Zondag 29 december was ik naar mijn ouders verhuisd. Kwestie van er alvast voor mama te zijn, indien ze een slapeloze nacht zou hebben. Ik kan best wel een tijd zonder slaap. Is een kwestie van gewoonte en moet zeggen dat ik de laatste anderhalf maand 's nachts amper 4-5u geslapen heb. Uiteraard pieker ik ook! Het gaat hier desnoods over mijn mama.
Om 6u stond de wekker. Hoewel ik zo goed als de hele nacht geen oog had dichtgedaan. Red bull binnen gekapt, een dozijn sigaretten opgerookt en om 6u45 vertrokken mama, papa en ik richting het ziekenhuis. Stress!! Niet normaal!
Toen ik opstond, was ik al in staan om orkanen uit mijn ogen te toveren. De vechtpartij tegen de tranen was begonnen.
Iemand van de receptie bracht ons naar de kamer. 3de verdieping, kamer 302. Ze waren zeer vriendelijk.
Even paniek... De verpleegster kwam al redelijk snel de kamer binnen met het nieuws: 'OK, ik klaar we gaan u er naartoe brengen'. Mama moest echter nog eerst een onderzoek ondergaan om te kijken of haar linkeroksel ook was aangetast.
Om 8u30 kon ze binnen gaan voor haar onderzoek en rond 9u was ze terug op haar kamer, klaar om te wachten tot ze haar kwamen zeggen dat ze naar het OK mocht. Papa ging rond 9u door. Mama en besloten om even met hem mee naar beneden te gaan en ervan te genieten om nog snel een laatste sigaretje te roken.
Papa was enorm aangedaan toen hij afscheid nam. Hij weende. Ik stond zo dicht bij het punt waarop ik ook zou breken, maar vond de kracht of wat dan ook, op mij net op het moment dat mijn tranen gingen losbreken, te herpakken.
Mama nam in de kamer een kalmeerpilletje en sliep totdat ze haar kwamen halen voor de operatie. Ik moest elke half uur vechten tegen de tranen van onmacht, maar het lukte me en daar was ik best trots op.
Ze werd nog even wakker toen een verpleegster langskwam. Ik heb een gebaar onthouden. Een klein, maar zo belangrijk gebaar. De verpleegster, die vroeg: 'Gaat het mevrouw?' en haar even een zo lief schouderklopje gaf. Zo menselijk. Zo lief. Zo vertederend. Het zit hem allemaal in de kleine gebaren, de kleine dingen.
Toen kwam ze binnen, de mevrouw, met blauwe short, groen hoofddeksel en groen masker. 'We gaan u naar het OK brengen, Mevrouw'. Ik nam haar vast, gaf haar een kus en ging aan de kant staan, zodat de dame in kwestie het bed uit de kamer kon rollen. Toen brak ik. Zo lang was ik zo sterk gebleven, maar ik hield het niet langer. De tranen rolden uit mijn ogen en ik probeerde het nog te verdoezelen door mijn sjaal voor mijn gezicht te houden. Te laat, mama had het gezien: 'Maar schatje toch!'.
Ik voelde mij niet goed, mijn mama moest mij nu ook nog gaan troosten. Ik was niet meer in staat om te luisteren of te horen, want de assistente had, bij het zien van mijn tranen, gezegd; 'Kom jij maar mee tot aan de operatiezaal'. Ik had het niet gehoord. Ik was zo angstig, zo hopeloos. Totdat mama zei: 'Schatje, je mag mee tot aan de operatiezaal'. Ik herpakte me. Aan de operatiezaal volgde echter de goed bedoelde maar niet ideale zin voor het moment van de assistente: 'Wil je je mama nog eens vastpakken of iets zeggen?'. Ik nam haar nog eens vast en fluisterde in haar oor: 'Vergeet nooit dat ik van je hou!'. Ze reden mama binnen en ik ging richting uitgang. Ik kon mijn tranen echt niet langer in bedwang houden. Daar stond ik, zonder mama, alleen... Met de tranen die uit mijn ogen rolden. Ik voelde me kinderachtig, beschaamd.
Ik wandelde het ziekenhuis uit richting papa's kantoren. Denk dat ik nog nooit zo snel heb gewandeld. Het was bijna alsof ik op automatische piloot stond. Mijn tranen kalmeerden naar gelang ik sneller en sneller wandelde.
Onderweg had ik hem al snel gebeld om te zeggen dat ik onderweg was en ik om 14u zeker terug in het ziekenhuis wou zijn.
Hij kwam onmiddellijk naar mij toe toen ik binnenkwam, ik baande mijn weg richting zijn kantoor en hij volgde me. Ik vertelde me dat ik niet sterk was geweest toen ze mama naar de operatiezaal hadden gebracht. Hij begon er lichtjes van te wenen. Ik voelde me gevoelloos, alsof ik niet echt aanwezig was. Raar.
We besloten om samen snel ergens een snack te gaan eten. Twee mensen kwamen we tegen en die vroegen naar mama. Papa en ik kregen bij het minste tranen in onze ogen. Hoe gevoelloos we ons ook voelden, we waren enorm gevoelig.
Om 14u zat ik terug op mama's kamer, waar nog steeds het bed ontbrak. Ik vond het absoluut geen leuk zicht, zo'n lege kamer. Bij elk klein geluid, vloog ik de gang op om te zien of het mama was die onderweg was. Echt zot! De mensen bekeken mij maar raar.
Het moet 14u40 zijn geweest toen de chirurg langskwam in de kamer. Ze was er zo te merken vanuit gegaan dat ik wel zou zitten wachten in de kamer. Ik was blij om haar te zien. Eindelijk iets van nieuws. Ze zei me dat de operatie goed gelukt was en bleef even bij me om wat te praten. Ik denk dat ik haar 10x 'Dank u wel, Dokter' heb gezegd. Ik was haar ook onnoemelijk dankbaar.
Nadien volgende de eerste telefoons van familie en vriendinnen van mama, die voordien mijn nummer gevraagd hadden. Een geluk, want het deed de tijd voorbij gaan.
Omstreeks 15u20 ging de deur van de kamer open, gevolgd door een bed met daarin een wakkere mama. Eens het bed op zijn plaats stond, nam ik haar vast en fluisterde: 'Dit was de moeilijkste stap en hij is voorbij. Ik hou zoveel van je.'
Niet veel later viel mama terug in slaap. Ik belde papa en bleef heel de tijd in de stoel langs haar bed zitten.
Rond 17u30 ging ik vlug naar papa, zodat ik hem naar het ziekenhuis kon brengen en de hond naar huis kon brengen. Ik was doodop en viel een kwartiertje in de zetel in slaap, om rond 18u terug richting ziekenhuis te vertrekken.
Daar bleven we nog einde van bezoekerstijd, 20u, bij haar zitten en reden we vervolgens samen naar huis, waar we het verloop van de dag overliepen en weer wat traantjes lieten vloeien.
Die nacht heb ik van 22u tot 8u aan één stuk doorgeslapen!!
OK - KO!!
30-12-2013, 00:00
Geschreven door Axelle 
|