Daar waar duisternis eindigt en licht begint, daar wil ik me bevinden.
08-03-2015
Raven
Ik ben geen man die gelooft in voortekens, of cryptische boodschappen gegeven door hogere machten. Behalve als het me goed uitkomt.
Ik zag een raaf voorzichtig een poot zetten in een poel water. Dof zwart spiegelde zich op het roerloze wateroppervlak. De raaf keek om zich heen en zette een andere poot in het water. Blijkbaar gerustgesteld door de van vijanden verstoken omgeving ploeterde de raaf tot het midden van de poel. Nog een laatste blik rondom zich en plots werd de kalmte ruw doorbroken. Water spatte alle kanten uit, en de eerst zo nauw opgeplooide vleugels werden een waas van beweging. Met een ongeëvenaard enthousiasme was de raaf zich aan het wassen. Enkele luttele seconden daarna was het voorbij. De raaf vloog op en zette zich neer op een muurtje op enkele meters afstand van de poel. De raaf zat er stil bij, maar er was iets dat deed vermoeden dat de gebeurtenis nog niet ten einde was. Plots vloog de raaf weer op, meteen gevolgd door een tweede, die voordien geen deel had uitgemaakt van het spektakel. De eerste raaf streek naar naast de poel, de tweede raaf volgde, maar bleef op enige afstand. Opnieuw begon het ritueel. Een voorzichtige stap, een tweede. Een explosie van zwart en lichtweerkaatsende druppels. De tweede raaf keek nieuwsgierig naar het gebeuren en stapte zonder veel aarzelen ook het water in. Twee zwarte vlekken werden een waas van beweging. Ze leken er enorm veel plezier in te hebben. Een minuut van woeste energie ging over in een energieke sprong de lucht in. Met veel vleugelslag kozen ze het luchtruim en verdwenen ze uit het zicht.
De raaf werd twee raven, beiden zich badend in dezelfde poel. De betekenis laat ik aan jou over, maar voor mij is ze duidelijk.
Ik las onlangs dat Recyclart een oproep heeft gedaan voor mensen die willen vertellen over hun passie. De oproep begon met de vraag of ik me afvroeg waar de passie is gebleven als ik door de straten van onze grootse hoofdstad loop. Of ik me afvroeg waar de bezieling is. Nu stel ik me die vraag ook, op café, en dan kijk ik mijn gesprekspartner aan met vur in mijn ogen en bliksem op mijn tong. WAAR IS IN GODSNAAM DE PASSIE GEBLEVEN?! Ik voelde me echter door die oproep het onderwerp gevonden van die vraag, ik, de zwervende persoon par excellence, des te meer omdat iemand me die oproep persoonlijk had doorgestuurd. Het was 'keihard' iets voor mij, zei die persoon. Toen ik hem naderhand in levende lijve ontmoette, kon ik het niet nalaten hem te vragen welke passie hij in gedachten had toen hij me die oproep doorstuurde. Ik voegde er aan toe dat hij het niet kon hebben over mijn beeldhouwen, daar ik daar nauwelijks aan toekom. Hij haalde zijn schouders op en zei simpelweg 'dan niet.'. Dan niet... De oproep zette me aan het denken. Mocht ik mezelf blootstellen aan de starende ogen van mij onbekende personen en voor hun plezier mijn ziel uit het lijf scheuren en het hen vol trots tonen; hoe zou die er dan uitzien? Ik dacht aan beeldhouwen, ik dacht aan mijn werk. Ik dacht, en voelde me meteen verbitterd, dat ik gepassioneerder kon spreken over mijn werk dan over mijn beeldhouwen. Maar ik wil het niet hebben over mijn werk. Mijn werk is niet mijn passie, hoe gepassioneerd ik ook de missie ervan kan verdedigen. Maar wat is mijn passie dan wel? Het beeldhouwen zou ik graag vernoemen, maar het mist realisatie. Ik kan niet zeggen dat ik gepassioneerd ben van beeldhouwen en in dezelfde zin zeggen dat ik er niet toe kom effectief te beeldhouwen. Dat is een contradictie. Passie, mocht je het woord gaan opzoeken, wil zeggen dat je je onweerstaanbaar voelt aangetrokken tot iets. Sprekend is dat het afgeleid is van het woord pathos, wat zoveel wil zeggen als lijden. Je lijdt onder een passie omdat je niet anders kan dan haar te willen realiseren. Het is een onverzadigbare drang, een lust die zich opdringt aan het denken en het handelen. Beeldhouwen komt dus niet in aanmerking.
Ik begon echter te voelen dat ik wel degelijk gepassioneerd ben en dat beeldhouwen er iets mee te maken heeft. Ik hou ervan kunstwerken te bedenken, na te denken over de inhoud en de vorm. Ik hou ervan naar een badende vogel te kijken en me af te vragen hoe ik dat zou kunnen sculpteren. Ik kijk naar straatlantaarns en kan diep geroerd zijn door de schoonheid van het licht dat duisternis begroet. Ik kijk naar gezichten en bestudeer de lijnen van dat gelaat, ik kijk niet naar de mens, maar naar de schaduwen die zich aftekenen op die mens. Ik kan kijken naar een mooie vrouw en in mijn hoofd haar gezicht met houtskool op papier brengen. Ik denk na over waar een emotie te vinden is op een gezicht, en welke inclinatie ogen moeten hebben om droef of verheugd te zijn. Ik ben geen beeldhouwer, maar het is wel de bril die me de wereld laat zien. Die de wereld voor me vertaalt. In vorm, in kleur, in schaduw. Misschien ben ik dus gepassioneerd. Niet iemand die zijn passie realiseert, maar één die zijn passie bedenkt. Ik leef doorheen mijn ideeën, mijn gedachten, mijn concepten. Ik kan trillen van passie bij het nadenken over een beeld dat ik wil maken en drie dagen lang op de golven van dat ene idee meesurfen. Voor ik het evenwel realiseer, neemt een andere idee de fakkel over en sleurt me opnieuw mee naar andere, nog onbekende wateren. Ik leef mijn leven dus met een bril op. De bril van een kunstenaar. En ook al lijkt dat in de volksmond een te grote naam voor iemand die niets materieel heeft dat voor hem kan spreken, het is MIJN bril. Misschien heb ik hem ergens op grond zien liggen en achteloos opgeraapt en slaat de term kunstnaar niet meer op mij dan dat die slaat op de eigenaar van het schilderij van een beroemd kunstenaar... Maar het is de manier waarop ik de wereld zie. Doorheen mijn kunstenaarsbril.
Toen ik dit vertelde aan de liefde van mijn leven, vond ze het een trieste uiteenzetting... En ze keek me met trieste ogen aan.
En ik keek naar de lijnen van haar jukbeenderen en de schaduw van haar neus. Naar de inclinatie van haar ooghoeken en de manier waarop ze haar hoofd hield. Misschien wel triest ja...
Ik wilde me gisteren even overlaten aan de lokroep van Morpheus toen er plots allerlei afbeeldingen door mijn hoofd raasden. Het was als een psychedelische storm in mijn hoofd waarbij animatiebeelden zich afwisselden met luukrake realismen. Plots kwam er echter een tekening naar boven, een getekende tekening van een man die zijn hoofd met één hand vasthield. Het was prachtig getekend... Meer nog dan het hele beeld, was het vooral het hand dat me raakte. Het hele beeld was er één van wanhoop, maar het hand drukte dat nog het best uit. Het was dun, niet uitgemergeld wel, en volledig verkrampt. Ik zag het maar enkele seconden en alle pogingen het langer dan dat vast te houden, bleken futiel.
Ik heb toen maar mijn potlood vastgepakt en het proberen over te zetten op papier. De realiteit heeft het gevecht tegen mijn kunde verloren. Maar ooit... ooit!
Een beeldhouwer moet kunnen tekenen. Ergo; ik ben geen beeldhouwer, althans geen goede, want tekenen kan ik echt niet. Daarom heb ik me voorgenomen om elke dag 20 minuten te tekenen. Oefenen baart... Jawel.
Hieronder het erbarmelijke resultaat van gisteren. Bij gebrek aan inspiratie heb ik de papfles die op tafel stond getekend. (De reden dat ik dat vermeld, is dat de tekening mogelijk zonder uitleg moeilijk te interpreteren valt. )
Het goede aan slecht zijn in iets is dat je snel vordering kunt maken! Laten we het positief bekijken, shall we?
Heidegger blijkt een harde noot om te kraken. Het lijkt wel alsof begrip net buiten mijn bereik is. Of liever: Ik heb het gevoel dat wat ik begrijp ik niet onder woorden kan brengen. Evenwel stroomt er wat van zijn 'Wijsheid' in me over, en de droge aarde die ik ben, slurpt het gretig op.
Kunst en tijd, tijd in de kunst brengen, bij tijd stil blijven staan... Het is een vreemde gewaarwordingen mijn gedachten te voelen kronkelen, te voelen hoe ze tegen elkaar opbotsen en hoe de ene waarheid in mijn hoofd de andere teniet lijkt te doen.De vele facetten van beide begrippen gaan volgens mij elke categorisatie, elke verwoording te boven.
Maar het is fijn er bij te verwijlen. Oh ja, absoluut!
Ik ben aan het lezen geslaan. En niet zomaar lezen, maar enkel grootse boeken. Of althans tot nog toe. Gadamervis de revue gepasseerd, Schopenhauer, en nu Heidegger. Derde boek van dit kalender jaar.
Waarom? Omdat die boeken allen gemeen hebben dat ze over kunst handelen, kunst en/of tijd.
Ik probeer zoveel mogelijk te lezen omtrent beide onderwerpen daar ik samen met mijn beste vriend een tentoonstelling wil opzetten die als onderwerp tijd heeft. Dat is natuurlijk de titel niet van de tentoonstelling, maar de inhoud zal evenwel 'Tijd' zijn. De ideeën hebben zich reeds in grote getallen aangekondigd, maar een beetje achtergrond opdoen, kan nooit kwaad doen. Vandaar mijn intensieve lezen voor het ogenblik.
Het mag gezegd worden dat ook al vind ik dat ik nog steeds te weinig doe met de tijd die me gegeven is, ik ze nu toch net iets meer benut dan voordien. Schopenhauer schreef eens 'gewone mensen brengen hun vrije tijd door, creatieve mensen benutten haar!'
En dat is exact wat ik nu doe. Mijnt tijd benutten! Op de goede weg zeg maar, met de goedkeuring van een esthetische erudiete meester.
Mijn buste is nu al enkele maanden af. Ik denk niet dat er echt mensen
aan het wachten zijn op foto's maar... goed, het niet hebben van lezers
was iets waar ik bij het aanmaken van deze weblog reeds had over
nagedacht, en het zou me niet stoppen evengoed te blijven schrijven en
te blijven delen.
De buste is af. Na alle problemen, kwam de
voldoening een goed beeld te hebben afgeleverd. Ik ben er tevreden van,
het is ongeveer exact geworden wat ik had gehoopt. Ik ben niet helemaal
tevreden over de nek, maar met alle problemen die ik er mee heb gehad,
moet ik zeggen dat ik niet mag klagen over het resultaat. De scheuren
die ik initieel teweeg had gebracht, heb ik volledig kunnen wegwerken.
Ik laat het beeld zelf zijn eigen zaak bepleiten nu, en zal er geen
woord meer over reppen.
Ik haf gehoopt dat het beeld me zou
aanzetten tot beter en groter en meer productie, maar het zal niet
verbazen dat het dat niet heeft kunnen teweeg brengen. Ik heb al een
hele tijd niets meer geproduceerd en om eerlijk te zijn deprimeer ik een
beetje. Ik krijg mezelf niet tot creëren terwijl ik evenwel het gevoel
heb dat niets anders mijn gemoed kan verbeteren. Een vicieuze cirkel. Ik
haat die beesten.
Mijn leven is de afgelopen twee maanden en een half veranderd. Drastisch, zouden sommige mensen zeggen. Ik meen echter van niet.
Ik
ben papa geworden. Daar heb je het dan. Ik ben papa geworden! Ik vind
het fijn, ik geniet ervan, maar het is zwaar. Niet dat het leven zoveel
veranderd is, maar mijn inactiviteit (deels verklaard door een baby die
terecht en zonder dat ik daar mee zit, veel tijd vraagt) weegt zwaar op
me. Ik heb tijd, zelfs met een nieuwgeborene in huis. Maar ik krijg die
tijd niet goed ingevuld. Wat ik ook probeer. Planningen maken, plannen
tekenen, werkruimtes klaar maken... Ik heb het allemaal gedaan. Maar
mijn creatieve ziel houdt zich voor me verborgen en bezorgt me hoofdpijn
van frustratie. Ik weet wat je denkt. Ik denk het ook. Hou verdomme
op te klagen en doe dan iets! Het is idioot, maar het lukt me niet. Net
voor ik wil beginnen, neemt een soort neerslachtigheid van me bezit,
kruip ik wezenloos achter een computerscherm en begin series te kijken.
Series waardoor ik afgestompt en emotieloos weer even verder kan. Tot ik
opnieuw beslis iets te doen, en dan toch weer eindig achter een
blinkend moordend scherm. Vicieuze cirkel nummer 2. Akelig beest.
Ik
schreef onlangs in mijn notitieboekje dat er twee wegen zijn. Eén
doopte ik het heden. Deze weg wil dat je elk moment, elke dagdagelijkse
handeling en idee, met zorg behandelt. Je moet er kleine kunstwerken van
maken. Ik schreef erbij dat deze weg voor mij niet direct in het
vooruitzicht ligt. Ik heb me een leven lang -en dat begint nu toch al te
tellen, een dergelijke uitspraak- afgezet van dagdagelijkse
handelingen, getracht extra-dagdagelijkse dingen te doen. Ik wil dat
idee niet verdedigen, noch aanvallen. Het heeft me gewoon tot een zelf
gebracht die heel moeilijk kan genieten van zaken als koken, langzaam
opstaan, kleine dagdagelijkse gesprekken en dergelijke meer. Ik moet er
naartoe werken, maar voor morgen is het nog niet. De tweede weg die
ik behandelde was die van de toekomst. Ik had het misschien beter
benoemd als een gerichtheid op de toekomst. Het vertrok van de
maakbaarheid die eigen is aan elk (menselijk) wezen. Gericht op wat je
zou willen doen/zijn, creëer je de noodzakelijkheden in het heden om
daar naar toe te werken. Je wil wat (gerichtheid op de toekomst), je
doet wat (toekomst neemt bezit van het heden). De gerichtheid op de
toekomst vertrekt vanuit wat je op dit moment, in dit heden wil. Het is
niet opbjectief, en al helemaal niet onvatbaar voor wijzigingen. Dat
doet er echter niet toe. Die wil die je in het heden voelt, moet enkel
voldoende diepgaand zijn, voldoende vuur bevatten om een tijd(je) mee te
gaan. Dat is voldoende. De maakbaarheid van je eigen zijn, wil ik ook
zeggen dat je KAN. Er zijn mogelijkheden die je KAN benutten, die je
MOET benutten. Die gerichtheid moet je aanzetten tot plannen, tot
funderingen leggen. Tot creativiteit. Geen creativiteit zonder
gerichtheid op de toekomst. Het één is niet zonder het ander te denken. Deze
weg sluit nauwer aan bij mijn persoonlijkheid nu. Ik zou natuurlijk
graag beide wegen bewandelen, simultaan, en ik geloof dat dat ook
mogelijk is, maar ik ben er nu nog niet toe in staat.
