Ik ben T, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Tee.
Ik ben een man en woon in (Belgie) en mijn beroep is trust me, I m a salesman.
Ik ben geboren op 27/03/1964 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: walking by myself.
www.youtube.com/watch?v=ABGHGLvkPcY
Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.
Schrijfsels, dichtsels en andere dingen
Life's too short, so
smile, while You still have teeth ;)
23-02-2020
verloren
Elk voorwerp kan onderwerp zijn. Van mijn zoektochten. Alsof
die dingen zich met opzet aan mijn blik onttrekken. Even kijk ik een andere
kant op en hop: weg die sleutels. Of bankkaart, pen, mijn favoriete koffiemok,...
Die hamer had ik net nog in mijn hand. Ik weet zeker dat ik die even er voor op
tafel had gelegd En ik zie slechts een vaas, kaars, bril, boek met titel
waarom mensen niet gelukkig zijn . Maar géén hamer. Zelfs niet in de omgeving
van de tafel
Ik zie dat stuk metaal gniffelend in zijn steel lachen,
overgaand naar in alle stilte proestend heen en weer schuivend van de pret.
Wanneer hij mijn emotie kan aflezen van mn gezicht en algehele houding: van
verbazing naar ontzetting. Van: hoe is dat nu mogelijk over luidop vloekend,
waar is dat klopding? naar t is weer van dat ik haat het elke keer te moeten
vragen: schat, heb je mijn hamer gezien?
Én jawel, zodra ik die vraag stel aan huisgenote van dienst,
gaat die met vastberaden pas naar dé plaats délict. Daar waar ik, in dit geval
een hamer, die zelf neergelegd zou hebben .En elke keer opnieuw krijg ik een of
andere variant te horen van een voor mij retorische vraag:wat zou je zijn zonder mij? of kunnen
mannen eigenlijk wel zoeken? Terwijl ze betreffende onding meewarend
glimlachend in mijn hand duwen: nèh
Ware het niet dat ik wéét dat het absoluut niet kan dat
voorwerpen hun eigen weg gaan, zo nu en dan besluipt mij toch de twijfel. Ik
kijk beteuterd naar de hamer, verdenk hem van pestgedrag Hoorde ik nu
schaterlachen? Zou ook nog kunnen: ik heb een fantastische carrière als
goochelaar gemist. Weg toveren, alles, altijd en overal. Alleen werkt de magie
voor het terug brengen niet.Ik wist niet
eens dat ik kón goochelen. Googlen, dat wel. Ik vind er van alles. Behalve dat
wat ik zoek.
Niet dat ik het kan hebben dat alles zo maar rondslingert.
Dat er binnen de kortste keren op elke stoel, tafel of zetel zich stapels
vormen. Nee, ik kan het zelfs niet hebben. Het zorgt voor chaos in mijn hoofd.
Dus alles netjes aan de kant. Alleen is die kant nu eens hier, dan eens daar.
Mijn jongste verwoordde het kort en bondig: Geef nu toch eens alles een vaste
plaats én hou je daar aan
Vooral dat laatste blijkt keer op keer een moeilijke te zijn.
Dat leunt heel dicht aan bij multitasken. En gezien ik een man ben, kan ik
wetenschappelijkbewezen, niet
multitasken. Bij uitbreiding zoeken dus ook niet, geef ik de volgende keer
ridderlijk toe. Wanneer de vindster van dienst weer eens vraagt: is t weer
van datte?
Buiten, intussen bijna net zo donker als in mijn knusse
warme hoek van de zetel, zijn de kustbewoners hun zee kwijt: die passeert met
steedsgroter wordendesnelheid boven het grote schuifraam. Ik hoor
de wind, voel die niet. De koffiezet daarentegen, pruttelt op tegen het gehuil
dat zich Ciara of Elise laat noemen afhankelijk van waar je woont: Europa dacht
ik... Soit, het zal nog een hele tijd duren vooraleer iedereen door heeft dat
we met zn allen op één bol, genaamd Aarde ergens in de ruimte rondzweven.
Anderzijds, tegen zoveel geluidsovermacht met naam is dat koffie-makende ding
normaal niet opgewassen om mijn aandacht te vangen, ware het niet dat het een
voor mij heel erg sterk argument heeft: het aroma van verse koffie. Dat is op
kousenvoeten op mijn smaak- en geurreceptoren aangekomen en Pavlov-gewijs begin
ik nog net niet te kwijlen.
K zie de regen, intussen nippend aan mn koffiemok, met
banale koe-print en bijhorende levenswijsheid: watching the world go by.Toeval bestaat niet, ik krijg het beeld van
stoomtrein-herinneringergens op de
schors van mijn grijze massa geprojecteerd, net 1 letter te veel, bedenk ik:
watching the rain go by .met bakken, het tuinpad in een onstuimige ondiepe
zwemvijver voor kikkers en hun kroost veranderend: zwemvliezen zouden wel eens
handig kunnen zijn mocht de zee ooit ambitie hebben om mijn tuin permanent te
gaan bezetten
Zo rustig het in mijn uitkijkhoek is, zo turbulent is het
voorbij mijn venster op het stukje stormwereld dat ik nog net kan
waarnemen:bomen zwaaien nachtelijk
spokend heen en weer. Hele grote grassprieten leren ze te zijn:O wee de tak die tegenstribbelt, zelfs een
boom in zijn geheelvliegt er uit.
Liefst bij de buren, als ik mocht kiezen, maar dat mag ik niet want politiek
niet correct. Laat staan dat de natuur zich überhaupt iets zou aantrekken van
politiek .
Ik wentel me nog dieper in mn zachte fleece en geniet van
het hypnotiserend ritme en het geluid van regen, of is het hagel? Indilas « dernière danse » past
hier als gegoten: « Je remue le ciel, la nuit, le jour. Je danse avec le
vent, la pluie.un peu d'amour, un brin de miel et je danse , danse,
danse... » Ik beroer de lucht, de dag, de nacht. Ik dans met de
wind, de regen, een beetje liefde, een vleugje honing en ik dans, dans,
dans .Mijn gedachten huppelen mee heen en weer op dat meeslepend ietwat Pink
Panterachtig ritme.
Tot alles eindelijk alles stil wordt. En morgen, als het
licht weer aangaat, de storm milder zal zijn, mijn grasveld één grote vijver
geworden is. Met fiere hagelwitte zwaan, stilletjes drijvend met een spoor van
uitdijende waterringen glinsterend in het zonlicht die naadloos zullen overgaan
in de golven van een volgende gedachtenstorm. Die kreeg zelfs al een naam:
Dennis deze keer
Voske zong het al voor de eerste keer in 1996: "We zoeken iemand die weet waar het om draait, iemand die nadenkt met behulp van zijn verstand..."
Ik heb het gevoel dat zij die gekozen werden door het volk, zoekende zijn, niet weten waar het echt om draait, doen alsof ze nadenken met hun verstand. En reageren op de hetze van de dag.
Het kleine monstertje groeit dag na dag, knabbelt stil en geniep aan de vrijheden waarvoor een eeuw geleden twee halve generaties sneuvelden. Terwijl angst smeekt om wetten, controle en repressie, zong hij vrolijk verder: "kunnen we morgen weer drinken, is er morgen weer een feest"
Weten de gekozenen dat, als je je kop in het zand steekt, je met je kont omhoog staat? Dat de neiging om die kont een geweldige trap te verkopen onweerstaanbaar is? Dat dat onweerstaanbare vrij is van ideologie en geheel eigen aan de mens? Dat ze daarna niet komen janken met "Ich habe es nicht gewusst"
Ze zijn bij deze verwittigd: mijn linker én mijn rechterschoen worden geboend, geblonken en voorzien van zwart matstalen spitse toppen, de ganzenpas met hoogopzwaaiend gestrekt been wordt ingeoefend, nu nog de gelegenheid afwachten om die geweldige trap te verkopen. Ik zie er al naar uit...
ik haat het. het gevoel de domste van de klas te zijn. zo in de zin van: iedereen wist het al lang, behalve één en die ene ongelooflijk domme oen ben ik dan. het gevoel met open ogen in een meters gapende gracht te lopen en het pas zien als je er midden in staat, met het water aan de kin. ondanks alle bedekte onheilsvoorspellingen, al of niet goed bedoeld. voor - of achteruit, zelfs zijwaarts maakt geen verschil meer uit: de eigen borst is al nat en zelfs geen klein beetje. het gevoel van vallen in je droom en bij het wakker worden vaststellen dat je inderdaad gevallen bent. waarbij de enige troost, de doekjes tegen het bloeden zijn. en het bloeden blijft. scherven die te vrezen zijn, het vorige moment nog stralend geheel, straks geheel onherkenbaar aan flarden. waarvan het lijmen bij voorbaat gedoemd is te mislukken. wegens verdwenen, onvindbare scherven.
Het plein
was leeg, miezerig en desolaat, passend bij het gevoel dat het gsm gesprek
gelaten had.
Zonder er tegen te vechten liet hij de niet te stoppen tranen komen.
Tot er geen onderscheid meer was tussen de wazige beregende autoruit en zijn
door tranen vertroebelde zicht, het snikken versterkt door het stille miezeren
en het trage galmen van de klokken. Elf keer.
Hij zag haar weer zitten in haar slipje en te kleine BH met bloemmotief. Bleek
en mager met rood omrande ogen, stille getuigen van haar wenen.In ijzige stilte was ze gaan zitten op het
toilet.Eerst had hij haar houding
toegewezen aan zijn ferme, niet mis te verstane aansporing: nadrukkelijk
articulerend had hij haar gesommeerd op die voorjaarsnamiddag uit haar bed te
komen, zichzelf te verzorgen en in de vroege zomerse blauwe lucht de rest van
de familie in de tuin te vervoegen.
Wat het alarmbelletje deed rinkelen wist hij niet meer.
Misschien was het zelfs een soort schuldgevoel. Een déja vu. Een letterlijke
dan wat het gevoel betrof. Ze hadden hier al eerder gezeten.
Toen hij zelfstandigheid van haar geëist had die ze nog niet verworven kon
hebben. Het scheurende gevoel door schuld voelde hij weer opwellen, het was
nooit verdwenen. Dus vroeg hij haar op veel zachtere toon waarom ze midden op
de dag zo alleen wilde zijn in haar donkere, te warme kamer.
Haar tranen sprongen letterlijk van uit ongekende diepte met een zo fel
schokkend snikken dat hij geschrokken ademloos woorden zocht om haar te
troosten. Het enige wat hij wist uit te brengen was: maar kind toch . En bleef
in gedachten maar herhalen: waarom toch, waarom?
Er bleven een hele reeks aan fantasie ontsproten veronderstellingen de revue
passeren, de ene al angstwekkender dan de ander.
De aard van de fantasie nam kenmerken van een nachtmerrie aan toen ze
nauwelijks hoorbaar zei: ik ben een probleemkind met een snik of hap naar
adem tussen elke lettergreep.
Hij dacht het eerst niet begrepen te hebben, vroeg verbijsterd: wat zei je
nu?
Ze herhaalde in één adem teug, luid, bijna roepend: ik ben een probleemkind!
Hij zag haar huilen en voelde meer dan dat hij zag: snijdende pijn, scheurende smart
Ze keek door een uitgelopen masker van mascara op naar hem: dit was niet zijn
bijna zestien jarige immer opgewekte dochter. De pijn van haar voelbare verdriet
deed hem letterlijk door zijn benen zakken. Nog stiller had hij haar gevraagd
waarom?
