ik haat het. het gevoel de domste van de klas te zijn. zo in de zin van: iedereen wist het al lang, behalve één en die ene ongelooflijk domme oen ben ik dan. het gevoel met open ogen in een meters gapende gracht te lopen en het pas zien als je er midden in staat, met het water aan de kin. ondanks alle bedekte onheilsvoorspellingen, al of niet goed bedoeld. voor - of achteruit, zelfs zijwaarts maakt geen verschil meer uit: de eigen borst is al nat en zelfs geen klein beetje. het gevoel van vallen in je droom en bij het wakker worden vaststellen dat je inderdaad gevallen bent. waarbij de enige troost, de doekjes tegen het bloeden zijn. en het bloeden blijft. scherven die te vrezen zijn, het vorige moment nog stralend geheel, straks geheel onherkenbaar aan flarden. waarvan het lijmen bij voorbaat gedoemd is te mislukken. wegens verdwenen, onvindbare scherven.
|