Mijn grote
vraag is nu; Moet ik eerst proberen vrede te vinden met het heden, het
eerste pad betreden en trachten op die manier wat rust te vinden? Of
moet ik eerst proberen de tweede weg te bewandelen, waardoor de
gerichtheid op de toekomst en de daarbij horende vreativiteit, me meer
vreugde geven met het heden op zichzelf?
Ik weet het nog niet.
Het houdt me bezig. Misschien zijn het allebei manieren die tot
hetzelfde leiden, en dien ik slechts de keuze te maken zodat ik van slag
kan gaan. En dan nog... zal de keuze maken me tot actie aanzetten?
Akrasia, het blijft mijn gezelschapsdame, ondanks dat ik haar al
meermale heb gezegd dat ik zo veel liever alleen wil zijn.
Bij het maken van de mal van mijn buste, heb ik de fout gemaakt te fijnzinnig te willen zijn. Ik heb een 6delige mal gemaakt en ben uiteindelijk geëindigd met een veel-te-veeldelige mal. Met andere woorden, bij het uitbreken van de mal zijn er enkele delen kapot gegaan. Gisterenavond was een sombere avond. Is het een catastrofe? Neen, het wil enkel zeggen dat ik heel erg creatief ga moeten zijn om mijn beeld terug te krijgen... Ik probeer er positief tegenover te blijven, maar ik kan niet anders dan het een grote ontgoocheling vinden.
Hieronder enkele foto's van mijn versplinterde mal. Vooral het stuk met de broche heeft afgezien. De reden dat het zo kapot is gegaan, heeft alles te maken met het feit dat ik een dunne mal wilde omdat ik die maar één keer zal gebruiken. Om het eindresultaat gemakkelijker te ontmallen, zal ik dus uiteindelijk mijn mal kapot moeten slaan. Het is uiteindelijk net iets te snel uit elkaar gevallen, de snoodaard... Nu gaat een moeizaam proces van herstellen aanvangen, met veel gepruts. Weinig professioneel, maar er zit niets anders op.
ZUCHT.
Anders bekeken, ik zal weten wat te doen deze week. Ik kan er vanavond, morgenavond en donderdagavond niet aan werken (moet elke avond werken tot 21u), dus zal het voor vrijdag, zaterdag en zondag zijn. Ik ga echter wel proberen een paar uur te winnen door de volgende dagen na het werk toch nog een beetje te prutsen. Wie weet gaat het dan wat vlotter in het weekend. Ach, wat wil ik dat beeld af hebben! Er zitten beelden in mijn hoofd die krakend en brekend doorheen mijn schedel hun weg naar de werkelijkheid willen banen, en ik kan niet wachten er eindelijk aan te beginnen!
Toen ik daarnet het adres van mijn blog aan iemand gaf, dacht ik plots dat ik deze wel heel erg had verwaarloosd de laatste tijd. Daarom ook dat ik onderstaande tekst heb toegevoegd... Ze maakt deel uit van 7 andere verhalen die ik heb geschreven in de voorbije drie maanden. Naar mijn idee is het één van de beteren. Aan jullie om dat te ontkrachten of in elk geval te bevestigen dat het niet slecht is als verhaaltje. Ik dacht ook meteen aan wat ik hier aan mijn eigen persoonlijk stekje op het internet zou kunnen toevoegen dat ik de moeite waard vind in de afgelopen... wel, 6 maanden.
En dan komt mijn buste toch wel meteen in mijn hoofd op. Ik had het enige tijd geleden over de 'betaalde' beeldhouwopdracht die ik in de wacht had gesleept. Ik heb er heel wat aan gewerkt en ik ben tevreden van het resultaat. (Stel je dat eens voor!). Het is nog niet af, ik dien nog enkele details te verbeteren en dan kan ik aan de mal beginnen. Ik hoop die volgende week af te hebben. Het eindresultaat zou binnen een paar weken hier op de site te zien zijn. Maar... omdat ik nu eenmaal een ongeduldige jongen ben en ik hoop dat jullie even ongeduldig zijn om het zien: Hier, voor jullie oogjes alleen, een preview: <beeld je de drummen in, de bombastische aankondiging van iets groots... PAM PAM>
Hij herinnerde zich weinig van de eerste jaren van zijn bestaan. Ze waren gehuld in nevels, korte flarden van bewustzijn waarin hij geluiden opving en stemmen. Hij herinnerde zich een moment waarop een vrouwenstem hij herinnerde zich niet of hij haar gezicht had gezien- bewonderend had gezegd dat hij zo vol beweging leek. Een waar kunstwerk, had ze gezegd. Ze was niet de enige die dergelijke dingen had uitgesproken over hem.
Misschien was het dat wat hem had doen ontwaken uit zijn pathosloze toestand. Als er genoeg mensen over je spreken, genoeg mensen het over je hebben als was je een levend, ademend persoon, misschien deed dat wel wat met je. Misschien zette het je aan tot beweging. Misschien het zou goed kunnen dat hun beweging zijn beweging had begonnen. Het was niet te vreemd om te bedenken, gezien zijn toestand.
Het was avond. In het park waren nog slechts enkele mensen aanwezig. Traag voortstappend, soms pratend, vaak zwijgend. Genietend van het hier en nu, zelfs al daar twijfelde hij niet over- voor sommige mensen het hier en nu veel verleden en een zorgenrijke toekomst betekende. De vogels, vervloekte beesten waren het, hadden eindelijk hun onafgebroken gezwets beëindigd en hadden een veilige haven gevonden in de bomen.
De schemering was altijd zijn favoriete moment geweest. Het was rustiger dan overdag, maar vol interessante zaken. Voor de persoon die er oog voor had, tenminste. Hij had er oog voor, zeker, en tijd ook. Een koppeltje koerde langs hem heen. De man drukte een kus in de hals van een giechelende vrouw. Hij had haar nogal gezien. Met andere mannen. Ze werkte hier, de struiken waren haar bureau, de lanen haar wachtzaal. Zoëven zou ze verdwijnen met de man, tussen twee struiken door, naar een plaats die hij nooit had gezien. Geknutselde geluiden zouden weerklinken, ietwat gedempt. Zij zou later opnieuw verschijnen, zonder geforceerde glimlach of bestudeerde gebaren deze keer en terug op weg gaan. Waarschijnlijk zou de man een minuutje wachten en dan ook terug op het toneel verschijnen. Met een aangedaan gezicht. Voldoening, schaamte hij had alle emoties de revue zien passeren. Maar de mannen waren allemaal, stuk voor stuk, aangedaan.
Het was best interessant om zoals hij dat genoodzaakt was deel uit te maken van het decor. Niemand kon hem van voyeurisme beschuldigen, en toch was hij altijd daar. Kijkend. Observerend.
De man verscheen, zijn kleren afvegend. Hij leek voldaan. Een man die een mans werk had gedaan. Hij volgde de man met zijn ogen tot hij bijna uit het zicht verdween en voelde hoe zijn hals zich inspande om de beweging van zijn ogen te volgen.
Toen gebeurde het. Voor hij goed en wel wist wat er gebeurde, had zijn hoofd zich de volle vijf centimeter gedraaid. De beweging de beweging!- had een cascade van andere bewegingen in gang gebracht, en zonder zich te kunnen controleren had hij een halve seconde later voor het eerst gras tegen zijn gezicht gevoeld. Grond onder zijn voeten. Een bronzen hartslag, als van een kampioen, weerklonk in zijn innerlijk.
Hij stond op en keek om zich heen. Zijn sokkel stond er verlaten bij, net zo verlaten als het park rondom hem. Niemand had gezien wat er was gebeurd. Het was een wonder, een unieke gebeurtenis. Hij zou zich extatisch moeten gevoeld hebben. LEVEND! Ja, levend!
Op de een of andere manier had hij echter niet het gevoel iets wonderbaarlijk gedaan te hebben. Het was gewoon. Gewoon gewoon. Nieuwsgierigheid nam bezit van hem. Hij had wel eens gefantaseerd over wat hij zou doen mocht hij ooit deze kans krijgen. Er was iets dat hij absoluut wilde doen
Gedecideerd ging hij op weg. De bomen rondom hem wierpen al haast geen schaduwen meer af. Nog even en het duister zou enkel nog afzijdig worden gehouden door de cirkels van licht die enkele geïsoleerde lantaarnpalen uitzonden. Het grind onder zijn voeten knarste. Het geluid was hem bekend, maar had hem nog nooit zo uitgenodigd, zo lieflijk geklonken. De weg nam een bocht. Nog even en
Hij stond plotseling stil. Hij wist niet of hij daarvoor had gezorgd door onbewust te willen stoppen of dat iets anders hem een halt had toegeroepen, maar zijn plotse bewegingsloosheid bracht hem volledig van zijn stuk. Hij voelde paniek in hem opkomen. Angst dat hij niet opnieuw meer in beweging zou geraken, niet meer zou weten hoe hij dat moest doen! Golven van verdriet en angst en schrik zoals hij die nog nooit had gevoeld, zwolgen hem op en verteerden hem. Het was verschrikkelijk, het was onecht, het was
Hij wist niet hoe lang hij daar had gestaan. Misschien een minuut, misschien een uur. Misschien verscheidene dagen. Toen hij weer tot zichzelf kwam, was het echter zoals voorheen donker. Het leek dezelfde avond, maar hij kon het niet met zekerheid zeggen.
Hij realiseerde zich plots dat zijn ogen zagen wat ze nog nooit eerder hadden gezien. Voor hem uit lag een meer te glinsteren in het maanlicht. Het water lag er bewegingsloos bij en leek een duplicaat van de sterrenhemel erboven. Een bankje stond naast de oever te baden in het gouden licht van een lantaarnpaal. Het was het mooiste dat hij ooit had gezien. Het was een betoverend aanzicht, onverdund geluk in beeld gebracht.
Hij voelde een onbedwingbare drang om het beeld dat hij had van het meer aan te raken, als was het een schilderij of een kunstwerk. In plaats daarvan zette hij een stap naar voor en nog één en nog één tot hij de rand van het meer bereikte. De schoonheid van het schilderachtige aanblik deed hem bijna vergeten waarom hij zoveel lust had gehad hierheen te komen. Hij zou eindelijk zien
De man die naar hem keek had een volle, lokkenrijke baard. Zijn ogen keken rustig in de zijne en leken veel te hebben gezien, veel te hebben meegemaakt. Ze waren niet verbaasd, nieuwsgierig misschien, maar leken verder onaangedaan door hun plotse revelatie. Hij zag een hand naar het gezicht van de man gaan en voelde hoe het de rimpels streelde, de glooiing van de jukbeenderen, de geprononceerde neus.
Het was een mooie man. Een wijze man. Iemand die iets had bereikt dat de moeite waard was, dat stond buiten kijf. Hij keek op maar voelde de hand nog steeds. Ze voelde aan zijn haren, zijn oren en zijn hals. Hij keek naar beneden om te zien hoe ze een lange overjas streelde en verdween in één van zijn zakken. Het beeld van de man stond op zijn netvlies gebrand.
De onthulling had hem ietwat sprakeloos achtergelaten. Hij draaide zich om en wandelde naar de bank. Hij zette zich neer en voelde hoe zijn kleren zich rond zijn lichaam drapeerden, het volgden en gehoorzaamden. Hij keek uit over het meer en dacht na over de man die hij had gezien. De man waarvan hij de gelijkenis droeg, die hij was.
Hij was moe. Plotseling en onherroepelijk moe. Zijn oogleden leken een eigen leven te leiden en sloten zich geregeld vanzelf. Hij was uitgeput en verlangde naar zijn sokkel, zijn stille bestaan. Hij stond op, keek in het voorbijgaan nog een laatste keer naar zijn reflectie en wandelde terug naar zijn sokkel. De wereld leek zilverig in het maanlicht en zijn sokkel verwelkomde hem met een serene zwarte binnen al dat grijs. Hij kroop er met wat moeite op, schikte zijn kleren en sloot de ogen.
Hij had daarna nooit meer opnieuw bewogen. Misschien was weten wie hij was de enige beweegreden geweest om zich in beweging te zetten en was er nu hij dat wist geen nood meer aan. Hij wist niet of één van de voorbijgangers ooit had opgemerkt dat zijn ogen nu gesloten waren. Hij geloofde van niet, misschien hadden ze nooit gemerkt dat ze überhaupt ooit open waren geweest. Het deed er niet toe. Flarden bewustzijn doken soms weer op, steeds opnieuw, met in hun midden het gezicht van de man die hij had ontmoet.
Mijn tweede dag verlof. Opnieuw vroeg opgestaan om uit elke minuut te halen wat er te halen valt. Wel, dat 'er alles uithalen' is relatief natuurlijk, het betekent vooral dat ik op het gemak naar het centrum van Brussel trek, een koffietje drink en me installeer in mijn favoriete bibliotheek. Ooit zal hier een boek van mij tussen staan. Ooit. Ik zal de kaft strelen en weten dat ik ergens een afdruk nalaat. Ik zal het boek uit de rekken halen, nauwkeurig inspecteren en met vreugde merken dat er iemand me gelezen heeft. Ooit.
Vandaag is dat ooit nog niet in zicht. Geen probleem, ik moet geduld hebben.
