Als je een vogel was vloog ik met je mee. Als je een golf was dan zwom ik in jouw zee. Als je een boom zou zijn dan zou ik in je takken klimmen. En als je alleen zou willen zijn zou ik de lichten dimmen. En als je zou huilen dan ben ik ontdaan. En dan als ik in je ogen kijk zie ik iemand staan voor wie ik bezwijk
Kan een moment met jou een bloem zijn, Die nooit zal worden geplukt? Dan stil de bladeren met gouden schijn Tot onsterfelijkheid haar tegen de boezem drukt. Tem het uur in zijn grimmige natuur, Dat noch dier noch mens herkent. Kan ik samen met jou een bloem zijn? Bewaard in dat ene moment.