Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden! Het moet wel over Jommeke gaan!
Jommekes forum
Druk op onderstaande knop om te reageren in Jommekes forum!
Over mijzelf
Ik ben Tim, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Stripfan.
Ik ben een man en woon in Harelbeke (België) en mijn beroep is Geen.
Ik ben geboren op 21/02/2000 en ben nu dus 25 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Strips en computer.
Ik wil iedereen veel plezier wens op mijn blog!
Jan Haring viert zijn vijftig jaar zeeman en nodigt al zijn vrienden uit voor een plezierreis. Op zee worden de begijntjes opgepikt. Ook Mic Mac Jampudding, die met een surfplank niet direct gestopt geraakt, wordt aan boord gehaald evenals Arabella, die in een wastobbe op de golven dobbert. Wat later wordt 'De Kuip' echter geënterd door een duikboot. Iedereen moet overstappen. Aan boord van 'De Kuip' blijven echter Filiberke, professor Gobelijn, Jampudding, Boemel en de dieren. Zij volgen de duikboot tot bij een exotisch eiland. Een oude bekende, Carlos dela Rubarbos, wacht de gevangenen op het eiland op. Met behulp van een slaapmiddel, dat Gobelijn maakt, kunnen de boeven uitgeschakeld worden. Hierna kan de plezierreis verder gaan.
149
De Miekes en een andere tweeling zijn uitgekozen om in zestig dagen vier stukken van een document terug te vinden. De tweeling die als eerste de vier stukken in zijn bezit heeft krijgt een fortuin. Jommeke en Filiberke gaan ook mee op zoektocht. Jommeke en Filiberke kunnen elk een puzzelstuk bemachtigen. De Miekes vinden ook een puzzelstuk maar al vlug komt er wat tegenwerking. De tocht naar het laatste puzzelstuk wordt aangevat. Op het moment dat het stuk gevonden is komt de andere tweeling in gezelschap van een oom te voorschijn. Jommeke en Filiberke worden gedwongen te zeggen waar de andere puzzelstukken zich bevinden. De boeven komen echter op drijfijs vast te zitten. Jommeke kan hen van de dood redden. Er volgt een verzoening en wat later gaan Jommeke en zijn vrienden naar de notaris met de vier puzzelstukken. Bij de notaris komen ook de opdrachtgevers op de proppen. Er wacht hun een beloning wanneer ze eenentwintig worden. Tot slot wordt er nog een glas gedronken.
148
1. De vliegende brigade Omdat het zo druk op straat is vragen Jommeke en zijn vrienden aan professor Gobelijn of hij geen vliegende fietsen kan maken. Een weekje later zijn de fietsen klaar. Enige tijd later steelt Anatool de fiets van Jommeke en steelt vervolgens de schat van de de baron waar hij net in dienst is. Jommeke en Filiberke grijpen in en de baron krijgt zijn fortuin terug.
2. Het valse schilderij Anatool stort zich op de schilderkunst. Odilon en de gravin van Stiepelteen kopen vijf schilderijen van Anatool. Odilon laat Anatool ook een echte Picasso zien. Anatools duistere geest komt in actie. Hij schildert een kopie van de Picasso. Anatool komt natuurlijk bedrogen uit als hij het schilderij wil verkopen voor een echte Picasso.
3. De fantastische vondst Bij het draaien van een film verdwijnt de 'filmschat'. Kwak en Boemel hebben bij het graven van een nieuw hol echter een schat gevonden. Al snel komen de 'filmschatdieven' in de gevangenis terecht. Jommeke kan een goed woordje doen en Kwak en Boemel worden weer vrijgelaten.
147
Jommeke loopt even het museum binnen. Hij wordt door twee mannen in een sarcofaag opgesloten maar kan de mannen wel gadeslaan. Ze gooien een beeldje tegen de grond aan stukken en halen uit de brokken een stuk papier. Ze plaatsen een plaasteren kopie op de plaats van het origineel. Filiberke verlost Jommeke en ze pakken de zak met de scherven van het stukgegooide beeldje mee. Professor Gobelijn lijmt alles weer aan elkaar en bekomt zo het Yacochacabeeldje. Het beeldje blijkt afkomstig te zijn van een oude indianenbeschaving. Met de vliegende bol trekken ze naar het Andesgebergte. De boeven blazen de vliegende bol echter op. Jommeke en zijn vrienden trekken dan maar te voet verder maar vallen in de handen van de Yacochaca-indianen. Wanneer ze het beeldje aan de indianen schenken worden ze vrijgelaten. Wat later komen ze een oude ontdekkingsreiziger tegen. Hij vertelt hen over een vulkaanuitbarsting en een groot beeld dat enorme diamanten als ogen heeft. De assistent van de ontdekkingsreiziger is echter niet te vertrouwen en kan de edelstenen opgraven. Ook kan hij Jommeke en zijn vrienden opsluiten. Flip zorgt nog maar eens voor de redding. De indianen hebben intussen de boeven kunnen gevangen nemen. De boeven krijgen hun straf en het groepje vrienden keert huiswaarts.
146
Jommeke rijdt met Filiberke, die komkommer in 't zuur speelt, rond. Ze bellen aan om komkommer in 't zuur te verkopen en zo komen ze terecht bij een komkommerdeskundige. Deze vertelt hen dat een uitzonderlijk komkommerexemplaar, uit Egypte, gestolen is. Samen met Evarist Selders, de deskundige, gaan ze op zoek naar de gestolen komkommer. Volgens Evarist zit er een geheim aan de komkommer vast. Eenmaal in Egypte krijgen ze een waarschuwend bericht. Wat later wordt Filiberke gekidnapt. Flip zorgt voor de bevrijding van Filiberke en een gids. Van de gids komen ze te weten dat het geheim in het graf van een prinses moet liggen. Met z'n allen trekken ze naar de oase waar zich het graf bevindt. De komkommerdieven zijn echter ook op weg maar worden door woestijnrovers van al hun goederen, de komkommer inbegrepen, beroofd. Met een list kunnen Jommeke en zijn vrienden de komkommer bemachtigen. Eens bij het graf aangekomen haalt Evarist uit de komkommer een ring. De ring is de sleutel van de grafkamer. Ze vinden een schat in de kamer. De Egyptische overheid geeft iedereen een onderscheiding. Eenmaal thuis speelt Filiberke opnieuw komkommer in 't zuur.
145
Professor Gobelijn vindt een levenselixir uit. Anatool, die nu reporter is, komt het nieuws te weten en schrijft een artikel. Het nieuws verspreidt zich razendsnel over de hele wereld. Een Zuid-Amerikaanse dictator, Barbos Zamminez, stuurt een handlanger om de formule te bemachtigen. De professor wordt ontvoerd. Een dag later ontdekken Jommeke en Filiberke de ontvoering. Na wat sporen te hebben gevonden vertrekken ze met de vliegende bol richting Buenovivos in Zuid-Amerika. De vliegende bol wordt door de luchtafweer geraakt en komt stuurloos in de jungle terecht. Jommeke en Filiberke worden opgepikt door tegenstanders van de dictator. De leider van de verzetsgroep brengt hen naar de hoofdstad Zapa. Via de riolering dringen ze het paleis binnen. Een eerste poging om Gobelijn te bevrijden mislukt. De professor wordt overgebracht naar El Roca, een oude zo goed als onbereikbare Spaanse vesting. Bij de tweede poging om de professor te bevrijden worden Jommeke en Filiberke gevangen genomen. De dictator drinkt intussen van het elixir dat Gobelijn gemaakt heeft. Het drankje heeft een omgekeerde werking en de dictator keert terug naar het stadium van een aap. Het verzet kan op aanwijzen van Flip Jommeke en Filiberke bevrijden. De leider, Juan Heldos, van het verzet wordt het nieuwe staatshoofd en Jommeke en zijn vrienden krijgen een onderscheiding.
144
Op een ochtend staat in de tuin bij Jommeke een wigwam. Trage Voet komt Jommeke en zijn vrienden halen voor een groot broederfeest. Met de vliegende bol vliegen ze richting Propere Voeten. Eens daar vernemen ze dat alle indianenstammen de strijdbijl willen begraven om zo de laatste wens van Geurig Gras, met enige eeuwen vertraging, in vervulling te laten gaan. De vredespijp wordt echter gestolen en er ontstaat oorlogsdreiging. Jommeke en zijn vrienden gaan op onderzoek. Flip wordt gevangen genomen door de Schuddebuiken. Sterk Aambeeld blijkt echter een verrader te zijn en wil de vredespijp vernietigen maar Filiberke kan dit verhinderen. Sterk Aambeeld kan wel Rozemieke en Filiberke gevangen nemen. Rozemieke wordt min of meer gescalpeerd. Wat later zet Sterk Aambeeld hen geboeid in een kano. Ook Jommeke, Annemieke en professor Gobelijn worden door de Schuddebuiken gevangen genomen. Sterk Aambeeld probeert zijn onschuld te bewijzen en de Dronken Wolven alle schuld te geven. De Schuddebuiken trekken ten strijde en Jommeke, Annemieke en Gobelijn worden meegenomen. Flip is intussen kunnen ontsnappen en brengt Jommeke bij Filiberke en Rozemieke. De vredespijp komt opnieuw boven water. Jommeke komt net op tijd om de verschillende stammen tegen te houden en zo bloedvergieten te voorkomen.
143
In de kinderwagen waarmee Kwak en Boemel op zoek gaan naar rommel wordt een baby achtergelaten door een gesluierde dame. In een bijbehorende brief staat dat ze de baby dertig dagen moeten bijhouden en verzorgen. Flip vliegt even uit en merkt dat Kwak overal babyspullen steelt. Hij verwittigt Jommeke. Samen met Filiberke en de Miekes gaat hij op onderzoek. Ze vinden de babyspullen en ook de brief. Ze besluiten Kwak en Boemel te helpen. Twee ongure figuren zijn echter op zoek naar de baby. De baby wordt ontvoerd. Kwak en Boemel zijn in alle staten. Jommeke en Filiberke gaan op onderzoek uit. In een verlaten huis vinden ze de gesluierde dame en haar chauffeur. Ze komen te weten dat de baby een kroonprins is. Wat later kunnen ze op de luchthaven nog net verhinderen dat de boeven met de baby vertrekken. De boeven worden ingerekend. De gesluierde dame, Kwak en Boemel, Jommeke, Filiberke, de Miekes, Flip en Pekkie krijgen een grote onderscheiding.
142
Jan Haring heeft een nieuwe haringschuit, 'De Kuip'. Hij nodigt Jommeke, zijn ouders en Filiberke uit voor een vakantie op zee. Op weg naar de haven stopt een man met een lange neus Filiberke een omslag met documenten in de handen en vraagt hem deze te bewaren. Eens aan boord doet Filiberke zijn verhaal. Langneus wordt wat later ontvoerd. De baas van de ontvoerders dwingt hem te spreken. 'De Kuip' wordt opgespoord door een duikboot van het leger van een vreemde mogendheid. De kapitein van de duikboot wil de omslag met documenten. Jommeke overhandigt hem die. Al vlug komt het leger tot de conclusie dat ze bedrogen zijn. De list lukt zelfs nog een tweede maal. Jommeke en zijn vrienden gaan zich dan maar verschuilen op een onbewoond eiland. Marie wordt door de documentenjagers echter ontvoerd. Na overhandiging van de echte documenten wordt Marie weer vrijgelaten. Flip slaagt er in om de documenten opnieuw te bemachtigen. Na nog wat halsbrekende toeren komen Jommeke en zijn vrienden weer thuis. Na overhandiging van de documenten aan de intussen weer vrije Langneus worden ze ontboden bij een president. Ze krijgen met z'n allen een onderscheiding omdat ze de wereldvrede hebben gered.
141
De begijntjes hebben een jeep en een caravan gewonnen met de tombola en zijn op uitstap. Intussen brengen Jommeke en Filiberke nog eens een bezoek aan Bella. Wanneer de begijntjes een lekke band krijgen komen Jommeke en Filiberke een helpende hand toesteken om het wiel te verwisselen. Bella glipt de caravan in. De hele groep reist samen verder richting Spanje. Bij een bezoek aan een stierengevecht springt Bella de arena in. Er ontstaat een liefdesaffaire tussen Bella en El Toro de stier. Bella en El Toro gaan zelfs naar het stadhuis om hun huwelijk te laten voltrekken. Bella koopt een danszaal. Om de zaal te kunnen betalen moeten de begijntjes hun jeep en caravan verkopen. Een circusdirecteur ontvoert Bella en El Toro en laat ze optreden in zijn circus. Bella is intussen wel helemaal zwart geschilderd. Jommeke en zijn vrienden gaan op onderzoek en kunnen Bella en El Toro bevrijden. Na verkoop van de danszaal wordt een nieuwe mobilhome gekocht en gaat de hele bende verder op reis.
140
Jommeke verveelt zich en vliegt van Marie buiten. Op zijn wandeling komt hij Filiberke tegen. Deze heeft een modelvliegtuigje in elkaar geknutseld. Wanneer het vliegtuigje een huis binnen vliegt en ze het willen gaan ophalen verrassen ze een inbreker. Wanneer ze de vrouw des huizes wat later ontmoeten krijgen ze een heel verhaal te horen. De overleden echtgenoot zou iets zeer belangrijk ontdekt hebben in China, maar wat precies weet de vrouw ook niet. Na een dreigbrief om het geheim in een holle boom te leggen, zorgt Jommeke er voor dat een kistje met oud papier daar terechtkomt. Flip kan vervolgens de schuilplaats van de dieven vinden. Een nieuwe dreigbrief volgt. Op zolder staat een Chinese kast waarin de dieven geïnteresseerd zijn. Jommeke en zijn vrienden bezorgen de kast aan de dieven en krijgen een Chinese gijzelaar in ruil. De Chinees is de vroegere helper van de overleden echtgenoot. In de kast zou het fameuze geheim zitten. Een zoektocht naar de kast begint. Na heel wat perikelen kunnen ze de kast bemachtigen. In de dubbele bodem vinden ze documenten. Professor Gobelijn ontcijfert deze en trommelt direct iedereen op om te vertrekken richting Chinese muur. Hij snijdt met zijn nieuw uitgevonden steensnijmachine een gat in de Chinese muur en legt zo de schat van Djingiz Khan bloot.
139
Een Propere Voet komt Jommeke opzoeken om zijn hulp te vragen bij het ontsluieren van een groot geheim. Jommeke en Filiberke trekken op tocht naar de geheimzinnige blauwe grot. De grot ligt wel in het gebied van de indianenstam der Vierkante Koppen. Jommeke en Filiberke worden gevangen genomen. Hun leven kunnen ze redden door het geheim van de blauwe grot te ontsluieren. Bij de grot aangekomen vinden ze er voorhistorische dieren. Wanneer Jommeke en Filiberke levend weerkeren worden ze van het vertellen van leugens verdacht. Ze komen aan de totempaal te staan. Met de hulp van Flip kunnen ze ontsnappen. Met een vlot trekken ze terug naar de grot. Plots verschijnt professor Gobelijn als redder in nood met de vliegende bol en kunnen ze huiswaarts keren.
138
Bij een wandeling vinden Jommeke, Flip en Filiberke een omslag met daarin een foto van een geraamte. Op de rechter rib van het geraamte staan tekens gegrift. Professor Gobelijn kan de tekens ontcijferen. De zevende linkerrib moet gezocht worden. Gobelijn trekt samen met Jommeke en Filiberke naar Afrika waar ze al vlug tekens vinden van de ontdekkingsreiziger Ari Safarimo. Koppensnellers nemen hen echter gevangen. Deze laatsten zijn rechtstreekse afstammelingen van Kalafar en ze bewaken de bewuste rib. Het stamhoofd beslist intussen dat ze de rest van hun leven bij de stam moeten blijven. Flip kan de rib bij de professor brengen zodat deze weer de tekens kan noteren. Flip legt probleemloos de rib weer op zijn bewaakte plaats. Jommeke en zijn vrienden krijgen nu de opdracht om de overblijfselen van de koppensnellers hun stamvader terug te brengen. Op hun zoektocht ontmoeten ze twee oude bekenden, professor Calabas en Pedro Carottos. Deze twee nemen Jommeke en zijn vrienden gevangen. Flip wordt, gelukkig zonder erg, zelfs neergeschoten en komt terecht bij een oude man. De oude man kan Jommeke en zijn vrienden bevrijden en de twee ongure elementen worden overmeesterd. De oude man toont hun de schat van Kalafar. De koppensnellers krijgen de schat, professor Gobelijn de rib als beloning.
137
Een aap van Paradijseiland komt bij Jommeke aan en gedraagt zich zeer verdrietig. Jommeke en zijn vrienden besluiten dan maar om met de vliegende bol naar Paradijseiland te gaan. Op het eiland aangekomen stellen ze vast dat de apen verdwenen zijn. Wat later arriveren apenvangers. Deze ongure elementen nemen Choco mee. Op het schip van de apenvangers wordt ook Flip nog gevangen genomen. Jommeke en Filiberke weten de apen te bevrijden. Jommeke gaat Eufrasieke in het begijnhof halen om Mataboe uit de wildernis mee te krijgen. Wanneer de apenvangers terug op het eiland aankomen worden ze verrast door een kokosnotenaanval. Wanneer Mataboe ten tonele verschijnt druipen de apenvangers vlug af. Mataboe besluit om op Paradijseiland te blijven wonen als Jommeke en zijn vrienden weer huiswaarts keren.