Het eerlijke verhaal; deel 4 annex:
'Ik staar voor me uit. Mijn blinkende scherm is bodemloos leeg. Ik kijk rondom me, zie gezichten voor het eerst. De mannen merk ik amper op, hun gezichten blijven voor mijn interesse verborgen. De vrouwen... zoals steeds heb ik de neiging één vrouwen uit te kiezen en naar haar te kijken. Niet als een stalker, hoop ik, maar ongemerkt en bij momenten. Slechts omdat ik graag naar vrouwen kijk en dol ben op hun esthetische uiterlijk. Vandaag is het de vrouw links tegenover me. De vrouw met rode lippen, uitdagende lippen. Haar haren zijn ietwat verwilderd, haar kaak rust op een vuist. Ze kijkt op en kijkt over me heen. "Merk me op", denk ik, "kijk naar me." Haar blouse omhult een gebeeldhouwde hals van beige albast. Haar ogen, langzaam knipperend, wekken mijn aandacht met hun trieste diepte. Ze is mooi. Onbekend. In de speciale eigenheid van dit moment is ze de mijne. Ik praat met haar, niet met woorden, maar met gevoelens en dradige gedachten. Ik beeld me in hoe ze lacht, hoe ze spreekt met een licht ironische ondertoon. Ze lijkt me een vrouw die liever de bovenhand heeft door zich sarcastisch uit te laten ver de wereld dan om er effectief een mening over te hebben. Zoals zovelen onder ons. Het is geen verwijt. Het getuigt van best wat intelligentie overtuigend spottend te kunnen zijn over de wereld en haar lotgevallen. Misschien verbeeld ik me dat allemaal, maar dat is eigenlijk van geen belang. Ik wil haar niet werkelijk kennen of spreken, ik wil slechts over haar fantaseren.
Met een naturel die mijn voorstellingsvermogen te boven gaat, strijkt ze wat losse haren terug op hun plaats. Ik verbaas me over de esthetiek van die beweging en... merk dat ik mijn tijd weer aan het verdoen ben met het denken aan een vrouw. Mijn scherm blikkert nog even leeg. Hoofdschuddend zet ik me aan het schrijven. Van iets, gewoon iets. En de vrouw ban ik uit mijn gedachten. Nu meteen.'
Ik merk bij het typen van het bovenstaande tekstje dat mijn schrijfstijl roestig is geworden. Het is ook al zo lang geleden dat ik nog een verhaal schreef. Schrijven behoeft training en herhaaldelijke oefening. Misschien is het een idee om enkele 30-minuten-verhalen te schrijven. Dagelijks. Of misschien is wekelijks een realistischere optie. Driemaal per week? Lijkt me haalbaar.
Ik ga er me meteen aanzetten. Geen uitstellen deze keer.
Ik schrijf. Verbazingwekkend, als je weet hoe moeilijk dat wel niet is. Ik neem me immers elke dag voor te schrijven, en elke dag doe ik dat uiteindelijk toch niet. Blijkbaar is het succesrecept een dag verlof nemen. En naar de koninklijke bibliotheek gaan. Recept op te nemen en te herhalen. Mogelijk te perfectioneren.
Ik keek vandaag eens in mijn 'statistieken'; Blijkbaar zijn er gisteren heel wat mensen naar mijn blog komen zien. Dat is vreemd, daar ik al een hele tijd niet meer heb geschreven. Ik denk dus eerlijk gezegd dat het een bug is in het systeem. Mocht het dat niet zijn, Des te beter! Welkom nieuwe lezers!
Enkele updates uit mijn leven: Ik heb een beeldhouwopdracht! Ik word betaald om te beeldhouwen! In mijn hoofd blaas ik dat helemaal op, niet met weinig geamuseerdheid met het eigen ik natuurlijk. Een organisatie heeft me gevraagd een borstbeeld te maken van hun oprichter/mede-stichter. Ze betalen me 200euro. Dat is -en nu komt de reden waarom het opblazen van het hele idee een betaalde opdracht te hebben amusant is- net iets meer dan het materiaal me gaat kosten. :) Ik ben echter wel uitermate tevreden dat iemand me WIL betalen. En dat verklaart weer waarom ik het met veel plezier TOCH opblaas. :) Als ik ietwat tevreden ben van mijn werk 'in progress', zal ik wat foto's uploaden. Dan kan je zien wat een genie ik wel niet ben. Ahum.
Hoe gaat het met dit zwervertje? Wel, het spijt me als ik wederom in herhaling val en het spijt me nog meer dat ik geen goed nieuws kan brengen, maar ik ga niet zo geweldig goed. Ik word een beetje ziek van mijn akrasia, mijn wilszwakte. Ik ben het beu te hoge verwachtingen te hebben en er niet aan te voldoen. Ik schaam me over mijn gebrek aan activiteiten, mijn gebrek aan energie om op te nemen wat ik denk te willen doen. Elke avond geeft hoop dat de volgende dag anders zal zijn, maar zolang ik zelf niet ZORG dat die dag anders zal zijn, is dat natuurlijk ijdele hoop. De reden dat ik hier in de koninklijke bibliotheek zit, is dat ik eens op het gemak wilde nadenken over mijn verdere leven. Geloof me als ik zeg dat enkel die zin typen mijn ingewanden doet rommelen en me ongelooflijk nerveus maakt. ...
Zolang ik in dit moment vertoef, ben ik min of meer positief gestemd. Ik zit hier nu. Ik doe IETS. Maar ik vrees het moment dat ik dit bericht af heb, mijn computer afsluit en het ruime sop kies. God, ik vrees zelfs dit moment te verlaten door aan de toekomst te denken, of aan het verleden. Nu is goed, Nu is neutraal. Nu verwacht niet meer van me dan te zitten, te typen en te denken.
Maar goed. Zelfs hier ben ik aan het uitstellen. Het eerlijke verhaal. Het zit zo:
- Ik werk teveel. Mijn werk slorpt al mijn tijd op, of misschien eerder: mijn energie. Ik heb altijd gedacht dat ik bodemloze reservoirs aan energie had. Ik begin te beseffen dat dat niet zo is. Ik kan niet zoveel werken, zoveel deadlines hebben en dan daarnaast nog mijn eigen projecten verwezenlijken. Misschien kan ik het wel (contradictie!) maar doe ik het evengoed niet. Wat ik evenwel zeker weet, is dat geen twee dingen tegelijk kan doen. Me fulltime inzetten voor mijn werken daarnaast thuis tot in de late uurtjes creatief bezig zijn. De afgelopen maanden bewijzen dat. Ik zou het graag willen, maar ik heb er de fut niet voor. Ik kan er me niet toe brengen. Resultaat; s' avonds ben ik nerveus, somber en kijk ik hersenloos naar films en series. Want die zorgen dat ik niet hoef na te denken en weerhouden me te beseffen dat ik simpelweg de energie niet heb om creatief te zijn. Na een dag van 10 uur, of 12 of 14, werken, of een week waarin dergelijke dagen zitten vervat, heb ik ook op één of andere manier het idee dat ik het verdien even niets te doen. Het absurde is dat dat niets doen op die manier opgevat een positief effect zou moeten hebben, te rechtvaardigen valt, maar het evengoed niet bewerkstelligd. Op de één of andere manier kan ik mezelf steeds wijsmaken dat ik dat NODIG heb, terwijl ik verdomd goed weet dat ik niet kan leven met mezelf als ik eraan toegeef. En toch geef ik er aan toe. U bent verplicht me nu een dwaas te vinden. Een klager ook.(en dat stoort me nog het meest).
Ik moet dus van werk veranderen. Ik doe mijn werk graag, maar het kost me teveel. Het kost me mijn levenskunst als het ware. En die prijs wens ik niet te betalen. Ik moet die beslissing nu nemen, voor ik teveel jaren ben verloren om nog iets te veranderen aan mijn situatie. Het gaat allemaal zo snel. Weken vliegen voorbij zonder dat ik er erg in heb. Ik wil niet dat ik volgend jaar omstreeks dit moment het gevoel hebben dat er niets is veranderd. Ik weet niet of ik dat aan zou kunnen.
Het eerlijke verhaal deel 1: Ik moet van werk veranderen. Een rustige job, niet teveel uren. Stabiliteit. Tijd over om daarnaast dingen te realiseren. Werken maakt niet gelukkig. Het is een middel (dat hopelijk niet verspeend is van alle vormen van voldoening), geen doel.
- Ik heb mezelf toe te geven dat ik geen interessant persoon ben. Het is hard, maar het is de waarheid. Ik ben geen hoog intellectueel persoon, ik heb geen interessante bezigheden. Ik ben niet gepassioneerd. Ik heb wel wat dingen in mijn leven die interessant zouden kunnen zijn, dat wel. Maar als ik ze niet uitwerk, en steeds systematisch weiger erover na te denken... wat kan dat mij dan interessant maken? Een leeg blad is slechts op een zeer nietszeggende manier interessant, er valt niet meer over te zeggen dan dat het potentieel heeft. Ideeën heb ik genoeg, nu moet ik er mezelf toe zetten er meningen van te maken. Argumenten. Ik wil me beschrijven. Dat is wat ik nu doe. (hopelijk, fluistert een kleine stem in me).
Het eerlijke verhaal deel 2: Om tevreden zijn met het eigen zelf, moet je je inspannen. Het vormgeven, kneden en vooral: opnemen.
- Ik heb vrienden nodig. De enige vriend die ik heb is mijn beste vriend. Ik zie hem veel, omdat ik samen met hem werk. Dat is een zegen, en tegelijkertijd... Ik wil hem spreken en wel over andere zaken dan werk, maar... ik kan alleen maar denken aan naar huis gaan na het werk, op mezelf zijn. Niemand zien. ALLEEN ZIJN. Het probleem daarmee is dat ik er stellig vn overtuigd ben dat op jezelf zijn je niet doet bewegen. Wederom; bewezen in praktijk.
Het eerlijke verhaal deel 3: Ik wil opnieuw vrienden maken. Vriendschap en uitwisseling is de motiverende factor die me ontbreekt.
- Ik ben teveel bezig met dingen die me geen geluk brengen. Seks bijvoorbeeld. Ik hou van seks. Geen twijfel aan, maar ik wil er niet steeds mee bezig zijn (steeds is natuurlijk -gelukkig!- overdreven). Ik heb het libido van een man, nu moet ik nog de discipline hebben om er mee om te gaan als een 'echte' man. Ik wil door de straat lopen zonder vrouwen op te merken, zonder elke ronding in me op te nemen, zonder elk vrouwengezicht sensueel te vinden. Ik wil hier in de bibliotheek kunnen zitten zonder de vele mooie vrouwen rondom me in me op te nemen en me af te vragen... wel niets eigenlijk. Het vreemde is dat ik niet naar die vrouwen kijk met het idee dat ik met hen wil vrijen, maar dat ik zonder weerstand, steeds opnieuw door hun gezichten word aangetrokken. Ik wil niet geïnteresseerd zijn in hun ogen, de bewegingen van hun mond, of de vorm van hun jukbeenderen. Ik wil niet gefascineerd zijn en fantaseren over de wereld die zich erachter verbergt. Maar ik ben het wel. Wederom; het is de aantrekkingskracht van wat onbeschreven is namelijk; hun verhaal, hun zijn dat nooit door mij zal worden gekend en dat voor mij dus een leeg blad is.
Het eerlijk verhaal deel 4: Ik vind vrouwen te interessant. Daar komt het op neer. Ik zou liever mijn concentratie steken in iets anders.
Ik weet niet hoe ik dat alles ga aanpakken. Met gedisciplineerd zijn, denk ik zo, en misschien wat to-dolijstjes. Hoe het ook zij, ik wil het leven niet aan me voorbij laten gaan. Ik vertik het.
Jezelf opnieuw uitvinden. Steeds opnieuw. Het gevoel hebben dat je de puberteit maar niet kan ontgroeien. Stagneren, terwijl je vooruit wil gaan. Wat is mijn remora? Welk excuus heb ik, beste vriend Aurelius Marcus, om mijn vloot te laten verliezen? Om achter te blijven? Ik las onlangs een artikeltje dat, samengevat, mijn generatie verwijt dat het succes verwacht zonder inspanning. Misschien is het dat inderdaad. Mijn inspanningen zijn gering. Ik beeldhouw wat, volg tekenles (cursussen volgen is dé manier om daden uit te stellen naar de 'toekomst' en ondertussen te genieten van de mogelijk valse hoop je potentieel ooit te verwezenlijken. Cursussen, vormingen, lessen... ze dealen in het potentieel ooit BEZIG te zijn. Je bent bezig met je cursus, maar niet echt met de materie van die cursus. Je bent lerende, niet uitvoerende, terwijl je op hetzelfde moment toch BEZIG bent. Het is een mindfuck. En een verdomd goede ook.).
Ik heb een probleem, maar ik ken er de naam niet voor. Ik weet het zelfs nauwelijks te benoemen. Ik kan mij soms zo ongelooflijk incompetent voelen, zo ongelooflijk dom. Ik heb het gevoel alsof elke dag een graantje intelligentie me verlaat. De laatste tijd heb ik last van wat ikzelf 'wazigheid' noem. Concentratieproblemen zo je wil, maar dan wel selectieve. Ik kan me moeilijk concentreren op pratende mensen (behalve mijn vriendin dan) bijvoorbeeld, of me concentreren op mijn innerlijke bewogenheid. Ik lijd aan een welgemeende desinteresse in zowat alles, ben weinig passioneel voor menig onderwerp. Ik kan me maar moeilijk vinden met de bovenstaande beschrijving. Ze komt niet overeen met wie ik ben, denk ik. Misschien ben ik te hard voor mezelf. Misschien zie ik eenvoudigweg niet genoeg mensen meer buiten de omgeving van mijn werk om gepassioneerd een eigen mening te verkondigen.
Misschien heb ik, verschrikkelijk genoeg, geen eigen mening meer?
Wat ik zou moeten doen: - Weer trots vinden in mijn werk. Het werk opwaarderen. - Meer boeken lezen, en er over schrijven. (misschien deelnemen aan een leesclub?! Och god... wat haat ik dat idee! En... wat haat ik mijn perjoratieve houding tegenover leesclubs!) - Zelf een boek schrijven - Meer naar muziek luisteren - Meer slapen... - Meer behagen scheppen in de kleine geneugten Oh god... Wat is mijn leven leeg!!! - Vrienden hebben?
Het is de aloude vraag naar integerheid. Het leven niet spelen, maar beleven. En ik weet godsamme niet hoe eraan te beginnen!
De ironie van het volgende laat me wat tussen lachen en wenen achter; Ik ben een beeld aan het maken dat ik graag 'motivatie' zou dopen. De reden daarachter is dat frustratie mezelf vaak in beweging brengt, waar simpele joie de vivre me maar al te vaak lui en gezapig maakt. De frustratie is dus een motivatie, waardoor de frustratie dat ik wil uitdrukken met dat beeld uiteindelijk als een soort motivatie werkt. Of in elk geval de energie toont die frustratie kan oproepen.