Hij begreep het niet. Alles had hij er aan gedaan om haar te vertellen, te
laten voelen dat ze zijn oogappel was. Dat ze in alle omstandigheden bij hem
terecht kon. Zelfs al was de boodschap niet bestemd voor een vader, die nog
lerende was om vader te zijn van een tiener die sneller dan hij wenste een
jonge vrouw aan het worden was. Meermaals had hij haar in bescherming genomen
tegen de te verwachten emo-uitval van een overbezorgde moeder. Hij had er onder
vrienden zelfs trots mee gepochtdat ze
de moeilijke vragen eerst aan hem kwam stellen...
En nu zat ze daar op dat badkamertoilet, hij op zijn knieen voor haar.
Zag dat ze net als hijzelf naar woorden zocht.
De klamme stilte werd dringender, de verwachting deze te doorbreken dwingender.
Hij zocht de antwoorden waarvan hij
dacht, nee hoopte, dat ze een antwoord
waren op haar zoeken. Paniekerig wanordelijk zoeken uit vrees voor de
zinderende stilte, voor verandering of nog veel erger?
Alle mogelijke vragen kwamen, retorische en zelf ingevulde antwoorden waarbij
nieuwe vragen alleen de bevestiging of ontkenning vroegen van veronderstelde
antwoorden.
De vragen die begonnen met hoe, wat, wanneer, wie, waarom bleven achterwege.
Het enige wat hij bevestigd zag was dat ze naast elkaar aan het praten waren.
Met alle middelen haar probeerde te vertellen dat hij haar ongeacht, onvoorwaardelijk
graag zag.
En daar, naar mate hij zelf aan het woord was , steeds minder in slaagde. Pas dagen
later, per toeval, vond hij haar ingevoerde zoektermen in het internet zoekprogramma.
Elke kleur trok uit zijn gelaat bij het beseffen van het verband.
Hoe kon hij dit gemist hebben? Hoe kon hij haar duidelijk maken dat ze alsnog bij
hem terecht kon?
Schuld, meters hoog én dik, overheersten met zure smaak.
Door de bedampte ruiten zag hij een grootmoeder met kleindochter de straat
tegenover het plein oversteken, samen onder de paraplu, trots en blij met
elkaar.
Hij zou het niet meemaken.
Hij had net een afspraak gemaakt voor zijn dochter.
Om haar keuze, zo snel als mogelijk te laten geschieden, beseffenddat hij daarnet in de feiten, afscheid genomen
had van zijn eerste ongeboren kleinkind Hij hoorde de eerste klokslag van de 12 die gingen volgen.
't Wachten op het weten, woog zwaarder dan het weten zelf: ondraaglijkheid van tijd, door onmacht in al zijn kracht. Tegen beter weten steeds blijven hopen, vechtend... Tegen verraad van eigen cellen, tegen langzaam uitdoven... Tot Gisteren. Tot klare, harde eerlijkheid, verlossing bracht. Nieuwe onmacht brengend bij zij die achter blijven. Aanvaarding in jouw woorden: "Ik deed mijn best, t is jammer da' k niet beter kon" vertelde je met tranen in de ogen. Verdriet,... om ons verdriet... Voor ieder stervende nog een troostend, levend woord, vóór morfine je in pijnloze nevel van niemandsland deed glijden... Ik had het je zo graag gegund, 6 december, nog één keer met je kleinkinderen, de sint en zwarte piet. Helaas, we hadden geen keuze en ook de macht niet... Zij die nog even uitstel hebben, zullen je zachte warme "zijn" onthouden... Allen wachtend... Op blijvende onveranderlijkheid, Het grote niets... .
Het
zomeruur werd uitgezwaaid in stijl.
Mexicaans dan nog, met alles erop en er aan.
Zelfs de tequila en chili con carne, met luchtige gevolgen ervan daags erna,
ontbraken niet.
Van voorgerechten tot dessert: om duimen en vingers af te likken.
De gastvrouw had zich uit de naad gewerkt om deze heerlijk, naar vakantie
geurende, mondwater veroorzakende verwennerij van kleurrijke smaken op tafel te
toveren.
Hoe, kon ik, betere eer brengen aan de gastvrouw en mijn appreciatie laten
blijken door me uit de naad te eten?
Dat is dan ook wat ik deed.
Samenlieten we, ongedwongen keuvelend over
alledaagse dingen,de kunstmatige
tijdssprong ver achter ons. Om vast te stellen dat we inderdaad een tijdsprong
hadden gemaakt: in één keer van avond naar morgen.
Daags nadien, kon ik nagenieten. Vermoeid, met wallen onder de ogen, zonder
hoofdpijn. Van de voorsprong die het nieuwe uur gebracht had.
Loom, eigenlijk lui, lag ik binnen lekker warm te kijken naar de koude witte
laag op het gras. Tenminste, daar waar nog gras te zien was, wegens bijna
geheel bedekt met afgevallen beukenblad.Ik liet me de glinsterendespeling van de ochtendzon op de smeltende gekristalliseerde dauw half liggend
welgevallen.
Gedachten, zoveel als er blaren lagen, passeerden datzelfde beeld.
Smelten.
Was één van de gedachten.
en er was nog heel veel meer mijmering:
Winteruur.
Vroeg donker.
Lenigheid.
Koud.
Beweging.
Tijd.
Blaren rapen.
Eten.
Droog.
Vergankelijkheid.
Hoe het komt dat er ineens een verband was tussen alle voorgaande afzonderlijke
gedachten, waardoor ik helemaal rechtop ging zitten, alle loomheid op slag
verdween, weet ik niet.
Maar het was er.
Voornemens starten altijd morgen zeggen ze.
Awel, nee, het voornemen had ik al veel langer.
Altijd hetzelfde, alleen de pogingen te starten waren inderdaad altijd daags
nadien.
En mijn geheugen bleek toen altijd net iets te selectief vergeetachtig te zijn.
Alsook mijn creativiteit in het maken van sluitende redeneringen waardoor ik
mezelf nog wat langer blazen kon wijsmaken om dat knagend zeurende geweten te
sussen.
Nee, deze keer was het prijs.
Er was een heel fijn festijn geweest, het uur werd teruggezet.
Perfect als afscheid.
Dat het voortaan vroeg donker zal zijn, heeft voor mij, alleen maar voordelen.
Geen mens zal me zien passeren.
Horen mogelijks wel: zwetend zuchtend, blazendpuffend.
Om eindelijk die mentale ommekeer in praktijk om te zetten.
Die morbide vetrijke kiloste laten
smelten.
Als vervroren dauw in het eerste zonlicht.
Tot nog toe
las ik ze nooit.
Om één of andere reden ontsnapten ze altijd aan mijn aandacht.
Te klein, op de verkeerde plaats, geen tijd, geen blik waardig geacht.
k heb het over een dagelijkse rubriek in mijn krant: de horoscopen.
Op
zaterdagmorgen, terwijl het huis nog wacht op de gonzende activiteit van andere
bewoners, zit ik, recentelijk mét bril, aan de keukentafel.
Met een kan verse koffie.
De krant uit te pluizen.
Op mijn hoogst persoonlijk eigen tempo.
Met de radio zacht op de achtergrond, de kan koffie eerder uit dan de krant.
Stijlbreuk met doordeweeksewerkdagen:
dan is er geen van beiden uit.
Dus weet en vooral voel ik: t is weekend.
Was het
gelegen aan de eentonigheid van het platgewalste thema der verkiezingen of
zocht ik op de verkeerde plaats de oplossingen van kruiswoordraadsel en
sudokus?
In elk geval las ik als eerste in de rij van 12 mijn horoscoop:
je hebt een prima voornemen, zet de eerste stap. De planeten zullen je
belonen
huh? Ik loop meestal over van de voornemens, al of niet goed én die beginnen
per definitie altijd morgen.Behalve
deze waar ik net aan dacht: ik moet maar eens zo n Atoma schriftje halen om al
mijn voornemens in te noteren
En daar zullen de planeten mij voor belonen? Hoe gaan die dat doen?
Wat me bij de schrijver bracht: wie verzint nu zoiets?
Fundamenteel
nieuwsgierig, het algemeen menselijk trekje van gluren bij de buren, las ik
alle andere elf ook. Zodra ik me daar lezers bij voorstelde, steeg de schrijver
in mijn achting: die verdient zijn brood met humor!
allez, neem nu: je hebt nood aan
sociaal contact, organiseer een avondje bij je thuis of trek erop uit!
je zal toevallig maar gedetineerde zijn als je dit leest als je horoscoop
En wat te denken van: een mysterieuze liefde duikt op. Vanavond zal de vonk op
een speciale plaats overslaanNah, ik
zou gelijk een elektrieker vragen om een grondige controle te doen op
kortsluitingen als dit mijn horoscoop zou zijn
Of:
Iemand houdt iets verborgen. Je werpt nu een blik op dit spannende geheim
ah zo? Cola: regular, light of zero? Welke soort zou de meeste impact hebben
bij het werpen?
en bij weten is een geheim per definitie verborgen. En zodra niet meer
verborgen, is het geen geheim meer, niet? Awel, wat is er dan nog spannend aan?
Soit, k ben de schrijver dankbaar. Hij deed me lachen tussen alle beschreven
kommer en kwel.
En wete wat? Hij heeft nog gelijk ook.
Ik heb inderdaad een prima voornemen.
k ga horoscopen schrijven.
De eerste stap is gezet.
Nu die belonging nog
Wanneer
de toekomst zich vernauwt, tot wachten op ooit volgend bezoek,
om vals gevoel van parallel leven daar te voelen, terwijl geweten is, dat volop
voelen van echt leven nu en elders , hier is...
Wanneer elke grens van aangeleerd fatsoen vervaagt, buiten elk bereik gelegd wordt, ieder
greintje integriteit vernietigend, om met een berg van te verbergen
schuld, terug te verdwijnen als een dief, wetend, dat elk weer een stuk van
zichzelf, in verdriet achterliet...
Wanneer gezwegen geweten is , dat ongewild betrokken onschuldige kinderwensen,
eindigen, in verwezen achterblijven in ontgoocheling, door volwassenen stukgeslagen
wensdroom...
Wanneer fragmenten van onverwerkt verleden, als immer kwetsende shrapnelsplinter
in het brein blijft steken...
Wanneer wantrouwen door halve waarheden en hele leugens in de ene wereld, achterdocht en angst, elke boodschap, in de andere wereld
onverstaanbaar maakt...
Wanneer elke boodschap té dicht bij de waarheid, bedolven wordt, onder oorverdovende tsunami van stilte, of ersatzneutraalgeacht gedachtengoed...
Terwijl elk weet, dat aaneengeschakeld wachten in uitsluitend enkele
richting leidt, tot besef dat één wereld
stuk moet, om de andere levend te houden, daarmee elk voor zich,
welke keuze ook, zichzelf kapot maakt... Dan, dan is het wachten... Op het onvermijdelijke: aan alles komt een
eind, kroniek van voorspelde vernietiging, van een wereld die nooit was...
Neem een
kluns in driedelig maatpak met gestreken, gemillimeterde snor. Gladde haren, gekleurd,
ravenzwart métallique. Al even secuur in model gekleefd als de gebeitelde
glimlach. Met hagelwitte tanden, geen koffievlekken, geentandplak : wandelende reclame voor een of ander tandpastamerk. Ik wed
dat ze zelfs in het donker licht geven. Mogelijks door de combinatie van de
witheid,de fluor in de gebruikte
tandpasta en afwezigheid van een lichtbron Wat een voordeel zou kunnen
zijn. Zou kunnen zijn gesteld dat je kinderen hebt die bang zijn in
het donker. Of om net op tijd te zien, waar je tegenaan gaat botsen in het
licht fluoblauw verlichte donker. Handig als de elektriciteit het ineens laat
afweten. Vanwege barstjes. Of een beetje vallend betonrot. In één of andere
kerncentrale van zowat een kwarteeuw oud.
Ja zeg, je weet maar nooit hé
Even terug De zwartharige maatpak dragende witte tanden snorremens.