136
In de buurt van de Filippijnen heeft een zeemonster een vissersboot tot zinken gebracht. Jommeke, Filiberke, professor Gobelijn en Jan Haring vertrekken met de plastieken walvis op onderzoek. Kitty Pretensia zet ook een expeditie op het getouw om het monster te vangen. Ze tracht zelfs de plastieken walvis uit te schakelen. Jommeke en zijn vrienden ontdekken het monster, een soort dinosaurus met zes poten. Hij is gewond. Ze verzorgen het dier en nemen het mee richting Zonnedorp. Wat later dringt Kitty Pretensia bij Gobelijn binnen, maar ze wordt met een list afgescheept. Het monster wordt na een tijdje weer in de oceaan vrij gelaten.
135
Jommeke, Filiberke en de Miekes moeten met de vliegende bol een noodlanding maken in het Atlasgebergte. Ze overnachten bij een oude Marokkaan. 's Morgens worden de Miekes ontvoerd. In een achtergelaten boodschap wordt gevraagd om de kruik met de gouden sleutel bij de waterput te leggen. Wie die sleutel in zijn bezit heeft kan de paleispoort openen en regeren over een oase. De ontvoerders zijn de jongere broer van Aztrakan, de oude Marokkaan, en zijn zoon. Met z'n allen gaan ze op zoek naar de Miekes maar geen enkel spoor wordt gevonden. De kruik wordt dan maar bij de waterput geplaatst. De zoon haalt de kruik op en de Miekes worden vrijgelaten. Om de oude Marokkaan te helpen gaan ze de twee boze mannen achterna. Filiberke wordt echter gevangen genomen maar Flip is hier eens te meer de bevrijdende engel. Choco kan de kruik bemachtigen maar door tegenslag belanden Jommeke en zijn vrienden in de gevangenis. Abdrahma, de broer van Aztrakan, die met de sleutel de paleispoort opent, regeert wat later als een tiran over de oase. De oase wordt door een aardbeving getroffen. De zoon van Abdrahma kan van onder het puin gered worden. Wat later komt er een verzoening met Aztrakan en iedereen kan tevreden huiswaarts keren.
134
Kwak erft van een familielid van het honderdtweeënvijftigste knoopsgat een eilandje. Kwak en Boemel stelen 'De Piraat' van Jan Haring om naar hun eiland te varen. Op het eiland komen ze na een storm vast te zitten. Ze vinden bij het graven van een hol een hoeveelheid goudklompen. Via een nieuwsbericht krijgen Jommeke en zijn vrienden enige informatie over de op drift geslagen 'Piraat'. Met de vliegende bol zoeken ze 'De Piraat', maar vinden ook Kwak en Boemel. Na hun terugkeer in Zonnedorp laat Jommeke een goudklomp, afkomstig van het eiland van Kwak en Boemel, aan professor Gobelijn zien. Deze merkt meteen dat het om 'fools goud', een op goud gelijkend metaal, gaat. Opdat Kwak en Boemel geen al te grote stommiteiten zouden uithalen vliegen Jommeke en zijn vrienden naar het eiland. Kwak en Boemel nemen hen echter gevangen. Choco zorgt er wel voor dat iedereen kan ontsnappen. Wanneer Kwak en Boemel van bedrog beschuldigd worden kunnen Jommeke en zijn vrienden de schade nog enigszins beperken. Ondertussen is een vulkaan op het eilandje in werking getreden. Het eilandje verdwijnt volledig in de golven en met z'n allen kunnen ze weer huiswaarts keren.
133
Anatool zijn moeder koopt een auto zonder motor. Anatool trekt naar professor Gobelijn om te vragen of hij de auto kan laten rijden. Eens bij de professor merkt hij dat deze nogal raar doet. Blijkt dat Gobelijn een gas heeft bedacht waarvan je gek wordt als je er een beetje van opsnuift. Eenmaal terug bij zijn positieven verklaart Gobelijn dat hij het gas zal vernietigen. Een paar weken later heeft hij een motor in de wagen van Anatool ingebouwd. Anatool kan toch nog wat gekkengas stelen en ook de formule van het tegengif. Jommeke en Filiberke gaan op onderzoek. Gobelijn is intussen weer zijn verstand kwijtgeraakt. Anatool blijkt spoorloos. Al vlug wordt duidelijk dat hij bankovervallen pleegt met behulp van het gekkengas. Jommeke ontsnapt net op tijd aan een aanslag van Anatool. Via Flip komen ze zijn schuilplaats op het spoor. Uit de schuilplaats kunnen Jommeke en Filiberke de formule van het tegengif bemachtigen. Ze trekken naar professor Denkekop. Deze maakt het tegengif. Intussen wil Anatool per boot vluchten. Door toedoen van Jommeke zinkt de boot. Anatool krijgt een alternatieve straf en zijn moeder is ook heel boos.
132
In een Engelse gevangenis zit juffrouw Gertruut Chester. Ze weet echter te ontsnappen. Jommeke en zijn vriendjes ontmoeten een Duits koppel. Deze laatsten vertellen rare dingen die gebeuren in de Tiefgrubekrater. Met de caravan, die de ouders van Jommeke hebben gekocht, vertrekken ze, na wat gekibbel, op vakantie naar Duitsland. Bij de krater aangekomen krijgen ze meteen angstaanjagende geluiden te horen. Jommeke ontdekt dat er een soort alarmsysteem is geïnstalleerd. Na wat zoeken vinden ze professor Denkekop in een bunker. Van hem vernemen ze dat een dievenbende in de krater een schuilplaats heeft. Wat later worden Teofiel en Marie gevangen genomen door de bende. Gelukkig kunnen Jommeke en zijn vrienden de twee vlug bevrijden. In de krater vinden ze ook nog een ruwe diamant. De bende, onder leiding van Gertruut Chester, kan in een blokhut opgesloten worden. Tot slot krijgt het Duitse koppel een diamant en eindigt het verhaal waar het begonnen is, in de gevangenis.
131
Professor Gobelijn krijgt een brief van de gravin van Stiepelteen. Ze vraagt hem of hij iets kan doen voor een arme kippenkweker uit Zuid-Amerika. De professor zet zich aan het werk en vindt voedselpillen uit. Met de vliegende bol vertrekken Professor Gobelijn en zijn vriendjes naar Gallinero in Bolivador waar ze vervolgens in gezelschap van de gravin en Odilon de arme kippenkweker opzoeken. De kippen krijgen meteen Gobelijns nieuwste uitvinding toegediend. De pillen hebben echter als bijwerking dat ze de kippen laten groeien tot reusachtige afmetingen. Wat later worden de pillen dan ook nog gestolen door een jaloerse buur. Door een teveel aan pillen krijgt de buurman een enorme kip. Jommeke en zijn vrienden ontmaskeren de buurman. Door de grote kippen heerst in het dorp een vreugdevolle sfeer. Een rijke Amerikaan stelt de arme kippenkwekers voor om een kwekerij op te richten en zo voor de nodige welvaart te zorgen. Wanneer Jommeke en zijn vrienden weer in Zonnedorp aankomen blijken er bij Gobelijn reuze duiven te zitten. De professor had immers voor zijn vertrek enige pillen uitgestrooid om ze testen.
130
Jommeke, Filiberke en professor Gobelijn trekken er op uit om te kamperen. Op een nacht horen ze het gehuil van een wolf. In de maneschijn is ook nog het silhouet van een man te zien. Ze gaan op onderzoek en ontdekken een grot. De grot blijkt bewoond te zijn door Ololux, een verre nakomeling van Ambiorix. Ze vernemen dat deze man op zoek is naar de formule van een elixir dat mensen langer zou laten leven. Ze gaan met z'n allen op zoek naar de formule. In de Romeinse muur te Tongeren vinden ze een geheime deur. Bij hun onderaardse zoektocht vinden ze het geraamte van Ambiorix met een document in de hand. Het document bevat de formule. Wanneer het geheim van het levenselixir uitlekt komt een onguur Italiaans figuur het door Gobelijn gemaakte elixir stelen. Via een nieuwsuitzending komen Jommeke en zijn vrienden te weten dat de dief zich te Rome bevindt. Flip kan de formule terug bemachtigen maar bezwijkt voor de charmes van een vrouw. De vrouw ontfutselt hem de formule. Na een achtervolging kan Jommeke de formule in handen krijgen. De dief, een nakomeling van Julius Caesar, en Ololux verzoenen zich en het elixir wordt gebrouwen als frisdrank.
129
Mic Mac Jampudding begint met het brouwen van whisky om aan extra geld voor de verwarming van het kasteel te geraken. Hij brouwt wel volgens een zeer speciaal recept. Wat later vraagt Arabella om Jommekes hulp. Jampudding is zijn snor kwijt geraakt na het drinken van zijn eigen brouwsel. Wat later is ook Mac Rum al zijn haren kwijt. De Mac Rums komen dan ook op bezoek met een stortvloed van klachten. En nog later arriveren heel wat ontevreden whiskydrinkers bij Jampudding. Professor Gobelijn zoekt een tegengif maar de Mac Rums ontvoeren hem. Jommeke en zijn vrienden gaan op zoek en kunnen wat later de professor bevrijden. Hij werkt zijn tegengif af en iedereen krijgt zijn haren terug. Ook Flip die al zijn pluimen is kwijtgeraakt ziet er weer normaal uit.
128
Jan Haring stapt binnen in café 'In de straffe pint'. De uitbaters zijn oude bekenden, namelijk Kwak en Boemel. Anatool zit ook in het café. Er ontstaat een gesprek over het schip van Jan Haring. Een andere stamgast, een miljardair, looft een beloning uit voor een race om de wereld tussen 'De Piraat' en een zeiljacht. Anatool, Kwak en Boemel saboteren het schip van Jan Haring. Wanneer 'De Piraat' hersteld is vertrekt hij met de hele bende aan boord. De verbazing is groot als ook Bella aan boord blijkt te zijn. Het wordt een grimmige strijd. Het zeiljacht vaart op een ijsschots en zinkt. De schipbreukelingen worden aan boord van 'De Piraat' gehaald. Na beëindiging van de race wordt een groot feest georganiseerd in het café van Kwak en Boemel en overwinnaar Jan Haring wil graag dat de beloning van 10 kilogram diamanten naar hulpbehoevenden gaat.
127
Filiberke vindt een grote kever in de tuin. Samen met Jommeke gaat hij naar professor Gobelijn. De professor is echter niet thuis maar uit een ontvanger klinkt een noodoproep. Jommeke, z'n vader en Filiberke vertrekken naar het noorden van Groenland. Eenmaal aan land wacht hen nog een gevaarlijke en lange tocht. Wanneer ze na een storm alles kwijt geraakt zijn worden ze op het nippertje gered door Eskimo's. Wat later zetten ze hun tocht verder. Na een tijdje vinden ze een tropisch woud te midden van de ijsvlakte. Gobelijn heeft hier een zonnemachine geplaatst en de natuur naar zijn hand gezet. Wanneer Filiberke op een knop drukt ontploft de machine en moeten ze in allerijl vluchten met de vliegende bol. Teofiel is wel half bevroren geraakt.
126
Anatool zijn moeder komt op bezoek. Ze vertelt het verhaal van haar pleegouderschap. Wat later trekken Jommeke en Filiberke naar het kasteel van Moddersloot. Daar is een groot bal. De dochter van baron Theodoor van Moddersloot, Mathilde, zal een echtgenoot kiezen. Ook Anatool, z'n moeder, Kwak en Boemel zijn op het bal aanwezig. Ook Flip dient zich aan als huwelijkskandidaat. Als het bal afgelopen is heeft Mathilde echter geen geschikte huwelijkskandidaat gevonden. Flip onderneemt nog verwoede pogingen om de hand van Mathilde te krijgen. Wat later wordt Mathilde ontvoerd door Kwak en Boemel. Samen met Anatool gaan ze richting Brazilië. Wanneer Jommeke, Filiberke en de baron er bij komen en de baron vertelt dat hij geen fortuin heeft verdwijnt de huwelijksinteresse van de drie mannen. Met de vliegende bol keren Jommeke en z'n vrienden dan maar huiswaarts.
125
1. Herrie op de kermis Jommeke, Filiberke en de Miekes gaan naar de kermis in de stad. Kwak en Boemel hebben er een bokskraam. Op de kermis wordt de kroonprins van Padawani ontvoerd. Jommeke en Filiberke gaan op onderzoek. Het prinsje blijkt niet ontvoerd, maar om te spelen heeft de jongen zich verstopt in de buidel van een kangoeroe.
2. De regenbom Professor Gobelijn maakt een regenbom om de heersende droogte in het Sahelgebied op te lossen. Boemel erft een vliegtuig. Kwak en Boemel vliegen Jommeke en zijn vrienden naar Mali. Daar wordt de bom gedropt. Met het nodige gestuntel van Kwak en Boemel geraakt iedereen toch thuis. Wat later komt het goede nieuws. De door droogte geteisterde gebieden krijgen nu voldoende regen.
3. De super popzanger. Professor Gobelijn krijgt bij een ontploffing een balk op zijn hoofd en raakt wat in de war, hij wil een popster worden. Anatool die op zoek is naar werk, biedt Gobelijn zijn diensten aan. Ze richten de popgroep 'De Jeremias' op. Na elektrocutie via zijn elektrische gitaar is Gobelijn weer de oude.
124
Jommeke, Filiberke en de Miekes zijn aan zee. Flip ontmoet Jan Haring en diens vriend. Een reis ligt in het verschiet. Ze vertrekken richting Indische Oceaan. Ze komen aan bij een eiland met vreemde wezens. De wezens zijn kikkerachtigen, maar dan wel van een reusachtig formaat. De kikkers kunnen ook spreken. Jommeke en zijn vrienden redden de kikkerprinses. De kikkerkoning vertelt hen dat ze het eiland nooit meer mogen verlaten. Filiberke moet ook nog meedoen aan een wedstrijd om de hand van de prinses te veroveren. Filiberke wint de wedstrijd. Jommeke kan de koning ervan overtuigen hen te laten gaan. Voor ze vertrekken zoeken ze nog naar het geheim van de reuzenkikkers. Het blijkt dat professor Gobelijn jaren geleden op het eiland proeven heeft gedaan. Zonder dat hij het wist hebben de kikkers een vermenselijking ondergaan.
123
Annemieke en Rozemieke vinden een beeldje in een vuilnisbak. De eigenaar vertelt dat hij ooit het beeldje, in het Verre Oosten, van een oude Cambodjaan heeft gekregen. Het beeldje zou geluk brengen. Wanneer de Miekes het beeldje aan Jommeke willen laten zien springt Pekkie hen tegemoet en het beeldje valt. Uit het kapotte beeldje steekt een papiertje. Professor Gobelijn ontcijfert wat er op staat. Er is sprake van een tempel in Angkor in Cambodja. Jommeke en zijn vrienden vertrekken met twee vliegende tonnen richting Cambodja. Onderweg raken ze hun plannetje kwijt. Ze overnachten in de buurt van een tempel. Filiberke ontdekt dat er wat loos is met een beeld. Via een hol beeld komen ze in de schuilplaats van een oude schattenzoeker. Ze gaan verder op zoek naar een schat. Ze ontdekken nog een hol beeld. Via een onderaardse trap komen ze bij de verborgen schat. Twee Cambodjanen stelen echter wat later de schat. Na wat geharrewar kunnen Jommeke en zijn vrienden de schat opnieuw bemachtigen. De maharadja die ter plaatse aankomt zorgt voor een verdeling van de schat.
122
Jommeke en Filiberke gaan kijken naar de inboedel van wijlen Isidoor Vrek. Daar ontmoeten ze Estella Saprinetta. Zij zou graag het tentoongestelde schommelpaard kopen. Bij de verkoop zijn er twee ongure figuren die ook bieden op het schommelpaard. Estella biedt steeds hoger en het schommelpaard wordt haar uiteindelijk toegewezen. Wat later stelen de twee mannen het schommelpaard. Pekkie kan één van de mannen in de broek bijten. De man verliest zijn portefeuille. Zo komen Jommeke en zijn vrienden er achter dat ze te maken hebben met iemand uit Bohemen. Met z'n allen trekken ze naar Bohemen. Na aankomst wordt Estella ontvoerd. Jommeke en Filiberke gaan op zoek maar worden flink tegengewerkt. Ze verkleden zich dan als zigeuners en met een woonwagen rijden ze naar het zigeunerfeest. Op het feest verschijnt de dief met het schommelpaard en wordt Estella geboeid op het podium gebracht. Na wat woordenwisselingen wordt alles duidelijk. Het schommelpaard blijkt de sleutel te zijn van de verborgen zigeunerschat. Na het blootleggen van de schat wordt met de opbrengst een zigeunerstad opgebouwd.
121
De Mac Rums vinden een doedelzak zonder pijpen. In het bijbehorende document wordt verteld dat bij het bespelen van de doedelzak, in de salon van Jampudding, men toegang zal krijgen tot het familiegeheim. Mac Rum kan Jampudding uit zijn kasteel verdrijven. Jommeke, Filiberke en Jan Haring maken een tocht. Zij vinden een S.O.S.-bericht van Jampudding. Ze vertrekken meteen richting Schotland. Eenmaal aangekomen worden ze al vlug uitgeschakeld door Mac Rum. Via een onderaardse gang kunnen ze ontsnappen. In Jampudding zijn kasteel zoeken de Mac Rums naar de doedelzakpijpen. Via de onderaardse gang komen Jommeke en zijn vrienden terug het kasteel binnen. De Mac Rums kunnen uitgeschakeld worden. De doedelzakpijpen zijn intussen gevonden. Nadat deze pijpen op de doelzak zijn bevestigd speelt Jampudding de Tureluremars. Plots gaat een geheim luik open. Een doedelzak met gouden pijpen komt te voorschijn.