Ironisch dat ik compleet gefrustreerd aan het geraken ben betreffende dat beeld en haar vormgeving. Ach... hopelijk krijg ik het goed.
Ik ben ruw aan het omgaan met mezelf. Soms geef ik niet om wie ik ben en wat ik doe. Soms geef ik er teveel om. De ambiguïteit daarvan is moeilijk leefbaar. Vandaar mijn pogingen, steeds opnieuw, om mezelf te herscheppen. Elke keer opnieuw een identiteit opbouwen uit verlangens, hartstochten en doorslaande waanzin. Maar ik ben wie ik ben. Ik ben de duisternis niet, en ik ben al evenmin het licht. Sommige mensen hebben de gave om één van beide te zijn. Ik ben te braaf om interessant te zijn, en te kwaad daaromtrent om er gelukkig om te zijn. Iemand zei me onlangs dat als je interessante mensen wilt ontmoeten, je 'op stap' moet gaan. De deur uit en langs een andere deur binnen, waar felle lichten en muziek die tirangewijs je hart beveelt meester zijn. Je vindt er mensen van alle slag, je gebruikt er geestverrijkende stoffen. En je zal je interessante mensen vinden. Ze leven allen daar, passeren allemaal langs daar. En het is verdomme waar. Maar ik ben niet langs daar gegaan. Ik zal NOOIT langs daar gaan. Mijn wereld is altijd de brave wereld geweest. De wereld waar je je buigt over een kind en de schoonheid van de wereld in een glimlach vindt. Een wereld waar je je zorgen maakt om anderen en waar je de wereld een betere plaats wil maken door je medemens, je buur, te veranderen. Mijn wereld was een bos en een klein paadje dat me bracht naar eenzaamheid en contemplatie. Ik heb die wereld vaarwel gezegd zo'n kleine 2 jaar geleden. Ik heb gebroken met mijn wereld. Als ik er nu op terug kijk, besef ik dat het nooit mijn wereld is geweest. Ze heeft me klein gehouden. Ze heeft me geknecht. Ik wilde er interessant zijn, maar ik besefte niet wat voor prijs dat zou hebben. Ik was er interessant. Ik heb mijn momenten van roem gehad. Maar omdat ik de regels ervan te strikt nam, te zeer incorporeerde, heeft het me ook alle mogelijke glorie ontnomen. Je kan niet genieten van roem als je braaf wil zijn.
Ik ben kwaad. Kwaad op alle mensen rondom mij. Op mijzelf ook -al weet ik niet meer of dat is omdat ik nog steeds de littekens draag van een schuldgebaseerde wereld of omdat ik geloof in de idee dat iedereen altijd bijdraagt aan zijn eigen nederlaag Wat het ook is; ik ben woedend op mezelf.- en mijn bijdrage valt niet te onderschatten. Ik heb mezelf toevertrouwd aan de regels van de samenleving. Ik heb mezelf beknot en gereduceerd tot een ontvanger die geen eigen ideeën meer heeft. Maar ik ben ook kwaad op jou en op alle mensen rondom mij. Ik ken enkele mensen vanuit de brave wereld en ik zie alle intelligente mensen daarin hun talenten weggooien. Ze zijn geïnteresseerd in filosofie? Ze gaan zich zo relativeren dat ze uiteindelijk niet meer worden dan een schelp van bescheidenheid met een inhoud van waardeloze kennis. Ze interesseren zich in kunst? Ze gaan ofwel zo op in feitenkennis dat ze niet meer zien, of willen creeëren maar laten hun altruïstische ik het excuus zijn om er nooit aan te beginnen. Als ze zich interesseren in politiek blijven de brave mensen aan de zijlijn piepen, als ze zich bezig houden met economie worden ze ofwel zo gecorrupteerd dat ze het systeem en haar doelen gaan heiligen, ofwel blijven ze op de basisvloer hangen en heffen het hoofd niet meer op naar waar de werkelijke winsten te maken zijn. En zo kan je verder gaan... zo kan je elke brave mens zijn eigen wil zien opheffen voor het 'grotere' goed. Ik ben kwaad op mezelf en jou en alle anderen. We doen niets met ons leven. We leven ze maar. Neen, zelfs dat niet. We leven onze geamputeerde levens. We herkennen ons niet in wat we doen, maar we doen het toch. Omdat... er is altijd een excuus. Ik ben kwaad op de anderen, omdat als zij ook maar enige daadkracht hadden gehad ze in mij een bondgenoot hadden gevonden. Iemand die hen zou opheffen en die door hen zou worden opgetild. In de plaats daarvan zie ik me omringd door lege blikken. Ik ben kwaad omdat ik alleen ben. Ik had mensen die om me gaven, maar ik heb van hen niets meer gehoord. Ik had mensen waar ik om gaf, die ik getrokken, geduwd, gepord en toegeschreeuwd heb. Dat ze moesten bewegen, dat we samen ZOUDEN bewegen. Dat we onze fundamenten zouden doen ratelen en elke storm samen gingen doormaken. Ze hebben me allen wandelen gestuurd. OMdat ze vrezen wat ze willen en de brave wereld hen instant geluk brengt. Ik zou daarmee kunnen leven, wil ik even verduidelijken, mocht ik zien dat het licht in hun ogen even helder blijft branden. Mocht ik zien dat ze voldoening scheppen uit die manier van leven. En ik moet toegeven dat dat bij sommigen het geval is. Goed voor hen, heb ik na veel nadenken kunnen zeggen. En dan is het contact tussen die mensen en mij langzaam verminderd tot zero. Maar diegenen waar ik het licht heb zien uitdoven, waar ik de lege blik van berusting heb zien verschijnen.... oh... wat haat ik hen. Wat haat ik dat zij me hun theaterstuk van de stille dood hebben doen bekijken! Elke keer opnieuw, scène na scène dezelfde uitvluchten, smoesjes en verontschuldigingen. Hetzelfde laffe vluchten in geautomatiseerde routines en gedragsregels. En ik heb er genoeg van. Genoeg getrokken en geduwd. Ik laat hen achter. Laat hen naar mij komen, in het geval dat ze van gedachten en handelingen veranderen. Ik zal klaarstaan en hen omarmen voor wie ze vroeger waren en misschien terug zullen zijn, later, in de toekomst. Dit is mogelijk mijn laatste excuus. Mijn laatste beperking die ik uit DE wereld heb geholpen.
Menig denker heeft geschreven dat we er uiteindelijk alleen voor staan in de wereld. Ik heb dat niet willen geloven. Ik dacht dat eensgezindheid en een communiteit de ware bron van handeling was. Samen sta je sterk. De meerwaarde van dat ene wezen meer is groter dan de som van de betrokken wezens. Misschien is het omdat ik alleen ben nu, en dat het enkel voor mij van toepassing is: maar ik ben het uiteindelijk na lang vechten en lang gemartel eens met die menigte denkers.
Je bent alleen op de wereld. Je staat er alleen voor. Naar de verdoemenis met de brave mensen en de interessante mensen. Ik zal altijd diegene zijn die loopt op de plaats waar duisternis begint en licht eindigt.
Donderdag had ik mezelf (en jou) beloofd te posten wat mijn antwoord was. Zoals zo vaak kan ik mijn belofte enkel te laat gestand houden.
Het antwoord is; ja. Ik ga ervoor. Misschien zijn mijn kwaliteiten ondermaats, mogelijk heb ik het niet in mij om mee te lopen met de groten der aarde, maar ik zal in elk geval niet mezelf de mogelijkheid ontnemen op z'n minst 'iets' te verwezenlijken. En dat iets zal doorzetting vragen. Discipline.
Vandaar het vroege uur waarop ik ben opgestaan deze zondag. ;) Als de dag vroeg begint, zijn de vruchten ervan des te talrijker.
11 Dagen. De hoofdletter met nadruk. De 11 komende dagen, vandaag meegerekend, heb ik verlof. VERLOF. Ik was en ben er dringend aan toe. Vanmorgen ben ik opgestaan even uitgelaten als een kind bij het krijgen van zijn eerst speelgoed. Ik heb mijn vriendin vergezeld tot aan haar werk en ben al slenterend door Brussel naar de Koninklijke Bibliotheek getrokken. En hier zit ik nu. De leeszaal is heerlijk leeg op een paar fervente boekenliefhebbers na en... het voelt heerlijk aan. 11 dagen... Dagen van contemplatie, schrijven en beeldhouwen. Niets dat me tegenhoudt en enkel mijn eigen innerlijke stem om geduldig naar te luisteren. Mijn visie van het paradijs? Ik heb het gevonden. Het is dit gevoel van bevrijding, van vrijheid, van potentieel dat wacht te worden ingevuld. Mijn queeste van vandaag is alle mogelijke voorbereidingen te treffen die zullen maken dat ik de komende dagen ten volle kan beleven. Orde op zaken stellen. Er is zoveel om over na te denken. Ik heb een beeld in mijn hoofd dat ik wil veruitwendigen, ik heb mijn eigen morele ziel bij te schaven. Er zijn belangrijke beslissingen te nemen en fundamentele 'zijnskwesties' op te lossen. De volgende 11 dagen zouden me als bewust wezen wederom op de kaart moeten plaatsen. (Dat ik van de kaart was 'gevallen', staat buiten kijf.)
Er is bijvoorbeeld de kwestie van mijn lage zelfvertrouwen. Of te hoge verwachtingen (van het zelf)? Misschien dat dit wel wat uitleg nodig heeft: Ik heb soms het gevoel dat ik wil op de maat wil lopen van mensen die mijn niveau overstijgen. Het komt wel eens voor dat ik het gevoel heb dat ik 'net-niet'. Net niet goed genoeg, net niet gevat genoeg, net niet genoeg talent, en ga zo maar door. Als dat zo enige tijd doorgaat zonder dat ik me van het tegendeel kan overtuigen, als ik het maar voor één kleine zaak, dan laat ik dat grashalmpje los dat me weerhoudt te vallen in somberheid, neerslachtigheid en algehele zinloosheid. Zinloos te zeggen dat ik me uitgerekend daar bevond de afgelopen week. Je kent het beeld van de man die nog weigert te eten omdat hij de zin van zijn bestaan niet meer vindt of heeft verloren? Wel... ik ga mezelf niet uithongeren, maar ik verlies wel de lust in mijn leven. De alledaagsheid verliest haar glans, mijn innerlijk licht dooft uit (ik stel me altijd voor dat ik dan met 'doffe' ogen rondloop). De reden is dat ik soms volledig mijn vertrouwen in mijn eigen kunnen verlies. Meer dan dat; ik verlies mijn geloof in mijn eigen willen. Akrasia, zo je wil, of althans; dat is het symptoom. Willen is een lastig verlangen. Je kan op bepaalde momenten gaan twijfelen of wat je gelooft te willen wel overeenkomt met wat je werkelijk verlangt, wilt. Of zijn het je kwaliteiten die dat wat je wilt eenvoudigweg niet kunnen realiseren? In het eerste geval ben je jezelf aan het voorliegen en dien je je willen aan te passen. In het tweede geval dien je ofwel je willen bij te stellen OF je kwaliteiten op zodanige manier 'oefenen' dat je uiteindelijk wel over de nodige 'werktuigen' bezit om je wil te realiseren. In het laatste geval moet je dan de geloofssprong maken dat met de nodige arbeid je kwaliteiten inderdaad genoeg basis gaan hebben om je wil te dragen. Dat vraagt moed. Doorzettingsvermogen. Een zwijgen en veel handelen (een heel epos valt te schrijven over mijn praten betreffende de zaken die ik wil, waarbij de uiteindelijke conclusie steeds een status quo blijkt te zijn. Het spreken lijkt het handelen op te heffen, of misschien eerder; het spreken heb ik leren beschouwen als een tijdsverlies. Het leidt niet tot handelen.).
Bezit ik de kwaliteiten, lees; het potentieel, om mijn wil(len) te realiseren? Ik heb te beslissen of ik die geloofssprong maak.1 Ik heb in de eerste plaats wel aan mezelf de belofte te maken dat ik het al dan niet maken van de sprong als een overwogen beslissing moet beschouwen. Een beslissing dat ik niet licht naast me kan neerleggen als de innerlijkheid wederom beslist dat wispelturigheid de modus vivendi is. Ook dat vraagt doorzetting, misschien zelfs stijfkoppigheid.
Ik heb nog een hele dag om dit (en andere zaken) te beslissen. Ik schrijf hier vanavond weer wat ik voor mezelf heb beslist. To be good enough of not. That's the pertinent question.
Zwerver Koninklijke Bibliotheek Algemene Leeszaal
1 Eén van de redenen dat deze sprong maken zo moeilijk valt te maken, lijkt me gepaard te gaan met de idee dat iemand eigenlijk die stap niet zou hoeven te maken. Ik meen dat wel allemaal enigszins gedetermineerd zijn te denken dat enkel mensen 'au naturel' de mensen zijn die effectief unieke en bijzondere dingen kunnen verwezenlijken. Ze hoeven niet te worstelen met wat ze willen of met de vraag of ze al dan niet de kwaliteiten bezitten om deze/die te verwezenlijken. De onzekerheid over het willen en het bezitten van de benodigde kwaliteiten zou als het ware het antwoord reeds in zich dragen; U bent, helaas, geen goed materiaal voor uw willen. Als bijkomende conclusie zou je dat evenzeer kunnen zeggen: Uzelf vastklampen aan dat willen, is een niet willen erkennen van uw eigen realiteit en kan enkel ongeluk brengen. Ik hoop, geloof, meen en misschien zelfs (al zou het de voorgaande opheffen); WEET dat dit idee berust op een verkeerde gemeenplaats. Ze voelt echter zo erg ingebed in de common sense opvatting van succes dat ik mezelf er maar moeilijk van kan bevrijden. Mensen die dingen bereiken, zijn mensen die daar hard voor werken. Sommigen harder dan anderen, maar allen hebben hun kwaliteiten moeten uitbouwen. Ze hebben ze moeten cultiveren en hebben er massa's tijd in moeten steken om hun kwaliteiten op hun uiteindelijke niveau te krijgen. Misschien hebben ze zich deze vragen niet gesteld, misschien wel. Misschien is de verkeerde gemeenplaats al in de eerste plaats verkeerd omdat het juist een generalisatie is van uiteenlopende levenspaden die enkel gemeen hebben dat ze uiteindelijk wat hebben bereikt. De wegen er naartoe en de vragen die tochtgenoot waren, zullen waarschijnlijk niet zoveel meer gemeen te hebben dat dat het hard werk heeft gevraagd van de ondernemende ziel.
