Elf uur dertig, rust. Ik zit met de
gebruikelijke laatste-avond-tintelling voor mijn laptop creatief te wezen. Een
enorme berg werk staart me nu al een paar uur aan, dit is wanneer ik ten top
ben, zo werk ik gewoon. Wil ik iets uit mezelf krijgen dan moet ik iets van
extreme gevoelens uit mezelf stuwen. Een trektocht in de wildernis, een
belachelijke deadline halen zelfs een gebroken hart haalt het beste uit mezelf.
Dus net zoals ieder avond voor een projectdeadline heb ik alles uitgesteld tot
het nog amper te overzien is. Ik noteer alles op een kladje en begin aan het
eerste punt. De kalmte zelf maar toch de gespannen timing die boven me hangt
zalig toch! Je kan zeggen dat dit belachelijk klinkt maar sommige mensen hebben
tijdsdruk nodig om net dat ietsje meer te geven, ik ben één van die mensen. Al
werkend begin ik in mijn gedachten het belangrijkste voor te bereiden, het
jurypraatje. Ik doe het zonder te beseffen, maar wanneer ik op een beoordeling
aankom heb ik elk mogelijk scenario afgespeeld en heb op alles een antwoord klaar.
Ondertussen was ik bij de maquette aangekomen, verbazend genoeg was deze in een
redelijk gevorderd stadion. Het belangrijkste had ik toch al, lichtjes! Ze
kunnen zeggen wat ze willen mij maak je niet wijs dat elk jurylid een groot
talent in design zal zijn, iedere doorsnee mens is vatbaar voor effecten groot
of klein. Vuurwerk, een vulkaanuitbarsting, London new year, iedereen vindt het
prachtig. Dus, lichtjes werken altijd. De kunst is ze net niet teveel licht
doen geven de details verdoezeld het geheel net zichtbaar, perfect. Met een
knagend hongergevoel dook ik onze koekenkast in, met een family pack
nieuwjaarwafels en een kuip melk begon ik het volgende op mijn lijst, persmap.
Wat een rotjob! Commercieele bulshit maken van iets wat ik net ontworpen heb.
Ik had zelfs geen idee wat een persmap was.
Een logo en een verkoopsmagietje dacht ik dan maar. Ik overwoog om de
averechtse tour op te gaan, een totale aversie creeeren. Zo liet ik het
tenminste onberoerd voor bemoeizieke docenten die dachten het zevende
wereldwonder zelf te zijn. Wat had
ik toch een afkeer voor die egotrippers. Hoe kun je nu een leerling
bijbrengen hoe te ontwerpen wanneer ze zelf duidelijk alleen kunnen ontwerpen
met hun belachelijke regeltjes. Geen gevoel, nul emotie alleen regels om tot
een object te komen die ijskoud is, bach! Ik trachtte mezelf te bedwingen en
door te gaan, ik dacht dat een standaard belachelijk en totaal over de top
postkaartje wel iets kon wezen. Ik begon dus maar toerist-op-strand postkaarten
te fabriceren. Net als de laatste postkaart uit de zeer vermoeide en
mishandelde printer kwam gekropen kreeg ik een morgen- van mijn moeder. Met enige moeite stootte ik een vrolijke,
hey mam, uit. Bijna klaar?- Mmm, zei
ik afwezig.
|