Met opgeheven hoofd stap ik de aula binnen waar het allemaal zal gebeuren. Een zenuwachtig gefluister bereikt mijn oor. Negeren, gewoon doorlopen... Ik sta hier boven, want ik weet dat het goed zal zijn. Mijn naam zullen ze afroepen in de categorie 'Geslaagd met Grote Onderscheiding', dan zal iedereen applaudiseren en maak ik mijn vooraf ingestudeerde buiging. Gelukkig hebben we in onze lift een grote spiegel zodat ik niet op een kruk voor de kleine spiegel in mijn kamer moet staan om mijn buiging toch een beetje te kunnen oefenen. Qua voorbereiding is alles perfect, niets kan nog verkeerd lopen. De profs staan allemaal in een hoekje bij te praten. Als één van hen zich van de rest onderscheidt - tijdens het jaar was hij bijna de leukste van allemaal, wat niet zo moeilijk was - wordt het in de zaal muisstil. Verscheidene benen trillen, nagels tikken op de leuningen van de cinemazetels en iedereen zet zich iets rechter zodat hij of zij zeker z'n naam zal horen. Met monotone stem begint hij de lijst af te rammelen. Voor ik het weet is de prof gestopt met lezen. Ik merkte wel dat er af en toe iemand een vreugdekreetje slaakte bij het horen van zijn of haar naam (altijd veel te overdreven, alsof ze alle aandacht naar zich toe wilden trekken), maar ik wachtte. Geduldig. Mijn naam zou wel komen. Dat kan niet anders. Na een tijdje begin ik te beseffen dat ik de enige overgebleven persoon in de zaal ben. Iedereen staat buiten zijn resultaten te analyseren, is aan het bekijken hoe de toekomst eruit ziet. Ik moet me er ook maar eens tussen gaan mengen. Met gebogen hoofd ga ik achter het papier waarna ik het verbeten tot een vodje verfrommel. Met zo'n resultaten hoort dat zo. Thuisgekomen kruip ik direct in m'n bed, mijn lakens als een beschermende huls rond me gedraaid. Ik begin te beseffen dat ik proclamaties haat. Mijn hele wereld is ingestort. Ik zou later de nieuwe moeder Theresa worden, de Vlaamse Lady Di, de vrouwelijke Mahatma Gandhi... Ik zou bekendstaan als 'De Vrouw Die Vrede Bracht'. Nu voel ik me vooral als De Vrouw Zonder Zicht Op Een Toekomst. Ik draai me nog eens om, verstop me terug onder het laken. Ik wil mezelf zeggen dat het leven geen zin meer heeft. Leven is sowieso toch overroepen. Waarom leven we trouwens? Ik wentel mezelf nog een tijdje in depressieve gedachten en dan komt een nieuw idee in me op. Mijn eigen positieve zelf heeft het weer gewonnen van de slechte andere. Misschien moet ik het allemaal bekijken als een uitdaging. Het leven is een spel en omdat ik niet tegen mijn verlies kan moet ik sowieso winnen. Liefst nog met ferm uitgedachte strategiëen, sterke zetten en een ijzersterk aanvalsvermogen. Nu kan ik me niet laten gaan, ik moet plannen smeden... Dit wordt mijn eerste echte en grote uitdaging, het is een kwestie van overleven. Mijn eerste hindernis is zorgen dat ik blijf rechtstaan in de stroom van papieren die me probeert te overspoelen. Normaal heb ik een hekel aan btw-aangiftes, loonfiches (zolang ze het maar op mijn rekening storten is het goed) of ander papiergeweld, maar nu moet ik me ertegen verzetten en moet het gebeuren. Niet met de hulp van papa, maar ik moet het zelf doen. Dan kom ik ook aan de tweede hindernis, zorgen dat ik alles kan doen zonder hulp te vragen van de oudjes. Hulp vragen aan de oudjes, vooral financieel, is toegeven dat ik het niet red. En dat staat dan weer gelijk aan verliezen. Ik overtuig mezelf van mijn eigen overlevingskracht, mijn eigen sterke zelf en ik kan weer een tijdje verder. Ik kom er wel, ook al is alles wat toekomst is gehuld in nevel. Alles met de dag bekijken, maar toch proberen vasthouden aan 'Het Grote Plan': vakantiejob, vast werk, iets proberen te sparen, lessen Spaans en Frans, salsa dansen,... Met als uiteindelijke doel het bekomen van die ene job waarvan ik denk dat het een droom moet zijn om hem uit te oefenen: animatrice. Al vind ik op de weg naar die droomjob nog wel een betere, ik zie wel waar mijn weg me brengt. Ik kom er wel.
Everyone laughed at her joke As if they'd never even heard it before And maybe they were truly amused But every word that she spoke was a bore And maybe it's because they had seen The previews on the TV screen Well this part is good and that's well understood So you should laugh if you know what I mean
But it's all relative Even if you don't understand Well it's all understood Especially when you don't understand Then it's all just because Even if we don't understand Then lets all just believe
Everyone knows what went down Because the news was spread all over town And fact is only what you believe And fact and fiction work as a team It's almost always fiction in the end That content begins to bend When context is never the same
And it's all relative Even if we don't understand And that's well understood Especially when we don't understand Then it's all just because Even if we don't understand Then lets all just believe
I was reading a book Or maybe it was a magazine Suggestions on where to place faith Suggestions on what to believe But I read somewhere That you've got to beware You can't believe anything you read But the good Book is good And that's well understood So don't even question If you know what I mean
But it's all relative Even if you don't understand Well it's all understood Especially when you don't understand And it's all just because Even if we don't understand Then lets all just believe
But there you go once again You missed the point and then you point Your fingers at me And say that I said not to believe I believe I guess I guess it's all relative