Het is altijd jammer als ik na drie uur slapen moet opstaan. Niet het
effectieve opstaan is jammer (dat is gewoon pijnlijk), maar het besef
dat ik de vorige nacht heb doorgebracht achter mijn scherm, kijkend naar
hersenloze films of series, en niet met iets productiever. Dat zet
meteen de toon voor de gehele dag. Somber, zou ik mezelf omschrijven,
met weinig kans op opklaring. Vandaag op het menu; ik maak deel uit
van een jury die het eindwerk van een student moet bespreken omtrent
thuislozen en de zoektocht naar woonst. Daarna een voorstelling geven
over de toeleiding naar sport voor mensen in armoede aan subsidiërende
instanties, en daarna de daad bij het woord voegend; naar een
fitnesscentrum gaan met de gasten van ons dagcentrum. En dat alles met
grijze mist in mijn hoofd vanwege mijn eigen gebrek aan discipline
gisterenavond. Zwerver-van-gisterenavond, u weze bedankt. Leven met
de consequenties van je daden. It's a bitch. Gelukkig kan ik voor dat
alles nog even mijn hart ophalen aan een koffietje bij de exki. Het is
lang geleden dat ik nog eens in de exki aan Brussel Centraal heb
gezeten. Brengt me terug naar de good ol'times toen ik daar(hier! :) )
elke ochtend koffieslurpend een uurtje doorbracht. Ik mis mijn
bibliotheekleventje. Het was intellectueel zeer bevredigend.
Dat
is ook exact wat ik wat meer moet opzoeken en wat me zo somber maakt na
een nachtje scherm-staren. Ik daag mezelf niet meer uit. Daar
verandering in brengen is echter niet eenvoudig. Discipline heb ik nooit
echt gehad, en dat is nodig wil je iets ondernemen. Iemand enig idee
hoe je jezelf tot iets kan dwingen? Ik sta open voor suggesties. :)
Nuchter bekeken is leven een strijd tussen verval en vernieuwing. Je zou jezelf een micro-cultuur kunnen noemen, waarvan de grenzen golvende bewegingen maken, soms uitdijenend, soms inkrimpend. De steunpilaren van je cultuur versterken zichzelf om nadien weer af te brokkelen. Tijd, gewoonte, invloeden of interne schommelingen zetten na enig verloop steeds hun tanden erin, zodat je uiteindelijk jezelf gedwongen ziet nieuwe stuttingen te voorzien voor het ik, volledig nieuw of verankerd in de ruïnes van het oude zelf. Soms kan de verandering zo volledig aanvoelen dat je het gevoel hebt geen enkele continuïteit te bezitten en dat je vreest dat het enige dat jouw ik nog samenhoudt je fysieke verschijning is. Dat je het gevoel hebt voor de buitenwereld toneel te spelen, want de jij die zij kennen ben jij niet meer, maar de relatieve onveranderlijkheid van je uiterlijke verschijning houdt dat ik-zijn wel in stand. Dus leef je doorheen je oude zelf en het beeld dat anderen van je hebben, en kan je maar niet uitmaken of dat hypocriet is of niet. Een strijd tussen verval en vernieuwing. Voor mensen die contemplerend door het leven gaan, is het vraagstuk naar authenticiteit een prangend vraagstuk. Hoe is oprecht jezelf zijn mogelijk als je onderhevig bent aan verval, vernieuwing, opnieuw verval, opnieuw vernieuwing... Misschien is oprecht jezelf zijn vooral een kwestie van diep in de eigen borst te kijken. Op zoek te gaan naar de werkelijke verlangens die sluimeren in je hart en hoofd. De kwestie van authenticiteit is een vraag die zich maar stelt op het moment dat je voelt dat wat je doet niet geheel overeenstemt met wat je wil doen. De meest natuurlijke personen, waarvan charismatische personen bij uitstek in het oog springen, zijn mensen die de vraag naar authenticiteit niet dienen te stellen. Het verval en de vernieuwing verlopen volgens een zekere doelmatigheid. In feite zou je kunnen zeggen dat de gezochte continuïteit exact te vinden valt in het feit dat er bij hen geen sprake is van verval, omdat het verval bewust plaats moet ruimen voor vernieuwing. Een samenspel van verval-als-vernieuwing en vernieuwing. Om dat te bereiken, dien je je vast te snoeren op één plek, niet meer bewegen en de mogelijke horror ondergaan van het onder ogen zien van je diepste verlangens. Mogelijke horror. Er is de mogelijkheid dat je diepste verlangens je geen angst inboezemen, maar ik betwijfel of dat bij velen onder de 'authenticiteitszoekers' het geval is. Mocht dat immers zo zijn, zouden die verlangens zich reeds lang geleden proberen te verwezenlijken hebben. Misschien zouden zij zich slechts halfslachtig gemanifesteerd hebben en niet in hun volle aanwezigheid, maar ze zouden de oppervlakte van de handelingen reeds lang doorbroken hebben, happend naar tijd, middelen en persoonlijkheid om zichzelf te realiseren. De mogelijkheid is reëler dat de diepere verlangens in zichzelf een duisternis verbergen. Een ongewetenheid die pijn doet of angst aan jaagt, mocht zij geweten zijn. Toch is het nuttig, zelfs noodzakelijk ze te ontsluieren. Het kan immers zijn dat we je voor een verlangen hebt aangezien, dat helemaal niet is. Het kan evengoed zijn dat waar je nooit van had gedacht dat je het zou kunnen verlangen eigenlijk juist behoort tot dat wat je frustreert omdat het niet aanwezig is in je dagelijkse zijn. Een voorbeeld van het eerst vernoemde verlangen, een niet-werkelijk-verlangen is het willen zijn van een kunstenaar terwijl je aanvoelt dat als je er mee bezigt bent het effectieve bezig-zijn, de handeling zelf, niet voldoet. Je wilt bijvoorbeeld wel de prestige en het talent van een kunstenaar, maar niet de effectieve bezigheid van een kunstenaar. Het verlangen is echter naar zowel de bezigheid, die je waarschijnlijk verromantiseert, als naar het zijn-van-een-... . Als puntje bij paaltje komt, merk je echter dat het verlangen niet gegrond is. Een voorbeeld van het tweede verlangen is iemand die op seksueel vlak altijd zeer 'mainstream' is geweest die opmerkt dat iets zoals BDSM opwindender is, meer aantrekt. Een ander voorbeeld hiervan is iemand die beseft dat hij/zij populaire muziek fascinerend vindt terwijl dat voorheen nooit zijn/haar muziekkeuze was. De redenen van het verwerpen van dergelijke verlangens heeft vaak te maken met socialisatie, maar dat is hier niet zo belangrijk.
Kortweg denk ik dat het aangaan van de confrontatie met de sluimerende verlangens in hart en hoofd wezenlijk fundamenteel is voor iedereen die een fijn, goed, juist leven wil hebben. Kennis is macht, en dat is hier niet anders; kennis bezitten van wat je verlangt, geeft macht over de vervulling ervan. Maar ook; kan betekenen dat je het bewust kan afwijzen, mocht je dat verlangen te schokkend vinden (BV: onder geen beding te verzoenen met wie je rationeel/bewust WIL zijn.). Je verlangens bewust onder ogen zien, daar komt het in werkelijkheid op aan. Een dergelijk herakleswerk begint bij het onder de loep nemen van de verlangens die je meent te bezitten. Daarna kan je door middel van tweesprongvragen (vragen die elk twee vooraf bepaalde antwoorden hebben waaruit je dient te kiezen) van abstracte verlangens naar meer concrete invullingen gaan. Ten laatste dien je de verworven inclinaties testen aan de realiteit. Initiaties ondergaan, experimenteren.
Ik ben van plan mezelf op die manier inhoud te geven. Als ik tijd heb, deel ik dat hier met jou, getrouwe vrouwe of here die dit leze! Het niet met me eens zijn of het wel met me eens zijn; kritiek blijft de vreugde van deze zwerver en zelfs nog meer; een vereiste mocht ik in staat zijn te gebieden. :)
Vandaag had ik een idee voor een boek, of mogelijk een toneelstuk. Een idee waar ik werkelijk van overtuigd ben dat het potentieel heeft. En dat, dat is lang geleden. Ik ga er hier verder niets meer over neerzetten, maar als ik ooit een kladversie afkrijg, dan zwier ik het hier op. Voor de enkeling die deze pagina's naspeurt op zoek naar een goede noot. Zie het als een blijk van vertrouwen. :)
Verder... Mijn vriendin en ik beginnen meer en meer het onderwerp van kinderen te benaderen. Vanuit verschillende invalshoeken, toevallig sluipt het -zwoel door haar als door mij- onze conversaties binnen. Ik denk dat ik me eens serieus over dat gewichtige vraagstuk moet buigen. Het vraagstuk dan zijnde; wanneer, hoe regelen we ons leven met een kleine? en niet; al dan niet een kind op de wereld zetten. Ik ben niet ambivalent wat dat betreft: ik wil een kind, kinderen. De vraag is alleen wanneer... Ik weet niet of dit het meest belangrijke is dat ik ooit zal beslissen, maar ik ben zeker dat het het sterk benadert. Spannend... In elk geval heb ik al beslist -of zo goed als- hoe ik het zal aankondigen bij mijn vriendin dat ik er klaar voor ben. En dat zal zijn:
'Ik zak op één knie, kijk mijn dame recht in de ogen en vraag zacht. Mon amour, est-ce que tu veux me faire papa?' Nu dien ik enkel dat alles nog te omkaderen. :)
Ola, de vriendin roept. We hebben een afspraakje in een talencentrum. Zij gaat een test nederlands afleggen en ik een test Frans...
Ik ga heen, om hopelijk snel nog eens weder te keren naar dit van licht vergeven straatlantaarntje van een blog.
Het feestje waar ik het over had, wel... ik ben er uiteindelijk toch naar toe gegaan. Een kapitale fout. Enfin, ik heb geprobeerd niet asociaal te zijn, mezelf te overstijgen. Dat het niet gelukt is, is jammer maar was voorzien. Allemaal fijne mensjes, dat zeker, maar ik kan me niet meer forceren om te small-talken of de zoveelste zwakke allusie op filosofie te genieten. Mijn houding er tegenover zou hen pijn doen en doet dat in elk geval sowieso aan mij. Genoeg daarover.
Ik ben wederom in een periode van algehele versombering terecht gekomen. Als ik denk aan wat ik doe en vooral aan wat ik niet doe, dan begin ik te sidderen en beven. Ik lijk zo insignificant... Zo zinloos. Zo nutteloos. Mijn dagen glijden van de ene in de andere, ik slaag er niet in om te beeldhouwen, om te schrijven. Dagen worden gevuld met halfslachtige pogingen om er de moed in te houden, mezelf te overtuigen dat... ja, dat volgende week minder ongewenst druk zal zijn, ja, dat volgende week ik eindelijk genoeg dynamiek in mezelf verzameld zal hebben om mijn eigen apathie te bevechten. Mijn eigen apathie? Ja, dat ook. Maar daarnaast heb ik al die verdomde bureaucratische en praktische zaken te regelen die gepaard gaan met verhuizen, van bank veranderen etc etc. De schamele uren die er overblijven, blijken dan onvoldoende om me te lanceren waardoor ze door de mangel gehaald worden en versnipperd geraken tussen nog wat meer praktische zaken regelen en zien dat ik nog wat eet en me was.
Don't feel quite well today, ladies and gentlemen.
Er was een man in de tram, enkele dagen geleden. Geheel op zichzelf zat hij te hummen en te rommelen. Vanuit de buik leek het wel. Ik stond achter hem, zijn gele vuile jas als een waarschuwend baken van mentale onrust. 'Pas de chance!', riep hij tussen twee lange slierten van onverstaanbaar gebrabbel door. Ik leefde met hem mee. Mijn blik gleed weg van zijn gezicht, zijn ogen die gericht waren op een wereld die niet overeenkwam met de mijne. 'eh Hup, et oui c'est comme ça!' Ik keek over de hoofden uit. Allemaal haar, in een flits viel het beeld samen met de bergen haar die ik in Auswitsz had zien liggen. 'Eh hup!' Een gelijkenis die ik niet doortrekken kon, een vergelijking die helemaal niet opging, maar me evengoed triestig stemde. 'Pas de chance, non non!'
Dan gebeurde het. Plots, zonder waarschuwing. Om de één of andere reden werd de man in de gele jas, met zijn ongecontroleerde uitbarstingen van klanken een magistrale dirigent, de meester van een circus. Zijn gele jas werd een showkostuum, de deinende hoofden zijn creaturen die hij met een woord, een hoge klank liet bewegen. 'Hopla!' schreeuwde hij geheel onverwacht. Ik keek naar de zee van haar, het af en toe opflitsende roze van een gezicht. Ik stond niet meer in een tram, ik keek naar een spektakel. De man in de gele jas was geen anomalie meer, de mensen die verontrust of geheel emotieloos, zonder veel interesse naar hem keken geen passagiers meer, maar toeschouwers die keken hoe een meester de massa beweegt. 'Hup hup, et oui, c'est comme ça!' De man had zijn rechtmatige plaats ingenomen, de deinende hoofden werden ontrukt aan mijn mismoedige gemoed en kregen terug kleur en glans. Tien minuten lang vielen tram en showtent samen, werd het ene beeld door het andere verdrongen, weer overgenomen en opnieuw verglijdend. Met als epicentrum van overlapping de man in de gele jas, zijn zakken, zijn wiegende beweging. Ik keek ademloos toe, een stille glimlach geboren op mijn lippen, met in mijn hoofd applaus, felle kleuren en priemende lichten.
De prestatie van die man zweeft al dagen in mijn hoofd. Ik heb de man niet bedankt toen ik van de tram stapte. Misschien had ik dat moeten doen, al vrees ik dat hij me niet zou hebben begrepen. Ik ben vertrokken voor de magie van dat moment voor mezelf zou zijn weggestorven, waardoor ik het -in evenwel steeds minder scherpe tonen- steeds opnieuw kan afspelen. Die meesterlijke scene, dat moment van pure, onverwachte schoonheid. De triomf van de geest over de realiteit. Want wat was dat anders? Die man is en was afwezig hier, geheel afwezig. Ik weet niet waar hij vertoefde of vertoeft, maar op dat moment was ik er zeker van; hij stond niet in een tram. Hij was ergens anders en hij was er duidelijk de baas, de poppenspeler. Overgelopen van een wereld waar hij, net zoals iedereen, geringe controle heeft, een nietig figuur is, naar een wereld waar hij de controle in handen heeft. En voor heel even, tien mooie minuten maar, was ook ik in zijn ban.
