Ik ben T, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Tee.
Ik ben een man en woon in (Belgie) en mijn beroep is trust me, I m a salesman.
Ik ben geboren op 27/03/1964 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: walking by myself.
www.youtube.com/watch?v=ABGHGLvkPcY
Het was een eeuwigheid geleden dat we een teken van leven hadden gegeven aan elkaar. Ex collegas, tegengestelde karakters en toch complementair twee zielen in één zak: met respect voor alles en in het bijzonder voor elkaar, kortom copains in creatief leven. De koffie stond klaar, de koekskes ook. Zoals gebruikelijk onder vrienden, speelde tijd geen enkele rol. Als er geen tijd was, zou ik er wel bijmaken: zo zag ik er naar uit. Evenmin, speelde de tijdsduur tussen de laatste keer verzamelen en vandaag: het was al meer dan eens gebeurd dat we de draad van enkele maanden ervoor moesten oppikken. Alsof het gisteren was Door omstandigheden, soms aangename, soms minder plezante en ook, toegegeven, wel eens door gemakzucht of on-besef dat de tijd zo snel gaat Tot nu toe Er kan heel erg veel gebeuren in korte tijd. Naarmate de tijdsduur toeneemt stijgt die kans zelfs recht evenredig. Kan een mens intussen evolueren. In verschillende richtingen zelfs. Ook compleet tegengesteld, niet meer complementair. Terwijl de één intussen jacht maakt op dingen, weet de ander, dat het belangrijkste om te leven, helemaal geen dingen zijn Het gesprek ging van de kabbelende intro met in de hoofdrol kinderen en huisdieren over in stokkende voortgang in cliché over zakendoen en contacten. Geschrokken van de niet verwachte wending: gebombardeerd tot interessant te gebruiken relatie... Met koel en zakelijk afscheid in mineur. En haren: of wat rest toch, recht. Hartslag: van een mountainbiker in ferme klim. Bijhorende kleur: wat roder dan normaal. Temperatuur: ijzig. Modus: blijf toch maar even uit mijn buurt. Gezond: absoluut niet, noch voor mezelf, noch voor mijn omgeving. Evenwicht: Als er al één was, dan was dat met zekerheid goed verstoord... Troostende wetenschap: het kan maximum drie dagen na elkaar stormen. Dag 1 zit erop, nog 2 te gaan... En tegen dan is t weekend. Waarbij ik tegen dan weet, dat ik niemand iets kwalijk te nemen heb. Omdat ook ik ooit al eens voorbeeld was, van hoe het absoluut niet moest. En ook mocht leren, met vallen en opstaan, hoe het anders kan. Te leren met geduldig respect de nodige tijd te nemen en te geven om te aanvaarden van wat is. Onvoorwaardelijk.
TD 03.
Netjes symmetrisch in de rechter benedenhoek van het kleurrijke doek. Meer
stond er niet te lezen.
Het gaf de kleuren des te meer kans om tussen alle rommel en ander muf
prullaria te schitteren. En mij te vinden.
Tot dan had ik mijn twijfels gehad bij elk
voorwerp. Of het nog kon werken. Of alles zelfs überhaupt ooit een functie had
gehad. Het stond in alle hoeken en kanten op een chaotische manier neergezet en
de bij wijlen tot tegen het plafond gestapelde geschiedenis had me niks gezegd.
Geen gevoel, geen enkele gedachte aan de vorige bezitter. Het geheel dan weer
wel.
Ik kon me voorstellen dat er mensen waren die de geur van ooit in de amper nog
vrije bewegingsruimte beangstigend benauwd vonden. Dat was het voor mijn niet.
Het gaf mij een gevoel van warme knusheid, een vorm van geborgenheid waar de
tijd geen vat op me had. Ik bevond me immers midden in de tijd: lopend in de
nog vrije ruimte als in het oog van een tijdstorm. Stoffige warme rust.
En in die vreemde bijna kleurloze chaos van overwegend beige en bruin, kon het
contrast niet groter zijn. Als een oase van licht, hing het daar.
Je kon niet anders dan ernaar kijken. Naar de zuivere zomerkleuren die recht in
drie D van de muur via de lens op mijn kleurkegels sprongen, mijn grijze massa
binnen. Om nooit meer te vergeten.