Met glimmend, rimpelloze huid. In dekleur van wat in kruiswoordraadsels omschreven staat als bergbruin. Zo geplukt van het vliegtuig afkomstig uit
streken waar het nooit meer regent. Of
het resultaat van grilltoestel voor mensen: snelbruiners
Wandelend op passend leer van Italiaanse runderen in zijn eigen geurwolk. Een
damp van zeemzoet parfum met een zweem van musk en burned wood. Waardoor elk
gezond paar longen, bij eerste inhalering op slag in kramp gaat Ik zie de smog
borden 90 per uur al geheel vanzelf spontaan draaiend zichtbaar worden zodra
hij gepasseerd is.
Met berekend zuinige stappen passerend met bijpassende das voorzien van Mickey
Mouse motief enin kunststof verpakte Ipad op pad op t voetpad. Langs het terras. Waar ik me onledig
vermaak. Met in de schaduw toekijken hoe de wereld mij passeert. Op dit uur is
deze Ken is op weg naar zijn Barbie of misschien een andere Ken Dat hij
daarvoor zo dadelijk in een cabrio van het merk met vier ringen of een ster
stapt is de voor de hand liggende verwachting. Het beeld dat ik van hem krijg,
dat hij fietsspelden aanbrengt op de messcherp gevouwen broekspijpen en een
oude roeste opa-fiets met torpedo- rem opstapt, terwijl hij met een nasale
kopstem inspector Clouseau-gewijseen
geude euveund wenstaan een
voorbijganger, doet mijn mede terrasgenoten opkijken.
Van mijn plotseling luidop lachen.
Heerlijk, dat kijken naar de mensen
Bedekt, stuurde ze hem het verwijt te
leven in een leugen.
Het waren niet de woorden.
Nee, het was de kilte in de intonatie. Die als gif met koude rilling zijn rug
omhoog kroop. Met een flits verlammend zijn denken binnen drong.
De daaropvolgende stilte sprak.
Meer dan welk gesproken woord ook.
Zij, zij had ooit de wens gehad de zijne te zijn.
Wetend dat haar nu uitgesproken woorden, als snijdende boemerang met zekerheid
en echo terug zouden komen, bleef ze schuilen voor de verwachte storm in haar
eigen gedachtegang.
Hij, hij wist dat ze gelijk had.
Haar wens was ooit zijn strak omlijnd en te vervullen wet.
De eigen opgelegde begrenzing, de wens naar "ons" was een loodzware
ketting van opeenvolgend zelfbedrog en leugens geworden. Hij walgde van de
schim die hij van zichzelf geworden was: alle morele waarden die hij ooit
hanteerde waren één voor één gesloopt. Het besef ervan was wurgend.
De stilte verzwaarde de last nog meer, belemmerde nuchter denken.
Hun gedachten bleven onuitgesproken tussen hen inhangen bijna zichtbaar
zinderend verhitte lucht boven zwarte asfalt. Als een pees, met een te
verwachten oorpijnsuizende knal, op knappen.
Of was het een ballon?
Tot springen toe steeds meer gevuld.
Met irreële, zelf opgelegde onuitgesproken droombeelden: van prinsen en
prinsessen, van huizen met tuintjes en de obligate koters: van zij, van hem.
Daar ergens tussenin de eveneens onuitgesproken verwachtingen en onbegrepen
pogingen te begrijpen, onoverzichtelijk, muur-hoog ondoordringbaar opeen
gestapeld.
Resulterend in verloren onschuld met verpletterende schuldvraag als cadeau
In het surrogaat van zelfverkozen eenzame geborgenheid, stelde elk dezelfde
vraag:
wanneer was die zielsverwant verdwenen?
Geen van beiden had een antwoord.
Dus bleef het stil.
En bleef alleen het voelen.
Elk apart in macabere mime dans van non-verbaal niet-vertellen:
Koud, kil, berekend.
Begin van pijn, onmacht, kwaadheid het rouwproces onbewust gestart.
Het missen van genegen warmte was er al.
De conclusie lag al vast van voor het ooit begon: aan alles komt een eind.
Ze ging er van uit dat het geregeld kon worden.
Door anderen. Zij waren het, die er maar voor zorgen moesten dat alles in orde
kwam.
Die gedachtegang was mooi meegenomen:
kon ze zich blijven wentelen in hetzelfde excuus.
Om uiteindelijk helemaal niks te doen.
Het was zo vaak gebruikt dat ze het intussen zelf was gaan geloven.
Voor de buitenwereld kon ze daardoor heel erg druk gaan doen:schoppen, trappen, foeteren, roepen tegen
elk huis dat groot genoeg was om haar rebellie te vergeven.
De ultieme en edelste weerwraak van het systeem.
Die haar liet zitten met de vraag: waar en tegen wie moest ze uiteindelijk
vechten?
Alleen, wanneer ze alleen was, met niemand anders dan zichzelf,
overspoelde de leegte haar.
Gestorven nog voor de dood kwam, zo voelde het door het kille besef:
ooit had ze geleefd, zelf.
Vrees voor het stille spiegelbeeld het resultaat.
Het zag haar niet graag. Eender welk moment van de dag.
Het trok een mond vol zuur boven vermoeid tranende ogen.
Per keer het beeld naar haar keek, leek ze nog magerder dan de herinnering aan
de laatste keer. Elke keer koude rillingen en nekharen recht.
Alsof een onzichtbare schaduw met ijzige zucht in haar oor fluisterde:
zie je wel, ik ben er altijd
Hetzelfde excuus, waarmee ze vuistslagen op een naald probeerde te geven,
zorgde er voor dat ze werd geleefd:
Haar leven ging alle kanten op. En géén kant ervan die zij zelf wilde.
Daar zorgden die anderen dan weer wél voor
De bestendiging van het lot in uitspraak der berusting:
niks is zeker, behalve de dood
Elk initiatief bij voorbaat gesmoord.
Elke kiem van beseffen tijdig te verdrinken.
Vakkundig. Zoals haar moeder.
De dag erna was de herinnering verdwenen.
Kon het hele toneel opnieuw van voor af aan beginnen.
Met als adagium: ieder hoofd zijn eigen hoofdpijn.
Met aspro bruis als eerste hulp, op zoek naar die éne andere.
Die haar leven in een sprookje zou veranderen.
Intussen nam ze aan, dat er beter geen vragen gesteld werden over sprookjes:
ze had geleerd: ze bestonden niet.
Die witte ridders ook niet.
Als en indien ze er waren, dan vermoedelijk aan de andere kant van de wereld.
In één of andere jungle. Of op het witte doek: goed gecamoufleerd.
In elk geval, niet in haar buurt.
Niet in haar wereld.
Niet dat ze geen moeite had gedaan om erin te geloven.
Integendeel. Ze had het meer dan eens geprobeerd.
Zich verloren, totaal.
Zichzelf gegeven, volledig. Zichzelf vergeten, compleet.
Het werd elke keer nog minder leven.
Ze had ooit ergens een Arabisch spreekwoord gelezen:
Het huwelijk is als een belegerde vesting:
zij die er buiten zijn, willen er in. Deze die er in zijn, willen er uit.
Hoe kon die Arabische mens haar opeenvolgende mannen zo goed kennen?
Ze had hem niet eens gesproken
De laatste in de rij was de grootste goorzak geweest.
Ze had het toen zelfs ternauwernood overleefd.
Nadien gezworen dat geen vent haar nog zou aanraken.
En nu,
zat ze te wachten.
De
tram was ongebruikelijk laat.
Ze
kon niet anders dan de tram nemen.
Haar
poging een rijbewijs te halen was destijds een stille dood gestorven toen de
theorie niet kon ingestudeerd worden.
Wegens
werken voor de broodnodige centen, oppas voor de kleinere broer en zussen en
nog een massa andere verplichtingen zoals het zorgen voor haar dronken moeder.
Dat
was zoals zij zich haar moeder herinnerde: in een soort permanente staat van
dronken ontbinding
Wanneer
moeders toestand naar dagelijkse gewoonte comateus werd,
werd
zij de vrouw des huizes. Of ze dat nu wilde of niet
Ze
had ergens in het middelbaar geleerd van meester Jean over Darwin.
Voor
zover ze nu nog wist, ging het over seks en overleven.
Survival
van de sterkste of was het de fitste?
Het
klopte in elk geval voor geen meter.
Het
kon alleen de slimste zijn:
ze
was in haar eigen Darwinversie daarvan het levende bewijs
En al
wie tegen haar versie ingegaan was, zou het zich beklagen.
Voor
zover ze dat nog konden
Ze
koos speciaal dit uur om te vertrekken.
Er
was dan bijna héél zeker niemand die ook stond te wachten.
Ze
had er een bloedhekel aan als die ongewenste, wachtende medemens een gesprek
met haar probeerde te starten.
Meestal
begon én eindigde het met iets stoms als: wat is het warm. Of koud.
Met
een vragende intonatie, hé?
Helemaal
irritant werd het wanneer er het aanhangsel bijkwam: vind je niet?
Arghhh!
Zo interessant zeg! Alsof zij zich met zoiets bezig zou houden
De
blik die ze dan met haar diepliggende bruinzwarte ogen uitstuurde was tot nu
toe altijd voldoende geweest om elke verdere conversatie in de kiem te smoren.
Ze
had de uitdrukking ooit geoefend voor de spiegel.
Ze
was er zelf van geschrokken, wat haar ervan overtuigde dat als ze die blik in
haar ogen gebruikte, die zó angstaanjagend was, dat géén mens haar nog durfde
te benaderen.
Ze
was zich geenszins bewust of het nu door haar blik of de licht verwilderde,
naar zweet ruikende onverzorgdheid was, waarom de modale medemens haar sowieso
met moeitebenaderde
Straks
was de tram zo laat dat ze haar afweerwapen zou moeten toepassen
Ze
zat op de vertrouwde plaats op de bank, uiterst links.
Gedeeltelijk
met haar rug tegen de zijwand met reclame, niet zichtbaar vanaf straat.
Met
haar benen over elkaar gekruist te friemelen aan haar schouderlange haar.
De
punten hield ze haar nà haar zo ver als mogelijk was, voor haar neus.
Stuk
voor stuk aan het controleren. Ze keek er zelfs een beetje loens van.
Afwisselend
in het rond speurend of er niemand aan het naderen was
Of
stel je voor: haar aan het bekijken was
Of
nog erger: haar gedachten aan het meelezen
Zouden ze echt kunnen zien wat ze dacht?
Als
er één moment was, waar niemand,
maar
dan ook niemand haar gedachten mocht kennen, dan was het nu!
Het
ene been ging op en neer in een onhoorbaar langzaam ritme.
De
nieuwe informatie van vandaag zou ze gaan gebruiken, maximaal
Om
hem te raken: strike én game over
Te
kunnen wentelen in het genoegen van zijn ondergang
Het
tempo waarmee haar lokken door haar duim en wijsvinger gingen, versnelde.
Of de
punten gaaf waren of gespleten, wie zag dat nu nog: who cares?
Het
wees op opperste concentratie, het genoegen van het plannen.
Zelfs
de aanzwellende en daarna uitstervende loeiende sirenes van politiewagens
konden haar niet uit haar trance halen.
Het
onmiddellijke zoete plezier van het ongestoord bedenken.
Met
zowaar een licht naar boven trekken van één mondhoek als bewijs van het
plezier
De
uitvoering van de bedenksels was van een andere orde.
Spannender,
maar vooral: véél later.
Die
verkneukelende gedachten waren nu
Alle
gedachten waren als sardienen, opgejaagd door tonijn.
In
steeds kleiner wordende cirkels gedreven naar hun noodlottig einde.
Die
tonijnen waren de pionnen.
Die
zij ging plaatsen om de desastreuze kettingreactie van sardienen te creëren
Nee,
het waren .