Ik heb het gevoel dat ik een era van verwaarlozing ben ingetreden. Persoonlijke verwaarlozing. Ik heb vandaag beseft dat ik mijn vrienden volledig aan de kant heb gezet. Misschien dat nu de gedachte in je opkomt 'ah, zijn vriendin isoleert hem.' Wel, het is erger dan dat. IK ben diegene die me intern heeft verwijderd van mijn vrienden. En... ik heb de kracht niet om die beweging ongedaan te maken. Morgen bijvoorbeeld geven twee van mijn voormalig goede vrienden een housewarming-party. Ze gaan samenwonen, de lieverds, en ze nodigen al hun (filosofische) vrienden uit in hun huisje. Ik ben uitgenodigd; een geweldige manier om de hele filosofische kliek die ik eertijds als mijn broeders en zusters ervoer, terug te zien.
Ik wil het niet. Hoe absurd is dat?! Alleen al het idee hen allemaal terug te zien, vervult me met afkeer. Ter verduidelijking; geen afkeer van hen, maar van de situatie, misschien zelfs... ja, van mezelf. Ik heb voor elk van hen een gelukkige gedachte in mijn hart, maar ik kan mezelf niet zover brengen hen te willen zien. Ik... Verdorie toch...
Ik kan niet verklaren waarom ik mezelf zo isoleer. Dat op zichzelf is al verontrustend. Misschien is het weer mijn onechtheid-issue. Ik zal me niet 'natuurlijk' voelen bij hen. Ik zal geen blijf weten met mezelf, steeds denken aan wanneer ik de gepaste duur van een visite heb overschreden waarop ik zonder te schofferen kan vertrekken. En ik weet niet waarom ik daaraan met zoveel verlangen zal denken. Ik weet enkel dat het zo zal zijn, en ik weet ook dat ik me er slecht bij ga voelen, een slechte vriend, een slechte mens. Dat ik me achteraf ellendig ga voelen.
Het komt me voor als absurd dat ik een dergelijk idee heb bij mensen waar ik het zo goed mee kon vinden. Ze zijn niet veranderd. Ergo; ik moet het wel zijn die is veranderd. Nogmaals... Waarom?!
Het is één van de tekenen die de era van verwaarlozing aankondingen. Er zijn er nog, maar... ik heb de fut niet ze te beschrijven.
Ik hoop gewoon niet te vervallen tot het emotionele wrak dat ik weet in mij te herbergen.
Lang geleden begon een jongeman een blog en toen kwam hij er niet meer toe te schrijven en het verhaaltje is over. Ik denk dat dat de story is van de afgelopen maanden. Mocht iemand dat spijtig hebben gevonden bied ik mijn excuses aan. (en de zekerheid dat het nog zal gebeuren :p )
Het leven is woelig geweest de laatste maanden. Op mijn werk gaat het goed, al ben ik momenteel wat gefrustreerd omdat ik een geweldig project uit mijn mouw wil schudden en dat de enige projecten die zich aandienen het 'GEWELDIG' missen. Verder zoeken dus, maar ik voel me gelimiteerd door mijn eigen ideeën, mijn eigen geest. Het is vreemd hoe je soms het gevoel kunt hebben dat er zich effectief ideeën bevinden tussen je twee oren, maar dat je hele hoofd gevuld lijkt te zijn met watten. en dan denk je 'mocht ik maar wat helderder kunnen denken, dan zou het vanzelf komen.'
Zelfbedrog. Denk ik In elk geval, ik vind mijn geweldig projectje niet. En ik hoop dat de volgende voorspelling waar zal blijken te zijn; NOG niet.
Mijn persoonlijke projecten. Het schaamrood rukt op en verlegen sla ik mijn ogen neer. Ik ben er niet toe gekomen ook maar 1 waardevol iets te produceren in de twee maanden dat ik niet meer gepost heb. Dat moet veranderen DAT MOET VERANDEREN! <Buldert het zo hard in zijn hoofd dat zijn kiezen beginnen te klapperen> Ik heb een paar beeldjes gemaakt maar erg geweldig zijn ze niet; laat staan dat je het kunstwerken zou kunnen noemen. (en dat is, hoe ambitieus ook, toch wel ergens mijn doel). Schetsen noem ik het, en probeer daarmee mijn ontgoocheling te verdoezelen dat ik niets beter weet te verzinnen dan die beeldjes. Ik ga ze hier morgen of overmorgen opzetten. Weet wel, neem in de evaluatie op dat het SLECHTS schetsen zijn. :p (en zo heb ik elke mogelijke oprechte commentaar van iemand serieus moeilijk gemaakt, en lijkt de enige mogelijkheid me te loven. Hmmm... Negeer al het voorgaande of;. M.a.w. Wees onbevreesd kritisch, zelf al zijn het maar schetsen ;) )
Met schrijven sta ik ook nog niet veel verder. Ik lijd aan procastrinatie en lijk een hoofd te hebben dat gevuld is met een of ander soort gewichtsloosheid die mijn ideeën niet toestaat gewichtig en gevuld te worden en dus blijven ze zo maar wat onbenullig en idioot in mijn hoofd zweven. Frustrerend.
...
...
Ik geloof dat ik moet slapen. En meer dan anders. Ik ben uitgeput.
Het decorproject is voorbij. Het decor reeds afgebroken en verbrand (letterlijk, oh jawel). Ik denk dat deze regels de laatsten zijn die ik eraan wijt. Het project heeft een bittere nasmaak nagelaten... Ik kan ongetwijfeld zeggen dat de fysische gesteldheid van het decor niets te wensen overlaat. Het was een mooi decor, een strak decor, een -jawel, ik denk dat ik dat mag zeggen- een professioneel decor. Voor de geïnteresseerden; ik ga een van de volgende dagen eens een foto posten van het afgewerkte decor.
Sociaal gezien is het decorproject echter een giftige slang gebleken. Ik vrees dat ik een paar vrienden ben kwijtgespeeld, en ik kan in elk geval vanuit mijn perspectief zeggen dat dat niet (geheel) mijn fout is. Misschien is de vriendschap ook alleen van mijn kant uit bekoeld, want zoals zo vaak speelt het drama zich af in mijn hoofd en kan van mijn handelingen weinig worden afgeleid.
Als ik nadenk over het 'andere' standpunt, dan denk ik dat wat me verweten wordt samen te vatten is als volgt; ik heb niet genoeg mensen geëngageerd om me mee te helpen bij de opbouw & ik heb hen stress bezorgd. Door dat eerste werd een deadline steeds opnieuw een haast onmoeilijk te bereiken doelstelling. Maar ik heb ze wel steeds gehaald. Ik kan echter wel begrijpen dat dat voor hen een grote onrust heeft betekend. Zal het decor op tijd af zijn voor de try-out (nota bene een maand voor de eerste werkelijke voorstelling)? <deadline gehaald met moeite>, Zal het decor op tijd af zijn voor de plaatsing van het licht? <deadline op het nippertje gehaald>, zal het decor op tijd af zijn voor de voorstellingen? <deadline gehaald met een week voorsprong>. Ik kan begrijpen dat dat stress heeft bezorgd. Daar blijft het echter ook bij, daar ik zoals hierboven aangegeven, de deadline wel steeds heb gehaald.
Langs mijn kant gaat de frustratie eigenlijk vrij diep... Om niet geheel zot te worden, zet ik het hier even op papier. Ten eerste is hun continue onrust een zware last geweest. Als ik zei dat ik het wel ging halen, doch met moeite, zou dat ergens geruststelling moeten gebracht hebben. Hun niet aflatende sms'en en mails waarin hun onrust als zwarte kolkende modderstromen mijn daadkracht moest opboosten maar eigenlijk enkel mijn gemoed binnensijpelden en het daarmee nodeloos bezwaarden, geven echter weer dat ze me eigenlijk niet op mijn woord geloofden. Ze twijfelden aan mij. Dat neem ik hen kwalijk.
Ten tweede bestaat er zoiets als erkenning en dankbaarheid. Ik kan niet zeggen dat ze me niet bedankt hebben. Ze hebben het af en toe gezegd. Misschien ben ik te veeleisend maar... het even zeggen is gemakkelijk. Ben ik niet bescheiden genoeg als ik vraag om meer erkenning? Ik zal aangeven waarom ik me eigenlijk te kort gedaan voel. Er zijn drie zaken in mijn keel blijven steken. Ten eerste ben ik naar een voorstelling komen kijken samen met de rest van het decorteam en heeft men ons niet gevraagd het applaus mee in ontvangst te nemen. Op zich stoorde me dat niet al teveel, dat wordt immers niet altijd gedaan bij toneel. (bedenking; bij amateurtoneel echter wél.) Als ik echter op het moment van het applaus de muzikanten naar voor zie lopen, zie dat gevraagd wordt het licht en de techniek vooral ook te applaudiseren... dan voelde en voel ik me tekort gedaan. Ze wisten dat wij ook aanwezig waren. Waarom ons vergeten?! ... Ten tweede is er een feestje gegeven na de laatste voorstelling waar het decorteam niet op is uitgenodigd. Moedwillig vergeten? Ik denk het niet. Maar het onbewust vergeten zegt naar mijn inzien ook veel ... Ten derde: mij is gevraagd een cadeau te maken voor alle mensen die deelgenomen hebben. Ik maak dus 26 beeldjes. Hoe word ik bedankt? Doordat ik een beeldje krijg dat ik notabene zelf heb moeten maken!
Ik weet niet hoe ik hier tegenover moet staan. Ik ben zeker (of ben ik dat wel?) dat het niet gaat om een moedwillig laken van het decorteam. Ik weet echter wel dat mocht ik iemand vragen een dergelijk titanenwerk te doen, of bescheidener; een zo tijdsrovend werk (niet alleen het decor maar ook die beelden), ik die persoon (of dat team) op de een of andere manier zou willen tonen dat ik dankbaar ben. Ik zou er me niet van afmaken met woorden en een cadeau die in principe haast een cadeau is van het zelf aan het zelf.
Vandaar dus de bittere nasmaak en de langs mijn kant bekoelde vriendschap. Ik kan moeilijk analyseren of ik hier de té gevoelige jongen aan het uithangen ben of niet. Soms denk ik van wel, soms van niet. Ik heb na wat beraad besloten om mijn standpunt niet te uiten naar de theaterploeg toe. Niet uit trots, maar vanuit het idee dat erkening niet gevraagd kan worden. Dat zou al evenzeer de hele ervaring vergallen. Iemand verplichten tot erkenning is van meet af aan een gedoemde onderneming.
En dat... zijn dus de laatste regels die ik neerschrijf over het decorporject. Een fysisch bevredigend, maar sociaal destructief project. Ik ben blij dat ik het (van me af) heb geschreven. Op naar volgende projecten! (één van de projecten waar ik persoonlijk ENORM warm voor loop, begint volgende week. Het heet 'formele contemplatieve'. Meer daarover....
<Blijkbaar is een reactie ingeven niet meer mogelijk op mijn blog... :S Als je toch een reactie wilt geven; palamedes@live.be :) >
Liefste Selena,
Er zal niet veel meer gebeuren met het decor. De paletten blijven zoals ze zijn. HEt enige wat zal veranderen is de achterwand, nu uit doek, die wordt vervangen door een zwart-houten spinnenwebstructuur. De foto's zullen dat wat inzichtelijker maken hoop ik. HEt is bijna... BIJNA af. eindelijk :)
En wat jullie dames betreft die over me zullen 'waken'... Jullie zullen mijn schikgodinnen zijn, welwillend als ik het juiste pad volg, meedogenloos als ik mijn pad verlaat! Ik hou wel van de tragiek daarvan! :)
Liefste Ikmisme,
Twee punten? Mogelijk ben ik niet mee met blogsymboliek want ik heb geen idee wat het betekent! :) (of het ligt aan een bug op mijn blog, wat me waarschijnlijker lijkt... En ik had zo graag je reactie gelezen. Uiteraard ben ik nu extreem nieuswgierig naar wat er stond. :p)
Gegroet liefste lezer! Dat u dit leest wil zeggen dat u bij wijl eens komt piepen om te zien of Zwerver iets gepost heeft. Hij buigt voor uw loyaliteit en daadkrachtigheid! Het leven, dat begint voor zonsondergang en eindigt, wel, net iets voor de voor-zonsondergang, is vol. VOL. We hebben het graag zo.
Edoch... een van mijn projecten, het toneeldecor is bijna af. Met bijna wil ik dan zeggen; het duurt nog enkele zware avonden en één weekend om het af te hebben. Volgens mij wordt het bijeengehouden door frustratie. Frustratie omdat ik het goede materiaal niet heb, omdat ik niet kan rijden en dus aangewezen ben op andere personen, frustratie omdat hout en paletten een eigen leven (willen) te leiden hebben en ik ze dat hardhandig doch vruchteloos beveel dat toch niet te doen.. Frustratie ook en voornamelijk omdat ik onvermijdelijk achterstand oploop in de planning van anderen (niet mijn eigen planning, die zegt dat het nog oké is) die me dat dan stilletjes verwijten. Ik voel mee met bouwvakkers die dit dagdagelijks meemaken. Als je werkt met materialen, mag je zeker zijn dat er altijd iets is dat niet past, niet werkt of niet aanwezig is. Gevolg is vertraging, gevolg daarvan: je 'aannemers verwijten je vertraging.' Niet fijn...
Maar goed. Hieronder een foto van het decor zoals het nu is. Er is nog werk aan natuurlijk, maar het oogt wel al, vind je niet? :)
Ik heb me evenwel overtuigd in de toekomst niet meer dergelijke projecten aan te nemen. Het is tijdsrovend, vrij ondankbaar en.... het is niet echt mijn project. Mijn vriendin vertelde me laatst dat mijn grootste 'défaut' is dat ik niet egoïstisch genoeg ben. Let wel, ze bedoelde dat niet in de zin van; je bent te altruïstisch, hij-spaart-zich-het-eten-uit-de-mond-om-iemand-anders-zijn-studie-te-betalen. Wat ze bedoelde was dat ik zoveel tijd besteed aan anderen (hun welzijn, hun projecten etc) dat ik mijn eigen projecten steeds laat ophopen in de zeldzame uren dat ik niet in de weer ben. En die zeldzame uren kunnen geen recht doen aan mijn verlangens...