Gepakt, gevloerd, genageld, perplex
Nooit eerder had ik me kunnen
voorstellen wat anderen er aan hadden om voor een geprepareerd linnen doek met
in het beste geval een afkooksel van de realiteit of zelfs een geheel eigen, zo
goed als onherkenbare interpretatie van diezelfde realiteit, een fortuin, in
verhouding tot reële waarde van het doek neer te tellen.
En nu stond ik daar. Adem ingehouden. Op scherp, geen idee of de adrenaline of
de endorfine het zou halen. Die TD had me goed te pakken. De bruin beige wereld
smolt op de achtergrond: zijn werk was het enige waar ik nog oog voor had.
Kijken. Als behoedzaam aftasten, verwonderd over wat ik zag.
Hoe langer ik keek, hoe meer ik zag.
Net zoals het spel dat ik met mijn broers deed om de tijd tijdens de al of niet
verdiende huisarresten te verdrijven: figuren en bijhorende verhalen in de
wolken zoeken.
De oude sigarenrookgeur had ik niet eens opgemerkt tot de oorzaak in grijze
stofjas naast me stond. Tony Doollander zei de anderhalve meter hoge mens.
Doollander??? zei me niks. Ik bekeek de man vanuit mijn ooghoek en schatte zijn
omtrek zowat gelijk met zijn lengte. héél véél te klein voor zijn BMI, dacht
ik.
Blue thoughts vervolgde hij.
Terwijl ik me afvroeg hoe de man ooit het werk omhoog gekregen had. Naast hem
voelde ik me al een reus, tov de formaten van de blauwe gedachten was hij
slechts een kleine halve meter groter. Ik zag in gedachten het werk voorbij
schrijden, met alleen 2 handen en 2 korte dikke beentjes met zwarte
klompschoenen zichtbaar als waren ze van het schilderij zelf
Niet te koop was het volgende wat de wandelend sigarenwalm zei. Waarmee mijn
wandelend schilderij gedachte als een openspattende zeepbel verdween
Nah! Voor een keer ik van de wereld was van iets wat op kunst leek, kon ik,
zelfs al zou ik het gewild hebben, geen fortuin uitgeven. Laat staan dat ik het
gekund had.
Zoekt u iets in het bijzonder? kraste de grijze stofjas mens.
Ik draaide mijn hoofd met moeite weg van het werk, keek omlaag, recht in de achter een ziekenfondsbrilletje verscholen licht
bruine ogen. Ik nam aan dat ik met de eigenaar van de inhoud van het pand een
gesprek zou starten.
Of ik iets bijzonder zocht tussen deze sepia rommel?
Behalve wat nutteloos tijdreizen tussen de opgestapelde geschiedenis?
Het enige wat er bijna fluisterend als stonden we midden in een kerkdienst uit
kwam was: Wie is Tony Doollander?
Bij het wakker worden, terwijl de wekker Maité Piessens liet horen,
die in één ademteug alle weer over het hele Belgische grondgebied probeerde te vertellen,
om dan met een kort, ergerlijk door micro versterkt hoorbaar happen naar adem, te besluiten met: "...grote kans op hevig onweer met hagelbuien...," werd ik liggend op hetzelfde moment, getrakteerd op één felle flits.
Onmiddellijk gevolgd door een enorme knal. Nazinderend en rommelend verdwijnend in dezelfde stilte die er eerder was...
De stilte van vóór Maïté haar onheilspellende voorspelling deed...
Ik bedacht meteen: Maïté, let op met wat je vertelt!
Je hebt er geen idee van wat 'live on air' kan betekenen...
Aldus werd de toon van het weer gezet terwijl ik nog tussen de lakens lag. Op deze zeldzame keren moet ik mezelf bewaken.
Om mn humeur niet te laten volgen: de tegenzin om er vandaag nog maar eens een dag in te vliegen om tijd te slopen, besloop me...
Langzaam, traag, zeker... Net zoals de grijze wolken, net zo zeker, alle restjes blauw zullen bedekken.
Tijdelijk...
De temperatuur stijgend van koortsachtig zoeken naar alternatieven...
Vluchtig...
Op verhitte hoogtes der angstige gedachten, plakkerig zwetend tot elektrisch hoogspanning gebracht bij de gedachte aan komende dagen...
Eindig...
Enkel wachtend op een onvermijdelijke ontlading...