Dominostenen!
Die
zou ze in gedachten zó plaatsen, dat ze er slechts één moest omduwen.
Ze
wist dat het eindresultaat onvermijdelijk was: de laatste steen zou met zekerheid
vallen.
De
gedachte aan de rij dominostenen was haar nog meer genegen dan de opgejaagde
sardienen: die wisten immers wie hun belagers waren.
Nu,
in de in gedachten op te stellen rij, zou de omgeduwde slechts weten wie hem had
geduwd, net vóór het fatale moment van de volgende mee te sleuren in zijn val
Dit
was bijzonder: de allerlaatste kon nooit weten wie ooit de eerste steen de
toekomstigefatale zet had gegeven
De
chaos zou uit het niets komen en vooral: compleet zijn.
Zwart
blakerend, allesvernietigend: daar ging zij voor zorgen
Het
betekende ook, dat ze getuige kon zijn van haar eigen werk.
Kan je me terugbellen aub?' Boodschap per sms van de jongste. Meer stond er niet. Op andere dagen zou ik me er weinig zorgen over maken. Het gebeurt wel vaker dat ik vriendelijk verzocht word terug te bellen. Kwestie van de kosten te verhalen op de verondersteld meest draagkrachtige portemonnee Dezer dagen maak ik me net iets ongeruster bij net hetzelfde bericht. Ze is op eigen initiatief met twee vriendinnen naar zon, zee, strand en nog wel een ander paar dingen in Turkenland vertrokken. Had ze helemaal zelf voor gewerkt, gespaard, uitgezocht, besteld en betaald. Alles netjes geregeld. Ik mocht alleen voor luchthaven vervoer spelen, wat dan ook met plezier werd volbracht. En nu, kreeg ik dat berichtje. Niet dat ik nog snel schrik omdat ook zelfs zelf verbeelde rampscenarios blijkbaar wennen. 'Eerst luisteren' was de boodschap waarmee ik elke ontluikende negatieve gedachte het zwijgen opgelegd kreeg. Dus bel ik terug: verbinding via masten en satellieten en wat er nog allemaal aan te pas komt om de medemens draadloos te kunnen spreken, de gekende beltonen, het wachten tot aan de andere kant het verwacht opgewekte halloooo?komt en dan het antwoordapparaat. Wenkbrauw omhoog. Fronsen tot aan de gewezen haarlijn. En kijken naar het toestel alsof je er los door kan zien tot in Turkije. Moet zowat mijn reactie zijn geweest. Poging 2 en 3 gaven hetzelfde resultaat. Dus stuur ik zelf een bericht uit:"laat rinklen wnnr ik kan blln." Geen tien tellen later, trilt en hoest mijn toestel een swingende beltoon uit om direct daarna weer één te worden met de stilte rondom mij. Hoezee! Poging 4 is prijs: met achtergrond geluiden als was het live vanop Waregem koerse: hallo dag pap, oewist? De sfeer aan deze kant van de lijn direct op oef- modus. Na wat uitwisselen van gegevens zoals het weer, het eten, de gezondheid en de algemene toestand van verblijfplaats, kwam uiteindelijk de vraag waarvoor ik verzocht werd terug te bellen: ze maken hier fotos, negentig stuks op CD voor zestig euro per persoon, we konden pingelen tot veertig. Wat vind je ervan: zouden we dat doen? Nah...best dat ze me niet zag zitten: 'k groeide zowat een halve meter. Helemaal zelfstandig een all in boeken en dan deze vraag ... Wetende dat één van de vriendinnen een méér dan uitstekend toestel bij heeft, gaf ik het milde vaderlijk advies dat ze zelf konden beslissen of ze het waard vonden in te gaan op het aanbod. Met als alternatief: negentig fotos van elkaar te nemen net voor valavond tijdens het zogenaamde gouden uurtje. Wat lichtinval betreft toch. En de veertig euro aan elkaar te geven. Het CDtje zou ik dan wel weer sponseren eens weer thuis. Benieuwd wat de keuze geworden is Hoe dan ook, aan fotos zal er in elk geval geen gebrek zijn. Aan stevig warme welkomstknuffels straks, evenmin.
Blauw... Nog voor ik voelde. Licht en lucht. Geen wolk, geen condens streep. Eindeloos diep licht blauw. Het eerste wat ik zag in het scherp afgelijnde kader recht voor me. De dagelijkse overtocht naar elkaar roepende kauwen had me uit een kleurloze comaslaap gehaald. Voor een keer was ik die zwarte bende lawaaimakende pikkers dankbaar: het contrast met hun gekrijs en daaropvolgende stilte was passend bij mijn staren. Stilte, die ik, in toenemend bewustzijn, zo lang mogelijk wilde koesteren. Door poging elke opkomende gedachte te laten voor wat ze was. Tot de gedachte aan een primaire behoefte abrupt een eind maakte aan het 'sludderen': de lome poging om gedachteloos langzaam wakker te worden en de warmte van het bed zo lang mogelijk te koesteren. Nee , het was niet de behoefte om lichaamseigen vocht te lozen of andere acties van sanitaire aard. Dat kwam later Honger. Niet wetend wat er eerst was: de gedachte of het gevoel Het was in elk geval de reden om de wereld vanuit verticale stand verder dan het raam te gaan bekijken. En te genieten van de ochtendlijke, voor deze keer zonnige, zondagse gewoontes. Douchen, scheren, aankleden. Zoals elke andere doordeweekse dag. Maar dan wel in een tempo, dat enkel door twee racende slakken kan verbeterd worden. Naar de bakker, met de fiets deze keer. Het had het voordeel dat de geur van versgebakken broodjes en de croissants die ik me ter consumptie ging aanschaffen, me tegemoet kwam via de openstaande schuifdeuren. De geur van vers brood doet kopen had ik ergens eens gelezen. Bleek dus waar te zijn: duidelijk te merken aan de rij kandidaat kopers die voor me stond. Het knorren van mijn maag was mijn bijdrage tot de bevestiging van deze geurige wetmatigheid. En jawel, ik kreeg het voor elkaar rustig te blijven wachten tot ik voorzien van broodjes, croissants en krant, de koffie kon gaan maken. Om een andere wetmatigheid vast te stellen: de geur van verse broodjes en koffie doet anderen wakker worden. En opstaan. Alhoewel ik mijn medehuisgenoten ervan verdenk, al wakker zijnde, gewoon te blijven liggen tot ik terug ben van de bakker en de daarop volgende geuren het startsein van hun zondagmorgen zijn. T is ze gegund. Ik heb intussen mijn koffie, krant en zon: meer moet dat niet zijn
Met obligate grijsgroene kousen, dito jas en hoedje. De fluwelen kniebroek accentueerde zijn lengte nog eens extra. Grote half versleten stapschoenen getuige van de ooit reeds afgelegde kilometers. In de lichte motregen leek het er even op of hij in het landschap zou opgaan. Ik was er zo goed als zeker van dat hij dat kon. Als er niet het vermoeide bungelen van zijn armen langs zijn veel te grote lijf was geweest. Alsof ze een eigen ritme volgden. Boven de tegengestelde beweging van de benen en de houterig half draaiende heupen ertussen, die het wandelen op een soort waggelen deden lijken. Het gaf iets triest komisch als totaal beeld: een veel te grote knuffelbeer voorzien van pamperwaardoor hij waggelde. Ik had dat beeld nog ergens gezien maar waar? De vreemde manier van bewegen deed niks af van de gestage constante snelheid waarmee hij me naderde. Het gaf me de gelegenheid één en ander van zijn gezicht af te lezen. Door de nog respectabele afstand niet bedreigend onopvallend. Dacht ik.Ik zag een klaar kijkende blik, voldoende van rimpels voorzien om te getuigen van zijn ooit geleden pijn en eerdere vreugdes, boven een vastberaden mond. Een mond waarvan de hoeken zich licht optrokken tot een gemeende zachte glimlach van herkenning: ik zag je kijken. Op het moment dat ik ervoor koos om een kant te kiezen om elkaar te passeren, kwam hij recht op me af met dezelfde voorzichtige glimlach.
In zijn vraag van één adem zat de toon van onzekerheid: je kent de streek blijkbaar goed, ik ben op zoek naar het station, kan je me vertellen welke kant ik op moet? Zijn lengte zorgde ervoor dat ik moest opkijken en hij zich licht voorover boog. Ik was niet van de streek. Ik was van zowat honderd kilometer verderop. Ik had zelfs geen geldige reden om daar te zijn. Informatie die ik de man verzweeg. Omdat ik de weg naar het station toevallig wel wist. Ik had eerder langs sporen gelopen en waar sporen zijn, zijn treinen, die ergens ooit, toch minstens een paar keer, stoppen. Stopplaatsen die de naam station kregen.Ik ging naast de man staan wijzend in de richting van waar hij kwam, vertelde het luttele wat ik wist, genoeg om hem van zijn verdwaald zijn te verlossen.De bedenking makend, dat als hij nà mijn uitleg verder ging in de tegenovergestelde richting van deze die ik aangewezen had, ik te maken had met een live versie van Benidorm Basterds
Hij draaide zich vlot om zijn as, bedankte me en zei: tot later. En voor ik het goed besefte, was hij op weg in de door mij aangewezen richting.Geen Benidorm basterd Met dezelfde gestage snelheid in zijn grote waggelende passen als daarnet, verwijderde hij zich van me. Ik zag de grote brede licht gebogen rug en bedacht te laat om een stuk mee met hem dezelfde kant op te gaan. De antwoorden, op de zich in gedachten gevormde te stellen vragen, zou ik daardoor zelf moeten invullen . Wandelen deed hij, zo vaak hij kon.Sedert hij te vroeg op pensioen moest gaan. Ik dacht aan de woorden vergeten,versleten,moe Het bracht me bij een gekend lied. En op slag wist ik waar ik het beeld eerder had gezien: ik word daar zo moe van van alles wat ik denk of doe toedeloedeloe gezongen door een over-gedimensioneerde kabouter in een lichtgevend kastje
Het was een eeuwigheid geleden dat we een teken van leven hadden gegeven aan elkaar. Ex collegas, tegengestelde karakters en toch complementair twee zielen in één zak: met respect voor alles en in het bijzonder voor elkaar, kortom copains in creatief leven. De koffie stond klaar, de koekskes ook. Zoals gebruikelijk onder vrienden, speelde tijd geen enkele rol. Als er geen tijd was, zou ik er wel bijmaken: zo zag ik er naar uit. Evenmin, speelde de tijdsduur tussen de laatste keer verzamelen en vandaag: het was al meer dan eens gebeurd dat we de draad van enkele maanden ervoor moesten oppikken. Alsof het gisteren was Door omstandigheden, soms aangename, soms minder plezante en ook, toegegeven, wel eens door gemakzucht of on-besef dat de tijd zo snel gaat Tot nu toe Er kan heel erg veel gebeuren in korte tijd. Naarmate de tijdsduur toeneemt stijgt die kans zelfs recht evenredig. Kan een mens intussen evolueren. In verschillende richtingen zelfs. Ook compleet tegengesteld, niet meer complementair. Terwijl de één intussen jacht maakt op dingen, weet de ander, dat het belangrijkste om te leven, helemaal geen dingen zijn Het gesprek ging van de kabbelende intro met in de hoofdrol kinderen en huisdieren over in stokkende voortgang in cliché over zakendoen en contacten. Geschrokken van de niet verwachte wending: gebombardeerd tot interessant te gebruiken relatie... Met koel en zakelijk afscheid in mineur. En haren: of wat rest toch, recht. Hartslag: van een mountainbiker in ferme klim. Bijhorende kleur: wat roder dan normaal. Temperatuur: ijzig. Modus: blijf toch maar even uit mijn buurt. Gezond: absoluut niet, noch voor mezelf, noch voor mijn omgeving. Evenwicht: Als er al één was, dan was dat met zekerheid goed verstoord... Troostende wetenschap: het kan maximum drie dagen na elkaar stormen. Dag 1 zit erop, nog 2 te gaan... En tegen dan is t weekend. Waarbij ik tegen dan weet, dat ik niemand iets kwalijk te nemen heb. Omdat ook ik ooit al eens voorbeeld was, van hoe het absoluut niet moest. En ook mocht leren, met vallen en opstaan, hoe het anders kan. Te leren met geduldig respect de nodige tijd te nemen en te geven om te aanvaarden van wat is. Onvoorwaardelijk.