120
Archibald van Buikegem komt Jommeke halen voor een dringende opdracht. Lord Chester, Archibalds vriend, zit met een probleem. De vlag van Nieuw-Zeeland is weg voor herstelling. Nu moet die vlag tijdig terug zijn om de regering niet te laten vallen. Jommeke en zijn vrienden krijgen de opdracht om de vlag ongemerkt terug te brengen, ze mag immers niet in handen van de tegenstanders vallen. Onderweg zet Flip nog eens de bloemetjes buiten. Jommeke en zijn vrienden gaan Flip zoeken. Wanneer ze terug komen stellen ze vast dat hun kamer grondig doorzocht is. Wat later komen ze erachter dat het brein van de bende, die achter de vlag aan zit, de nicht van Lord Chester is. Met wat handigheid is Gertruut Chester in het bezit van de vlag gekomen maar uiteindelijk zal blijken dat deze vals is. Wanneer ze dan ook haar intrede doet als koningin van Nieuw-Zeeland wordt ze ontmaskerd en gearresteerd. Jommeke en zijn vrienden worden gedecoreerd tot ereminister voor het leven.
119
Een bende apen van Paradijseiland komt bij Jommeke aan. Om de apen te huisvesten wordt, na wat problemen, een circustent opgericht. De apen worden allerlei kunstjes aangeleerd en een circusvoorstelling wordt georganiseerd. Gobelijn maakt intussen een spreekmiddel voor de apen. Het slotnummer bij de circusvoorstelling is niets minder dan 'de zingende apen'. Ondertussen is Jommeke ook te weten gekomen waarom de apen naar Zonnedorp zijn gekomen. Op Paradijseiland is namelijk een vlooienepidemie. Intussen zijn de toeschouwers vergeven van de vlooien. Met een anti-vlooienmiddel kan iedereen van de vervelende beestjes verlost worden.
118
Anatool wint de lotto. In de krant staat ook het bericht dat het kasteel van Achterberg verkocht wordt. De koningin van Onderland is razend en beraamd een plan. Kwak en Boemel zijn intussen café-uitbaters geworden. Wanneer Jommeke en Filiberke Anatool ontmoeten vertelt hij hun over zijn trouwplannen. Wat later wordt Anatool door zijn verloofde van zijn geld beroofd. De verloofde blijkt niemand minder te zijn dan de koningin van Onderland. Anatool wil wraak nemen en trekt naar het kasteel van Achterberg. De koningin en haar knecht hebben er immers weer hun intrek genomen. Anatool wordt opgesloten. Wanneer Jommeke en Filiberke op onderzoek gaan worden ze verdreven door kanongeschut. Een paar dagen later gaat Jommeke nog eens langs het kasteel en merkt een bord op. Een goede soldaat wordt gevraagd. Teofiel meldt zich. Met zijn hulp kunnen ze de sterk vermagerde Anatool bevrijden en huiswaarts keren.
117
Odilon vindt in de huisbibliotheek een oud boek over zijn familie. Uit het boek valt een perkament. Odilon en de gravin vragen aan Jommeke om de tekst op het perkament te ontcijferen. Via professor Gobelijn komt een aanwijzing betreffende een Oostenrijkse burcht aan het licht. Met de vliegende bol vertrekken ze richting Oostenrijk en al snel komen ze bij de ruïne van Piepenburg aan. Daar vinden ze een steen met een handafdruk. Wanneer Odilon met zijn hand in de afdruk drukt schuift de steen opzij en wordt een diepe put zichtbaar. Ze verkennen de put en vinden een enorme schat. Ze krijgen echter problemen om terug uit de put te geraken maar met de hulp van een paard lukt het toch. De eigenaar van het paard, baron Loereberg, reageert nogal boos als hij de naam 'Van Piependale' hoort. Het geslacht Loereberg was in het verleden de aartsvijand van de 'Van Piependaeles'. Jommeke en zijn vrienden worden gevangen genomen en opgesloten. De baron wil dat Odilon afstand doet van zijn grond en de schat. Maar de baron en zijn twee zonen komen bij een grondverzakking vast te zitten bij de schat. Jommeke en zijn vrienden kunnen uit hun gevangenis ontsnappen en bevrijden de ongelukkigen. Odilon en Loereberg verzoenen zich. Met de schat wordt een nieuwe burcht gebouwd die de naam Piepeloereburg zal dragen.
116
Jommeke en zijn vrienden worden door Jan Haring uitgenodigd om hem te helpen bij de opknapbeurt van zijn nieuwe boot. Na een paar weken is het schip klaar voor de vaart en wordt 'De Piraat' gedoopt. Ze besluiten om naar Amerika te varen en Madam Pepermunt op te zoeken. Kwak en Boemel zijn op een zelf gemaakt vlot ook op weg naar Amerika om daar het geluk te zoeken. Na een storm worden ze opgepikt door de bemanning van 'De Piraat'. Eenmaal in Amerika gaat ieder zijn weg. Jommeke en zijn vrienden vergezellen samen met Madam Pepermunt een lading goud, die naar de stad gebracht moet worden. Wat blijkt nu, Kwak en Boemel zijn bankiers geworden. Het goud van Madam Pepermunt wordt in hun kluis gelegd. Maar de heren hun zaken lopen niet zo goed en ze besluiten valse dollars te drukken. Dit loopt echter fout en ze smeden een nieuw plan. Ze vervangen het goud van Madam Pepermunt door beschilderde loden blokken. Terug thuis verneemt Jommeke dat Madam Pepermunt in de gevangenis is beland. Onmiddellijk keert hij samen met Filiberke terug naar Amerika. De oplichters worden snel ontmaskerd en na wat problemen kunnen de echte goudblokken aan de sheriff overhandigd worden en Madam Pepermunt wordt vrijgelaten. Kwak en Boemel kunnen ontsnappen en keren weer richting Europa op een zelfgemaakt vlot.
115
Anatool krijgt als erfenis, van de barones waar hij werkt, een lappenpop. Hij is razend over zo'n prul. Jommeke en Filiberke krijgen ze voor een tombola. Een meisje wint de pop. De pop blijkt echter vol diamanten te zitten. Wanneer Anatool dit verneemt beraamt hij een plan. Hij treedt in dienst bij de mensen die de diamanten hebben gevonden. Wat later ontvoert hij het dochtertje en vraagt als losgeld de rest van de diamanten. Jommeke en Filiberke komen in actie en kunnen Anatool met geslepen glas om de tuin leiden. Het meisje keert terug naar haar ouders. Tot besluit laat Anatool zelfs nog zijn goed hart zien.
114
Dikke Springmuis heeft Jommeke en Filiberke uitgenodigd om de geboorte van zijn zoon te vieren. Plots komt een vreemde, uitgeputte krijger bij de Propere Voeten aan. De Kortbeenindiaan komt met een droef bericht. De zoon van zijn opperhoofd lijdt aan kriebelkoorts. Kriebelkruid is de enige remedie. Jommeke, Filiberke en Kleine Donder gaan op pad om het kruid bij de vijandige Langbenen te halen. Kleine Donder moet via deze tocht zijn adelaarsveer trachten te behalen. Al vlug worden Jommeke en Kleine Donder gevangen genomen door de Langbenen. Door toedoen van Flip kan Kleine Donder ontsnappen en de hulp inroepen van het oude opperhoofd. Alles wordt geregeld en Jommeke en zijn vrienden kunnen terug naar de Propere Voeten keren en dit met het kriebelkruid. Eens alles terug in orde is krijgt Kleine Donder zijn adelaarsveer.
113
Jommeke krijgt de atoommotor, die professor Denkekop ooit bouwde en die in de vliegende ton werd gebruikt, cadeau. Hij bouwt hem opnieuw in de ton in. Samen met zijn vrienden vliegt hij richting Schotland. Bij Jampudding aangekomen blijkt dat deze bezoek heeft van een ver familielid, Mac Rum en zijn vrouw en de twee zonen. De Mac Rums bedenken het twijfelachtige plan om hun zonen te laten trouwen met de Miekes. Ze ontvoeren hiervoor de Miekes. Jommeke, Filiberke en Mic Mac Jampudding trekken ten strijde om de Miekes te bevrijden. Jampudding komt helaas in een kerker terecht. Hij komt wel te weten waar de Miekes gevangen worden gehouden. In een laatste poging om de meisjes op een nieuwe plaats te verbergen worden ze aan boord gebracht van een duikboot. Jommeke en Filiberke kunnen de Mac Rums dwingen de Miekes vrij te laten. Wat later is ook Jampudding vrij.
112
Tita Telajora verliest haar stem. Professor Gobelijn wordt er bij gehaald om het probleem op te lossen. Het enige dat nog kan helpen is het ei van de smartlapvogel. De professor en zijn vrienden vertrekken naar het Amazonewoud. Tijdens hun tocht vinden ze na wat moeilijkheden een ei maar wat later worden ze gevangen genomen door indianen. Wanneer Gobelijn een indiaantje dat ook zijn stem kwijt is terug laat spreken wordt iedereen vrijgelaten. Het ei zijn ze kwijt en ze gaan op zoek naar een nieuw. Een ei vinden ze niet maar de smartlapvogel wel. Met de vogel keren ze terug naar Zonnedorp. De vogel legt een ei en wat later heeft Tita Telajora haar stem terug. Samen met de smartlapvogel geeft de zangeres een optreden.
111
Kwak en Boemel vinden dat ze hun levensstandaard best wat zouden kunnen verhogen. Ze gaan op zoek naar werk. Oliebollen bakken wordt een regelrechte ramp. Wanneer ze een nieuw hol graven stuiten ze op een oliebron. Ze richten een oliefirma op. Ze worden echte oliebaronnen. Ze kopen zelfs een kasteel. Anatool meldt zich aan als knecht. Intussen rijst er twijfel over de oliebron. Anatool is intussen verdwenen met de inhoud van de brandkast. Wanneer Jommeke en Filiberke op onderzoek gaan komen ze tot de ontdekking dat Kwak en Boemel gewoon olie aftappen van de pijpleiding van een oliefabriek. Kwak en Boemel worden op de hoogte gebracht. Als reactie ontvoeren ze Jommeke en Filiberke en sluiten hen op in een vervallen pand. Anatool brengt uit ongenoegen de bevoegde instanties op de hoogte. Alles komt nog tot een goed einde als Jommeke een goed woordje doet bij de minister van energie.
110
Professor Gobelijn krijgt een vriend op bezoek. Hij komt vragen om te zoeken naar de slurfeland. De haren van het dier zijn nodig om een viool van nieuwe snaren te voorzien. 's Anderdaags vertrekken professor Gobelijn en zijn vrienden per luchtballon naar het hoge Noorden. De speciale viool wordt op een geheime plaats bewaard. De viool is van Varazdina. Haar broer wil echter ook de viool in zijn bezit krijgen. Tijdens de expeditie naar de slurfeland trachten de broer en diens knecht stokken in de wielen te steken. Gobelijn en zijn vrienden slagen er in haren van de slurfeland te bemachtigen. Wanneer Varazdina de viool wil halen, blijkt deze verdwenen te zijn. Haar broer verplicht haar de troonsafstand te tekenen. Ze wordt vervolgens in een kerker opgesloten. Nu komen Jommeke en zijn vrienden in actie. De boze broer wordt verdreven en Varazdina kan weer op de troon plaats nemen. De viool komt ook weer boven water en Varazdina kan de wondermooie klanken weer ten gehore brengen voor haar onderdanen.
109
Dit album bevat gags uit de beginperiode van Jommeke. Het is een selectie uit 'Jommeke's album nr. 1, 2 en 3'. Deze albums verschenen nog voor 'De jacht op een voetbal' (Album: 1). In het album is ook een kort historisch overzicht betreffende Jommeke opgenomen. Jommeke is in de gags nog een kleuter van zo'n vijf jaar. Volledigheidshalve vindt u hierna een overzicht van de gags. De gags droegen in die periode allen een thematitel. Op ziekenbezoek. Drie koningen. Een instrument in goede staat. Als de soep te heet is. Jommeke de dierenvriend. Het prachtige zwemdok. De goede oplossing. De wonderbare visvangst. Te goed afgericht. Zo vangt men muizen. Help dan al iemand. Doe dan al een goed werk! Natte pech. De milde gever. De helper in nood. Jommeke, de beschermer der zwakken. Het zwaargewicht. Geschenken geven. Een radicaal middel. Jommeke zal het eens oplossen. Op vlinderjacht. Geen geluk! Lichaamsoefeningen. Het was toch roos. Slachtoffer der hulpvaardigheid. Het goed aas. Verkeerd begrepen. De klokken van Rome. Aan klemmende schuiven moet men hard trekken. Noten en okkernoten. Slechte manieren afleren. Deze nacht komt Sint Niklaas. De goede muzikant. BRAND! BRAND! BRAND! Te goed bekeerd. De boemerang. Het wiel met vier poten. O, die mode. Dubbele tegenslag. Jommeke speelt voor kanonbal. Jommeke maakt het gemakkelijker. Het verschrikkelijk ongeval.
108
Jommeke loopt Jan Haring tegen het lijf. Deze laatste vertelt een verhaal over een elektrische plant. Hij heeft de plant ooit op één van zijn zeereizen gezien en gevoeld. Met de vliegende bol vertrekken Jommeke, Jan Haring en de andere vrienden richting Stille Zuidzee. Op een eilandje vinden ze de bewuste plant. Met enkele exemplaren keren ze terug naar professor Gobelijn. De professor maakt een autootje dat aangedreven wordt met elektrische energie, afkomstig van de planten. Jommeke en zijn vrienden toeren rond met het wagentje. Een vreemd heerschap wil het wagentje kopen. De man blijkt de nieuwe minister van elektriciteit te zijn en toont de nodige interesse. Gobelijn heeft intussen een mini-elektriciteitscentrale, met sidderplanten, gebouwd. Tot slot wordt nog een politieke wens door Jommeke geformuleerd.
107
Mic Mac Jampudding heeft Jommeke en Filiberke, omwille van rare gebeurtenissen, naar Schotland laten komen. Ze gaan op onderzoek. In de nabijheid van het dorp is men begonnen met de ontginning van een steengroeve. Sedert de werken gestart zijn gebeuren de meest merkwaardige dingen. Ze ontdekken een ingang in een rots en in de berg vinden ze een stad. De bewoners van de stad zijn dwergen. Jommeke en Filiberke worden echter gevangen genomen, opgesloten en wat later aan het werk gezet. Flip wordt gemarteld. Tijdens de verwarring van een soort aardbeving trachten Jommeke en Filiberke te ontsnappen maar ze worden gegrepen. Flip kan ontsnappen en professor Gobelijn en de Miekes waarschuwen. De professor gaat op onderzoek maar wordt ook gevangen genomen. Na een woordenwisseling gaat Gobelijn, samen met een gevangen genomen grotonderzoeker, praten met de mensen van de steengroeve. De ontploffingen, bij het ontginnen van het gesteente, dreigen het onderaardse rijk te vernietigen. Gobelijn en zijn collega kunnen bekomen dat de werkzaamheden stop gezet worden. Na festiviteiten keren Jommeke en zijn vrienden huiswaarts.
106
Zoete Mosterd, de verloofde van Dikke Springmuis, is ontvoerd door de Lange Tanden. Trage Voet komt Jommekes hulp inroepen. Jommeke, Flip, Teofiel en Marie trekken naar de Far West. Eens daar gaan Jommeke en zijn vader op pad om Zoete Mosterd te bevrijden. Met de mededeling dat Zoete Mosterd dood is gaan Jommeke en z'n vader terug richting Propere Voeten. Flip ontdekt echter dat er iets niet pluis is. 's Nachts bevrijdt Flip Zoete Mosterd. Na het ontdekken van de ontsnapping trekken de Lange Tanden ten strijde naar de Propere Voeten. Jommeke kan bloedvergieten voorkomen door een danswedstrijd te organiseren. Dikke Springmuis wint en mag met Zoete Mosterd trouwen.
105
Jommeke krijgt van een man een houten kist met daarin een knook. In het bijgevoegde briefje wordt de herkomst van de knook beschreven en ook dat er een vloek op rust. Jan Haring nodigt zijn vriendjes uit voor een tocht met 'De Plank'. Er wordt besloten de knook terug naar de Azmoren te brengen te Irian Barat. Onderweg, op Sri Lanka, wordt Choco verliefd op een apin. Flip luistert toevallig twee mannen af en komt wat meer te weten over Azmor. Met 'De Plank' volgen ze de mannen. De twee brengen een valse knook naar de inboorlingen. Wanneer deze ontdekken dat ze bedrogen zijn worden de mannen gevangen genomen. Wat later brengen Jommeke en zijn vrienden de echte knook naar de inboorlingen. Er wordt feest gevierd. De inboorlingen schenken zelfs een kist vol goud. De twee ongure figuren worden vrijgelaten en ondernemen meteen nog een poging om de kist goud te bemachtigen. Het mislukt echter. 'De Plank' van Jan Haring heeft de het avontuur niet overleefd. Met de boot van de ongure figuren keren Jommeke en zijn vrienden huiswaarts.