Vergankelijk...
manmanman...tijd lijkt eeuwig te duren als je wacht...
En dat het niet bepaald gemakkelijk is om de herinneringen los te laten,
daar zorgen de collegas wel voor.
Door de obligate standaardvraag: en oewast?
Met verwachtingsvolle blik met zweem van leedvermaak gesteld.
Die, als ze heel eerlijk zijn, eigenlijk dient als inleiding,
om hun eigen vakantie ervaring en dito herinneringen boven te halen.
Mijn antwoord op die vraag leent er zich eigenlijk ook wel toe.
Het is namelijk heel erg bondig, namelijk:
veel te kort
Wat op niks anders wil wijzen dan op een heel fijne vakantietijd.
Zonder al te veel details prijs te geven.
Allez ja....
Ja, je hebt gelijk: schrap al te veel...
Hoe dat zo komt?
Ik heb 250 collegas...
Ik ken ze, en daar ben ik best trots op, zo goed als allemaal.
Mocht ik er werk van maken, aan gemiddeld ca 10 minuten per verhaal,
zelfs zonder mijn verhaal te vertellen ( x 250),
maak ik de eerste werkweek al ruim vol met allerlei herkenbare avonturen,
al of niet met pech doorspekt.
Van vertraagde vluchten, platte banden, over plaatselijke temperaturen en streekgerechten, harde bedden, koude aircos en verkleumde spieren, schoon volk, tot en met uiterst gedetailleerde beschrijvingen van natuur, interieurs, kledij of gebrek eraan...
Alsook wat er nog allemaal aan schoonheid of lekkers staat en/of rondloopt,
inclusief de mens zelf.
Ik zou met heel veel plezier die 10 minuten onbeperkt maken,
gesteld, dat ik een werk zou schrijven, over hoe de Vlaming zijn vakantie spendeert in tijden van europese monetaire crisis...
Maar dat doe ik niet.
Dus, ben ik al gelukkig dat de helft van mijn medewerkgenoten nu nog steeds op verlof is.
En van de andere werkende helft, er nog eens de helft niet op de locatie was,
waar ik mij bevond.
Tijdsbesparend in verhalen, dus kon ik starten met de lijst email.
En bellen om te vertellen dat ik leef .
En nog veel meer van die dingen,
het één met al meer verplichtend karakter dan het ander.
Dat allemaal in een omgeving tussen vier gekoelde muren.
Blanco agenda kreeg in geen tijd alle kleuren van de regenboog.
Het ene kleur al dwingender of dringender dan het andere.
Schipperend tussen wat moet, wat mag, wat kan...
Met absolute persoonlijke voorkeur voor het laatste...
Allemaal te persen in amper 4 werkdagen.
Met bijkomend een Roomse hoogdag halfweg.
En al minstens één, reeds lang gereserveerde,
halve dag vol in te halen opportuniteiten van 4 weken ver...
Ten nadele van de
jarenlang opgestapelde residus van restaurantbezoeken.
en ja k geef het toe
in september wil ik
echt wel in mn zwembroek kunnen
En niet omgekeerd
Enige vorm van
ijdelheid is me dus ook niet vreemd.
Maar best ook, het geeft motivatie, power als van een duracelkonijn,
Om aan de persoonlijke wensen van mijn personal coach,
op het einde van de
week te kunnen voldoen.
Er wordt namelijk maar één richting aanvaard:
het verschil bij de
weging op zaterdagmorgen is bij voorkeur enkel en alleen negatief
Voor ik echt vertrekken
kan,
moet ik snel, snel
nog wat boodschappen doen.
Simpele, eenvoudige dingen.
Dingen die ik dagen
geleden,
zo voor mn pretlichtjes-ogen
zag in dat grote schrijfbos.
In felle oranje warme kleuren,
met geuren van vers
gemaaid gras.
Zacht klotsend water,
gezang van, voor mij,
onbekende vogels.
Gezwind mn buro op
grote wielen in:
Op naar het eerste
bumperstaren van de dag.
ja, moet je eens op letten: iedereen staat aan te schuiven
En zit recht voor
zich uit te staren.
Terwijl er naast je, zijnde
links én rechts, zovéél méér te zien is
Alsof die bumper héél erg interessante dingen laat zien
ik geef toe, soms is dat bij mij ook wel zo
in de door mijn
grijze massa gecreëerde fantasie toch.