TD 03.
Netjes symmetrisch in de rechter benedenhoek van het kleurrijke doek. Meer
stond er niet te lezen.
Het gaf de kleuren des te meer kans om tussen alle rommel en ander muf
prullaria te schitteren. En mij te vinden.
Tot dan had ik mijn twijfels gehad bij elk
voorwerp. Of het nog kon werken. Of alles zelfs überhaupt ooit een functie had
gehad. Het stond in alle hoeken en kanten op een chaotische manier neergezet en
de bij wijlen tot tegen het plafond gestapelde geschiedenis had me niks gezegd.
Geen gevoel, geen enkele gedachte aan de vorige bezitter. Het geheel dan weer
wel.
Ik kon me voorstellen dat er mensen waren die de geur van ooit in de amper nog
vrije bewegingsruimte beangstigend benauwd vonden. Dat was het voor mijn niet.
Het gaf mij een gevoel van warme knusheid, een vorm van geborgenheid waar de
tijd geen vat op me had. Ik bevond me immers midden in de tijd: lopend in de
nog vrije ruimte als in het oog van een tijdstorm. Stoffige warme rust.
En in die vreemde bijna kleurloze chaos van overwegend beige en bruin, kon het
contrast niet groter zijn. Als een oase van licht, hing het daar.
Je kon niet anders dan ernaar kijken. Naar de zuivere zomerkleuren die recht in
drie D van de muur via de lens op mijn kleurkegels sprongen, mijn grijze massa
binnen. Om nooit meer te vergeten.
Gepakt, gevloerd, genageld, perplex
Nooit eerder had ik me kunnen
voorstellen wat anderen er aan hadden om voor een geprepareerd linnen doek met
in het beste geval een afkooksel van de realiteit of zelfs een geheel eigen, zo
goed als onherkenbare interpretatie van diezelfde realiteit, een fortuin, in
verhouding tot reële waarde van het doek neer te tellen.
En nu stond ik daar. Adem ingehouden. Op scherp, geen idee of de adrenaline of
de endorfine het zou halen. Die TD had me goed te pakken. De bruin beige wereld
smolt op de achtergrond: zijn werk was het enige waar ik nog oog voor had.
Kijken. Als behoedzaam aftasten, verwonderd over wat ik zag.
Hoe langer ik keek, hoe meer ik zag.
Net zoals het spel dat ik met mijn broers deed om de tijd tijdens de al of niet
verdiende huisarresten te verdrijven: figuren en bijhorende verhalen in de
wolken zoeken.
De oude sigarenrookgeur had ik niet eens opgemerkt tot de oorzaak in grijze
stofjas naast me stond. Tony Doollander zei de anderhalve meter hoge mens.
Doollander??? zei me niks. Ik bekeek de man vanuit mijn ooghoek en schatte zijn
omtrek zowat gelijk met zijn lengte. héél véél te klein voor zijn BMI, dacht
ik.
Blue thoughts vervolgde hij.
Terwijl ik me afvroeg hoe de man ooit het werk omhoog gekregen had. Naast hem
voelde ik me al een reus, tov de formaten van de blauwe gedachten was hij
slechts een kleine halve meter groter. Ik zag in gedachten het werk voorbij
schrijden, met alleen 2 handen en 2 korte dikke beentjes met zwarte
klompschoenen zichtbaar als waren ze van het schilderij zelf
Niet te koop was het volgende wat de wandelend sigarenwalm zei. Waarmee mijn
wandelend schilderij gedachte als een openspattende zeepbel verdween
Nah! Voor een keer ik van de wereld was van iets wat op kunst leek, kon ik,
zelfs al zou ik het gewild hebben, geen fortuin uitgeven. Laat staan dat ik het
gekund had.
Zoekt u iets in het bijzonder? kraste de grijze stofjas mens.
Ik draaide mijn hoofd met moeite weg van het werk, keek omlaag, recht in de achter een ziekenfondsbrilletje verscholen licht
bruine ogen. Ik nam aan dat ik met de eigenaar van de inhoud van het pand een
gesprek zou starten.
Of ik iets bijzonder zocht tussen deze sepia rommel?
Behalve wat nutteloos tijdreizen tussen de opgestapelde geschiedenis?
Het enige wat er bijna fluisterend als stonden we midden in een kerkdienst uit
kwam was: Wie is Tony Doollander?
Bij het wakker worden, terwijl de wekker Maité Piessens liet horen,
die in één ademteug alle weer over het hele Belgische grondgebied probeerde te vertellen,
om dan met een kort, ergerlijk door micro versterkt hoorbaar happen naar adem, te besluiten met: "...grote kans op hevig onweer met hagelbuien...," werd ik liggend op hetzelfde moment, getrakteerd op één felle flits.
Onmiddellijk gevolgd door een enorme knal. Nazinderend en rommelend verdwijnend in dezelfde stilte die er eerder was...
De stilte van vóór Maïté haar onheilspellende voorspelling deed...
Ik bedacht meteen: Maïté, let op met wat je vertelt!
Je hebt er geen idee van wat 'live on air' kan betekenen...
Aldus werd de toon van het weer gezet terwijl ik nog tussen de lakens lag. Op deze zeldzame keren moet ik mezelf bewaken.
Om mn humeur niet te laten volgen: de tegenzin om er vandaag nog maar eens een dag in te vliegen om tijd te slopen, besloop me...
Langzaam, traag, zeker... Net zoals de grijze wolken, net zo zeker, alle restjes blauw zullen bedekken.
Tijdelijk...
De temperatuur stijgend van koortsachtig zoeken naar alternatieven...
Vluchtig...
Op verhitte hoogtes der angstige gedachten, plakkerig zwetend tot elektrisch hoogspanning gebracht bij de gedachte aan komende dagen...
Eindig...
Enkel wachtend op een onvermijdelijke ontlading...
Vergankelijk...
manmanman...tijd lijkt eeuwig te duren als je wacht...
En dat het niet bepaald gemakkelijk is om de herinneringen los te laten,
daar zorgen de collegas wel voor.
Door de obligate standaardvraag: en oewast?
Met verwachtingsvolle blik met zweem van leedvermaak gesteld.
Die, als ze heel eerlijk zijn, eigenlijk dient als inleiding,
om hun eigen vakantie ervaring en dito herinneringen boven te halen.
Mijn antwoord op die vraag leent er zich eigenlijk ook wel toe.
Het is namelijk heel erg bondig, namelijk:
veel te kort
Wat op niks anders wil wijzen dan op een heel fijne vakantietijd.
Zonder al te veel details prijs te geven.
Allez ja....
Ja, je hebt gelijk: schrap al te veel...
Hoe dat zo komt?
Ik heb 250 collegas...
Ik ken ze, en daar ben ik best trots op, zo goed als allemaal.
Mocht ik er werk van maken, aan gemiddeld ca 10 minuten per verhaal,
zelfs zonder mijn verhaal te vertellen ( x 250),
maak ik de eerste werkweek al ruim vol met allerlei herkenbare avonturen,
al of niet met pech doorspekt.
Van vertraagde vluchten, platte banden, over plaatselijke temperaturen en streekgerechten, harde bedden, koude aircos en verkleumde spieren, schoon volk, tot en met uiterst gedetailleerde beschrijvingen van natuur, interieurs, kledij of gebrek eraan...
Alsook wat er nog allemaal aan schoonheid of lekkers staat en/of rondloopt,
inclusief de mens zelf.
Ik zou met heel veel plezier die 10 minuten onbeperkt maken,
gesteld, dat ik een werk zou schrijven, over hoe de Vlaming zijn vakantie spendeert in tijden van europese monetaire crisis...
Maar dat doe ik niet.
Dus, ben ik al gelukkig dat de helft van mijn medewerkgenoten nu nog steeds op verlof is.
En van de andere werkende helft, er nog eens de helft niet op de locatie was,
waar ik mij bevond.
Tijdsbesparend in verhalen, dus kon ik starten met de lijst email.
En bellen om te vertellen dat ik leef .
En nog veel meer van die dingen,
het één met al meer verplichtend karakter dan het ander.
Dat allemaal in een omgeving tussen vier gekoelde muren.
Blanco agenda kreeg in geen tijd alle kleuren van de regenboog.
Het ene kleur al dwingender of dringender dan het andere.
Schipperend tussen wat moet, wat mag, wat kan...
Met absolute persoonlijke voorkeur voor het laatste...
Allemaal te persen in amper 4 werkdagen.
Met bijkomend een Roomse hoogdag halfweg.
En al minstens één, reeds lang gereserveerde,
halve dag vol in te halen opportuniteiten van 4 weken ver...
Ten nadele van de
jarenlang opgestapelde residus van restaurantbezoeken.
en ja k geef het toe
in september wil ik
echt wel in mn zwembroek kunnen
En niet omgekeerd
Enige vorm van
ijdelheid is me dus ook niet vreemd.
Maar best ook, het geeft motivatie, power als van een duracelkonijn,
Om aan de persoonlijke wensen van mijn personal coach,
op het einde van de
week te kunnen voldoen.
Er wordt namelijk maar één richting aanvaard:
het verschil bij de
weging op zaterdagmorgen is bij voorkeur enkel en alleen negatief
Voor ik echt vertrekken
kan,
moet ik snel, snel
nog wat boodschappen doen.
Simpele, eenvoudige dingen.
Dingen die ik dagen
geleden,
zo voor mn pretlichtjes-ogen
zag in dat grote schrijfbos.
In felle oranje warme kleuren,
met geuren van vers
gemaaid gras.
Zacht klotsend water,
gezang van, voor mij,
onbekende vogels.
Gezwind mn buro op
grote wielen in:
Op naar het eerste
bumperstaren van de dag.
ja, moet je eens op letten: iedereen staat aan te schuiven
En zit recht voor
zich uit te staren.
Terwijl er naast je, zijnde
links én rechts, zovéél méér te zien is
Alsof die bumper héél erg interessante dingen laat zien
ik geef toe, soms is dat bij mij ook wel zo
in de door mijn
grijze massa gecreëerde fantasie toch.
Ik kan mezelf nog net
stoppen als ik bijnaEddy double Us
chérie begin te fluiten
Ze mogen vertellen
wat ze willen,
maar die mens zn
liedjes blijven één keer je ze gehoord hebt,
de hele dag in je
hoofd hangen.
Laat dat nu net zijn, wat ik niet wil
Nog meer motivatie
als on the road again gevolgd wordt,
door oh la la, cest
magnifique van een nog jonge versie van Arno, toen nog TC matic.
Terwijl ik nog aan t
meebrullen ben,
zie ik een fietser
lachend met zn hoofd schudden als hij mij passeert in de aanschuiffile.
Ik begin zelf
onbedaarlijk te lachen als ik denk aan de nog jongere versie van TC matic:
Tjens Couter, op zn
oostends uitgesproken
met hun je taime
comme un chou à la créme
en bedenk dat ik dat
aan die fietser kan meegeven als dank voor zn begrip
Mja, t voelde
allemaal goed aan
Het wordt één van die dagen waarop je gewoon weet,
dat er nieuwe mensen
en ervaringen je pad kruisen,...
nieuwe plaatsen,
nieuwe smaken, nieuwe geuren
misschien zelfs een
nieuwe buurman?