104
Jommeke zoekt Bella nog eens op. Als hij terug huiswaarts keert volgt Bella hem. Marie is niet helemaal akkoord met de aanwezigheid van de koe. Jommeke trekt met Bella naar professor Gobelijn. Gobelijn leert Bella praten, zingen en piano spelen. Bella doet mee aan een zangwedstrijd. Ze wordt de laureate. Bella wordt de nacht daarop ontvoerd. De ontvoerder heeft een afscheidsbrief achtergelaten waarin Bella zogezegd meldt dat ze naar het klooster gaat. Na een krantenartikel over Bella, de zingende koe, vertrekken Jommeke, Filiberke en boer Snor naar Hollywood. Filiberke geraakt wel even tot bij Bella. Met het vliegtuig gaat het verder naar Washington waar ze een optreden in het Witte Huis geeft. Na een wereldtournee krijgt Bella wat problemen met haar manager en keert huiswaarts met een hele hoop geld. Boer Snor koopt een stereo-installatie voor Bella die het terug rustig aan doet.
103
Jommeke krijgt een brief uit Egypte. Professor Gobelijn zorgt voor de vertaling. Bij de brief zit ook een zaadje. Het zaadje moet geplant worden als de toestand op de wereld wanhopig is geworden. Wanneer er een plant gegroeid is moet een aftreksel van de bladeren aan de staatshoofden toegediend worden. Deze zouden dan vredelievend worden. Het zaadje moet wel kiemen met water uit de bron van oase El Razar. Wanneer Jommeke alles aan Filiberke vertelt, luistert een onguur figuur mee. Jommeke en Filiberke vertrekken richting Libische woestijn evenals het ongure figuur. De oase is voor een stuk onder het zand bedolven. Na wat graafwerk geraken ze bij de bron. Het onguur figuur is razend wanneer hij merkt dat het alleen gaat om water. Na nog wat moeilijkheden kan uiteindelijk het zaadje ontkiemen. De professor maakt een aftreksel. In New York kunnen Jommeke en Gobelijn het aftreksel mengen in de wijn van de wereldleiders. Er wordt gezorgd voor een betere wereld. Op de struik staat één bloempje en er vormt zich één nieuw zaadje.
102
Bij de gravin van Stiepelteen komt op een avond een vampier binnenvallen. Hij gaat aan de haal met juwelen. Jommeke wordt op de hoogte gebracht. Informatie over de vampier van Drakenburg is nergens terug te vinden. Het tweede slachtoffer van de vampier is Estella Saprinetta. Jommeke, Filiberke en de Miekes gaan op de loer liggen. Intussen blijft de vampier verder op rooftocht gaan. Jommeke wil de vliegende bol gebruiken om de vampier te ontmaskeren. Bij professor Gobelijn verneemt hij dat er een klein straalmotortje is gestolen. Wanneer een Italiaanse gravin haar intrek neemt op het kasteel Kikkervreugd, net buiten Zonnedorp, vermoedt Jommeke dat de vampier daar ook zijn slag zal willen slaan. De vampier ontmaskeren lukt niet. Jommeke bedenkt een list. Hij vermomt zich zelf als een gravin en via een krantenartikel maakt hij bekend dat de gravin haar intrek in een kasteel heeft genomen. Anatool komt al vlug zijn diensten aanbieden. 's Nachts wil de vampier zijn slag slaan maar Jommeke en zijn vrienden ontmaskeren de zogenaamde vampier. Ze nemen alles wat Anatool reeds gestolen heeft in beslag.
101
Professor Burton en zijn gids komen meer dood dan levend uit het Amazonewoud. Wat later krijgt Professor Gobelijn een briefje van zijn collega. Samen met Gobelijn vertrekken Jommeke, Flip en Filiberke richting Amazonewoud. Eens aangekomen trekken ze met professor Burton diep het woud in. Na een moeizame tocht komen ze aan bij een beeld. In de buurt vinden ze ook allerlei dieren van betrekkelijk grote afmetingen. Wat later komen ze dan aan bij een tempel. De tempel staat vol beelden met een drakenkop. Plots is Jommeke verdwenen. De anderen gaan op zoek en komen zo bij een stam van zeer dikke indianen. Jommeke wordt er aanbeden als een god. Hij wordt naar de tempel gebracht en daar wordt een zeer magere inboorling geofferd aan een reusachtige hagedis. Er blijkt een stammentwist te bestaan tussen de 'dikken' en de 'mageren'. Dankzij Gobelijns laatste vinding, een vredesgas, verzoenen de stammen zich. Plots breekt de hagedis uit maar dankzij het vredesgas wordt hij meteen zeer vredelievend. Het gezelschap kan rustig huiswaarts keren.
Professor Gobelijn vraagt via een telegram of Jommeke naar Jambajochie in Mexico wil komen. Jommeke, Flip en Filiberke vertrekken spoedig. Eens aangekomen stelt Gobelijn zijn nieuwste vinding voor, 'de plastieken walvis'. Een journalist merkt een en ander en schrijft een krantenartikel. Anatool smeedt, na het lezen van het bericht, snode plannen. Gobelijn gaat met z'n vrienden, in z'n nieuwe duikboot, op zoek naar een scheepswrak in de Baai van Mokapaka. Uit het wrak halen ze een grote hoeveelheid goudstaven. Anatool maakt zich meester van het schip dat de goudstaven aan boord heeft. Dankzij Flip kan het avontuur succesvol beëindigd worden en kan de goudschat voor goede doelen aangewend worden.
49
Een bende met groene maskers zaait terreur. Jommeke wil wat meer te weten te komen. Samen met Flip en Filiberke trekt hij op pad. De bende neemt hen gevangen. Ze komen nu wel te weten dat ook Anatool tot de bende behoort. Nadat ze zichzelf hebben kunnen bevrijden en na zowel Anatool, als de Grootmeester van de Groene Maskers, uitgeschakeld te hebben, trekt Jommeke de kleren van grootmeester aan. In de wijn doet hij slaappillen. Bijna loopt het fout wanneer Anatool en de echte grootmeester komen opdagen. De politie is echter tijdig in actie gekomen en leidt alles in goede banen.
48
Filiberke en de Miekes vinden een stukje perkament in een oud hol been. Professor Gobelijn zorgt voor de ontcijfering van de boodschap op het perkament. Op Giraffeneiland zou nu een reuzenbeeld van zilver staan. Anatool heeft echter ongemerkt alles afgeluisterd. De professor, Jommeke, Flip en Filiberke vertrekken op zoektocht. Anatool en Smosbol achtervolgen hen. Eenmaal op het eiland gaan ze op tocht met een muilezel en twee ezeldrijvers. De ezeldrijvers, de vermomde Anatool en Smosbol, bemachtigen een vals plannetje en gaan hiermee op zoek naar de zilveren giraf. Al vlug ontdekken ze dat ze beetgenomen zijn. Als wraak wachten ze Jommeke en z'n vrienden op en nemen hun gevangen. De professor wordt verplicht te zeggen waar de zilveren giraf staat. Anatool en Smosbol graven de giraf voor een stuk los. Hevige regenval zorgt voor het wegspoelen van aarde en laat de giraf en de twee, op zilver beluste elementen, in het kratermeer storten. Na hun bevrijding, keren Jommeke en z'n vrienden huiswaarts.
47
Anatool en Smosbol stelen een halssnoer bij een juwelier. De diefstal verloopt niet echt vlot. Tijdens hun vluchtpoging belanden ze in de zoo. Daar verbergen ze het halssnoer. Jommeke en Filiberke brengen een bezoek aan de zoo. Choco is thuis weggelopen en gaat ook naar de zoo waar hij voor heel wat problemen zorgt. Hij geraakt er gewond en moet voor verzorging in een kooi in de zoo blijven. In de kooi vindt hij het verborgen diamanten halssnoer. Anatool en Smosbol trachten hun buit terug te halen maar Choco gaat aan de haal met het halssnoer. Uiteindelijk komt Choco met het halssnoer bij Jommeke thuis en kan het aan de juwelier terugbezorgd worden.
46
Jommeke krijgt een koninklijke brief. Zijn hulp wordt gevraagd door de koning van Asnapije om diens ontvoerde zoon terug te vinden. Samen met Flip en Filiberke worden ze per privé-jet naar Asnapije gebracht. Met dit vliegtuig gaan ze later op onderzoek uit. Onderweg krijgen ze motorpech. Een aap helpt hen. Wat later komen ze terecht bij inboorlingen. Jommeke wordt er aanzien als een tovenaar. De aap zorgt uiteindelijk ongewild dat de zak goud met het losgeld betaald wordt. Met een feestmaal wordt de goede afloop gevierd.
45
De firma 'Rein en fijn' richt een grote prijskamp in. Wie zich drie maanden niet wil wassen zal daarna in één beurt met de zeep van de firma proper gewassen worden. Filiberke neemt de uitdaging aan. Jommeke zorgt ervoor dat Filiberke door zijn moeder niet kan gewassen worden. Na heel wat perikelen is Filiberke niet meer om aan te zien. Uiteindelijk mag zijn moeder hem voor de prijskamp wassen. Filiberke wordt vervolgens uitgeroepen tot de zeepkoning.
44
De gagthema's uit 'De Jommekesclub' (eerste druk): Demonstratie met pijl en boog. Op eendenjacht. Choco plukt appels. Choco en de drinkbare prijs van de tombola. Tabak en brand. Choco's nieuw kostuum. Hoofdprijs van de tombola. Ziekenwagen met twee voeten. De was drogen. Choco's bijverdienste. Gobelijn en de verloren schoen. Choco herstelt de muur. Gebroken vazen. Clubhuis zonder deur. Pekkie wordt vader. Rijdende sofa. Gevangen dieren verlossen. Vliegend Filiberke. Choco was moe. Verstoorde picknik. De tent vergeten. Filiberke zorgt voor brandhout. Kamperen bij regenweer. Het schaap had kou. De merkwaardige vogel. De droom-ballonvaart. Muziek oefenen. Gered van de verdrinkingsdood. Choco, onweer en wijn. Choco heeft tandpijn. Koorts meten. Geld verzamelen voor een nieuwe bal. Mislukte visvangst. Het regent binnen. Filberke en een bad vol beton. Nieuwe deurbel. Versleten hangmat vervangen. Nestkastje en peren. Te licht boompje. Hulp bij ongeval.
43
Een Indische prinses is verdwenen. In de krant staat naast de mededeling ook een foto. Filiberke is meteen stapelverliefd. Hij gaat het verdwenen meisje zoeken. Jommeke, Flip, Annemieke en Choco gaan hem achterna. Ze pikken Filiberke onderweg op en gaan samen verder op zoek. Ze weten met de hulp van een orang-oetan de prinses te bevrijden. Nu blijkt de prinses om en bij de twintig te zijn en Filiberkes trouwplannen vallen in duigen.
42
Filiberke koopt een vaas op de voddenmarkt. Thuis gekomen stoot Filiberke de vaas van de kast. Op een van de scherven staat een boodschap betreffende een witte bolhoed waaraan moet gekrabd worden. Filiberke, Jommeke en de Miekes gaan op zoek naar bolhoeden. Het wil niet direct lukken om een witte bolhoed te vinden tot Jommeke bedenkt dat Engeland het land van de bolhoed is. Met de hulp van vissers komen ze in Engeland. Na informatie, van een oude visser en een cafébaas, gekregen te hebben trekken ze naar het domein van een zekere familie Pimpeldon. Ze worden echter in de gaten gehouden door een onguur figuur. In de grafkelder vinden ze een witte bolhoed. Het onguur figuur weet de bolhoed te bemachtigen. Met wat hulp van Choco krijgen ze de bolhoed weer in hun bezit. Na de bekleding te hebben verwijderd blijkt de bolhoed van massief goud te zijn.
41
De Propere Voeten zijn in het bezit gekomen van een halve lap waarop vreemde tekens staan. De andere helft is in het bezit van de vijandige stam, de Ketelbuiken. De hulp van Jommeke wordt ingeroepen om de Propere Voeten de tweede halve lap te bezorgen. Jommeke en Flip worden echter door de Ketelbuiken gevangen genomen. De Ketelbuiken kunnen ook de halve lap, die in het bezit van de Propere Voeten is, bemachtigen. Zij gaan op zoek naar de verborgen schat. Wat blijkt nu... de schat is een vredelievende boodschap aan alle indianenstammen: 'Aan hen die op zoek zijn naar een schat. Onthoud dit! VREDE IS DE GROOTSTE SCHAT! Alle stammen moeten de strijdbijl begraven en de vredespijp roken. Dan eerste zullen alle roodhuiden als echte broeders veel gelukkiger zijn. Zo wil het ook de Grote Geest. Dit zijn mijn laatste woorden. Grote Bliksem.' Beide stammen begraven de strijdbijl en roken de vredespijp.
40
De koningin van Onderland neemt opnieuw haar intrek in het kasteel van Achterberg. Anatool biedt zijn diensten als knecht aan. Al vlug ontstaat het plan om Jommeke voor eens en altijd te overwinnen. Ook de hulp van Kwak en Boemel wordt ingeroepen. De bende gebruikt als strijdkreet 'Anakwaboe'. Na een mislukte aanslag is Jommeke gewaarschuwd. Desondanks wordt Flip gevangen genomen. Om Flip te redden geeft Jommeke zich over. De Miekes, Filiberke, Pekkie en Choco gaan in de tegenaanval. Ze dringen het kasteel binnen en bevrijden Jommeke en Flip. Met z'n allen kunnen ze de hele bende in een kerker gevangen zetten.
39
Annemieke en Rozemieke krijgen van koning Rono een chimpansee als cadeau. Koning Rono is de vader van het prinsje dat ze in het vorige verhaal naar Thailand hebben gebracht. Daar de chimpansee zeer graag Choco lust krijgt hij de naam Choco. Choco haalt verder de meest onmogelijke dingen uit en jaagt menig persoon de stuipen op het lijf.
38
Bij Jommeke wordt een doos, met een baby erin, in de tuin achtergelaten. In een bijgevoegde brief wordt gevraagd of hij de baby naar Thailand wil brengen. Samen met de Miekes en Filiberke wordt de baby in een uitgeholde kaasbol naar Thailand gebracht. Na allerlei hindernissen te hebben overwonnen bereiken ze hun eindbestemming. De baby blijkt een prinsje te zijn.
37
Jommeke wil een cadeau voor Filiberkes verjaardag kopen, maar zijn spaarvarken is leeg. Op zoek naar een cadeau vindt hij een scheepje in een vuilnisemmer. Op het scheepje staan vreemde cijfers en letters. Het vermoeden dat er ergens een verbogen schat ligt groeit. Samen met Filiberke wordt de zoektocht gestart. In de heide graven ze een schat op. Een arme stroper berooft hen. Wat later wordt de stroper gevat en kunnen ze toch met de schat huiswaarts keren.
36
Jommekes vader kapt zijn neus af tijdens het houthakken. Jommeke roept de hulp in van professor Gobelijn om z'n vader een nieuwe neus te bezorgen. Professor Gobelijn maakt een neuspoeder. In opdracht van de minister van volksgezondheid maakt Gobelijn ook een gezondheidspoeder. Dit laatste zal door de bakkers in brood verwerkt worden. Het neuspoeder komt echter in het brood terecht en heel Zonnedorp krijgt te maken met een grote neuzenepidemie. Na eerst nog een haargroeimiddel te hebben gevonden maakt hij een antineusgroeimiddel en raakt het probleem opgelost.
35
De gagthema's uit 'Gekke grappen' (eerste druk): Chocolademelk maken met koe in de keuken. Meid gevraagd. Hongerige honden vlees geven. Familiebezoek en slapen in de kelder. Wakker worden op het stort. De trap schilderen. Beton in het bad. Toeter als vervanger van de deurbel. De stofzuigerverkoper. Wassen met droog water. Jachthond Pekkie. Visvangst. Jommeke en Filiberke met de auto. De weg vragen en rondgestuurd worden. De koe als grasmaaier. Pekkie krijgt hulp van de 100-dienst. De fanfare en de kurk. De afwas. Jommeke als kruiwagen. De fles champagne en het schip. Dorst lessen. De haag drastisch geknipt. Oplossing voor een klemmende deur. De schoorsteen reinigen. Jommeke babysit. De schildersezel. Betonnen zandtaartjes. Limonadeverkoop. Roeitraining. Een pak slaag. De nieuwe broek gebakken. Een stijve nek. De barbaarse barbier. Ruzie en koekjes. Een dikke appel. Madam takelen. Een lekke boot. Lampenkaphoedje. Vadertje en moedertje. Muizenvallen. Spieren oefenen. Verlaten honden. De nieuwe tafel. Grasmachinerace. De verkeerde krijgt een mep. De verjaardagstaart. Zorg voor de arme koe. Klein zwembad. Hard gebakken taart. De vloer geschilderd.
34
Tijdens een ontspannende vlucht merkt Flip Anatool op. Jommeke gaat op onderzoek en wil de baron, waar Anatool in dienst is, zo vlug mogelijk waarschuwen. Jommeke wordt door Anatool overmeesterd en gevangen gezet in de kelder van het kasteeltje. Anatool rooft de familieschat van de baron en slaat op vlucht. Intussen heeft hij ook Jommeke bij een vriend ondergebracht. Flip, Filiberke, de Miekes en de baron gaan op zoek naar Jommeke. Anatool brengt Jommeke dan onder bij Kwak en Boemel. Deze laatsten eisen al vlug een deel van de schat. Hierna begint een achtervolging tussen de bende met Jommeke als gijzelaar en Jommekes vrienden. Uiteindelijk kan Jommeke bevrijd worden en komt de schat terug bij de baron terecht.