Ik kan mezelf nog net
stoppen als ik bijnaEddy double Us
chérie begin te fluiten
Ze mogen vertellen
wat ze willen,
maar die mens zn
liedjes blijven één keer je ze gehoord hebt,
de hele dag in je
hoofd hangen.
Laat dat nu net zijn, wat ik niet wil
Nog meer motivatie
als on the road again gevolgd wordt,
door oh la la, cest
magnifique van een nog jonge versie van Arno, toen nog TC matic.
Terwijl ik nog aan t
meebrullen ben,
zie ik een fietser
lachend met zn hoofd schudden als hij mij passeert in de aanschuiffile.
Ik begin zelf
onbedaarlijk te lachen als ik denk aan de nog jongere versie van TC matic:
Tjens Couter, op zn
oostends uitgesproken
met hun je taime
comme un chou à la créme
en bedenk dat ik dat
aan die fietser kan meegeven als dank voor zn begrip
Mja, t voelde
allemaal goed aan
Het wordt één van die dagen waarop je gewoon weet,
dat er nieuwe mensen
en ervaringen je pad kruisen,...
nieuwe plaatsen,
nieuwe smaken, nieuwe geuren
misschien zelfs een
nieuwe buurman?
In het geval je er
nog geen mocht hebben natuurlijk
Geen aanschuiven,
waar je dat eigenlijk wel verwacht had
Zo van die onverwachte kleinigheden,
die de dag met stip
bombarderen tot de categorie:
om mateloos van te
genieten.
Kleurrijke beelden
passeren intussen mn uitkijkraam in deze rijdende helpdesk.
Gedachten beginnen
alle kanten op te vliegen.
Ik zie en ik zie niet
Onbewust op mentale
cruise control
Tijd wordt relatief
op zo n moment.
Zonder te beseffen op welke tijd én wijze,
passeer ik het bord
die me de melding doet dat ik intussen Ternat passeer
Tegelijkertijd zie ik
een aanhangwagen met oude felgekleurde kindertractor
Ik laat het allemaal komen,
In de volgorde én de
wijze waarop het komt
Niks moet
Anders kan ook:
kruipende minuten
Wanneer ik straks
misschien moet wachten:
langzaam tikkende
seconden, tik tok tik tok
die me doen denken
aan captain Hook en zn heilige schrik:
de krokodil die ooit
zn hand afbeet
Ik kan het niet
helpen, t is sterker dan mezelf
Het daagt me uit om
van alles uit te vinden.
Om die tijd rapper te
laten tikken.
Schrijven
bijvoorbeeld.
En rondkijken naar
alles wat passeert.
En daarbij geuren
bedenken
Kleuren benoemen.
Zelfs de donkere,
door wind
voortgedreven dreigende regen in imposante gasvorm,
heeft zn eigen
kleurpallet.
Diezelfde wind die
zowaar een lokale zandstorm uit het niets creeert.
Alles past vandaag in
dat geheel.
Kan niet anders
Ik zie het, ik weet
het, ik voel het,
dat zelfs, al is ze
er niet,
de zon altijd
schijnt.
En er dus altijd, een
zonnige zijde is.
Wel, dat omschrijft
het misschien best:
Vandaag, maak ik een reis, alleen maar aan die
zonnige kant!
Wedden dat het er ééntje wordt om niet te vergeten?
kan je sfeer
eigenlijk rustig vervangen door humeur
Er waren dan ook,
eerder op de dag,
behoorlijk wat
complimenten over en weer gestuurd.
Van en naar
collegas, big bosses (meervoud?), en jawel, ook en vooral, dierbaren.
Van dat soort waar
een mens zittend van gaat zweven
Zelfs, al was het
weer eens bumperen.
De derde keer van die
dag.
Én! het zou niet de
laatste keer zijn:
De bedenking dat 2
jaar na elkaar tekort aan strooizout,
toch wel heel veel
herstelwerk blijkt veroorzaakt te hebben
En, dat iets zo
eenvoudig als zout,
geen onderscheid
maakt tussen Vlaamse of Waalse wegen,
valt eigenlijk nog
het meest op
Met net iets meer
snelheid dan pakweg een gezellig fietstochtje,
net genoeg om te
genieten van keuvelen over alles wat passeert
of andere kalfjes
Een geschikte
radiozender,
die op tijd en stond
de file aankondigt
waarin je zelf staat
aan te schuiven,
laat de bassen van
BEPs its gone a be a good night
letterlijk
oorverdovend door de boxen knallen.