In het geval je er
nog geen mocht hebben natuurlijk
Geen aanschuiven,
waar je dat eigenlijk wel verwacht had
Zo van die onverwachte kleinigheden,
die de dag met stip
bombarderen tot de categorie:
om mateloos van te
genieten.
Kleurrijke beelden
passeren intussen mn uitkijkraam in deze rijdende helpdesk.
Gedachten beginnen
alle kanten op te vliegen.
Ik zie en ik zie niet
Onbewust op mentale
cruise control
Tijd wordt relatief
op zo n moment.
Zonder te beseffen op welke tijd én wijze,
passeer ik het bord
die me de melding doet dat ik intussen Ternat passeer
Tegelijkertijd zie ik
een aanhangwagen met oude felgekleurde kindertractor
Ik laat het allemaal komen,
In de volgorde én de
wijze waarop het komt
Niks moet
Anders kan ook:
kruipende minuten
Wanneer ik straks
misschien moet wachten:
langzaam tikkende
seconden, tik tok tik tok
die me doen denken
aan captain Hook en zn heilige schrik:
de krokodil die ooit
zn hand afbeet
Ik kan het niet
helpen, t is sterker dan mezelf
Het daagt me uit om
van alles uit te vinden.
Om die tijd rapper te
laten tikken.
Schrijven
bijvoorbeeld.
En rondkijken naar
alles wat passeert.
En daarbij geuren
bedenken
Kleuren benoemen.
Zelfs de donkere,
door wind
voortgedreven dreigende regen in imposante gasvorm,
heeft zn eigen
kleurpallet.
Diezelfde wind die
zowaar een lokale zandstorm uit het niets creeert.
Alles past vandaag in
dat geheel.
Kan niet anders
Ik zie het, ik weet
het, ik voel het,
dat zelfs, al is ze
er niet,
de zon altijd
schijnt.
En er dus altijd, een
zonnige zijde is.
Wel, dat omschrijft
het misschien best:
Vandaag, maak ik een reis, alleen maar aan die
zonnige kant!
Wedden dat het er ééntje wordt om niet te vergeten?
kan je sfeer
eigenlijk rustig vervangen door humeur
Er waren dan ook,
eerder op de dag,
behoorlijk wat
complimenten over en weer gestuurd.
Van en naar
collegas, big bosses (meervoud?), en jawel, ook en vooral, dierbaren.
Van dat soort waar
een mens zittend van gaat zweven
Zelfs, al was het
weer eens bumperen.
De derde keer van die
dag.
Én! het zou niet de
laatste keer zijn:
De bedenking dat 2
jaar na elkaar tekort aan strooizout,
toch wel heel veel
herstelwerk blijkt veroorzaakt te hebben
En, dat iets zo
eenvoudig als zout,
geen onderscheid
maakt tussen Vlaamse of Waalse wegen,
valt eigenlijk nog
het meest op
Met net iets meer
snelheid dan pakweg een gezellig fietstochtje,
net genoeg om te
genieten van keuvelen over alles wat passeert
of andere kalfjes
Een geschikte
radiozender,
die op tijd en stond
de file aankondigt
waarin je zelf staat
aan te schuiven,
laat de bassen van
BEPs its gone a be a good night
letterlijk
oorverdovend door de boxen knallen.
De bruingebrande mannen van de wegenwerken keerden zich zelfs om.
Ik neem aan dat,
de als eigen gezang
geproduceerde bijkomende decibels,
voor hen eerder als
gebrul van één of ander beest zal geklonken hebben
De gedachte daaraan rijgt
glimlachend andere eerder geschreven woorden in flarden aan elkaar tot nieuwe
onbekende inzichten
Dat op zulke momenten
onbewust alle oogzenuwen alert zijn op oplichtend rood en dat er een
rechstreekse verbinding bestaat met reflexen in rechterbeen en-voet die
rechtevenredig zijn met de snelheid waarmee de afstand tot de voorliggende
bumper kleiner wordt.
Dat geur en kleur je
bij herinneringen aan mensen en gebeurtenissen in het verleden brengt.
Tot diezelfde
geschikte zender, Damien Rice en zn 9 crimes,
met het eerdere
gehalte aan volume,
het nieuwe besef
brengt dat muziek en bijhordende lyrics,
herinneringen op slag
zo overdonderend weer levend maken,
dat woorden ergens in
het strottenhoofd blijven steken
en als vloeibare
stille getuige toch een uitweg vinden
ja kweetet,
soms, met al die
ontvangen pluimen, kan ik ook wel eens emo-kieken zijn
Misschien het
allerlaatste in zn soort ooit, hier.
Zo ééntje die je, of
vloekend dichtgooit omdat de gemoedsrust wentelend in onverschilligheid in
gevaar kan komen nu nog niet beseffend dat het daarvoor al te laat is
Of uit principiële
gemakzucht, om liever niet al teveel de eigen grijze massa te belasten
en met standvastige
rustigheid verder te doen zoals verondersteld gewenst
Oh, er zullen vast
nog wel andere redenen zijn waarom je met wat ik schrijf niet akkoord wil of
kan zijn.
En dat hoeft ook
niet.
Ik heb helemaal niet
de intentie je te overtuigen van één of ander idee of geloof.
Al of niet gevat in
één of ander instituut of isme - woord.
Nee, ik zat me gewoon
een paar dingen af te vragen
Hoe het kan dat een
niet reële, virtuele wereld,
echte dingen in de
reële bestaande wereld kan creëren?
Bevrijdingsmiddel
worden voor tot zwijgen verplichte massas?
Een wereld, die je
niet kan vastpakken,
niet kan ruiken,
niet kan voelen,
enkel zien en heel
soms horen.
De macht en kracht
van woord en beeld,
ondergronds altijd
aanwezig,
onzichtbaar voor
ziende blinden...
Zouden zij die zich
moeten afvragen wat en wanneer ze te eten zullen krijgen,
de tijd hebben om de
blinden op virtuele wijze ziende te maken?
de middelen hebben?
Voor één keer met
zekerheid, voor beide vragen is het antwoord: neen.
Wie dan, zal hen
allen leren lezen en schrijven?
Om voor altijd zelf
te denken, te bevragen, vrij te spreken?
Zonder opgelegd
gedwongen kiezen tussen geloof, honger, cholera of pest?
Is de vlucht naar zon
en warmte in de winter voor ons, als verre buren,
alibi om even blind
te blijven?
Gisteren ontevreden
verplicht teruggekomen uit onderbroken vakanties,
met grote vragen over
wie dat moet bekostigen
Morgen, alsof er niks
gebeurd is,
kan je via diezelfde
virtuele wereld,
opnieuw boeken voor
een prikje
Het zou me helemaal
niet verbazen,
wanneer er dan bij
een volgende aankomst van vakantie bagagedragende tijdelijke passanten wordt geroepen:
Zoals in dat S100-
liedje, vertolkt door een overjaarse roze kleuter,
Wat eten we
vandaag?, maar vervang eten door deden
Jaja, eten deed ik
natuurlijk ook.
En NEEN, geen
spaghetti
Ik mocht een
spelletje gaan doen.
Wat moet een mens
anders in dit gure weer?
De spelregels zijn
eenvoudig:
Neem een sportieve
aangelegenheid.
Bedenk maar om het
even wat, als er maar wat competitie inzit.
Het mag zelfs om de
zwaarste pompoenen gaan
In elk geval iets,
waar een mens zich bij voorkeur collectief kan aan vergapen.
Organiseer vóóraf een
dineetje.
Dat heeft een paar
voordelen.
Ben je alvast zeker
dat iedereen op tijd is.
Bovendien, eens
iedereen aanwezig, kan niemand eigenlijk nog weg,
want diner en
wedstrijd moet nog starten
Maak je absoluut geen
zorgen betreffende de kosten:
onder het mom van
sponsoring, met factuur,
betaalt ieder zijn
deel.
Zelfs het dubbele.
Met de glimlach
Zodra de apero en de
hapjes komen, kan het spelletje, waar het echt om gaat beginnen.
In zo weinig mogelijk
tijd zoveel mogelijk mensen aanspreken.
Vlinderen noem ik
het.
Het doel? Tweeledig.
Zo snel mogelijk op
een min of meer onopvallende én op geïnteresseerde wijze van de andere te weten
komen wat en wie hij is én vooral wat hij doet.
Een soortement speed
dating voor gevorderden.
Ik noem het
besnuffelen.
Doe aub geen moeite
om je mij voor te stellen te zien vlinderen, snuffelend met een glas in de
hand van de één naar de andere onbekende: echt géén zicht.
Het tweede gedeelte
van de opdracht. Het bestempelen.
Aan zoveel mogelijk
aanwezigen te kennen geven dat je aanwezig bent.
En ook wel een beetje
wie je bent en voor je wie daar staat sympathiek geïnteresseerd te doen.
Stel je een
politieker voor in verkiezingstijd die een vervanger stuurt naar een
drukbezocht café
Hoe scoor je dan in
dit spel?
Awel hé, als er
ééntje tijdens het vlinderen van de besnuffelden tussenzit,
die bij het
bestempelen nu wel héél toevallig die diensten, die je net toevallig gericht
voorstelde, kan gebruiken zeker!
Heeft mijn baas
gewonnen vandaag? Pff, ik ben er versleten van
Misschien heb ik wel
meer aan schrijf- en taalspelletjes ;)
Zoals
altijd, niet in staat te multitasken, de doe-modus altijd in bevoorrechte startpositie,
heb ik, als man, het excuus om mezelf de neiging tot voorstellen van plannen,
dito adviezen en onmiddellijk over te gaan tot aktie, niet al te kwalijk te
nemen. Komt daar nog eens bij dat ik zowat doof ben voor subtiele hints. Dat soort communicatie ontgaat me veelal
compleet wegens niet éénduidig duidelijk. Voor de vrouwelijke helft van de
bevolking zowat het voorbeeld van de stereotype man dus
Met die
gegevens in gedachten, wist ik reeds lang geleden mijn jonge huisgenoten te
overtuigen, eerst mn naamte roepen. Ze
doen het met zoveelovergave dat ik
zowat van mn stoel spring. Of wat ik vastheb ternauwernood niet in de grond laat
kletteren. Door de bruusk onderbroken concentratie. Op blanco witte velden,
rekenrasters, potlood en penselen. Of luister, lees, kijk en nog een flink aantal
andere werkwoorden.Gezien de focus op 1
ding of aktie bestaat op zon momenten mn omgeving niet meer. Aangenaam als ze
iets willen bespreken onder elkaar: geen enkele last of onderbreking van mijn
kant gegarandeerd alleen niet zo handig als ze iets tegen mij willen vertellen
Vandaar het nogal veelvuldigscanderen
van mijn naam met verhoogd aantal decibel.
Ik kom op die momenten letterlijk van een andere planeet. Dan is het een sport,
voor mij althans, om zo snel mogelijk uit te vissen welke modus van mij
verwacht wordt: Aktie, doen, oplossen, voorstellen
formuleren. Een mening mag, zolang het bij voorkeur
de mijne blijft, enfin volgens mn dochters toch
of zwijgen, luisteren, attentvragen
stellen, voorzichtig spiegelen,
eigen emotie mag, zolang het voorgaand opgenoemde niet in gedrang brengt
en gezien ik uitstekend geconcentreerd ben als het1 rol betreft, ben ik daar, al zeg ik het
zelf,behoorlijk goed in: één en al
enthousiast voorstellen formulerend of compleet alom aanwezig geconcentreerd
actief luisterend. Alleen Het gebeurt me meer dan eens dat ik niet van meet af
aan de goede rol te pakken heb.