Ik ben geen heilig persoontje, verre van. Ik kan alleen niet omheen het feit dat als ik moet kiezen tussen voor mezelf een project opstarten, eraan bezig zijn, of het appél van een ander (ik wilde zeggen vriend, maar het is ruimer dan dat, zelfs een vreemde kan me weerhouden), ik steevast voor de laatste zal kiezen. En ik doe dat graag! Ik ben er graag voor anderen, het maakt dat je je nuttig voelt, waardevol. Waardig, zelfs. Ik doe het dus absoluut niet tegen mijn zin en het is ook niet dat ik op het moment zelf liever met mijn eigen projecten zou bezig zijn... maar als ik zo blijf leven, zal ik uiteindelijk nooit het gevoel heb dat ik bepaalde dingen gedaan heb, die ik waardevol achtte omdat ze vanuit mezelf kwamen.
Na het theaterproject las ik dus een pauze in waar ik enkel werk aan eigen projecten. Ik heb er ééntje op mijn schap liggen dat me doet watertanden als ik eraan denk. Het heeft met beeldhouwen en de openbare ruimte te maken.... MJAM...
Bedenking; ik heb een projectbewaarder nodig. Iemand die me tegen houdt als ik weer op de dool ga en niet op mijn eigen pad blijf. Iemand interesse? Verloning: overvloedige dankbaarheid van mijnentwege, een eervolle vermelding in mijn hart en levenslange vriendschap. Vacature open tot en met 28 oktober. :)
Het is weldadig fijn om als eerste aan te komen op het werk. Alles is stil, verlaten en ademt herinneringen en toekomstig plezier. Op mijn gemak de rolluiken oplaten, koffie 'en masse' zetten (geen sociale sector zonder het feel-good-koffietje, zeg ik altijd). Mijn computer opzetten en... omdat ik in feite pas binnen een halfuur begin te werken: blogs lezen en eventjes de mijne updaten.
De paar blogs lezen die ik volg (het zijn er wel bepaald drie; selena, Shade en Ikmisme), is altijd weer interessant. Het is intiem, me dunkt, iemand van nabij te volgen, en die intimiteit wordt bekrachtigd doordat ik hen enkel als geesteskinderen ken. Hun leven is zo vol.Ze kunnen dagen achtereen schrijven en steeds opnieuw nieuwe informatie aanbrengen. En dan telkens als ik dat lees, denk ik aan mijn eigen blogje waar ik om de paar weken iets opzet. Niet dat mijn leven leeg is, integendeel, maar veel is reeds geschreven hier. Maar vandaag zet ik me dan toch eens over mijn initieële lege-bladvrees om wat up te daten.
Op het werk probeer ik een duizendpoot te zijn. Ik probeer me met alles bezig te houden waar ik maar mijn handen op kan leggen. Dagen racen voorbij. Zo ben ik bijvoorbeeld bezig met een beeld te maken met de mensen. Best leuk. Ik ga elke week voetballen en fitnessen met andere mensen. Ik geef elke week lessen Nederlands aan absolute beginners. Ik geef internetatelier. Ik ben een magazine aan het opstarten met een vijftal gasten, door hen geschreven, getekend etc. Er komt ook een site van dat magazine. Mettertijd zal ik hier wel eens een link opzetten naar die site. Voor de geïnteresseerden. :) Ik probeer een hout- en meubelatelier van de grond te krijgen... Knap lastig, maar het gaat lukken. Wat werk betreft, zit ik wel goed. Ik amuseer me, frustreer me dood (hoort er bij!), krijg positieve commentaren, opbouwende kritiek etc. Je kan het je alleen maar wensen.
Mijn beeldhouwen daarentegen laat wat te wensen over. Ik heb massa's ideeën, maar de tijd ontbreekt me eenvoudigweg . Het derde deel van mijn beeldenreeks is bijvoorbeeld nog altijd niet af. Vanaf oktober zet ik me er weer aan, want dan zou ik -hopelijk- meer tijd hebben. De reden dat ik geen tijd heb is het theatergezelschap waar ik een decor voor aan het bouwen ben. Vanaf morgen beginnen we een marathon om het tegen 22 september af te hebben. ELke avond eraan werken... het wordt spannend! Voor geïnteresseerden; we spelen antigone. De site van ons collectief; www.collectiefverloren.be. Het is niet te Brussel, helaas, maar kom gerust kijken. ;)
De tijd tikt, deadlines dringen zich op, de klok op de muur schreeuwt me het dringende verwijt toe dat het 14 over 9uur is. Tijd om te werken.
Herinner u, teerbeminde lieveling, de dagen van weleer. Waar werken een droom was en dromen getekend waren van ware hartstocht. Herinner u de beloften die werden gemaakt. Herinner u de beloften die gebroken en gekneusd vergeten werden, en die soms hun bloedende gelaat toonden met een appèl dat de fundamenten van het zijn deden sidderen.
Ik herinner ze me. Ik herinner me vooral die ene, die me onlangs (zie een vorig bericht) haast tranen deed vergieten. Het was het gelaat van een dakloze gestorven op straat. Ik nam me toen voor niet te vergeten dat ik met deze mensen wil werken, voor hen wil werken. Nu, enige maanden later, is het zover. Officieel aangekondigd op deze blog, vier weken na datum: Ik werk. EN ik werk met daklozen!
Toegegeven, mijn jobomschrijving is niet helemaal wat je zou denken als je dat statement leest. Ik ben (helaas?) niet één van diegenen die hen uit de miserie helpt en een dak aanbiedt, een bed of wat brood. Dat laatste misschien nog wel... maar soit. Wat ik doe is activiteiten organiseren. Momenten, tableaux vivants van rust in een woelig leven. Wat de organisatie doet waarbij ik werk, wat ik doe, is er voor zorgen dat deze mensen hun eenzaamheid kunnen overwinnen, een sociaal netwerk kunnen opbouwen. Bij ons kunnen ze hun creativiteit aan de dag brengen, kunnen ze zich amuseren (een basisrecht als alle anderen!).
Eén voorbeeld hiervan is één van de activiteiten die ik organiseer; de brusselse homeless cup. Voetbal. Misschien heb je wel al eens gehoord van de belgian homeless cup? Een voetbaltornooi tussen daklozen hier in België (correcter zou zijn; vlaanderen, maar daar wordt aan gewerkt!). De Brusselse cup is hetzelfde, maar dan te Brussel. En uiteraard sturen we een afvaardiging naar de belgian homeless cup. DIe we gaan winnen. Uiteraard. Supporters mogen zich hier melden. Waanzinnig enthousiasme vereist.
Leven zit vol verrassingen. Twee maanden geleden had ik niet durven hopen een job te hebben, 6maand geleden had ik niet durven hopen een vriendin te hebben. Nu heb ik een vriendin en een job in de sector die ik wilde. Het verwondert me. En dan soms, als ik s'avonds laat de marollen insluip, de plaats waar mijn nestje is gesitueerd en ik OFFICIEEL woon... ik me op een bankje zet in een park en naar het lichtspel van boom en straatlantaarn kijk, dan vraag ik me af en bekruipt mij een vleugje ongerustheid. Wat snel kan komen, kan snel heen gaan...
Gelukkig is er altijd nog mijn straatlantaarn-filosofie. 'Goed' kan komen en gaan, 'slecht' gebeurd of niet... zolang je maar blijft staan op de grens tussen schaduw en licht. De plaats waar je WIL staan.
Op zoek naar foto's van mijn tweede beeld, ben ik op een oude foto gekomen waar ik nog bezig was het te patineren (Kleur inwrijven). Gezien ik geen recentere foto's heb, voeg ik deze hieronder aan toe. ____
Ouderdom en volwassenheid.
Misschien heeft het met leeftijd te maken, misschien met waarheden die verborgen zijn als je nog jong, onervaren en groen achter de oren bent, maar het lijkt me alsof mensen tegenwoordig niet meer ouder worden. De wetten van de natuur kan niemand ontlopen natuurlijk (cfr. de vele verhalen van mensen die hun jeugdig uiterlijk konden behouden, maar waar het ouderdomsproces hen uiteindelijk toch inhaalde, meestal in een ogenblik en met onsmakelijke en ongelukkige gevolgen voor de desbetreffende persoon), fysiek wordt iedereen nog steeds ouder, gerimpeld en grijs. Mentaal echter, lijken vele mensen me te blijven steken in hun twintiger jaren. Vroeger leken personen die de tweede helft van hun twintiger jaren hadden bereikt me allemaal zo volwassen. Hun streven was naar een huis, hun verlangens gelijklopend met hun kinderen, hun bezigheid werken en de occasionele vakantie die ze zich daarmee konden veroorloven. Ze waren serieus bezig met hun plaats in de wereld halmpje voor halmpje fijn te strijken zodat hun nestje gerieflijk, gezellig en vol van stille vreugde en kalm geluk was. Tegenwoordig blijft iedereen zo... jong. Zo jeugdig onbezonnen. Ik verwijt het -Ja, verwijten- aan een samenleving die aan ouderdom zijn waarde heeft ontnomen. Niet alleen zijn waarde, maar tevens de waardigheid. Ouderdom is gedevalueerd. Volwassen zijn eveneens. Er is geen eer meer te behalen met overwogen keuzes maken (en wat is volwassenheid meer dan dat?), neen, tegenwoordig zweren we bij de roekelozen, de gokkers, de dwazen. We worden overspoeld met films en tvseries die ons personen voorschotelen die infantiel zijn in hun kleine wrokgevoelens, hun deugnieterijen en pleziertjes. (cfr. House, Suits, James Bond, The mentalist, Big bang theory... Ik ken ze, en ik kijk niet eens naar die series!) En we houden van hen en wensen hen te zijn. Wat ze allemaal propaganderen is dit; word fysiek volwassen, maar blijf je gedragen als een jongetje/meisje van 13jaar. Blijf de deugniet, blijf vetes uitvechten zoals je dat deed op de speelplaats. Wees onvolwassen, een brutale vlegel, want dat is het nieuwe cool. Misschien zeg je nu wel, 'Ach Zwerver, dat zijn series. Het is F.I.C.T.I.E!' en je schudt meewarig het hoofd bij mijn bovenstaande geklaag. De series en films zijn inderdaad fictie. Maar ik heb het gevoel dat de non-fictie de fictie wil benaderen. Misschien zijn dit de verzuchtingen van iemand die merkte dat eens hij over de drempel van de volwassenheid stapte, hij dezelfde toestand aantrof als die hij had gedacht achter zich te laten. Misschien bedrogen mijn jeugdige ogen mij toen ik vroeger volwassenen als statige en waardige personen zag die zich inspanden hun wereld redelijkerwijs vorm te geven. Mogelijk is het van allebei wat, mijn perspectief was dat van een kikker en alles wat groter is, moet wel wijzer zijn, maar waarschijnlijk is wat ik hierboven zeg eveneens waar. Mensen zijn vergeten wat volwassen zijn inhoudt, zijn de waardigheid van ouderdom vergeten en gedragen zich als enkel wat grotere kikkers. Laten we wel wezen, waarmee associëren we volwassenheid en ouderdom? Met compromissen die de droom vervangen en er de saaie (want zo denken we er vaak over) status quo van huisje, tuintje, kindje/loft, hondje, werk voor in de plaats zetten. Met monotoon en ordinair leven. Volwassenheid wil zeggen dat je de mooiste momenten in je leven waarin je deed wat je wilde (yeah right...) achter je moet laten, en begint aan de rest van je verdere, geknechte en gebonden leven. Volwassen zijn is kluisters aan hebben, die je langs alle kanten beperken en die uiteindelijk eindigt in de grootste beknechting: de ouderdom. Dit is het beeld dat we krijgen als we kijken naar zo'n films, het beeld waarmee we opgroeien en dat we meenemen over de drempel naar de volwassenheid. We willen het niet, dus we claimen eeuwig jeugdig te willen blijven. Terwijl ons kindje slaapt, gaan we fuiven en drinken ons ladderzat. We denken niet aan morgen en geven geld uit aan de eerst de beste impuls van een manipulerende arbeidsmarkt. Omdat we niet eeuwig leven, zeggen we dan. Je moet genieten van je leven. Onbezonnenheid is dé manier om dat genot te valideren.
Wat ik wil, is een herevaluatie van wat volwassen zijn inhoudt. Een herwaardering van de term, opnieuw een positieve connotatie aan de term koppelen. Welbewust en bezonnen keuzes maken is geen saaie aangelegenheid, het maakt van jou geen saai mens. Volwassen zijn wil zeggen de keuzes die je maakt in je leven niet meer te beslissen in een hartslag of naargelang de wind waait. Ik wil volwassenheid terugbrengen naar haar oorspronkelijke betekenis, een betekenis die gevuld is met waardigheid, met moed om te doen wat je kan met wat je hebt, met een nastreven van je persoonlijke geluk dat niet eindigt bij aankoop van de volgende nieuwe flatscreentv of het nieuwste model vierwieler. Volwassenheid, kortom, die eer doet aan zijn naam.
Laten we volwassenen zijn die niet achter elkaars rug om schokken van misprijzen en lachen om de dwaze uitingen van hun medevolwassenen, maar niet beseffen dat ze zelf tevens het onderwerp zijn van eenzelfde spot. Laten we volwassenen worden met discipline en waardigheid, een voorbeeld voor de jeugd, en aantonen hoe spannend dat kan zijn, hoe vreugdevol een welbewuste keuze het leven kan maken. Laten we volwassenen zijn die dromen najagen, niet op jeugdige manier, maar volwassen, zodat we slagen waar jeugdigheid faalt.
Ik hoop zo'n volwassene te zijn.
_____
Misschien is de bovenstaande gedachte te zwaar en te hoogdravend. ze slaat zelf waarschijnlijk op verschillende plaatsen de bal mis. Zo is natuurlijk altijd het geval bij generalisering. Niet alle volwassenen zijn kleuters gelukkig, maar helaas zijn velen die van zichzelf denken het niet te zijn, gewoon teveel kleuter om het in te zien. Ik geloof een algemene tendens weer te geven in het bovenstaande, die de boventoon voert of zal voeren, expliciet of impliciet.
:)
Ik geef het toe, het is wat te zwaar voor een woensdagmorgen en het is maar al te gemakkelijk gedachten te vormen die beginnen vanuit een zogenaamd gerechtigde verontwaardiging over een vage, abstracte tendens in de samenleving. De vuist in de lucht steken en zwaaien naar broeder Maatschappij is al te gemakkelijk. Mijn volgende gedachte zal wat minder klagerig zijn. :) Ik beloof het u.
Zwerver <Koninklijke bibliotheek Brussel, 10u30, Tafeltje aan de filosofie>
Maanden van virtuele stilte, maar het reële leven weerspiegelde dat niet. Geen nieuws is goed nieuws zeggen ze wel eens, en in mijn geval is dat hoofdzakelijk een ware bewering. Hoofdzakelijk natuurlijk, je plukt de roos van het leven niet zonder je af en toe aan de doorns te prikken.