De bruingebrande mannen van de wegenwerken keerden zich zelfs om.
Ik neem aan dat,
de als eigen gezang
geproduceerde bijkomende decibels,
voor hen eerder als
gebrul van één of ander beest zal geklonken hebben
De gedachte daaraan rijgt
glimlachend andere eerder geschreven woorden in flarden aan elkaar tot nieuwe
onbekende inzichten
Dat op zulke momenten
onbewust alle oogzenuwen alert zijn op oplichtend rood en dat er een
rechstreekse verbinding bestaat met reflexen in rechterbeen en-voet die
rechtevenredig zijn met de snelheid waarmee de afstand tot de voorliggende
bumper kleiner wordt.
Dat geur en kleur je
bij herinneringen aan mensen en gebeurtenissen in het verleden brengt.
Tot diezelfde
geschikte zender, Damien Rice en zn 9 crimes,
met het eerdere
gehalte aan volume,
het nieuwe besef
brengt dat muziek en bijhordende lyrics,
herinneringen op slag
zo overdonderend weer levend maken,
dat woorden ergens in
het strottenhoofd blijven steken
en als vloeibare
stille getuige toch een uitweg vinden
ja kweetet,
soms, met al die
ontvangen pluimen, kan ik ook wel eens emo-kieken zijn
Misschien het
allerlaatste in zn soort ooit, hier.
Zo ééntje die je, of
vloekend dichtgooit omdat de gemoedsrust wentelend in onverschilligheid in
gevaar kan komen nu nog niet beseffend dat het daarvoor al te laat is
Of uit principiële
gemakzucht, om liever niet al teveel de eigen grijze massa te belasten
en met standvastige
rustigheid verder te doen zoals verondersteld gewenst
Oh, er zullen vast
nog wel andere redenen zijn waarom je met wat ik schrijf niet akkoord wil of
kan zijn.
En dat hoeft ook
niet.
Ik heb helemaal niet
de intentie je te overtuigen van één of ander idee of geloof.
Al of niet gevat in
één of ander instituut of isme - woord.
Nee, ik zat me gewoon
een paar dingen af te vragen
Hoe het kan dat een
niet reële, virtuele wereld,
echte dingen in de
reële bestaande wereld kan creëren?
Bevrijdingsmiddel
worden voor tot zwijgen verplichte massas?
Een wereld, die je
niet kan vastpakken,
niet kan ruiken,
niet kan voelen,
enkel zien en heel
soms horen.
De macht en kracht
van woord en beeld,
ondergronds altijd
aanwezig,
onzichtbaar voor
ziende blinden...
Zouden zij die zich
moeten afvragen wat en wanneer ze te eten zullen krijgen,
de tijd hebben om de
blinden op virtuele wijze ziende te maken?
de middelen hebben?
Voor één keer met
zekerheid, voor beide vragen is het antwoord: neen.
Wie dan, zal hen
allen leren lezen en schrijven?
Om voor altijd zelf
te denken, te bevragen, vrij te spreken?
Zonder opgelegd
gedwongen kiezen tussen geloof, honger, cholera of pest?
Is de vlucht naar zon
en warmte in de winter voor ons, als verre buren,
alibi om even blind
te blijven?
Gisteren ontevreden
verplicht teruggekomen uit onderbroken vakanties,
met grote vragen over
wie dat moet bekostigen
Morgen, alsof er niks
gebeurd is,
kan je via diezelfde
virtuele wereld,
opnieuw boeken voor
een prikje
Het zou me helemaal
niet verbazen,
wanneer er dan bij
een volgende aankomst van vakantie bagagedragende tijdelijke passanten wordt geroepen:
Zoals in dat S100-
liedje, vertolkt door een overjaarse roze kleuter,
Wat eten we
vandaag?, maar vervang eten door deden
Jaja, eten deed ik
natuurlijk ook.
En NEEN, geen
spaghetti
Ik mocht een
spelletje gaan doen.
Wat moet een mens
anders in dit gure weer?
De spelregels zijn
eenvoudig:
Neem een sportieve
aangelegenheid.
Bedenk maar om het
even wat, als er maar wat competitie inzit.