De nonverbale communicatie van de jongste laat op dergelijke momenten niets aan
onduidelijkheid over: de ene wenkbrauw gaat de hoogte in, de ander naar
beneden en mocht er nog enige twijfel bestaan, haar verbale communicatie maakt
gehakt van elke mogelijke ontsnappingsroute om met één of andere smoes te
vissen naar het verwachtte :
Papje, op
een zoete, doch besliste toon. Ik zweer het je: elke zin die zo begint van een
20 jarige erfgename voorspelt veelal een gebiedende vraag of mededeling ,
ik vroeg je geen oplossingen, ik vraag je te
luisteren
k weet het, k heb er zelf om gevraagd dus kan en mag ik niet klagen over de
verstrekte duidelijkheid.
Om straks weer met een goed voornemen te starten:
rest me blijvend te proberen te multitasken
Buiten: grijze
lucht, behoorlijke straffe wind,
wat de engelsen benoemen als:its raining cats and dogs
Storm volgens KMI en ene meneer meer weer Deboosere.
Hier zijn we iets simpeler in taalgebruik
We plegen
gewoon te zeggen: hondeweer
en dan moet je dat horen zeggen door een westvlaming
binnen: een muziekje op van Pink Martini, Autrefois: jai passé un bon moment
als je even niet oplet, grijpt de brandende haard met zijn behaaglijke warmte
al je aandacht
en voor je het weet, ben je mijlenver verdwaald in allerlei mijmeringen en
beslommeringen.
Raar zoiets, alle gedachten passeren de revue en eigenlijk ook niet:
even later is het precies of je weer wakker wordt en kan je je nauwelijks
herinneren waaraan je dacht vraag me af of iedereen dat nu heeft?
Of zou dit nu het begin van alzheimer zijn?
Of is het gewoon een moment, te klasseren onder de noemer gelukzaligheid,
waarvan ik op dat moment, van die gelukzaligheid, niet eens een besef heb?
Zalig de onnozele dan, die heeft zelfs niet het besef, dat hij niet beseft
Zou het contrast tussen binnen en buiten daar voor iets tussenzitten?
Kan dat alleen als er contrast is?
Ik zou het "begot" niet weten.
en eigenlijk weet ik, dat ik daar ook geen antwoord op verwacht...
Wat ik wel weet, is dat we er weer een nachtje op hebben zitten
Eentje waarvan ik altijd blij ben, en enkel en alléén dan, als ik de hanen hoor
kraaien.
Het eerste zonlicht eindelijk, geleidelijk de nacht doet verbleken
en daarmee alle geruststelling van een zondagmorgen brengt
Nee, ik wil niet al te zwaar op de hand zijn, ik ben het ook niet.
Integendeel.
Alleen, hoe moet je als vader, je oogappels, in godsnaam niet laten blijken dat
je zo verdomde ongerust bent?
En wel zo dat je ligt te slapen met één oog op de wekker en het andere oor op
de GSM, als ze weer eens een keertje op stap zijn?
Al eens geprobeerd op die manier te slapen?
Niet aan te raden, ik zweer het je!
En dan komen ze ook nog vroeg genoeg thuis om wat ze hier op zn vlaams in het
frans zeggen, pistolees mee te kunnen hebben
Kunnen hebben: wat ik natuurlijk al dikwijls gehoopt heb, wat dacht je?
Kan ik, lekker binnen blijven, hoef ik niet naar de warme bakker in dat koude
weer!
Zouden ze te gehaast zijn om daar nog even aan te denken vóór ze huiswaarts
keren, zijn ze misschien ook te gehaast om hun nest in te duiken
Denk het niet: het zal hun worst wezen die pistolees,
In elk geval, daar dacht ik vroeger zelf nooit aan
en weet je, ik heb eigenlijk geen reden om ze ongelijk te geven,
al zou ik dat misschien wel maar al te graag anders willen.
Ik weet wel: ik heb geen klagen, ik mag het ook niet.
Ze komen weer naar huis, tot nu toe
Intussen blijf ik elke zondagmorgen weer,
héél stilletjes
voor hun deur staan luisteren.
Om mezelf te overtuigen dat ze er wél degelijk zijn.
Man, wat een geluk dat ik dit besef:
Eergisteren ben ik gestart met het verder
afwerken van het verlanglijstje.
Zo van die lijstjes met to dos, de af te werken karweien lijst...
Waarbij je netjes een overzicht krijgt over
het totale aantal
Het goede nieuws: weer een paar dingen
geschrapt van de lijst;
Weer een paar dingen waar ik geen rekening
meer moet mee houden,
weer een paar dingen waar geen kosten meer te
voorzien zijn...
Het minder leuke nieuws: de lijst is nog behoorlijk lang...
Maar! Er is een moratorium ingesteld op nieuwe bijkomende wensen.
De lijst kan niet meer uitbreiden...
Enfin, tijdelijk toch niet
Het maakte dat ik in het grote beukenbos effen kon gaan uitwaaien.
Om nadien, de fles cava, die ik vorige week kreeg,
open te maken en een glas,
naderhand een paar glazen, te savoureren
Op mn terras bij volle maan, vermoedelijk een graad of 10 kouder danzuiderse oorden, terwijl de gevoelstemperatuur steeg naarmate de
fles leger werd...
Ik vond het godendrank!
het smaakte naar meer
naar véél meer, héél véél meer ...
tot er geen meer meer was
Om daarna bijzonder goed in te slapen
Wat niks vertelt over de kwaliteit van de
slaap zelf.
En al zeker niet van deze van anderen.
Met s'anderendaags, de mededeling dat ik
vermoedelijk geen bos meer overhad,
gezien ik er zoveel al grollend ronkend
omgelegd had,
werd dit mondeling bevestigd
door die anderen...
Ik geef eerlijk toe:
ik had van het nachtelijk geproduceerde aantal decibel,
totaal en géén enkele last. Intussen is t dus vandaag.
ook logisch...
misschien klopt de tijdsindeling niet geheel,
maar dat heb ik al eens meer voor met
relatieve dingen.
Soit, mn jongste was al een tijd aan het uitkijken naar een otto'ke...
De zoekmachines en virtuele tweedehands verzamelplaatsen die ze teisterde zijn
ontelbaar, alsook het aantal keer dat ze mn mening vroeg
Om me tussen de regels door mee te delen:
allez pap, wanneer maak je er nu eens werk van
om me correct advies te geven.
Zo één van die adviezen, die echt aanzetten om
concreet aktie te ondernemen....
Niet meegedeeld, niet reeel uitgesproken maar wel ontegensprekelijk verwacht:
wanneer én vooral,
hoeveel wordt er gesponsord?
Ik had tot nu toe de boot afgehouden,
maar in het kader van vereffening van
toekomstige schulden,
zag ik gisterenavond zelf een prachtkans staan.
Zo één die ik zelfs mezelf cadeau zou doen...
Aldus, trok ik deze voormiddag op pad met de
jongste richting door virtuele zoekmachine aangewezen locatie...
Niet bij deur, als gevolg van geen beperking qua locatie in de zoekopties in te
stellen.
Het frequenteren van garages ruim over de taalgrens, de consequentie...
En zoals bijna altijd:
het gegeerde object was bij nadere inspectie
in realiteit,
toch niet echt wat de verwachting in
droombeelden had geschetst...
Wat ondergetekende dan ook met besliste intonatie te kennen gaf.
Een uitstekend verkoper herkent direct een
vakman collega:
de eigenaar zag de pijn van de vader in de ontgoocheling van de dochter...
en deed prompt de bekentenis dat ondergetekende eigenlijk wel gelijk had...
om daarna met een ander, beter passend voorstel te komen...
met een kleine meerprijs weliswaar
die slechts een derde boven het voorop gesteld
budget was
en het gehalte sponsoring flink opdreef, maar:
absoluut verantwoord:
qua verbruik, netheid, degelijkheid, garantie
en niet te vergeten en in het bijzonder:
de veiligheid van de toekomstige bestuurster...
intussen alle gadgets en andere hebbedingen
tonend aan de nieuwe bestuurster.
Ik had het kunnen weten!
Die mens past dezelfde streken toe als ik...
Ik kon het niet meer: weigeren.
Nadat ze het nieuw gegeerde ding gezien had,
de quasi smekend blik in mn richting had
verzonden:
die mens heeft gelijk...
Toegegeven: ja, hij had gelijk.
Het was het waard de blik in haar ogen te
herkennen.
Die van lang geleden.
Die zich ooit situeerde rond de periode van zowat
6 december
En deze keer zelfs:
zuinig, net, degelijk én veilig
Aldus, zal vanaf volgende week,
de jongste rijden, met een gekend frans merk
in de kleur zwart, met dieseldampen brakend
verplaatsingsmiddel op 4 wielen...
Weer een deel woorden eindigend op heid die haar deel werden:
één soort onafhankelijkheid, met bijhorende
verantwoordelijkheid
Het weer deed me de hele namiddag dromen van
een tochtje fietsen.
Tussen de paperassen en voorbereidingen van de
volgende dagen,
eens lekker trappend uitwaaien in heerlijk onverwachte temperaturen.
Voorwaarde was dat op tijd stoppen moest, om
voor het donker thuis te kunnen zijn
Voorwaar: het is me gelukt:
De boeken, pc en ander gerief op tijd toe en uit.
Op tijd thuis zijn, omkleden, de nodige
veiligheidsmaterialen aan te trekken, drank te voorzien, de fiets van stal te
halen.
Niks kon me tegenhouden!
Ik wou, ik zou, ik ging
In het obligate strakke pakje, iets strakker
dan de net uit verlof teruggekeerde extra kilos eigenlijk toelieten, gezwind
peddelend het warme avondzonlicht tegemoet.
Een zuiver bewijs dat de grijze massa het effect van een verlofdieet niet
correct kan inschatten: tijds-en
figuurmatig nog de gegevens van vóór het verlof verwerkt hadden.
En mij aldus een maatje te klein liet kiezen uit de voorraad aanwezige
formaten :)
Het maakt niet uit, want de in gang gezette
beweging, heeft precies de bedoeling om terug in die strakheid te passen, nà
vermoedelijk nog heel wat te herhalen inspanningen
Weeral
Ach wat het geeft me een reden om de kleuren én
de geuren, die nog net niet helemaal herfst zijn, te zien, te ruiken
Peddelend genieten van rijpende mais, de geur van vers gemaaid weidegras, de
zoevende wind, het zingende asfalt onder de tubes,
Het zuchtend zwalpen op een leeglopende tube
Die na 200 meter echt geen verder gewicht meer
toelaat, zonder dat elke oneffenheid als een moker in de rug gevoeld wordt
Er was er ooit één die een programma had:
altijd prijs met
In mijn geval aan te vullen met: de eerste
rit na lange tijd
Wegens geen reserveonderdelen en/of fietspomp
mee.
Ja, k weet het leedvermaak zal vermoedelijk mn
deel zijn
Maar, niet met deze jongen, zong ene Raymond
vrolijk.
Nee, het kon me niet raken.
Wandelend, fiets aan de hand, kom je dus ook overal.
Het gaf zelfs de onverwachte gelegenheid even aangenaam van gedachten te
wisselen met mn soulmate, in afwachting van de bezemwagen die intussen onderweg
was om me op te pikken.
Nog altijd even spannend in te strak pak,
passeerde ik een aantal mensen, die tijdens mn passage net iets vrolijker keken,
dan net vóór ze me zagen
Ik gun ze het.
Het bracht me terug naar warmere oorden en vreemd vrolijke vaststellingen van
vorige week.
Waar de gemiddelde leeftijd van de modale toerist ongeveer zowat 60 jaar moet
geweest zijn.