33
Jommeke brengt de ontplofte stofzuiger van z'n moeder naar professor Gobelijn. Daar gekomen komt hij totde vaststelling dat de professor ontvoerd is. Een radiobericht brengt Jommeke de oplossing: 'Gobelijn bevindt zich in de Sahara'. Samen met Flip en Filiberke gaat hij op zoek naar de professor. Nadat ze een eind in de woestijn getrokken zijn zien ze plots groene wolken. In een nabij gelegen rotsmassa vinden ze een ingang van een oude tempel. De tempel is omgebouwd tot een reusachtig laboratorium. Gobelijn moet er in gevangenschap een middel zoeken om de hele mensheid in slaap te krijgen. Gobelijn kan bevrijd worden maar al vlug worden ze achterna gezeten door gezanten van de generaal Carlos dela Rubarbos. Gobelijn wordt zelfs een tweede maal ontvoerd. Uiteindelijk kan hij, verkleed als vrouw, ontsnappen en kunnen de boeven ingerekend worden.
32
Jommeke heeft het zeiljacht van Archibald van Buikegem in bruikleen gekregen. Samen met zijn vrienden vaart hij de oceaan op. In een storm vergaat het schip en ze spoelen aan op een onbekend eiland. Het eiland blijkt bewoont te zijn door minimensjes, de Pimpeltjes. De prinses blijkt ziek te zijn. Flip wordt er op uit gestuurd om professor Gobelijn te halen. Gobelijn zorgt voor genezing en samen keren ze huiswaarts na genoten te hebben van een lekker maal.
31
Professor Gobelijn heeft van uit de wildernis een gorilla laten overkomen. Hij wil bewijzen dat hij van een gorilla een beetje mens kan maken. Dit lukt vrij goed. De gorilla kan zelfs spreken. Na een ontmoeting met de begijntjes is Mataboe, de gorilla, verliefd geworden op Eufrasieke, het kleine nonnetje. Tijdens een onweer komen Mataboe zijn instincten boven en ontsnapt hij. Hij ontvoert ook Eufrasieke en brengt haar naar een klein eilandje. Jommeke en de begijntjes kunnen met de hulp van vissers Eufrasieke bevrijden. Mataboe wordt op een schip gezet en in Afrika aan land gezet waar hij prompt koning van de wildernis wordt.
30
Filiberke wint een vliegtuig. Samen met Jommeke vliegt hij naar Amerika. Na een nachtelijke landing merken ze 's morgens dat ze te midden van de indianen zitten. Ze worden gevangen genomen en ter dood veroordeeld. Er is echter redding mogelijk. De dochter van Dikke Springmuis, het opperhoofd van de Propere Voeten, wordt gevangen gehouden door de naburige indianenstam 'de Ketelbuiken'. Wanneer ze 'Zoete Lelie' kunnen bevrijden, dankzij Flip die fungeert als gezant van 'De Grote Geest', zijn ze weer vrij. Met het vliegtuig kunnen ze dan ook nog een aanval van de vijandige Ketelbuiken verijdelen.
29
Jommeke en Filiberke zoeken hun voetbal tussen het schroot van de schroothandelaar. Zo zijn ze getuige van hoe twee dieven er een pak komen verbergen. Samen willen ze het pak naar de politie brengen, als Gobelijn juist langs komt met de auto. Met z'n allen gaan ze naar professor Gobelijn thuis. Daar doet zich een ontploffing voor. De verpakking van het pak is beschadigd en zo komen ze te weten dat er een atoommotor in zit. Gobelijn stelt de motor op punt en bouwt hem in, in de ton van Jommeke. Met z'n vrienden trekt deze in de vliegende ton richting Schotland, naar Mic Mac Jampudding. De vliegende ton is niet ongezien gebleven en het leger, boeven en de uitvinder van de motor spoeden zich ook richting Schotland. Wanneer Jommeke met Mic Mac Jampudding en Arabella een tochtje met de ton maakt doet zich plots een motorstoring voor. Gobelijn wordt door Filiberke verwittigd. Met de aanwijzingen die Gobelijn gegeven heeft kan nog op het nippertje voorkomen worden dat de ton in verkeerde handen valt. In het kasteel van Jampudding komen ze met z'n allen weer op krachten.
28
Marie raakt haar haren kwijt door een defecte haardroger. Jommeke roept de hulp van professor Gobelijn in. Deze zorgt voor een haargroemiddel in gasvorm. Hij maakt een enorme voorraad om nog andere mensen te kunnen helpen. Het gas wordt opgeslagen in ballonnen. 's Nachts zorgt een uil ervoor dat het gas kan ontsnappen. Heel Zonnedorp ontwaakt met lang haar. Gobelijn maakt een antihaargroeimiddel. Dit laatste heeft als bijwerking dat hijzelf en de andere proefpersonen enorm sterk worden. Uiteindelijk vindt Gobelijn in zijn formule dat de uitwerking van het middel na een paar weken vanzelf stopt en dat je de haren niet moet afknippen.
27
Jommeke wordt uitgenodigd door de president van Amerika. Eens in Amerika krijgt hij de opdracht een geheim bericht naar Istanboel in Turkije te brengen. De spionnen liggen echter op de loer. Jommeke is die spionnen echter te slim af en volbrengt zijn opdracht met glans.
26
Professor Gobelijn vindt dat kinderen meer vakantie moeten hebben en bedenkt een wijsheidsdrank. Jommeke test de drank met succes. Jommeke en Filiberke zorgen ervoor dat iedereen, via de waterleiding, het drankje naar binnen krijgt. Twee dagen later blijkt de jeugd enorm intelligent geworden te zijn. Leraren en dokters staan voor een raadsel. Nog wat later blijkt het drankje bij volwassenen omgekeerd te werken. Ook Gobelijn is weer kind geworden. Jommeke neemt de leiding en roept de kinderen op om goed voor hun ouders te zorgen. De volwassenen moeten terug naar school. Jommeke bedenkt een nieuwe wijsheidsdrank en de ouders krijgen hun verstand terug. De kinderen raken helaas hun superintelligentie weer kwijt en moeten terug naar school. Ook Flip, die door het drankje kon lezen, verliest jammerlijk genoeg deze extra eigenschap.
25
Na de verloren zoon te hebben teruggevonden, keren Jommeke en z'n vrienden terug. In het kasteel van Jampudding hebben de Gravin van Stiepelteen en haar verloofde, baron Odilon van Piependale, hun intrek genomen. Ze wachten er op Jommeke. Odilon is zijn verlovingsring kwijt. Hij had hem in één van zijn snuifdozen verstopt. De snuifdozen heeft hij echter verkocht. Jommeke gaat nu op zoek naar de nieuwe eigenaars en tracht de snuifdozen te controleren op hun inhoud. Jommeke komt op zijn zoektocht Anatool tegen die hem prompt voor een tijdje gevangen zet. Anatool bemachtigt nog twee snuifdozen maar zonder resultaat. Uiteindelijk komt de ring tevoorschijn uit de achterzak van Odilon.
24
Mic Mac Jampudding komt in het holst van de nacht bij Jommeke binnenvallen. Hij heeft in zijn kasteel een oud perkament gevonden. Professor Gobelijn zorgt voor de ontcijfering van het document. Er blijkt nu ergens ver weg nog een familielid van Jampudding te bestaan. Met de vliegende bol van Gobelijn gaan ze op zoektocht. Op een onbekend eiland, in de Stille Oceaan, wordt het familielid teruggevonden. Groot is hun verbazing wanneer het familielid vertelt dat zijn leeftijd zo'n vier- tot vijhonderd jaar is. Hij dankt deze hoge leeftijd aan de kracht van speciaal bronwater. Na enkele zonnige vakantiemaanden trekken Jommeke en zijn vrienden weer huiswaarts.
23
De gagthema's uit 'Dolle fratsen' (eerste druk): Natte visvangst. Paaseieren en lakens. Het grootste gewicht. Grasmaaier geautomatiseerd. De afwas aan de waslijn. Natte ontsnapping. De kapotte vaas. De televesie ondersteboven. Grasmaaien. Kanovaren met vader. Het zware pak. Vader opbeuren. Bal en bloempot. Jommeke knipt haren. Van de stok en de taart. Foto's maken. Pianoles. Frisse lucht op de trein. Boekenrekken. De schommel. Turnen op doktersadvies. Natuurmens. Sint Franciscus. Muziek oefenen. Snotvalling. Sneeuwruimen. Dan is men al eens hulpvaardig. Automatische wasser. Schommel met probleempje. Gewichtheffen. Pannenkoeken bakken. De radio werkt niet. Straffe magneet. Wind in het zeil. Zonnebad. Jommeke's kop. Jong zijn. Muggen. Driekoningen. Goede daad gedaan. Jankende kater. Herstelling aan het dak.
22
Professor Gobelijn vindt een drankje uit waarmee je onzichtbaar wordt. Jommeke beproeft het drankje en samen met Flip en Filiberke worden allerlei grappen uitgehaald. Een onguur figuur ontvoert Flip. Flip kan echter vlug door Jommeke bevrijd worden. Het ongure figuur stuurt Kwak en Boemel op pad om de uitvinding van Gobelijn te stelen. Ze stelen de brandkast leeg. Jommeke en Flip zetten alles in het werk om de documenten terug te krijgen. Uiteindelijk blijken de documenten van de professor niet gestolen te zijn. In de brandkast lagen albums van Jommeke en de echte documenten lagen in de ijskast. Kwak, Boemel en hun opdrachtgever komen in de gevangenis terecht.
21
Jommeke knutselt met de motor van de grasmaaier en z'n autoped een soort bromfiets in elkaar en trekt samen met Flip op avontuur. Ze komen na een tijdje aan bij een middeleeuws ogend stadje. 's Nachts dringen ze het stadje binnen. Al vlug worden ze opgepakt. In de stad blijken zeer merkwaardige mensen te wonen. Na voor de rechter te zijn verschenen mag Jommeke vrij rondlopen in de stad. Hij moet wel helpen waar hij kan. Na een tijdje komt er telefoon van Teofiel die z'n zoon onmiddellijk naar huis wil zien komen.
20
De apen van Paradijseiland komen bij Jommeke op bezoek. Ze vernielen een en ander bij Jommeke thuis en in de rest van Zonnedorp. Professor Gobelijn test nog een nieuwe uitvinding uit op een aap. Wanneer uiteindelijk de brokken bij Jommeke thuis hersteld zijn vertrekken de apen terug naar Paradijseiland.
19
Jommeke graaft een kruik op. In de kruik bevindt zich een rolletje papier met een geheime boodschap. Professor Gobelijn ontcijfert de boodschap. Jommeke en z'n vrienden gaan op zoek naar wat er mogelijk te vinden zou zijn. Op de meest onmogelijke plaatsen vinden ze nog nieuwe boodschappen. De laatste boodschap vinden ze op tweehonderd meter van de eerste. Tot slot heeft Jommeke nog 5 miljoen gewonnen met de loterij.
18
Flip woont nog steeds op het kasteel van de gravin van Stiepelteen. De gravin vertrekt op reis en Flip kan niet mee. De gravin vraagt Jommeke om op Fifi te letten tijdens haar afwezigheid. Bij Jommeke thuis is het geen leven meer als Fifi en Pekkie de boel op stelten zetten. Jommeke en Filiberke besluiten dan ook maar om op reis te gaan. Ze doen dit met de oldtimer die ze in de stallen van het kasteel vinden. Na een tijdje reizen komen ze in Spanje terecht. Bij een bezoek aan de stierengevechten laat Fifi alles in het honderd lopen. Wanneer ze op zoek zijn naar een hotel komen ze terecht bij de familie van de gravin. Er is een blij weerzien met Fifi.
17
Jommeke en Filiberke gaan kamperen. Wanneer een storm hun tent wegblaast gaan ze aankloppen bij een naburig kasteel. De gravin nodigt hen uit om nog enkele weken te blijven. Jommeke heeft al vlug door dat er met de knecht iets niet pluis is. Flip ontdekt een onderaardse gang. De knecht kan ontmaskerd worden net wanneer hij de familieschat heeft opgegraven. De knecht is niemand minder dan een vermomde Anatool. Flip is intussen een beetje verliefd geworden op de gravin en heeft de intenties om graaf te worden.
16
Jommeke en Filiberke zijn aan zee. Jommeke botst tegen een nogal struis gebouwde man. Van de man krijgen ze een motorboot in bruikleen. Bij het varen met de boot vinden ze een veldfles met een boodschap in. De boodschap is ondertekend met 'J. G.' en ze komt uit Zuid-Amerika. Er wordt besloten om op onderzoek te gaan. Als blinde passagiers aan boord van een vliegtuig geraken ze in Zuid-Amerika. Na enkele hachelijke belevenissen vinden ze J. G.. Het is de sterk vermagerde Jeremias Gobelijn. Samen met hem vinden ze wat later, in een geheime bergplaats, een gouden jaguarbeeld.
15
Pekkie zijn staart wordt afgeknipt door een man die zijn haag snoeit. Professor Gobelijn ontwikkelt een staartgroeimiddel en wat later is voor Pekkie weer alles in orde. Wanneer dit staartgroeimiddel per ongeluk in de waterleiding terecht komt krijgen de bewoners van Zonnedorp een staart. Na hun eerste schrik passen de mensen zich vrij vlug aan de nieuwe situatie aan. Professor Gobelijn probeert zijn vergissing recht te zetten. Een eerste poging mislukt. De mensen en de dieren gaan nu ook nog zweven. Wanneer Jommeke voor een derde keer poeder aan het water in de waterleiding toevoegt komt alles terug in orde.
14
Jommeke gaat wandelen in de natuur en komt aan een groot bos. Onder een holle boom vindt hij een opening met en trapje en verder een tunnel. Hij volgt de tunnel en komt in Kabouterland terecht. Daar maakt hij kennis met de belangrijkste bewoners. Er wordt hem verteld dat de koning erg ziek is sedert drie heksen Kabouterland plagen. Samen met de kabouters trekt Jommeke ten strijde en kunnen ze verhinderen dat de heksen de kabouterschat buit maken. Tot slot kunnen de heksen zelfs verdreven worden.
13
Een Schot komt in Zonnedorp aan. In het park maken Jommeke en Filiberke wat later kennis met Mic Mac Jampudding. Nu blijkt in het kasteel van Jampudding een spook te zitten. Samen trekken ze naar het kasteel om het spook te ontmaskeren. Na nog de nodige plagerijen van het zogenaamde spook kan de knecht Tomson ontmaskerd worden. Tomson blijkt niemand minder te zijn dan Anatool.
12
Filiberke laat Jommeke de antwoorden van zo'n 140 wedstrijdvragen opzoeken. Filiberke wint een reis om de wereld per schip. Met Flip en Pekkie vermomd als meisje kan de hele bende aan boord gaan. Op het schip is Anatool in dienst. Hij zorgt ervoor dat Jommeke en z'n vrienden op een onbewoond eilandje in de Stille Oceaan terechtkomen. Met de hulp van apen bouwen ze een huis en vervolgens zelfs een heel dorp. De apen wordt geleerd om allerlei werk te doen. Een zorgeloze tijd brengen ze op het eiland door. Na een half jaar worden ze terug door een schip opgepikt en kunnen ze huiswaarts.
11
Wanneer Jommeke moet schuilen voor een regenbui, bezoekt hij het plaatselijke museum. Een mummie trekt zijn aandacht. 's Nachts droomt hij er zelfs van. De volgende morgen staat in de krant dat de mummie uit het museum gestolen is. Wat later komt professor Gobelijn vragen om samen de gestolen mummie te gaan zoeken. Eens in Egypte worden ze op geheimzinnige wijze tegengewerkt. Wanneer ze uiteindelijk de mummie vinden moeten ze alles in het werk stellen om hun achtervolgers af te schudden. De mummie komt daarbij in een houtzagerij terecht en wordt zelfs half doorgezaagd. Bij het opnieuw in veiligheid brengen wordt het geheim van de mummie ontsluierd. Een hele hoop diamanten komt tevoorschijn. Tot slot kunnen ze dan met de hoofdman van een woestijnkamp een overeenkomst sluiten en met de mummie naar Zonnedorp terug keren.
10
Jommeke verdiept zich in de fysica. Samen met Filiberke bouwt hij een vliegtuig, de straalvogel, dat werkt op waterkracht. Na een nieuwsbericht over de ontvoerde kleinzoon van miljonair Geldjans gaan Jommeke en Filiberke op zoek met hun vliegtuig. Ze storten neer in een fontein op het domein van de miljonair. Na wat zoeken vindt Flip een aanwijzing op de zolder van het kasteel. Wat later is het kind terecht. Het leger is intussen zeer sterk geïnteresseerd geraakt in de restanten van de straalvogel.
9
Jommeke ruimt de zolder op. Hij vindt een opgezette schildpad. Wanneer de schildpad valt en het schild openspringt komt een testament te voorschijn. Om de schat, waar het testament over spreekt, te gaan zoeken, reizen Jommeke en zijn vriendjes als verstekelingen op een schip naar Zuid-Amerika. Ze geraken zonder al te veel problemen in de Ecuadoriaanse havenstad Guayaquil. Daar bemachtigen ze een motorboot en steken westwaarts van wal richting Schildpaddeneilanden. Anatool is echter ook opgedoken en volgt de kinderen. Anatool kan in een val gelokt worden. Nu blijkt de valkuil waarin hij is terechtgekomen juist de plek te zijn waar de schat verborgen ligt. Met een list kunnen ze Anatool de schat toch ontfutselen. Eens thuis gaat de schat naar ouden van dagen, wezen en weduwen en andere hulpbehoevenden.
