|
Sociale wetenschappen:
In het vak sociale wetenschappen gaat de aandacht naar de mens in al zijn facetten. Met andere woorden: je bestudeert het fysieke, psychische en sociale welzijn van de mens.
Natuurwetenschappen:
In de lessen natuurwetenschappen krijg je relevante informatie die je moet voorbereiden op zowel een technisch-wetenschappelijke maatschappij als op je beroepsleven. De wetenschappelijke methode is een middel, je kennis en vaardigheden een doel. je neemt zelf meer en meer verantwoordelijkheid bij het uivoeren van experimenten. Je werkt waar mogelijk met de computer, verzamelt zelf informatie, gebruikt een handboek intensief en volgt demonstratieproeven op de voet. Dit brengt je tot het inzicht dat er een stevige relatie is tussen waarnemingen en experimenten in de lessen (soms erg belangrijke) zaken uit je eigen leefwereld. Je leert met meer kennis van zaken de wereld en de maatschappij kritisch te benaderen.
Praktijk voeding:
In het vak praktijk voeding worden de technieken en vaardigheden die je in de tweede graad hebt geleerd verder geintegreerd in de intergrale opdrachten. Deze opdrachten worden uitgebreider en intensiever. Je blijft werken aan de vier competenties die je op het einde van de derde graad onder de knie moet hebben. Ook het vak expressie is zeer sterk verbonden met de integrale opdrachten.
|
later kan je met de richting stw leerkracht worden.
dit is onze werkboek van sociale wetenschappen, 1 van de hoofdvakken.
we hebben ook elke maand IO's.
bij het vak NW doen we veel labo's.
we krijgen het vak koken, en maken zelf dingen die we erna opeten met de hele klas.
Je kan met deze richting ook later met oude/gepensiondeerde mensen werken.