Waar badpakken en zwembroeken de indruk gaven
te ontbreken of inderdaad ook echt verdwenen waren
Op één of andere manier deed het me denken aan een spelletje dat ik ooit
speelde:
The prince of Persia
Allez, niet echt die prins, maar wél de
hangende tuinen waarin die prins
Enfin, ik moet er geen tekeningske bij maken
vermoed ik
Op mn terraske aan den atlantic, met een pint schuimend lokale blonde zat ik in
mn ééntje te bedenken, dat ik nog ruim 10 jaar had om me eenzelfde formaat aan
te meten,
én wel om niet uit de toon te vallen
Nah
k ben dus blijven wandelen, met het vaste voornemen,
het hele zicht van de grond waarop ik sta, te
blijven zien
Een beeld, een geur, een kleur Meer moet het soms niet zijn. Om verloren herinneringen weer springlevend te maken. In combinatie met veelvoudig onderweg zijn, is mn rijdend bureau dan al eens een soort tijdscapsule. Het gebeurde mij deze week, toen ik een oude citroen DS zag. Het strijkijzermodel. Op slag was ik weer bij mijn eerste uitstap ooit. Om één of andere reden bleek dat de zoo van Antwerpen te zijn. Vreemd zal die reden wel niet geweest zijn: als je weken aan een stuk koppig enthousiast blijft doordrammen, is de kans vrij groot dat vader of moeder uiteindelijk toegeeft. In mijn geval dus: over een bezoek aan de zoo.
Ik weet nog wel behoorlijk wat dingen van die reis. De heenreis liftend. Een gebaar van mijn pa, een uitgestrekte arm met open vuist en duim omhoog, deed een wagen stoppen. Ik had géén idee hoe hij dat voor elkaar gekregen had, maar een vriendelijke, sigaar rokende meneer kon ons wel een eind op de juiste weg helpen. Het was het begin van nog meer wonderlijke dingen die dag
Mn ouders behoren tot een generatie, waar een koelkast en later een zwartwit tv aanvankelijk de enige luxe artikelen waren die ze zich toen konden veroorloven. Temeer omdat voor hun drie zonen, alles in beton en staal moest zijn Op een eigen auto was het wachten tot zowat halfweg de jaren 70. Ik had dus, op moment dat de auto op een teken van mn pa stopte, nog nooit een auto van dichtbij gezien, laat staan van binnen in. Pa ging een gesprek aan met de vriendelijke meneer, terwijl ik ogen en vooral handen tekort had om alle knoppen, hendels en wat voor vreemde dingen nog allemaal op te nemen. Nu ja, een gesprek kon je het niet noemen: ik kreeg vooral te horen dat ik mijn verkennende pollekes bij me moest houden. En aangezien ik niet mocht verkennen, had ik heel veel vragen Waarmee ik hun gesprek op de wagen zelf bracht. Ik hoorde dat mn pa ook zijn bewondering uitsprak over de auto: hij had het over dee es??? Terwijl ik de vraag stelde: pa, wat is er dan zo speciaal aan deees auto?, was ik me aan het afvragen of het nu wij waren die vooruit gingen, dan wel de weg was die bewoog? En passant zei ik ook nog dat de auto stonk, dat de rook van meneer in mn ogen prikte Het was niet de eerste keer en zeker ook niet de laatste keer dat ik mn pa in verlegenheid zou brengen De vriendelijke meneer, opende zn raam, gooide zn sigaar weg en vroeg me, waar die speciale auto naartoe moest gaan. Meteen begon ik over de dieren die ik zou zien. Waarover ik alleen had horen vertellen, in het beste geval al eens een prentje had gezien in een kleuterblad waarvan ik denk dat de naam zonnekind was...of zoiets Mn kinderlijk enthousiasme moet behoorlijk groot geweest zijn: die mens heeft ons op een plein afgezet, net naast een een reuzengebouw, aan een poort met 2 gigantische gouden katten met op een nest erboven, grote bevroren vogels. We waren eindelijk waar ik al zo lang naar had uitgekeken .
Ik weet dat ik van de ene verbazing in de andere ontgoocheling viel. De dieren die ik op prenten had gezien vielen het meest tegen. Behalve de olifanten. Wat waren dat machtige beesten Ze stonden te dansen van de ene poot op de andere, de slang op hun kop ging heen en weer. Nu en dan grepen ze met die slang over de put, die mij van hen uit elkaar hield, naar iets eetbaar in een uitgestoken hand of zak waar ze maar net bij konden. Een begon zelfs te spelen met zand, nam dat met zn kopslang en gooide dat over zn kop in de lucht. Een dwarrelende bruine stofwolk in de zon En stinken die geur zou ik nog altijd op een kilometer herkennen. Het was elke geurbeproeving waard, want ze verveelden me geen minuut. Mn pa moest me er zelfs attent op maken dat er nog heel wat andere dieren te zien waren
Van de dieren die ik niet vooraf had gezien, of van gehoord, was een grote zwarte aap het beest dat de grootste indruk naliet. Nu had ik al eens een aap gezien, doch nog nooit van dergelijk indrukwekkend formaat. Ik had het gevoel, dat hij vanop zn mini kunstberg, me recht in de ogen keek. Dat hij elke beweging die ik deed, koel en nors zat te volgen. Hij bleek zelfs een naam te hebben vertelde mn pa: Gust. Ik bekeek Gust met het hoofd lichtschuin, recht in de ogen En toen hield Gust op zijn beurt zijn hoofd schuin! Om één of andere reden, besloot Gust me nog meer onder de indruk te maken. Door op zn dooie gemak recht te staan, zich in zn volle lengte op te richten Met zn beide vuisten op zn borstkas te bonken... De demo van zn macht en kracht kon niet zuiverder zijn: ik deed op slag een paar sprongen achteruit En toen gebeurde er iets wat ik helemaal niet begreep: De mensen, ook aan mijn kant van de gracht, lachten en begonnen net hetzelfde te doen???? Ik weet niet of het was omdat Gust het plezant vond maar in elk geval, hij gaf weer een borstroffel Deze keer, deed iedereen mee aan onze kant, ook ik. En Gust? Draaide zn kont naar ons. Bleef even staan en ging toen statig neerzitten. Met rechte rug, kop in de lucht, van links naar rechts kijkend. Alsof wij bij hem op audiëntie waren Nu, vandaag, denk ik dat hij gewoon gelijk had
achter dit virtueel verlicht venster op de wereld, Wachtend op wie aan de andere kant,
ook te lang en te veel verveling heeft En dat dan nog eens wil delen: Gedeelde verveling wordt gehalveerd De kans dat de tijd sneller gaat verdubbeld, dus
En eindelijk! Na al die lange maanden en één flinke storm, Kan de verpakking van deze geest, Doen waarvoor ze echt is gemaakt: Bewegen!
En wel op volgende wijze: Men neme een aluminium ros, voorzien van 2 wielen, liefst meerdere tandwielen en 1 ketting, Stuur en remmen En trappend, alle remmen los!
Waarschijnlijk hebben we allemaal al wel eens, toch op een of ander moment, Één van die vele wielerterroristen verwenst? Awel vandaag, was het sterker dan mezelf: Ik was er zelf één, nèh!
Ik weet nu zelfs, exact hoe een veulen zich voelt,
de eerste keer op de weide, als alle muffe geuren vervangen worden
door de geur wakker wordende aarde en schijnbaar eeuwig groener wordend gras. Wanneer alle begrenzingen van de stal- en andere muren verdwenen zijn
Bovenstaande omstandigheden indachtig, En ja, het is misschien eigen aan een man, Geef hem iets wat meet en je hebt al een competitie: Tegen zichzelf:
Snel, sneller, snelst
Stel je dan voor, dat je ingehaald wordt,
door een al even zot veulen op stalen ros! Heb je meteen competitie in t kwadraat Welk verzet draait ie? Wat is zn omwenteling? Potver nonde Hij loopt uit, dus schakelen en aanklampen, tot je er zowat bij neervalt Stillekes hopend dat je uitdager straks de fout maakt even te rusten, Of dat ie moet stoppen om aan een of andere natuurlijke behoefte te voldoen?
Hart bonkt als een bezetene, waarschijnlijk,
zie je zelfs mijn slapen weg
en weer flodderen per hartslag, en net als je tong via de vooras
in de spaken dreigt te draaien: Ha hijg Ha! Hij stopt om de omgeving te bewonderen???
En dan Zalig de onnozele, ik weet het,
het is verschrikkelijk belachelijk,
maar het voelt onwaarschijnlijk goed:
Adem inhouden, parmantig passeren, en wel alsof je alle tijd van de wereld hebt: zie je wel, ik ben er nog! je krijgt er me lekker niet af maar dan in alle stilte
En één keer voorbij, zo snel als mogelijk ademhaling onder controle krijgen, Die spieren, Die pezen, Die botten, tot het uiterste pijnigen, om toch maar, zo snel als mogelijk, weg te rijden, En maximaal, gebruik te maken, van de stilstand van de ander
en net als je longen op springen staan, je spieren dreigen te ontploffen, en je pezen vervaarlijke signalen geven: STOP of ik knap, kijk je achterom en zie je niks, een leeg lint zwart asfalt,
al zo zwart als het vuurwerk van vlekken,
dat voor je ogen danst heeft die achtervolger nu toch wel een andere weg genomen zeker!
En dan hijgend, begint fase twee van de rit, De grijze massa neemt het over van de power
Het effect van het eerste weide gevoel van dat veulen,
is compleet en volledig uitgewerkt. Bovendien ben je op die manier voor je het goed en wel beseft, een paar 10 tallen km van huis verwijderd, en je moet toch ook nog terug, nietwaar?
Ik weet dat de grijze massa het overneemt, Gewoon omdat ik nu eenden, reigers, konijnen, bomen, Ja, zelfs gras, wandelaars en medeterroristen zie,
die wakker wordende aarde en dat gras, ruik ik nu echt. Voor het eerst
Begint het andere genieten! Alles was er daar straks ook wel, daar ben ik van overtuigd. Alleen was de focus zo nauw, Dat ik alleen, pakweg 10 meter van het asfalt zag, dat stukje wat telkens weer vóór me uitrolde
En natuurlijk het achterwiel van mijn voorganger
Tegen de wind in: had ik dat daarstraks nog niet door dan? Logisch is het wel: trappen, sturen, je tegenstander viseren, ademhalen, Dat zijn maar liefst 4 dingen tegelijk, oriëntatie en omgeving waarnemen konden er echt niet meer bij... en dan begint een nieuwe competitie, gestuurd door de grijze massa, en waar zijn mannen nog goed in? Juist, ruimtelijk inzicht en mede daardoor oriëntatie. De logische golden question wordt dan: Waar moet ik rijden, om met een minimum aan inspanning,
zo dicht mogelijk bij huis te geraken? De kennis van het zeilen toepassen, laveren tussen de huizen, hagen of andere beschuttingen de wind opzij houden Nog méér kilometers, Maar wel niet zo lastig, denk je dan
en dan komt de derde fase van de rit, die waar ik het meest van hou, alles loopt op bijna vast tempo: hartslag, ademhaling, benen, zicht op oneindig, verstand: awel ja dus, op nul.
puur genieten hier doe ik het echt wel voor: alle muizenissen, beslommeringen, berekeningen, schemas, themas, agendas, presentaties, en zelfs angsten allemaal, de één na de ander, verdwijnen . Zalig niets
En zoals een paard zijn stal ruikt, Komt plots de herkenning, Hé, we zijn er zo goed als Dus, nu even op de tanden bijten Belachelijk child-ish maar heel eerlijk: om lekker aan de buurt te laten zien, Dat dit reisje eigenlijk voor een 3 X 7 bedoeld was
Terug thuis,
de innerlijke verpakking bijtanken,
een douche, die net iets langer duurt dan anders, En dan met iedere vezel:
genieten van die gelukzalige coma .
Man, laat niemand proberen dit ooit van me af te nemen!