Ik ben er nog niet uit of ik nu wel of niet de firma's waarover ik zal spreken bij naam moet noemen. Vandaar voorlopig ***. Een tijdje geleden bestelden we foto's bij ***. Op maandag hebben we de foto's met onze USB-stick ingebracht in hun computersysteem. We vroegen wanneer de foto's klaar zouden zijn en vermeldden dat we ze echt wel tijdig nodig hadden.
Voor de zekerheid toch maar het telefoonnummer van de winkel gevraagd zodat we nog even konden nagaan of de foto's effectief binnen waren. Gelukkig zo bleek. Op zaterdag belde ik voor we zouden gaan vertrekken naar de winkel met de vraag of de foto's binnen waren. Vertelde de winkelbediende (eentje van de oude stempel die zichzelf mevrouw noemde - het soort hogedunkdenken waar ik sowieso al moeite mee heb) doodleuk dat de foto's niet binnen waren. Het was hen niet gelukt om de foto's op hun USB-stick over te zetten om ze aan het labo te bezorgen. Dat hadden ze op maandagavond al door. Toch was het blijkbaar niet de moeite ons hierover in te lichten. Toen ik haar vroeg waarom ze niet had gebeld, zei ze doodleuk dat ze verwachtte dat we die zaterdag toch zouden komen.
Los van het feit dat de wetenschap van het bestaan van een USB-stick met een capaciteit van meer dan 1 GB de winkel blijkbaar vreemd is, zou een winkelbediende met een greintje klantvriendelijkheid ons toch minstens de verplaatsing hebben bespaard met een eenvoudig telefoontje en dat bij voorkeur al op dinsdag, wetende dat het afmaken van de foto's dringend was voor ons.
Verdere boodschap was dat ze die dag het labo gebeld had (op zaterdag, terwijl het probleem zich nota bene op dinsdag stelde) en dat het labo niet werkte op zaterdag. Dus kon ze er verder ook niets aan doen voor maandag. Maandag zou ik een telefoontje van haar krijgen met meer nieuws over hoe het probleem van de overdracht naar het labo zou kunnen opgelost worden.
Niet geheel tegen mijn verwachting, kreeg ik op maandag helemaal geen telefoontje van de winkelbediende en toen ik dinsdag zelf belde, bleek uit de reactie van haar collega dat de winkelbediende helemaal niet van plan was geweest mij op te bellen. De koele boodschap luidde dat ik dan maar zelf een USB-stick moest aanleveren die ze aan het labo konden geven. Dat had de collega als boodschap van de winkelbediende meegekregen als ik zelf zou opbellen.
Is een minimum aan klantvriendelijkheid vandaag echt te veel gevraagd? Ik kan begrijpen dat sommige mensen gefrustreerd raken in deze maatschappij als ze telkens weer op ondoorgrondbare systemen botsen en met de meest klantonvriendelijke bediendes eerst in aanraking komen. Is er buiten mijn weten om een wedstrijd georganiseerd waarop de meest klantonvriendelijke bediende van het jaar verkozen wordt? Zijn de werknemers in kwestie dan zo tegen hun zin aan het werk?
Gelukkig heb ik voldoende familiale en vriendschappelijke contacten om geen sociale zwartkijker te worden, maar ik kan begrijpen dat mensen die op dat vlak minder geluk hebben gefrustreerd raken. Is een vriendelijk woord dan teveel gevraagd? En dan maar klagen over de zogenaamde crisis. Indien de mensen die zo onbeschoft te werk gaan werknemers zijn, dan zouden ze moeten beseffen dat hun job op het spel staat in plaats van om het eerste het beste akkefietje te gaan staken (hiermee spreek ik mij niet uit stakingen over in het algemeen). Indien het de eigenaars zelf zijn, dan zouden ze moeten beseffen dat een klantvriendelijke aanpak de beste springplank naar een goeddraaiend bedrijf is, ook in tijden van crisis.
De afgelopen dagen las ik het boek "Deal" van Charles den Tex. Ik leerde de auteur kennen met zijn boek "De macht van mijnheer Miller". Een boek dat ik kocht in pakket met enkele andere boeken. Ik vond "de macht van mijnheer Miller" meeslepend en spannend, daarom liet ik op goed geluk enkele andere boeken van den Tex meebrengen uit de bibliotheek.
Het boek "Deal" heeft me niet ontgoocheld. Het boek was spannend en aangenaam om te lezen. Toch haalt het niet het niveau van "De macht van mijnheer Miller". Waar in "Miller" de spanning opgedreven wordt door de strijd tussen protagonisten en antagonisten tot op het einde te laten balanceren op een slappe koord, is "Deal" eerder als een bergbeklimming op te vatten. In het eerste deel van het boek, is de overmacht duidelijk in handen van een kamp. Het met de grond gelijk maken van het andere kamp tot in de kleinste details fungeert als scharniermoment binnen het boek. Vanaf dan is het andere kamp aan zet. Deze aanpak komt de spanning niet ten goede. Bij "Deal" vind ik ook minder dubbele lagen en diepgang, al blijft de stijl van den Tex herkenbaar. Beide boeken nodigen uit meer van den Tex in huis te halen.
Al eens het televisiespotje voor Belgacom TV bekeken? Waarschijnlijk, want je kan er niet naast kijken wanneer je je toestel aanzet. Interessant uitgangspunt. Een man die geen tijd wil maken voor zijn zoontje, zal dat ineens wel doen door een abonnement op Belgacom TV. De brave man, die eindelijk zijn oh, zo belangrijke televisieprogramma met een druk op de knop kan pauzeren, zal eindelijk zijn zoontje op de eerste plek zetten. Met televisie via de kabel en een videorecorder kon hij dat vroeger natuurlijk ook al, maar het zoeken van een videocassette en het indrukken van de "record" knop vroeg natuurlijk net iets té veel inspanning van onze brave huisvader. Omdat hij nu met een simpele druk op de knop zijn programma stil kan zetten, zal hij ongetwijfeld meer tijd besteden aan zijn zoontje. Het lijkt me precies zo'n man. Of zou hij met de extra kanalen die Belgacom TV biedt nu nog minder tijd voor zijn zoontje hebben? Fijn toch dat Belgacom zich inzet voor de verbeterde relaties tussen mensen.
Belgacom verandert je leven! En als dat nog niet genoeg is dan voegen ze er voor alle duidelijkheid aan toe, dat je bovendien je kabelabonnement kan opzeggen. Een interessant gebruik van het woord "bovendien". Vergelijkbaar met: je hebt de lotto gewonnen en bovendien staat er een bon voor 2 euro korting bij aankoop van een pak waspoeder in de folder van je supermarkt. Echt goed gevonden: "je leven zal veranderen" en bovendien - wat suggereert dat er nu nog iets belangrijkers zal komen in een doordachte argumentatie - kan je je kabelabonnement opzeggen.
Enkele taalsprokkels die me de voorbije week zijn bijgebleven.
De VMW stuurde vorige week een folder naar zijn klanten met de mededeling dat de betaling van tussentijdse facturen niet langer vrijblijvend is. Nuance: dat was de boodschap die ze wou brengen. Door de slordige formulering werd echter duidelijk dat de tussentijdse facturen vroeger enkel in mindering gebracht werden, wanneer zij effectief betaald waren. Dit is niet langer het geval, stelt de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening. Een taalkundig juiste inschatting van hun formulering brengt aldus de boodschap dat de tussentijdse facturen vanaf heden sowieso in mindering gebracht worden bij de eindfacturatie, of je ze nu betaalt of niet. Ik heb mijn taalgevoel maar even opzij gezet en de factuur in kwestie toch betaald...
Gisteren stak een krantje van het Vlaams Belang in onze brievenbus. De partij bij uitstek waarvan je zou verwachten dat ze de Vlaamse taal beheersen, niet? Dat zouden we toch op zijn minst mogen verwachten van voorzitter Frank Vanhecke. Ik citeer: "Tienduizenden gezinnen slagen er niet meer in de eindjes aan mekaar te knopen. Voedingsmiddelen, onderwijs, kledij, het kost allemaal véél duurder dan enkele jaren geleden [...]". Beste meneer Vanhecke, iets IS duur of KOST veel, maar taalkundig gezien kan niets duur kan kosten... Hoog tijd dat het VB een vacature uitschrijft voor een eindredacteur met taalgevoel. Ik ben ervan overtuigd dat er zelfs bij onze franstalige landgenoten met een opleiding als germanist valabele kandidaten te vinden zijn.
P.S. Laat duidelijk wezen dat ik met mijn taalsprokkels geen politieke of commerciële stelling wens in te nemen. Het gaat mij louter om de slordigheid waarmee brochures en propagande allerhande opgesteld worden.
Zo, zo, nu heb ik dus ook een blog. Interessante vragen krijg je voorgeschoteld alvorens je blog aan te kunnen maken. Een titel en ondertitel en een beschrijving van de inhoud. Moeilijk te zeggen vooraf, vind ik. Op dit moment is het nog niet zo duidelijk hoe dit blog zal evolueren, maar het komt wel goed.
Het idee een blog te starten, spookte al een tijdje door mijn hoofd. Vooral als ik in de media dingen zie, hoor of lees waar mijn haren recht overeind van gaan staan, dan denk ik: "Hier wil ik mijn mening over geven." Ik vermoed dan ook dat deze blog wel vaker commentaar zal leveren op radioreportages of krantenartikels.
Een van mijn stokpaardjes is ongetwijfeld de slordigheid waarmee teksten allerhande geredigeerd worden. Ik vraag me af of krantjes of reclamefolders die met duizenden exemplaren tegelijk gedrukt worden het niet verdienen nagelezen te worden door iemand die ook maar iets van taal afweet. Het gaat soms om inhoudelijke rariteiten. Soms zijn schrijffouten de boosdoener.
Ook op radio en televisie zijn taalfouten vandaag alomtegenwoordig. Waar is de tijd dat presentatoren en radio-omroepers geselecteerd werden op basis van hun taalkennis? Waar is de tijd dat je er prat op kon gaan dat op de radio of televisie gehoorde uitdrukkingen correct waren?