8
Jommeke kijkt, met zijn verrekijker, naar een vlucht ooievaars. Hij merkt één ooievaar op die een gilet en een strikje draagt. Met het vliegend tuig van professor Gobelijn achtervolgen ze de ooievaar en belandden ze in het begijnhof. Juffrouw Begonia vertelt haar verhaal over de ooievaar Hieroniemus. Wat later trekken Flip en de ooievaar richting van hun geboorteland. Met het vliegend tuig van Gobelijn gaan Jommeke en de begijntjes op zoek. Door technisch defect komen ze midden de Middellandse Zee terecht. Gelukkig is er een voorbij varend schip dat de nonnen aan boord kan nemen. Intussen zijn Flip en de ooievaar in Egypte aangekomen. Daar vindt Hieroniemus zijn ouders terug. Wanneer iedereen terug thuis is wil Flip opnieuw naar zijn geboorteland, maar Jommeke belet hem dat.
7
Jommeke tracht een kat te verlossen uit de riolering. De kat blijft hem echter volgen. Tussen Flip en de kat wil het niet zo goed lukken. Jommeke roept de hulp in van professor Gobelijn om de kat te temmen. Deze geeft de kat per vergissing een spuitje met een groeimiddel. De kleine zwarte kat wordt een reuze kat. Alleen de staart is niet meegegroeid. Een zigeuner ontvoert de kat en een zoektocht kan beginnen. Wanneer de zigeuner een been breekt helpen onze vrienden hem eerst en keren vervolgens met de reuze poes huiswaarts. Gobelijn zorgt ervoor dat de kat haar normale afmetingen terugkrijgt. Tot slot vindt de poes haar baasje terug.
6
Jommeke gaat vissen. Opeens komt een rieten mandje, met een baby erin, aangedreven. Hij neemt de baby mee naar huis. De Miekes helpen hem bij het verzorgen. Samen met Filiberke bouwt Jommeke een houten huis, waarin ze het kind kunnen onderbrengen. Alles blijft goed verborgen tot Marie een briefje in de broekzak van Jommeke vindt en het hele gebeuren duidelijk wordt. Na een tijd komt de moeder van de baby opdagen en wordt er feest gevierd.
5
Jommeke krijgt een blokfluit. Hij speelt nogal vals en gaat, om niemand te storen, in het park oefenen en krijgt daar prompt fooien. Filiberkes vriend is ziek. Jommeke gaat hem wat opvrolijken met zijn muziek. Bij het dansen op een tafel valt Filiberke en breekt zijn linkerbeen. Teofiel komt op het idee om de zieke jongen een bedevaart naar Lourdes te laten meemaken. Jommeke, Flip en de Miekes gaan ook mee. Zij zullen voor de ontspanning zorgen. Onderweg moet de trein stoppen omdat een koe op de sporen ligt. Jommeke kan met zijn blokfluitmuziek de koe weglokken maar mist hierdoor de bedevaarttrein. Hij laat een andere trein stoppen en glipt in een goederenwagon, maar de koe volgt hem. Met de trein komt hij in Zwitserland terecht. Daar beleven Jommeke, Flip en de koe Bella allerlei avonturen. Wanneer ze een groep Vlaamse kinderen ontmoeten die er met de Christelijke Mutualiteiten op vakantie zijn is het tijdstip, om terug naar huis te keren, aangebroken.
4
Jommeke krijgt door de vergissing van Zwarte Piet een tent als cadeau. Samen met zijn ouders en Filiberke gaat hij kamperen. Op hun tocht redden ze een klein vreemd mannetje met een dikke snor, nadat die door het ijs was gezakt. Jeremias Gobelijn, zo heet hij, vertelt zijn levensverhaal. Jommeke, Filiberke en de professor trekken samen verder, op zoek naar de purperen grondstof die nodig is om krachtpillen te maken. Eens aangekomen bij de purperen berg worden Jommeke en de professor gevangen genomen door nogal schaars geklede jongens. Dit volk blijkt de kracht van de purperen rotsen te kennen. Filiberke zorgt voor de bevrijding. Eens terug thuis worden zieke en zwakke kinderen genezen. Professor Gobelijn wordt hiervoor in de bloemetjes gezet.
3
Een vreemde vrouw neemt haar intrek in het kasteel van Achterberg. Ze kroont zichzelf tot koningin. Haar rijk noemt ze Onderland en haar onderdanen zullen kinderen zijn. De kinderen worden ontvoerd door de gehypnotiseerde champetter. Jommeke en Flip trekken ten strijde maar Jommeke valt in de handen van de koningin. Hij kan wel vrij snel ontsnappen. Hij vindt ook de andere kinderen in het kasteel. De ouders, die door Flip opgetrommeld zijn, kunnen de kinderen en de champetter bevrijden. De koningin wordt opgesloten in een instelling.
2
Een ontevreden circusdirecteur wil een speciale attractie. De dwerg van het circus 'Teen' ontvoert hiervoor Jommeke en later ook Flip. Beiden worden behandeld met een haar- (pluim-) groeimiddel. Ze treden op als de zingende aap en de paradijsvogel. De vrienden van Jommeke zorgen voor de ontmaskering van de circusmensen en bevrijden Jommeke. Jommeke houdt er wel een kaal hoofd aan over.
1
Anatool stopt het testament van de gravin, waarbij hij als butler werkt, in de voetbal van Jommeke. Deze laatste ruilt echter de voetbal, met een vriendje, voor een trompet. Anatool wil het testament terug. De achtervolging begint. Jommeke en zijn vader slagen erin om het testament terug te vinden en het uit de handen van een aantal vreemde individuen te houden. Uiteindelijk kunnen ze het testament aan de rechtmatige eigenaar bezorgen.
Anatool wil voor de gelegenheid van het honderdste album een feest organiseren. Het feest moet doorgaan op het kasteel van de gravin van Stiepelteen en iedereen die Jommeke kent wordt uitgenodigd. Odilon zorgt voor de uitnodigingen. Een paar weken later is dan de dag van het feest daar. Professor Gobelijn dacht dat er iemand dood was en heeft geen cadeau mee. De andere genodigden brengen wel een typisch cadeau mee. Kwak en Boemel stelen een vaas uit het kasteel en geven die als cadeau. De begijntjes schenken hun legendarische koffiepot. Ook een aantal oude bekenden komen langs: Baron Huppelvoet, Madam Perlefinneke, Tita Telajora, Estella Saprinetta, Mataboe, de apen van Paradijseiland en tot slot ook nog Madam Pepermunt. Deze laatste schenkt een gouden Jommekesbeeld aan Jommeke. Wat later blijkt het gouden beeld verdwenen te zijn. Het beeld is gestolen door de koningin van Onderland als wraak omdat ze niet op het feest uitgenodigd werd. Jommeke, Filiberke en de Miekes worden door de koningin gevangen genomen en op de pijnbank gelegd. Gelukkig zijn de andere feestvierders er, om hen te bevrijden. Een half jaar later komt dan nog het cadeau van Dikke Springmuis toe. Een tweede gouden Jommekesbeeld. Eén gouden beeld wordt geschonken aan de arme kinderen.
99
Een merkwaardig wezentje komt bij Jommeke het huis binnengelopen. Jommeke gaat op onderzoek bij professor Gobelijn. Tot zijn grote verbazing stelt hij vast dat het rare wezentje Gobelijn zelf is. De professor heeft een nieuw middel bedacht om van mensen superwezens te maken. Hij heeft het op zichzelf uitgetest en er is wat mis gegaan. Filiberke zorgt dat de gevaarlijke vloeistof wegvloeit in de riool. Door een foute aanwijzing is de vloeistof niet in de riool maar in het waterleidingnet terechtgekomen. Alle mensen veranderen in de meest eigenaardige wezens. Na een tijdje wordt bij Gobelijn een omslag gevonden met daarin de oplossing. Iedereen moet ajuin eten om terug normaal te worden. Met enige vertraging krijgen Jommeke, Flip en Filiberke ook een eigenaardig gedaante.
98
In het museum is er een tentoonstelling over zeerovers. Rozemieke heeft schrik en verbergt zich op de zolder van het museum en valt in slaap. De Chinees Wiwi Ling komt te weten dat de kaart van de zeerover Wawa Wang in het museum ligt. 's Nachts steelt hij, samen met zijn handlangers, de kaart. Rozemieke wordt hierbij gekneveld. Jommeke en Filiberke slagen er in om Rozemieke 's anderdaags te bevrijden. Annemieke kan de kaart vast krijgen maar de Chinezen krijgen ze vlug terug in hun bezit. Ze gaan op zoek naar een schat in Singapore. Jommeke en zijn vrienden vertrekken ook richting Singapore. Op een eilandje in de Zuid-Chinese Zee begint de zoektocht. De Chinezen vinden niets anders dan een kistje met daarin een stuk papier. Pekkie kan intussen de kaart beetpakken. Op het eiland blijkt nu ook nog een schipbreukeling te wonen. Hij heeft de schat lang geleden opgegraven en verborgen in zijn schuilplaats. Met de schat en de schipbreukeling keren ze terug huiswaarts.
97
Een Afghaniër komt Jommeke halen voor een opdracht in Afghanistan. Flip en Filiberke gaan uiteraard ook mee. Eenmaal ter plaatse krijgen ze hun opdracht. Ze moeten in het geheim de kroon voor de toekomstige koning naar Jeruzalem brengen. Met kamelen trekken ze de woestijn in. Filiberke sluit aan bij een karavaan, Jommeke bij een andere. Sara Jarabees, die ook de kroon wil bemachtigen, onderneemt allerlei pogingen maar die leiden niet tot een goed einde. Alleen Jommeke weet waar de kroon zich bevindt. Na veel moeilijkheden geraken ze toch in Jeruzalem. De kroon wordt te voorschijn gehaald uit de valse bult die bij een dromedaris is aangebracht. De koning heeft zijn kroon en kan nu zijn taak officieel opnemen.
96
Odilon krijgt een hond cadeau en geeft hem de naam Tobias. Hij gebruikt hem als rijdier. Wanneer hij alleen gaat rijden wordt hij ontvoerd door Kwak en Boemel. Deze laatsten eisen vijftig miljoen frank als losgeld. De gravin roept de hulp van Jommeke in. Jommeke probeert met een list Odilon vrij te krijgen, maar dit mislukt. Gewapend als ridders trekt de hele bende ten strijde. Filiberke valt ook in de handen van Kwak en Boemel. Nu wordt een losgeld van tachtig miljoen gevraagd. Na wat zoekwerk wordt de ondergrondse schuilplaats van Kwak en Boemel gevonden. De twee boeven zijn intussen met hun gevangenen verhuist naar de zolder van het kasteel. Door eten te stelen uit de koelkast van de gravin verraden ze zich uiteindelijk. De gravin schenkt hen vergiffenis en benoemt ze tot hoveniers van het kasteel.
95
Professor Gobelijn vindt dat hij een meid kan gebruiken. Hij maakt een robot en geeft haar de naam Melanie. Jommeke en Filiberke gaan op stap met de robot om deze boodschappen te laten doen. Maar Anatool is geïnteresseerd en maakt zich meester van de robot. Hij gebruikt de robot om overvallen te plegen. Jommeke, Flip en Filiberke zijn de gevangenen van Anatool. Wanneer de afstandsbediening defect is moet Jommeke voor een nieuwe zorgen. Met de nieuwe afstandsbediening en de robot trekt Anatool naar Amerika. Daar rooft hij een diamant. Gobelijn bouwt intussen een sterkere afstandsbediening. Via een satellietverbinding kan hij Melanie opnieuw besturen. Anatool merkt dat er wat misgaat en slaat op de vlucht en Melanie ontploft wat later. De politie vindt de diamant terug. Bij Gobelijn thuis wordt tot slot nog wat opgeruimd.
94
Wanneer Teofiel thuiskomt is Marie volop aan het wenen. Marie voelt zich nutteloos. Ze wil iets meer zijn dan huisvrouw alleen. Professor Gobelijn maakt pillen die haar beter moeten maken. Een paar dagen later voelt ze zich stukken beter en als snel maakt ze carrière als zakenvrouw. Jommeke volgt haar steeds om haar stiekem de pillen te geven. Marie schopt het zelfs tot minister en later president van Europa. Teofiel ziet het niet meer zitten en wordt eremiet. Als de pillen op zijn en Gobelijn er geen meer kan bijmaken komt Marie tot het besef dat supervrouw zijn toch maar niets voor haar is en ze keert huiswaarts. Teofiel wordt ook naar huis gehaald en de rust keert weer in huize Jommeke.
93
Professor Gobelijn wordt uitgenodigd op een internationale bijeenkomst voor wetenschapsmensen te Barbados. De professor neemt zijn vriendjes mee. Op weg naar Barbados wordt de professor ontvoerd in de buurt van de Drakenrots, maar omdat het er krioelt van de haaien spreekt men van de Haaienrots. Op zijn kamer wordt een medaillon, met een afbeelding van een haai, gevonden. Jommeke, Filiberke en de Miekes keren huiswaarts. Wat later gaan ze op zoektocht met de plastieken walvis. Eenmaal aangekomen bij de haaienrots gaat Jommeke op onderzoek. Hij vindt een poort en gaat binnen. In de rots ontdekt hij een geheim hoofdkwartier met als leidende figuur, professor Terragoras. Gobelijn moet er speciale stralen ontwikkelen om Terragoras meester over de hele wereld te laten worden. Flip onderneemt nog een poging om de plastieken walvis te bereiken met behulp van een klein duikbootje. Helaas worden Filiberke en de Miekes overmeesterd. Met behulp van slaapstralen kunnen de boeven uiteindelijk uitgeschakeld worden. Ze worden op een onbewoond eiland gedropt.
92
Professor Gobelijn, Pekkie, Flip en Choco zijn verdwenen. Jommeke krijgt 's nachts bezoek van een ooievaar die een berichtje achterlaat van de vermisten. Het bericht is afkomstig van uit het aards paradijs. Jommeke en Filiberke zoeken naar een aanknopingspunt bij de professor thuis. Daar vernemen ze meer nieuws via een ingesproken boodschap op een cassette. Met de vliegende bol vertrekken ze richting Afrika. Gobelijn heeft op een door bergen omgeven plateau een paradijs met dieren gecreëerd. De dieren kunnen praten en rechtop lopen. Na een tijdje keren Jommeke en z'n vrienden huiswaarts. De professor blijft nog wat om het aards paradijs volledig af te werken.
91
Filiberke botst per ongeluk tegen een Arabier. Er is blijkbaar iets aan de hand. De Arabier en zijn vriend maken foto's van Filiberke. Wat later wordt Filiberke ontvoerd. Uit een achtergebleven boodschap blijkt dat hij het Arabisch land een dienst kan bewijzen. Jommeke, Flip en professor Gobelijn gaan op onderzoek. Filiberke moet als plaatsvervanger optreden voor de zieke prins. Om nu te bepalen wie de troonopvolger zal worden moet Filiberke het opnemen tegen de zoon van de onderkoning. Wie het zwaard der gerechtigheid ontvangt van de profeet, is de uitverkorene. Jommeke, Flip en Gobelijn kunnen de hinderlagen, die de tegenpartij legt, laten mislukken. Filiberke redt zijn tegenstander van de dood en samen trekken ze naar de profeet. Met het zwaard keren ze terug en de onderkoning wordt ontmaskerd. Filiberke krijgt de titel van prins. Wanneer de als twee druppels water op Filiberke gelijkende prins weer aan de beterhand is, kunnen Filiberke en zijn vrienden met een gerust hart vertrekken.
90
Professor Gobelijn heeft een verkleinings- en vergrotingsdrank uitgevonden. Per ongeluk drinkt hij zelf van de verkleiningsdrank. Hij krimpt tot ongeveer vijftig centimeter hoogte. Wat later dringen twee inbrekers bij hem binnen en stelen de formules van de drankjes. Jommeke en Flip gaan op zoek naar de gestolen plannen. Intussen haalt de professor nogal wat kuren uit en komt zelfs bij de politie terecht. Jommeke en Filiberke komen op het spoor van de boeven die ook nog een verkleinde neushoorn bij Gobelijn hebben gestolen. De boeven steken de formules in brand. De Miekes gaan de woning van Gobelijn even opfrissen. Daar vinden ze in een vuilnisemmer de formules. Gobelijn maakt opnieuw de vergrotingsdrank en hij krijgt zijn normale gestalte weer.
89
Aan Estella Saprinetta doen de Miekes een belofte. Ze zullen voor de twaalf katten zorgen, mocht de dame sterven. Na een tijdje krijgen ze een berichtje van een notaris. De dame is overleden en laat hun twaalf poezen en een ijzeren bed na. Samen met Jommeke en Filiberke gaan ze hun erfenis ophalen. Onder het bed, dat geweldig piept, zetten ze wieltjes en gaan er mee spelen. Filiberke neemt ook zes poezen onder zijn hoede. Jommeke neemt het bed mee naar huis. Filiberke heeft intussen werk gevonden als autowasser van de koning en wordt betaald met kattenvoer. In de krant leest Jommeke, die intussen het bed aan een zwerver heeft geschonken, dat de overleden dame een heleboel briljanten had maar dat deze onvindbaar zijn. Hij beseft direct dat deze in het bed moeten verstopt zitten. Hij gaat op zoek naar het bed. Het wordt een hele tocht maar uiteindelijk krijgt hij het bed terug in handen. In de holle poten van het bed vindt hij de briljanten. Wat later komt Estella Saprinetta aankloppen. Zij was niet dood, maar wou de Miekes even testen. Daar deze door en door eerlijk zijn krijgen zij te horen dat de erfenis later echt voor hen bestemd is.