Het mag zelfs om de
zwaarste pompoenen gaan
In elk geval iets,
waar een mens zich bij voorkeur collectief kan aan vergapen.
Organiseer vóóraf een
dineetje.
Dat heeft een paar
voordelen.
Ben je alvast zeker
dat iedereen op tijd is.
Bovendien, eens
iedereen aanwezig, kan niemand eigenlijk nog weg,
want diner en
wedstrijd moet nog starten
Maak je absoluut geen
zorgen betreffende de kosten:
onder het mom van
sponsoring, met factuur,
betaalt ieder zijn
deel.
Zelfs het dubbele.
Met de glimlach
Zodra de apero en de
hapjes komen, kan het spelletje, waar het echt om gaat beginnen.
In zo weinig mogelijk
tijd zoveel mogelijk mensen aanspreken.
Vlinderen noem ik
het.
Het doel? Tweeledig.
Zo snel mogelijk op
een min of meer onopvallende én op geïnteresseerde wijze van de andere te weten
komen wat en wie hij is én vooral wat hij doet.
Een soortement speed
dating voor gevorderden.
Ik noem het
besnuffelen.
Doe aub geen moeite
om je mij voor te stellen te zien vlinderen, snuffelend met een glas in de
hand van de één naar de andere onbekende: echt géén zicht.
Het tweede gedeelte
van de opdracht. Het bestempelen.
Aan zoveel mogelijk
aanwezigen te kennen geven dat je aanwezig bent.
En ook wel een beetje
wie je bent en voor je wie daar staat sympathiek geïnteresseerd te doen.
Stel je een
politieker voor in verkiezingstijd die een vervanger stuurt naar een
drukbezocht café
Hoe scoor je dan in
dit spel?
Awel hé, als er
ééntje tijdens het vlinderen van de besnuffelden tussenzit,
die bij het
bestempelen nu wel héél toevallig die diensten, die je net toevallig gericht
voorstelde, kan gebruiken zeker!
Heeft mijn baas
gewonnen vandaag? Pff, ik ben er versleten van
Misschien heb ik wel
meer aan schrijf- en taalspelletjes ;)
Zoals
altijd, niet in staat te multitasken, de doe-modus altijd in bevoorrechte startpositie,
heb ik, als man, het excuus om mezelf de neiging tot voorstellen van plannen,
dito adviezen en onmiddellijk over te gaan tot aktie, niet al te kwalijk te
nemen. Komt daar nog eens bij dat ik zowat doof ben voor subtiele hints. Dat soort communicatie ontgaat me veelal
compleet wegens niet éénduidig duidelijk. Voor de vrouwelijke helft van de
bevolking zowat het voorbeeld van de stereotype man dus
Met die
gegevens in gedachten, wist ik reeds lang geleden mijn jonge huisgenoten te
overtuigen, eerst mn naamte roepen. Ze
doen het met zoveelovergave dat ik
zowat van mn stoel spring. Of wat ik vastheb ternauwernood niet in de grond laat
kletteren. Door de bruusk onderbroken concentratie. Op blanco witte velden,
rekenrasters, potlood en penselen. Of luister, lees, kijk en nog een flink aantal
andere werkwoorden.Gezien de focus op 1
ding of aktie bestaat op zon momenten mn omgeving niet meer. Aangenaam als ze
iets willen bespreken onder elkaar: geen enkele last of onderbreking van mijn
kant gegarandeerd alleen niet zo handig als ze iets tegen mij willen vertellen
Vandaar het nogal veelvuldigscanderen
van mijn naam met verhoogd aantal decibel.
Ik kom op die momenten letterlijk van een andere planeet. Dan is het een sport,
voor mij althans, om zo snel mogelijk uit te vissen welke modus van mij
verwacht wordt: Aktie, doen, oplossen, voorstellen
formuleren. Een mening mag, zolang het bij voorkeur
de mijne blijft, enfin volgens mn dochters toch
of zwijgen, luisteren, attentvragen
stellen, voorzichtig spiegelen,
eigen emotie mag, zolang het voorgaand opgenoemde niet in gedrang brengt
en gezien ik uitstekend geconcentreerd ben als het1 rol betreft, ben ik daar, al zeg ik het
zelf,behoorlijk goed in: één en al
enthousiast voorstellen formulerend of compleet alom aanwezig geconcentreerd
actief luisterend. Alleen Het gebeurt me meer dan eens dat ik niet van meet af
aan de goede rol te pakken heb.
