvatten, te begrijpen, er controle over te krijgen of een visuele manier van denken om vormen te scheppen? Psychologisch: hoe begrijpen wij dit beeldmateriaal? Wat is de invloed ervan op onze hersenen? Leren we beter zien door te tekenen? Persoonlijke reflectie: wat is de wisselwerking tussen het getekende en de tekenaar? Welk effect en inslag heeft het tekenproces op de persoonlijkheid en omgekeerd? Welke analyse maken we en welke conclusie trekken we eruit?