88
Bobbejaan wil een Far West-dorp bouwen in Lichtaart. In Amerika is Bill Cactus, een echte cowboy naar eigen zeggen, op de hoogte gekomen van deze plannen. Hij wil absoluut dat zijn firma het dorp bouwt. Bobbejaan denkt daar echter anders over. Hij roept de hulp in van Jommeke en zijn vrienden om het hoofd te bieden aan de Amerikaan zijn snode plannen. De eerste pogingen van sabotage kunnen ze de baas. Wat later wordt Bobbejaan ontvoerd en naar Texas gebracht. Jommeke en Filiberke vertrekken met de vliegende bol naar Amerika en roepen daar de Propere Voeten ter hulp. Bobbejaan wordt intussen wel gefolterd. De Propere Voeten bevrijden Bobbejaan en iedereen kan weer huiswaarts keren en de goede afloop van het avontuur vieren.
87
Professor Gobelijn bestudeert de geschriften van een bekend professor. De man is echter op geheimzinnige wijze verdwenen. Jommeke en Filiberke krijgen het verhaal te horen. De volgende dag vertrekken ze richting Tenerife. Met een ezel als lastdier trekken ze naar de top van de vulkaan, de Teide. Onderweg vinden ze de initialen van de verdwenen professor, ingekerfd in de rotsen. Wanneer ze bij de laatste vorm van begroeiing, een drakenboom, aankomen breekt een onweer los. De bliksem treft de boom en splijt hem. In de vernielde boom vinden ze een boodschap. Met deze nieuwe informatie vinden ze de ingang van een onderaardse gang. Aan het einde van de gang komen ze plots in een onderaardse stad terecht. De stad kent een welvarend en vredig bestaan. Daar de bewoners het geheim van de stad ten allen prijze willen bewaren mogen Jommeke en zijn vrienden de stad nooit meer verlaten. Gobelijn bedenkt echter een manier om te ontsnappen. Alles verloopt naar wens en pas twee jaar na hun ontsnapping komen de bewoners te weten wat er precies met Jommeke en zijn vrienden aan de hand is.
86
In de zoo verliest de Indische olifant Rachad, door een ongeval, zijn slurf. Jommeke en Filiberke roepen de hulp van professor Gobelijn in. Gobelijn bedenkt een slurfgroeimiddel en brouwt er meteen duizenden liters van. Jommeke en Filiberke vertrouwen dit niet, want met Gobelijns uitvindingen is al zo veel misgelopen. Ze laten alles in de riool weglopen. Wat later blijken de mensen slurven te krijgen. Via een waterzuiveringsinstallatie is het middel in het leidingwater gekomen. De inwoners van Zonnedorp laten het echter niet aan hun hart komen en organiseren allerlei evenementen. Na een paar weken verdwijnen de slurven automatisch en neemt het leven weer zijn gewone gang.
85
Een oude vriend van professor Gobelijn doet via de krant een oproep om een zeldzame vlinder voor hem te vangen. Een premie wordt uitgeloofd. Professor Gobelijn en Jommeke zoeken de man op. Wat later vertrekken Jommeke, Filiberke en Gobelijn richting leefgebied van de Granda Papiljan. Anatool ligt echter op de loer en volgt hen. Op het vulkanisch eiland slagen ze er al vlug in een vlinder te vangen. De eilandbewoners vereren echter de vlinder en Jommeke en zijn vrienden worden gevangen genomen. Anatool slaagt er in de vlinder te bemachtigen. Door toedoen van Flip kan iedereen zich bevrijden en uit de voeten maken, net voor een vulkaan uitbarst. De boot van Anatool zinkt. Hij wordt door Jommeke en zijn vrienden opgevist. De vlinder komt zo terug in handen van Gobelijn. Tot slot krijgt de verzamelaar zijn vlinder.
84
Jommeke ontvangt een brief van een zekere Jan Haring. Deze oude zeeman stelt voor een zeereis te maken en alzo een schat te zoeken. Jommeke gaat akkoord en leert hoe hij met een schip moet omgaan. De Miekes en Filiberke worden ook opgetrommeld. Eens vertrokken moet Jommeke, aan boord, informatie over de schat zien te vinden. Eens deze gevonden, wordt koers gezet naar IJsland. Op IJsland wordt de schat gevonden maar er zijn kapers op de kust. Dankzij Flip en Rozemieke bijten de boeven in het zilte water.
83
Jommeke leest in de krant een artikel over een goudroof in Hong Kong. Wanneer de Miekes in de buurt van een oude villa wandelen verliezen twee Chinezen een lading stenen aapjes. Choco gaat aan de haal met zo'n aapje. De Chinees wordt boos een eist het aapje terug. Wat later gaan Jommeke en Filiberke even rondneuzen in de villa waar de Chinezen zich verbergen. Choco haalt uit de kelder een nieuw aapje en gooit het stuk. Jommeke en z'n vrienden vermoeden dat sommige stenen aapjes goud van de goudroof bevatten. Wanneer Choco een tweede aapje haalt blijkt dit inderdaad goud te bevatten. Choco wordt echter gevangen genomen. De Chinezen eisen het beeldje terug in ruil voor Choco. Nadat Choco is vrijgelaten maken Jommeke en zijn vrienden ook aapjes. De boeven worden met een slaapmiddel uitgeschakeld en de aapjes worden verwisseld. Flip gaat de boeven op de hoogte brengen dat hun geheim is ontdekt. Tijdens het vluchten worden de boeven door de politie ingerekend.
82
Jommeke slaapt. De telefoon gaat. Flip neemt op. Het is professor Gobelijn met de melding dat de Kikiwikies komen. Jommeke, Filiberke, de Miekes en de huisdieren trekken naar Gobelijn. Daar landt een groot ruimteschip. Gobelijn en z'n vrienden worden uitgenodigd voor een reis naar de planeet van de Kikiwikies. Ze worden voor de lange reis ingevroren zodat ze niet echt verouderen. Eens op de planeet worden ze feestelijk ontvangen. Wat later krijgen Jommeke en Filiberke weet van de snode plannen om de koning uit de weg te ruimen. Ze raken echter opgesloten in het museum. 's Anderendaags wordt de koning tijdens zijn toespraak onwel. De staatsgreep kan nog net door Jommeke, die uit het museum is kunnen ontsnappen, verijdeld worden. Gobelijn heeft al de tijd het ruimteschip bestudeerd en enkele aanpassingen aangebracht. Bij een test stort het ruimteschip neer en... Jommeke wordt wakker en ligt na deze droom naast zijn bed.
81
Jommeke komt bij professor Gobelijn aan en ziet deze van het dak springen. Gobelijn valt in een berg hooi. Even later ziet hij de professor door de lucht zweven. Jommeke krijgt van Gobelijn een apparaatje waarmee je gewichtloos kunt worden en zo door de lucht zweven. Een tijdje later maakt de professor vliegpillen die hetzelfde effect hebben. Mensen die zo'n pil toegediend krijgen zijn eerst wel even verbaasd maar wennen al vlug aan de nieuwe toestand. Jommeke zorgt voor een algemene verspreiding van de pillen doorheen Zonnedorp. Flip zorgt voor een hele vliegende dierentuin. De mensen bedenken allerlei nuttige toepassingen bij hun vliegende toestand. Antivliegpillen worden later in voedsel verwerkt en het leven neemt zijn normale gang van zaken weer aan.
80
De dochter van een staalmagnaat is, na een vliegtuigcrash, samen met de piloot in het Afrikaans oerwoud verdwenen. De vader looft een beloning uit voor wie haar kan redden. Met de vliegende bol vertrekken professor Gobelijn, Jommeke, Flip en Filiberke richting Afrika. Ze vinden het vliegtuigwrak maar even later worden ze gevangen genomen door negers. Flip kan hun boeien los maken. Wat later redt Jommeke een kind van een slang. Van het plots zeer vriendelijke stamhoofd vernemen Jommeke en zijn vrienden dat de vermisten gevangen gehouden worden door een bende blanken op een plantage. Een gids toont hun de weg naar de Njam-njamplantage. Eens daar komt Jommeke er achter dat er heel wat inboorlingen vast gehouden worden. Met behulp van slaappillen worden de boeven uitgeschakeld. Ook de ontdekker van de Njam-njambloem kan bevrijd worden. De redders krijgen een beloning. Deze beloning wordt geïnvesteerd om de arme negers een mooie en veilige Njam-njamplantage te bezorgen.
79
De gagthema's uit 'Het plezante kliekske' (eerste druk): De eerste prijs. Filiberke blaast op pen. Brand! Een noot kraken. Choco en de zaag. Inhuldiging van de bronzen klok. Filberke gaat op reis. Choco en Flip doen boodschappen. Twee kilo bananen. Kunstwerk. Een defect. Gevaarlijke hond. Filiberke fotograaf. Foto met dynamiet. Speelgoedtank. Choco testpiloot. Automatische taartverdeler. Schijfwerpen. Golfkampioen. Poets wederom poets. Filiberke heeft beet. Filiberke neemt Jommeke beet. Vliegboot. Acrobatentoeren. Rubberen stootblok. Scheepsramp. Pekkie graaft putje. Naar Spanje. Filberke Samson. In de plassen springen. Papiertjes prikken. Pijlen en lekke banden. Water en verf. Wondermiddel. Sneeuwballen gooien. Een mooie kerstboom. Driekoningen.
78
Flip heeft wat last van overgewicht. Na een woordenwisseling met Jommeke trekt hij er alleen op uit. Na wat rondvliegen gaat hij uitrusten op een tuinmuur nabij een eenzaam huis. In de tuin merkt hij een vrouw op. Na wat praten komt hij te weten dat ze graag een man zou willen hebben. Hij brengt haar mee naar Jommeke. Deze laatste gaat samen met Filiberke en de Miekes op mannenjacht. Een man vinden voor de dame, juffrouw Perlefinneke, wil niet echt lukken. Flip laat een advertentie in de krant plaatsen. Wat later staan honderden mannen voor de deur. Maar het gewenste resultaat blijft uit. Intussen wint Filiberke een reis naar de Polynesische eilanden. Hij schenkt de reis aan Perlefinneke zodat ze haar gedachten wat zou kunnen verzetten. Op reis vindt ze de man van haar dromen. Jommeke en zijn vrienden worden uitgenodigd om op een exotisch eiland de bruiloft bij te wonen.
77
Fientje van Gusta van de bakker vraagt Jommeke om te babysitten. Het loopt niet zoals het hoort en al vlug roept Jommeke de hulp in van de Miekes. Wanneer er nog een tweede baby komt en wat later de ouders vragen om nog wat langer op de kinderen te letten komt Filiberke met een idee op de proppen. Hij stelt voor een peutertuin te starten. Met heel wat energie en verbeelding slagen Jommeke en zijn vrienden er in om zo'n dertig peuters op te vangen. Zelfs Marie en Teofiel steken een handje toe. Als beloning krijgt de vrolijke bende een geldbedrag van het Ministerie van Volksgezondheid.
76
De gravin van Stiepelteen vraagt Jommeke op Fifi te letten terwijl ze met Odilon op huwelijksreis gaat. In India bezoekt het koppel een tempel met een reusachtig Boeddhabeeld. Uit het Boeddhabeeld is een oog verdwenen. Een toerist vertrouwt hun een pakje toe. Wat later wordt Odilon ziek en keert het koppel huiswaarts. In hun bagage vinden ze het pakje van de toerist terug. Het blijkt het gestolen oog te zijn. Jommeke laat het oog door professor Gobelijn onderzoeken. Het oog is niet minder dan een reuzengrote rode robijn en dus miljoenen waard. De toerist komt op het kasteel naar zijn pakje informeren maar de gravin scheept hem af. Ook een Indiër is het gestolen oog op het spoor. Intussen zijn Jommeke en Filiberke richting India vertrokken om het oog terug te brengen. Ze plaatsen het oog weer op zijn originele plaats. Na een geslaagde opdracht keren ze terug naar het kasteel.
75
Mic Mac Jampudding en Arabella komen midden in de nacht bij Jommeke aankloppen. Op zolder heeft Arabella een document gevonden van haar voorvader. Nu wil ze de eventuele verre verwanten opzoeken. Om het juiste eiland te vinden waarop deze familie zich zou bevinden wordt de hulp van professor Gobelijn in geroepen. Gobelijn ontcijfert het document en het groepje vrienden vertrekt richting Stille Oceaan. Arabella komt daar op de troon terecht. De inlanders hebben de specifieke neus die Arabella ook heeft, de Pott-neus. Arabella wil op het eiland blijven, dit tot groot ongenoegen van Jampudding, tot de huidige koning is getrouwd. De jaloerse Jack Pott ontvoert Arabella en roept zichzelf tot koning uit. Jommeke vermoedt dat dit niet pluis is en gaat op onderzoek uit. Hij vindt Arabella terug. De koning die ondertussen op zoek is gegaan naar een koningin keert terug en Jack Pott wordt van de troon gestoten. Nadat de vrede en rust is wedergekeerd keren Jommeke en zijn vrienden huiswaarts.
74
Jommeke, Flip, Filiberke en de Miekes gaan kamperen in de buurt van het nieuwe labo van professor Gobelijn. 's Morgens merkt Filiberke een raar tuig op. Wanneer ze Gobelijn vertellen dat ze een ruimtetuig gezien hebben is deze enorm blij. Wat later landt het ruimtetuig en twee mannetjes stappen uit. Kwak en Boemel die nu als tv-reporters werken maken filmopnamen van de vreemde bezoekers. Zij stelen ook een straaltoestel van de vreemde bezoekers, de Kikiwikies. Maar dankzij het opsporingssignaal kunnen Kwak en Boemel niet veel gevaarlijke dingen uitrichten en worden ook hun filmopnamen vernietigd. Nadat het straaltoestel terecht is vertrekken de Kikiwikies opnieuw naar hun thuisplaneet.
73
Teofiel kan niet slapen. Jommeke en de Miekes proberen hem te helpen maar ten einde raad roepen ze de hulp in van professor Gobelijn. Gobelijn bedenkt een wekker die slaapgolven kan uitzenden. Het werkt perfect. Marie vertelt het aan een kennis en 's anderdaags staat het verhaal in de krant. De wekker wordt gestolen maar Jommeke en Filiberke zijn de dieven al gauw op het spoor. Ze komen ook te weten dat grote mogendheden interesse hebben voor de wekker. Professor Gobelijn heeft intussen een sterkere versie gebouwd. De achtervolging op de gestolen wekker begint. Uiteindelijk kunnen Gobelijn, Jommeke en Filiberke de wekker bemachtigen. Teofiel kan intussen weer slapen zonder hulp van de slaapwekker.
72
Choco wordt door een vreemde man ontvoerd. Jommeke en Filiberke trekken op onderzoek uit. In de zoo en bij het circus vinden ze niets. Wat later leest Jommeke in de krant een merkwaardig artikel over een inbraak in de ambassade van Paraguay. Wanneer Jommeke en Filiberke daar een kijkje gaan nemen merken ze 's nachts iets verdachts op. De ambassade blijkt doorsnuffeld te zijn. Jommeke slaagt erin de ambassade binnen te dringen en legt aan de chef van de veiligheid uit hoe hij denkt dat de dief binnengeraakt. Hij stelt een plan voor. Jommeke en Filiberke trekken opnieuw de wacht op. 's Nachts kunnen ze Choco betrappen. Ze laten hem terugkeren en volgen hem. Na een achtervolging kan een geheime agent uit Zuid-Amerika gevangen genomen en Choco bevrijd worden.
71
Filiberke krijgt een brief uit Italië. Professor Gobelijn vertaalt de brief en verneemt zo dat hij erft van zijn overgrootoom Giovanni. Filiberkes levensstijl ondergaat een grondige verandering. Jommeke en de Miekes ziet hij niet meer staan. Anatool krijgt ook iets in de gaten. Nadat Filiberke bedreigingen heeft ontvangen roept hij toch de hulp in van Jommeke. Met de Rolls-Royce, met chauffeur, vertrekken ze richting Italië. Onderweg worden een paar aanslagen verijdeld. In Italië wacht Anatool Filiberke op. Anatool doet zich voor als butler. De list met de sprekende ezel wordt door Jommeke doorzien en Anatool wordt ontmaskerd. Filiberke schenkt zijn kasteel aan een pater die er weeskinderen in onder kan brengen.
70
Jommeke schrijft Flip in voor een papegaaienquiz op TV. Flip wint de quiz. De volgende nacht wordt Flip echter ontvoerd door twee Zuid-Amerikanen. Het zijn een arme professor en zijn assistent die op zoek zijn naar het verborgen goud van de Maya's. Flip moet in Guatemala andere papegaaien zoeken. Van die papegaaien moet hij te weten komen waar de Maya's hun goud hebben verborgen. Flip leert de papegaaien een boodschap aan. Na drie maanden hoort Jommeke plots een papegaai zeggen: "Ik ben Flip van Jommeke". Jommeke komt te weten dat de papegaai uit Guatemala afkomstig is. Samen met Filiberke vertrekt hij meteen naar Zuid-Amerika. Jommeke leert in de jungle de papegaaien een nieuwe boodschap aan. Na een tijdje vinden Jommeke en Flip mekaar. Flip is intussen ook te weten gekomen waar de Mayaschat verborgen ligt. De ontvoerders van Flip worden op een dwaalspoor gezet en de schat wordt overgemaakt aan de bewindslieden van het land. Jommeke, Flip en Filiberke keren huiswaarts.
69
Professor Gobelijn is op zoek naar een middel om oude mensen weer fit te maken. Hij heeft echter nog een kruid nodig. Samen met Jommeke en Filiberke trekt hij naar Afrika om het kruid, Straffa Toebaka, te zoeken. In de Afrikaanse jungle redt Jommeke een pygmeekind van de dood. De pygmeeën helpen Gobelijn aan de nodige hoeveelheid Straffa Toebaka. Eenmaal terug thuis maakt Gobelijn zijn wondermiddel. Jommeke zorgt er voor dat het middel uitgetest wordt in het rusthuis. Het resultaat is verbluffend. De ouderen leveren wonderbaarlijke sportprestaties en voelen zich enorm fit.