De nonverbale communicatie van de jongste laat op dergelijke momenten niets aan
onduidelijkheid over: de ene wenkbrauw gaat de hoogte in, de ander naar
beneden en mocht er nog enige twijfel bestaan, haar verbale communicatie maakt
gehakt van elke mogelijke ontsnappingsroute om met één of andere smoes te
vissen naar het verwachtte :
Papje, op
een zoete, doch besliste toon. Ik zweer het je: elke zin die zo begint van een
20 jarige erfgename voorspelt veelal een gebiedende vraag of mededeling ,
ik vroeg je geen oplossingen, ik vraag je te
luisteren
k weet het, k heb er zelf om gevraagd dus kan en mag ik niet klagen over de
verstrekte duidelijkheid.
Om straks weer met een goed voornemen te starten:
rest me blijvend te proberen te multitasken
Buiten: grijze
lucht, behoorlijke straffe wind,
wat de engelsen benoemen als:its raining cats and dogs
Storm volgens KMI en ene meneer meer weer Deboosere.
Hier zijn we iets simpeler in taalgebruik
We plegen
gewoon te zeggen: hondeweer
en dan moet je dat horen zeggen door een westvlaming
binnen: een muziekje op van Pink Martini, Autrefois: jai passé un bon moment
als je even niet oplet, grijpt de brandende haard met zijn behaaglijke warmte
al je aandacht
en voor je het weet, ben je mijlenver verdwaald in allerlei mijmeringen en
beslommeringen.
Raar zoiets, alle gedachten passeren de revue en eigenlijk ook niet:
even later is het precies of je weer wakker wordt en kan je je nauwelijks
herinneren waaraan je dacht vraag me af of iedereen dat nu heeft?
Of zou dit nu het begin van alzheimer zijn?
Of is het gewoon een moment, te klasseren onder de noemer gelukzaligheid,
waarvan ik op dat moment, van die gelukzaligheid, niet eens een besef heb?
Zalig de onnozele dan, die heeft zelfs niet het besef, dat hij niet beseft
Zou het contrast tussen binnen en buiten daar voor iets tussenzitten?
Kan dat alleen als er contrast is?
Ik zou het "begot" niet weten.
en eigenlijk weet ik, dat ik daar ook geen antwoord op verwacht...
Wat ik wel weet, is dat we er weer een nachtje op hebben zitten
Eentje waarvan ik altijd blij ben, en enkel en alléén dan, als ik de hanen hoor
kraaien.
Het eerste zonlicht eindelijk, geleidelijk de nacht doet verbleken
en daarmee alle geruststelling van een zondagmorgen brengt
Nee, ik wil niet al te zwaar op de hand zijn, ik ben het ook niet.
Integendeel.
Alleen, hoe moet je als vader, je oogappels, in godsnaam niet laten blijken dat
je zo verdomde ongerust bent?
En wel zo dat je ligt te slapen met één oog op de wekker en het andere oor op
de GSM, als ze weer eens een keertje op stap zijn?
Al eens geprobeerd op die manier te slapen?
Niet aan te raden, ik zweer het je!
En dan komen ze ook nog vroeg genoeg thuis om wat ze hier op zn vlaams in het
frans zeggen, pistolees mee te kunnen hebben
Kunnen hebben: wat ik natuurlijk al dikwijls gehoopt heb, wat dacht je?
Kan ik, lekker binnen blijven, hoef ik niet naar de warme bakker in dat koude
weer!
Zouden ze te gehaast zijn om daar nog even aan te denken vóór ze huiswaarts
keren, zijn ze misschien ook te gehaast om hun nest in te duiken
Denk het niet: het zal hun worst wezen die pistolees,
In elk geval, daar dacht ik vroeger zelf nooit aan
en weet je, ik heb eigenlijk geen reden om ze ongelijk te geven,
al zou ik dat misschien wel maar al te graag anders willen.
Ik weet wel: ik heb geen klagen, ik mag het ook niet.
Ze komen weer naar huis, tot nu toe
Intussen blijf ik elke zondagmorgen weer,
héél stilletjes
voor hun deur staan luisteren.
Om mezelf te overtuigen dat ze er wél degelijk zijn.
Man, wat een geluk dat ik dit besef: