Vandaag met vader en zuslief een bezoekje gaan brengen aan de grootmoeder die kortgeleden plotseling een hartinfarct had gekregen en na drie dagen coma (gelukkig) weer was ontwaakt. Als ex-kettingrookster maakt ze het nu heel goed, want nu ze hiermee is gestopt kan ze nog zeker 100 jaar worden, zeker met haar fysieke veerkracht. Ze zegt zelf dat ze zich nu ook veel fitter voelt dan wanneer ze nog rookte, dus dat is al zeker een goed teken. Het grappige (en meteen ook al het vreemde) is dat ze een paar dagen vóór dat ze in elkaar stortte in haar droom een bezoekje kreeg van de overleden grootvader. Gebood haar dat haar tijd nog niet gekomen was, of iets in dien aard. De grootmoeder is altijd al zeer bijgelovig/goedgelovig geweest, maar het is toch waanzinnig dat de menselijke geest zo'n trucs met ons kan uithalen. In ieder geval staan we er nooit te lang bij stil: ze maakt het goed en de vader belt geregeld om te vragen hoe het met haar gaat. Ik zal waarschijnlijk nooit wennen aan het beeld dat de vader af en toe zal huilen, maar het is hoe dan ook onmogelijk om de liefde voor een moeder te negeren. Ik noem het instinct, want zij zijn degenen die ervoor zorgen dat de familie - de kroost - veilig blijft. In mijn vorig bericht had ik het over confrontaties. Welnu, hierin speelt dat ook een rol. Ik heb misschien dan wel geen moeder meer, maar ik kan me wel voorstellen hoe het moet zijn om zo dichtbij de afgrond te staan van angst. Ik heb het tenslotte al meegemaakt (spijtig genoeg ben ik hierdoor veel te vroeg volwassen geworden), maar wanneer ik sommigen van de leeftijdsgenoten hoor praten over hun ouders, moet ik toch inwillekeurig de tanden op elkaar bijten. Zij hebben twee ouders, ik maar één. En net zoals bij de grootmoeder heb je geen idee wat er allemaal kan gebeuren waardoor het kan zijn dat er iemand wegvalt. Met dat gevoel leef ik nu bij mijn andere twee grootouders, die voor mij en de zus al ons hele leven als twee ouders hebben gezorgd. Ze waren er altijd wanneer de vader en wij niet om konden gaan met het verdriet om de dood van de moeder, toen we problemen kregen met de nieuwe vriendin van de vader en uiteindelijk weer naar huis terug keerden. Ze zijn er altijd voor ons geweest, maar ze worden ouder. En ik kan het idee maar niet plaatsen dat ze er op een dag niet meer zullen zijn. Ik ben van nature al een doemdenker sinds de kl*te-periode, en het bezorgd me heel wat depressieve momenten, maar ik ben bang dat ik er op de een of andere manier toch mee zal moeten leren om te gaan. De dood is onvermijdelijk, ook al hoop ik met heel mijn hart dat de twee grootouders nog lang zullen leven opdat ik en de zus al onze problemen en gedachtes bij hen kunnen uitpraten. Want de vader kan met ons, twee puberende jongedames, niet praten omdat hij dat nooit bij zijn ouders heeft gedaan. Hij werkt hard, en als alleenstaande man kan je niet voor zowel het huis als voor de sociale problemen zorgen - zeker niet als de persoon in kwestie al een stresskonijn is. Vandaar dat ik en de zus al vanaf het moment dat de moeder is overleden enorm veel tijd hebben gesleten in het huis van de grootouders. We zijn er zo goed als opgegroeid. Maar ik moet positief blijven. Op momenten als deze kan ik het mezelf spijtig genoeg niet toestaan om me te verstoppen in het Kamertje, want ik zal er op een dag toch mee worden geconfronteerd. Ik ben een dromer, maar op sommige momenten moet je met beide benen op de vaste grond blijven staan. En dat doe ik maar al te goed, ook al komt dit bij de leeftijdsgenoten over als een zeer koele, zeer strenge opstelling. Ze zijn nog steeds hoogvliegers, weten nog niet dat de wereld niet alleen maar vree en spijs is. Soms ben ik blij dat ik niet zo ben, maar meestal benijd ik hen om hun naïviteit. Ze hebben nooit het verdriet op een veel te jonge leeftijd moeten zien, zoals ik. Ze hebben nog meer dan tijd genoeg om geestelijk volwassen te worden. Ik niet; dat is tenslotte al lang gebeurd. Maar zonder die volwassenheid zou ik me nooit op het tekenen en het schrijven hebben gestort, en dan zou ik nu niet in contact zijn gekomen met de creativiteit en de ideeën die ik nu heb en die constant in mijn hoofd razen.
Al vanaf het moment dat ik de deur achter me sloot en besefte dat ik twee maanden lang van huiswerk was vrijgesteld, sloeg (helaas) de verveling al snel toe. Als studente heb je in de zomervakantie slechts één mogelijkheid om de verveling door te komen, namelijk door je te fixeren op hobby's. Of andere, maar daar besteed ik praktisch geen tijd aan. Als je een einzelganger bent als ik met nul notities in de agenda, tja... Dan moet je origineel wezen. In ieder geval ben ik meer dan blij dat wij jongeren altijd de keuze hebben om ons volledig te richten op die vrijetijdsbestedingen. Natùùrlijk weet ik wel dat ik wat tijd moet besteden aan het instrument om problemen op de academie volgend jaar te voorkomen. Natùùrlijk is er wat druk in de familie om aandacht te besteden aan de talen voor de 'gewone' lessen op de gewone school, maar ho; of dat er ook nog van gaat komen...? Er is alleen één enkel probleempje wanneer je al die zeeën van tijd hebt. Je begint na te denken over alles, en wanneer je begint te denken is er geen stoppen meer aan. Jong en onbezonnen als we zijn (en nog groen achter de oren, natuurlijk) worden we geconfronteerd met (wellicht) een paar knelpuntjes in ons prille bestaan. Die vriendengroep waartoe ik behoor blijkt onuitstaanbaar te zijn, hoe moet ik dat na de zomervakantie oplossen? Of: ik moet een beroep gaan beginnen uit te kiezen om later brood op de plank te krijgen, maar wat? ... Etc. Door die "identiteitscrisis" van ons zitten we behoorlijk in de knoop met onszelf, waar nog eens die overgevoeligheid bijkomt. Want toegegeven; jongeren zitten barstensvol met emoties. Vandaar dat we een uitlaatklep nodig hebben om die emoties de vrije loop te laten gaan. En hier kom ik terug op die hobby's, want dan ben je tenminste even vrijgesteld van het stilstaan bij al die knelpuntjes en de keuzes die je moet maken. Ik ben dan misschien niet sportief (ik rij behoorlijk wat met de fiets, maar sporten; het idee alleen al!), maar ik schep wel voldoening in wat ik allemaal op het moment al doe. Ik lees tonnen boeken, bijvoorbeeld (altijd handig om je vocabulaire uit te breiden - hierdoor praat ik me steeds (letterlijk) uit lastige situaties). Ik spendeer graag wat tijd aan het oefenen op het instrument (altijd leuk om te verbeteren, dat vingerwerk), en ik sluit me graag op in mijn fantastische en volledig denkbeeldige wereldje in mijn hoofd (of zoals ik het noem, "het Kamertje"). En wanneer ik in het Kamertje zit, dan sluit ik me volledig af van de dagelijkse sleur en de stress rondom me van het alledaagse leven. Als amateur tekenaar - want dat ben ik - werkt het op den duur verslavend om een goed idee op papier te krijgen. Het is zowel frustrerend als geweldig tegelijkertijd om hét beeld in je hoofd uit zien te beelden en tastbaar te maken. In mijn geval heb ik het dan over die ietwat lastige emoties, want ik zet ze altijd om in iets macabers. En eerlijk gezegd zijn mijn tekeningen miljoenen keren beter wanneer ik in een sh*t-mood ben dan wanneer ik vrolijk of neutraal ben. Dat heb je natuurlijk wanneer je leven voor geruime tijd kl*te is geweest: je wordt hoe dan ook creatiever en je leert om te gaan met al die negatieve of slechte energie (zo noem ik het, want psychologisch gezien voelt het inderdaad zo aan). En wanneer je een beetje of zelfs heel goed kan tekenen, zet je die energie om in figuren, net zoals ik doe. De gedachten die je hebt krijgen een gedaante, en die gedaante kan je op hun buurt een plaatsje geven in je hoofd waardoor je een beetje in harmonie met jezelf en die gedaantes komt. Klinkt goed, hé? Schrijven helpt als jongere natuurlijk ook altijd (ook een bezigheid waar ik belachelijk veel tijd aan besteed). Want serieus: die tonnen emoties zijn een prima inspiratiebron om een verhaal te schrijven. Vandaar de reden dat ik ben begonnen met een blog te schrijven: ik wil proberen om mijn leventje op een creatieve manier te beschrijven. Misschien dat jongeren, ouderen of ik weet niet wie er zich in kan herkennen; je weet maar nooit. Eender welke uitlaatklep werkt in ieder geval bevrijdend, want het is onmogelijk voor ons mensen om al die confrontaties op te kroppen tot op de dag dat je hoofd uit elkaar spat van al die overbodige en frustrerende gedachten.