68
De alarminstallatie van professor Gobelijn gaat af en Jommeke schiet ter hulp. De professor ligt gebonden in zijn laboratorium. Een dief heeft zijn geheime plannen gestolen. De dief blijkt niemand minder te zijn dan Anatool. Door een verloren briefje, afkomstig van Anatool, weet Gobelijn direct waar de bende te vinden is. Jommeke, Flip, Filiberke en de professor nemen de boot richting Hong Kong. Aan boord vertelt Gobelijn dat hij aan de anti-atoombombom werkte. Op het gevonden briefje stond het adres van de Gele Spin, een geheime sekte die de wereld zou kunnen veroveren met atoombommen. Eenmaal in Hong Kong gaan ze op zoek naar het hoofdkwartier van de Gele Spin. In het hoofdkwartier worden ze in een val gelokt. De professor wordt gedwongen om de plannen verder af te werken. Met slaapgas kunnen de boeven onschadelijk gemaakt worden. De politie kan de bende inrekenen.
67
Jommeke is 's morgens nog moe. Hij valt gewoon aan tafel in slaap en zijn voeten zijn enorm vuil. Jommeke blijkt te lijden aan slaapwandelen. De Miekes en Filiberke willen Jommeke helpen. Flip is intussen, na een klein ongelukje met zijn autoped, in het ziekenhuis terechtgekomen. Als de nieuwe verpleegster, niet zo'n mooie, verschijnt is hij onmiddellijk genezen. De middeltjes van Filiberke en de Miekes willen niet echt lukken. Zodoende roepen ze de hulp in van professor Gobelijn. Jommeke blijkt een giftige appel te hebben ingeslikt waardoor hij in een slaperige toestand is geraakt. De professor zorgt voor een tegengif en binnen de kortste keren is alles weer normaal.
66
De gagthema's uit 'De vrolijke bende' (eerste druk): De maat van de broek. Filiberke speelt auto. De botsautootjes. Jommeke als ruimtevaarder. Soep afkoelen. De duikboot. Brandweer. De geit. Stierengevecht. Vader en zoon gestraft. Straffe deeg. Fietsen zonder handen. Jommeke als beer. De kreeft. Naar de beenhouwer. Landing gelukt. Jommeke keeper. Het schip wordt gedoopt. Blok aan het been. De koekoeksklok. Polsstokspringen. Gebroken ruiten. Kamperen. Schansspringen. Babysitten. Rolschaatsen. Muziek en vuurwerk. Skiën. Sloeber. Sterke tanden. Verkeerde boodschappen. Een pop redden. Choco rookt. Schoenen poetsen. Korte trouwbroek. Plant een boom. Borden en beleefde manieren. Gevallen postbode. Grote vis. Het Vikingschip. De boksmatch. Choco en de vleesmolen. Zorro.
65
Tijdens een wandeling ontmoet Jommeke professor Gobelijn die gras aan het maaien is. Met de auto vol gras gaat Jommeke met de professor huiswaarts. Bij Gobelijn aangekomen ontploft het laboratorium. Het experiment om energie uit gras te halen is gelukt. Gobelijn bouwt een auto die rijdt op gras. Jommeke mag deze grasmobiel testen. Samen met Filiberke trekt hij er op uit. Een oliesjeik wil echter het geheim van de grasmobiel voor zich. De achtervolging begint, maar wanneer ze in een formule I-race de eerste plaats pakken is er alleen nog maar hulde voor professor Gobelijn.
64
De Miekes gaan naar Zwitserland op skivakantie. Ze vragen Jommeke om op Choco te letten. Wanneer Jommeke de broek van zijn vader in de wasserij gaat halen krijgt hij er een tombolalotje bij. Wat blijkt later, Jommeke heeft de hoofdprijs gewonnen, namelijk een reis voor twee personen naar Zwitserland. Eens daar wil het skiën eerst niet zo echt lukken maar na een week doet hij samen met Filiberke toch een grote afdaling. Filiberke valt hierbij in een put. Jommeke daalt ook af in de put. Bij onderzoek komen ze in een grot vol met grote kristallen. Langs een andere uitgang geraken ze uit de grot. 's Anderdaags gaan ze enkele kristallen uit de grot halen. Twee ongure figuren nemen echter Filiberke gevangen en nemen de kristallen mee. Jommeke kan al snel Filiberke bevrijden. In het dorp komen ze de Miekes tegen. De ongure kerels laten intussen het kristal onderzoeken door een geoloog. De kristallen blijken diamanten te zijn. Maar door tijdig ingrijpen van Jommeke en z'n vrienden, de champetter en ook de burgemeester kan voorkomen worden dat de grot door de twee boeven leeg geroofd wordt.
63
Een klein hondje, met een grote strik rond de nek, komt bij Jommeke terecht. Hij brengt, na het lezen van een krantenbericht, het hondje terug naar de eigenaar. Deze laatste blijkt een vrouw met nogal eigenaardige manieren te zijn. Ze blijkt al jaren op vlucht te zijn. Met een rolletje pepermuntjes tracht ze Jommeke af te schepen. Flip gaat op nader onderzoek uit en komt te weten dat het wachtwoord om de brandkast te openen 'BOBOS' is, de naam van het kleine hondje, en dat in de brandkast moet iets zeer belangrijk liggen. Samen met Filiberke keert Jommeke terug naar de eigenaardige dame. Na een woordenwisseling vertelt ze waar het allemaal om gaat. 's Nachts dagen drie inbrekers op. Jommeke die een vals testament in de brandkast heeft laten leggen kan zo de boeven misleiden. Met z'n allen vertrekken ze richting Amerika. Maar de dieven hebben al vlug door dat ze bedrogen zijn. De achtervolging begint opnieuw. Jommeke en z'n vrienden worden gevangen genomen en Filiberke wordt meegenomen als gijzelaar. Dankzij Flip en Pekkie kan de strijd wat later opnieuw aangevat worden. De boeven kunnen in het geboortestadje van Madam Pepermunt, zo heet de eigenaardige dame, overmeesterd worden. De erfenis blijkt een oude goudmijn te zijn. In een verborgen gang vinden ze een grote hoeveelheid goud. Madam Pepermunt wil haar geboortestad opnieuw opbouwen met de opbrengst van het goud.
62
Een groot zeeschip pikt een aap, die op een boomstam drijft, op. Wanneer het schip aanlegt gaat de aap op de loop. Via de zoo komt hij bij Jommeke terecht. Na wat gebarentaal blijkt dat er wat fout moet zijn op Paradijseiland. Jommeke en z'n vrienden besluiten om naar Paradijseiland te vertrekken en daar hulp te bieden. Op Paradijseiland blijkt een zware storm te hebben gewoed. De gewonden worden door de Miekes verzorgd. Intussen heeft professor Gobelijn een experiment uitgevoerd met Choco. Choco kan nu spreken. Met de vliegende bol vertrekken Gobelijn en Choco ook richting Paradijseiland. Nadat alle apen op het eiland genezen zijn en bovendien ook nog kunnen spreken breekt voor Jommeke en zijn vrienden een fijne vakantie aan. Na een tijdje is het spraakmiddel uitgewerkt en keren Jommeke en zijn vrienden weer huiswaarts.
61
In het kasteel van Fontainebleau, te Frankrijk, wordt de hoed van Napoleon gestolen. Jommeke zit thuis de krant te lezen en door het opstaande raam vliegt de hoed naar binnen. Jommeke wil de hoed terug naar Frankrijk brengen maar moet de hoed verbergen voor de dief die hem op nieuw wil bemachtigen. Wanneer Choco de hoed te pakken krijgt volgt een geanimeerde achtervolging. Uiteindelijk gooit Jommeke de hoed over de muur van een domein met een villa. 's Nachts wil hij de hoed gaan zoeken maar komt tot de vaststelling dat hij bij de dief zelf aanbeland is. De dief is een enorme bewonderaar van Napoleon en wou een persoonlijk aandenken. Uiteindelijk kunnen Jommeke en Filiberke, met de hulp van Choco, de hoed bemachtigen en hem opnieuw naar het kasteel brengen.
60
Met de plastieken walvis kruisen professor Gobelijn, Jommeke, Flip en Filiberke door de oceaan. De automatisch piloot staat aan. Plots wordt Jommeke wakker van noodseinen die ontvangen worden. Het bericht is afkomstig uit de Rode Baai. De plastieken walvis zet meteen koers naar de Rode baai. Eenmaal ter plaatse vinden ze een verlaten boot. Bij nader onderzoek stellen ze vast dat de luchttoevoer, die met een pijp de zee in verdwijnt, is uitgevallen. Jommeke en Filiberke gaan in duikerpak op zoek en vinden een onderzeese bunker. In de bunker vinden ze twee identieke bewusteloze mannen. Eens aan boord van de plastieken walvis worden deze laatsten verzorgd. Jommeke en Flip gaan opnieuw op onderzoek in de bunker. Ze ontdekken dat ze te doen hebben met valsemunters. De twee boeven nemen intussen Gobelijn en Filiberke gevangen. Wat later worden ook Jommeke en Flip gevangen genomen. Het vals geld wordt aan boord gebracht van de plastieken walvis en Gobelijn wordt gedwongen de duikboot te besturen. Flip heeft zich echter kunnen bevrijden en verlost ook Jommeke uit zijn benarde positie. Jommeke kan aan boord van de boot van de boeven de zeevaartpolitie waarschuwen. Nadat de boeven overmeesterd zijn zetten Gobelijn en z'n vrienden hun reis verder.
59
De Miekes zijn ongerust over het feit dat ze geruime tijd niets van professor Gobelijn hebben gehoord. Samen met Jommeke en Filiberke trekken ze naar Gobelijns huis. Ze vinden hem bewusteloos op de grond. Wanneer ze hem bij zijn positieven brengen en een raam openzetten voor wat frisse lucht, reageert de professor paniekerig. De professor doet immers een experiment met eieren en het minste zuchtje laat een ei ontploffen. In de eieren zit net als bij een oester een parel. Samen met de professor brengen Jommeke en Filiberke wat later enkele eieren naar Japan. Professor Kuko, een collega van Gobelijn, werkt mee aan dit experiment. Onderweg naar de luchthaven komen ze in een file terecht. Bij een rijkswachtcontrole wordt de wagen van Gobelijn doorzocht en ontploffen de eieren. Anatool staat ook in de file en slaat alles gade. Hij is uiteraard geïnteresseerd in deze uitvinding. Tijdens de tweede tocht naar Japan maakt Anatool twee eieren buit. Door zijn onvoorzichtigheid ontploffen ze echter. Wanneer Gobelijn en z'n vrienden bij professor Kuko aankomen blijkt dat Gobelijn reeds eieren naar hem had opgestuurd, maar dat was hij vergeten.
In dit album zijn ook nog 6 gags na het eigenlijke verhaal afgedrukt. Per pagina is één gag weergegeven. De gagthema's (eerste druk): Water en verf. Besmetting voor slaapwandelen. Een middeleeuws wapen Jommeke keeper. Papiertjes prikken. Polsstokspringen.
58
Jommeke en zijn vrienden zitten nog steeds opgesloten in de Dode berg waar zich ook de Incaschat bevindt. Pedro, de Spaans sprekende papegaai en Flip gaan op zoek naar een uitweg. Volgens Macu Ancapa zijn ze met z'n allen vervloekt door de Zonnegod. Flip komt met een melding over twee vluchtende Inca's terwijl Pedro deze volgt. Pedro stelt vast dat het hele nabij gelegen dorp op de hoogte wordt gebracht van de verborgen schat. De Inca's trekken in groep naar de Dode berg. Macu Ancapa bezweert de Inca's dat er eerst een machtige koning moet opstaan vooraleer de schat gebruikt mag worden. Om te bewijzen dat hij de waarheid spreekt wordt hij samen met Jommeke en z'n vrienden voor tien dagen opgesloten in de Dode berg. Ze overleven dit dankzij de voedselpillen van Gobelijn. Na tien dagen keert de rust weer en Jommeke en zijn vrienden vertrekken richting vliegende bol. Maar... een paar boeven zijn te weten gekomen dat de Incaschat in de Dode berg ligt. Gelukkig kan Pedro Jommeke en zijn vrienden nog waarschuwen en kan het plan van de boeven verijdeld worden. Zelfs een tweede poging om de schat te stelen loopt met een sisser af. Tot slot wordt beslist om een nieuwe stad te bouwen rond de Dode berg.
57
Een Spaans sprekende papegaai komt bij Jommeke aanbellen. Hij is gestuurd door professor Gobelijn met de boodschap om direct naar Machu Pichu te komen. Met de vliegende bol vertrekken Jommeke, Flip, Filiberke, Pekkie, Choco en de Spaans sprekende papegaai richting Peru. Na wat zoek- en klimwerk vinden ze de professor. Ze worden echter gevolgd door twee ongure figuren. Gobelijn brengt zijn vrienden op de hoogte van zijn spoor naar de eeuwenoude Incaschat. Op een bergtop vinden ze een oude Inca, Macu Ancapa. Hij is de bewaker van de Incaschat. De twee ongure figuren slagen erin Jommeke en zijn vrienden samen met de bewaker in de bergplaats van de schat gevangen te zetten. Het vervolg van het verhaal vinden we in album 58.
56
Marie heeft een palmboom besteld. Deze wordt na wat ongelukjes binnenshuis, in de tuin geplant. Door een misverstand zaagt Filiberke de palmboom half door. Jommeke roept de hulp van professor Gobelijn in om het probleem op te lossen. Gobelijn bedenkt een houtgroeimiddel. De boom wordt echter reusachtig groot. Jommeke zet zijn idee, om alle bomen dit middel toe te dienen om meer gezondere lucht te krijgen, aan de professor uiteen. Gobelijn zet het houtgroeimiddel om in gasvorm en heel Zonnedorp wordt bespoten. De bomen nemen gigantische afmetingen aan maar de mensen die het gas ook hebben ingeademd krijgen boomgroei op hun hoofd. Gobelijn zorgt na een tijdje voor een redmiddel en in Zonnedorp wordt weer alles normaal.
55
Flip wordt stapelverliefd op de beeldschone zangeres Tita Telajora. Voor hij naar het hotel van de zangeres vertrekt schrijft hij nog een afscheidsbrief aan Jommeke. Naar de buitenwereld toe laat hij uitschijnen dat hij de aanstaande echtgenoot van de zangeres is. Via een krantenartikel komt Jommeke te weten waar Flip precies uithangt. Samen met zijn vrienden gaat hij achter Flip aan om een stokje voor diens plan te steken. Intussen treedt Flip samen met Tita Telajora op als zingende papegaai. In Amerika wil Flip het huwelijk laten voltrekken, maar dat mislukt. Flips hart breekt wanneer Tita Telajora hem vertelt dat ze wellicht met een Mexicaanse zanger zal trouwen. Hij keert met Jommeke huiswaarts en op het vliegtuig ziet hij een mooi stewardessje. Het liefdesverdriet is al meteen een heel stuk minder.
54
Jommeke, Filiberke en de Miekes worden bij professor Gobelijn uitgenodigd om zijn nieuwste uitvinding te vieren. Hij heeft een zeer sterk vluchtgas bedacht. Na een telefoontje van de luchthaven, betreffende een in nood verkerend vliegtuig, gaan de professor en Jommeke meteen op pad. Een apparaat met twee ballonnen, met vluchtgas in, laat toe dat de professor en Jommeke het vliegtuig in volle vlucht kunnen bereiken. Na de spectaculaire redding verschijnen er krantenberichten en wat later wordt Gobelijn overstelpt met post. Hij besluit om naar een klooster te trekken om de drukte te ontvluchten. In het klooster is Anatool broeder. Nadat Gobelijn, Jommeke en Filiberke een geblokkeerde klok hebben hersteld komen bij Anatool de minder goede gedachten weer de kop op steken. Een zak goud die na een vliegtuigongeval aan de Primusrots is blijven hangen wordt zijn doel. Hij slaagt er bijna in om de buit binnen te halen maar een defect geraakt apparaat verhinderd de goede afloop. Jommeke en Gobelijn kunnen hem nog net redden van de dood als hij naar beneden stort. De zak goud wordt tot slot aan de overheid overhandigd.
53
De Miekes zijn getuige van een overval. Een jonge Indische vrouw wordt door twee Indiërs beroofd van haar kristallen eendje. Jommeke en Filiberke schieten samen met de politie ter hulp. De villa waar Annemieke de daders heeft naar toe zien vluchten blijkt bij een eerste onderzoek verlaten. Een dag later gaat Jommeke opnieuw op onderzoek. De Indiërs nemen hem en Flip gevangen. Flip en vervolgens ook Jommeke weten zich te bevrijden. Samen met Filiberke en de Miekes kunnen ze met een list de boeven gevangen zetten en ze door de politie laten inrekenen. De bestolen vrouw blijkt een Aziatische prinses te zijn. Wanneer Jommeke en zijn vrienden het kristallen eendje terug bezorgen worden ze uitgenodigd op het paleis van de koning, te Kasakatja, om te komen feesten op de goede afloop.
52
De koning van een ver en vreemd land roept de hulp in van professor Gobelijn om zijn scepter te zoeken tussen het puin van een verzonken stad. Gobelijn neemt Kwak en Boemel, die beweren dat ze hun leven hebben gebeterd, in dien