Kopstukken van de afgelopen maanden: Zwerver gaat samenwonen!, Primeur!, Examens gehaald met grote onderscheiding, maar thesis uitgesteld tot tweede zit. Hilarisch of dramatisch?, een bekommernis met hedendaagse consequenties, Zwerver vindt werk, De thuislozen te Brussel hebben er een beschermheilige bij!, een ontwikkeling die me angst en vreugde inboezemt, De start van een schrijverscollectief, klucht of roemrijk pad?, Moet men zich eerst bewijzen vooraleer men een collectief opricht, of is de structurele implementatie van een schrijver in een koepel de noodzakelijke fundering? Ik ben het er nog steeds met mezelf niet over eens, Katje besmeurt geheel appartement met bloed, een bloedstollende avontuur, heden ten dage gaat het er beter mee, maar nachtelijke queestes naar een dierenarts wil ik liever tot het verleden begrenzen, Zwerver begint legendarisch spel met Beste Vriend, Het zoveelste succesvoorspellende begin, Laten we hopen dat deze keer de Beste Vriend het tempo kan volgen :), Beeldhouwreeks 'De mens die zich onttrekt aan een balk <werktitel> stapt fase drie binnen!, Het tweede beeld is af, als ik een foto vindt op mijn pc, zet ik hieronder een voorbeeld, Krap bij kas, Financieële(persoonlijke) crisis bereikt lokale nulpunt!, het is nog niet bedwongen, schulden hebben is beangstigend. Hopelijk kan het werken hier eindelijk een lichtende horizon betekenen, Zwerver start eigen project, straattoneel: redevoeringen en Brusselse verhalen, een streling voor het oor!, Startfase, ik focus op redevoeringen zoals deze van, hoe kan het ook anders?, Mohandas gandhi, Martin Luther King en dergelijke. een vriend van mij doet de Brusselse verhalen. Publieke fase van dit project; gepland in oktober, november dit jaar.
Er zijn nog andere verwikkelingen die diepgaand de voorbije maanden gekleurd hebben. Het bovenstaande is echter genoeg 'overload' aan informatie voor iemand die tussen de regels leest.
Deze blog is niet uit mijn gedachten geweest. Ik dacht een volgende rubriek toe te voegen; Gedachten. Het betreft kleine ideeën die ik doorheen de dag heb en die ik de moeite waard acht neer te schrijven. Ze zijn, naar eigen oordeel, interessant genoeg om te delen met het beperkte maar oh zo unieke en geestrijke publiek dat mijn blog bereikt. :) Let wel, zoals de eerste gedachte meteen zal aantonen, zijn geen van de ideeën noodzakelijk coherent of zelfs maar logisch geconstrueerd. Het gaat om retorische gedachtegangen, monologen aan het zelf, die zoals we allen weten niet altijd een logisch pad volgen, die conclusies laten voortkomen uit betwijfelbare argumenten. Het gaat tevens niet om waarheidsgetrouwheid. Het zijn ideeën die hun eigen loop nemen en een loopje nemen met zichzelf (als het ware). Eén consistente lijn in al deze gedachten is echter deze: het zijn Narrige uitspraken. Ze hoeven aan geen enkele autoriteit te beantwoorden en maken dus buitelingen puur uit plezier ze te KUNNEN maken. :) Geniet ervan als dat mogelijk is en zo niet... misschien brengt de volgende gedachte wel een lach op je lippen, een frons op het voorhoofd, een droevige trek aan de mondhoeken. :)
Eerste gedachte:
Er zijn maar twee dingen in het leven die
belangrijk zijn; nooit een koffie versmaden en steeds sigaretten op zak
hebben. Een onzichtbaar publiek applaudisseert. Je moet het altijd hebben van
zon geleuter om de aandacht van het publiek te trekken. Van je lezers. Mocht
je zeggen dat vriendschap en esthetica het enige belangrijke is, kijkt iedereen
verveeld weg.
Ja, ja, wat een clichés. Iedereen vindt dat,
vertel eens iets nieuws. En ze kijken met grote ogen vol verwachting toe tot je
de ene narrige uitspraak na de ander doet, buitelend buiten het bereik van
waarheid en echtheid. En dan applaudisseren ze opnieuw, want wat je zei was
onzin, maar wel leuke onzin. Grappige onzin!
Achteraf kunnen ze nog heerlijk nagenieten en
zich verlustigen aan het idee dat je het misschien wel Ja! Dat je het allemaal
écht meende! Want zon mensen bestaan, denken ze met een heerlijke rilling. Wat
zijn ze toch raar, die mensen!
Schrijvers schrijven vaak aldus, de ene
onzinnige bewering na de andere slakend, zich niet gewaar van de zotskap op hun
hoofd en het feit dat de pen in hun hand veel weg heeft van een narrenscepter.
Lege diepzinnigheden, holle frasen. Hun verlangen de wereld nieuw te bekijken,
maakt van alle waarheden iets om op neer te zien, om meewarrig het hoofd bij te
schudden bij vertoon van zo weinig fantasie. Dat zij juist dat zouden moeten
verkondigen, dat zij juist de voorvechters en gekozen kampioenen zouden moeten
zijn juist daarvan, dat komt zelfs niet in hen op.
Het valt hen te verwijten. Maar evengoed niet.
De waarheden zijn gelukkig in onze zielen geschreven, met inkt minder vluchtig
dan dat van het geschreven woord. Een enkel boek, een enkele zin zelfs, is
genoeg om die in onze ziel ingeschreven woorden te doen zingen, tot zij
resoneren in onze handelingen. Gelukkig.
Gelukkig ook, omdat het de schrijver bevrijdt van
zijn rol als voorvechter om de rol van nar aan te nemen. Want als een schrijver
maar weet dat hij nar is, dan is het goed.
Ja, dan is goed.'
Aan Shade: Ik hoop dat dit berichtje min of meer invult hoe het met me gaat. Dank je voor je belangstelling! Het is een smeulend korf kolen waar een Zwerver zich op zijn dooltocht doorheen het leven af en toe aan kan warmen. Het is dergelijke, niet-conditionele belangstelling die elke waarachtige zwerver een thuis kan noemen.:) Hopelijk smeult je vuurtje nog lang voor anderen, en is de warmte ervan ook voor jou een blijvende motivatie te blijven tekenen, schrijven en je levenskunst te perfectioneren!
<Zucht.> Kierkegaard en Nietzsche staren als grote reuzen neer op deze jongen, onverbiddelijk en drukkend. Hun blik kent geen medelijden. 'Alles lezen', brullen ze mij toe, en ik, arme ik, probeer met mijn linkerhand te schrijven en met mijn rechterhand alle teksten die ik maar in mijn bereik heb naar me toe te trekken. Mijn ketenen rammelen, ze herinneren me eraan dat de tijd dringt, dat elke dag telt... Ik heb op dit moment 1,5 pagina. Dat is bedroevend weinig. Vandaag moet ik weer naar een doodsaaie en oninteressante les waardoor ik haast mijn hele namiddag verlies. Van schrijven kan er dus enkel in de voormiddag sprake zijn. <diepere zucht> Ik hoop pagina 5 bereikt te hebben tegen 13u. Dat is een realistische doelstelling, mits ik geen tijd verlies. De koninklijke bib gaat helaas pas open om 9u, en aangezien ik een boek nodig heb voor die 3 pagina's, rest me niets anders dan mijn tijd verdoen in de exki Agora. Met blogs lezen en blogs schrijven. Ook een welbestede tijd, ja, maar niet nu, niet nu ik de hete adem van die twee reuzen in mijn nek voel.
Langs de andere kant heb ik weinig om over te klagen. Ik vergeet niet van het leven te genieten. Thesis of geen thesis, dat is primordiaal. Dus mijn momentje hier in de exki wordt voluit gewaardeerd, de koffie doet me met haar welriekende aroma toch even de zorgen vergeten en de muziek, zweverig als altijd, wuift me rust en kalmte toe. Binnen een halfuurtje vertrek ik naar de bibliotheek, vol goede moed, vol begeestering, juist dankzij dit moment van inactiviteit ervoor. Ik ben een trappelend jongetje, wachtend voor zijn favoriete speelgoedwinkel. Eens de deur opengaat, gaat de wereld open. Net zoals bij dat kind, is het wachten en popelen en springen van opwinding ervoor nog het waardevolst aan de hele beleving. Enige verschil waarschijnlijk; ik ben er mij van bewust en het kind niet. Ik vraag me af of dat iets afdoet aan mijn ervaring? Is weten hier een rem op de beleving?
Vriendschap. Hele weken denken en schrijven over vriendschap. In gezelschap van twee reuzen van filosofen. Soms kijken ze over mijn schouder mee, denk ik. Lezen wat ik schrijf. Kierkegaard, stel ik me voor, knikt bedachtzaam maar kritisch. Nietzsche snuift onder zijn grote snor. Dat hij het niet akkoord met me is, tja, dat was bij voorbaat geweten. Wat ik ook over hem schrijf, ik geloof dat hij me een draai rond mijn oren zou geven mocht hij kunnen. Misschien dat Kierkegaard hem tot rede brengt. Dat lijkt me net iets voor hem. Spijtig dat ik hen niet op een koffietje kan trakteren... dat zou pas een interessante ochtend zijn. 'Voor Nietzsche een lungo alsjeblieft, extra straf. Hij heeft zijn agitatie te voeden weet je wel'. De serveerster knikt waardig. Iedereen weet dat Nietzsche niet te genieten is als hij niet nerveus is. En tja, eigenlijk ook niet als hij wel nerveus is. Niet dat hij onvriendelijk is, verre van. Hij is de vriendelijkheid zelve. Maar zijn ogen, die scherpe blik van hem met een oceaan aan gedachten en tegenwerpingen erachter... het maakt elke conversatie met Nietzsche lichtelijk ongemakkelijk. De serveerster kijkt me vragend aan. 'En voor Kierkegaard een déca. Voor mij een gewone koffie.' Want Kierkegaard geef je geen straffe koffie natuurlijk. Net als zijn schrijven is hij passioneel, maar berekend. Koffie zou hem maar uit balans brengen. En ik... ach ik, over mij valt niet te spreken. De aanwezigheid van die twee Groten doet alle anderen verdwijnen in nietigheid.
Maar toch praat ik met hen. Elke dag. Dan wel niet met een koffie, maar goed, sommige dingen vallen buiten de reikwijdte van de werkelijkheid. Op naar de bib. Nietzsche dartelt vrolijk rond, maakt zotte buitelingen met ingewikkeld patroon (en denk maar niet dat er ook maar één beweging is die niets ontsluit, niets te vertellen heeft!), de koffie doet zijn werk. Kierkegaard is me al vooruit gegaan. Hij wacht op me in de leeszaal heeft hij me gezegd. Zijn boek wacht er op me...
Soms heb ik het gevoel dat ik besta uit beloften. Beloven dat ik dit of dat zou doen. Beloften aan anderen, beloften aan mezelf. Het is dan ook geen geheim dat een belofte maken goed doet. Vanaf de woorden uit je mond rollen of, in het geval van een belofte aan jezelf, vaste vorm aannemen in je hoofd, is er meteen dat gevoel van 'iets verricht te hebben'. Je voelt je onmiddelijk beter, je hebt de koe bij de horens gevat. Wat niet noodzakelijk een dwang was, heb je tot plicht gemaakt. En daardoor heb je al een daad gesteld....
Daardoor heb je ook meteen een ongelooflijk gevaar op jezelf afgeroepen.
Het spreekwoord 'belofte maakt schuld' maakt gewag van dit gevaar. Er is inderdaad een schuld te vereffenen eens een belofte is gemaakt. Die schuld is echter, tegen de algemene opvatting in, groter dan de daad die de belofte bevredigd. Dat wordt vaak vergeten. Dat vergeet ik, veel te vaak zelfs. Met de belofte heb je je niet alleen verplicht tot een toekomstige handeling, je hebt ook de mogelijkheid van het niet inlossen van die belofte ontsloten. Volgens mij is dat het wezenlijke gevaar. Als je immers een belofte niet nakomt, heb je niet alleen de vereiste handeling niet verricht, je hebt ook een stap naar achter gezet. Je bent slechter af dan vóór je die belofte deed. Bepaald een grotere schuld dus, dit risico te lopen! Elke belofte die je jezelf maakt, die je anderen maakt en die je niet nakomt is een gewicht dat je een stap terug zet op je eigen pad. Waarom? Omdat het je aantast. Als een bijtend zuur werkt het zich doorheen je welzijn. Je voelt je minder, je voelt je ondaadkrachtig. Je hebt het gevoel dat je niets wezenlijks verricht. Let wel, dat geldt niet enkel voor de grotere beloften. Zelfs de kleine beloften zoals bijvoorbeeld een uurtje te sporten tijdens de week of minder op facebook zitten; het niet nakomen van die kleine, nietswaardige beloften culmineert zich allemaal tot een groot onbehagen, een fundamentele onrust.
De remedie is simpel, doch vraagt zéér veel discipline: Vanuit de prozaïsche uitspraak 'less is more' het hele concept van jezelf en anderen beloften doen, herzien. Hoedt u voor het maken van beloften! Weest bewust van het risico dat je neemt! Ken het sluwe karakter van de belofte en weet dat het even goed doet, maar later ongelooflijk meer leed kan brengen. Beloof liever minder, dan meer, en geef jezelf daardoor de mogelijkheid vaker meer dan minder te doen dan wat je hebt beloofd. Dat geldt voornamelijk voor die kleine beloften... die kleine beloften die je een betere 'levensstijl', een instant betere levenskwaliteit beloven. Volgens mij zijn zij het verleidelijkst. Ze zijn zo gemakkelijk te bevredigen, niet? Eén keer sporten in de week, elke morgen ontbijt nuttigen... zo eenvoudig in te lossen. Niet? Tot je een week verder bent, merkt dat het niet gelukt is en je je daar ONGELOOFLIJK slecht bij voelt. De belofte grijnst en danst op het graf van je eigendunk. Geen beloften meer maken, dus? Natuurlijk niet. Beloften zijn nodig, juist OMDAT zij een plicht maken van wat voordien slechts een mogelijkheid was. En die verplichting hebben we nodig om ons tot handelen te brengen. Ik geloof slechts dat ik voor mezelf (en anderen zeker met me) beter wat minder beloften maak, wat minder kleine EN grote beloften, waardoor ik mezelf heel wat leed bespaar. Enkele goedgeformuleerde beloften, bewust begrensd, opdat ik hen kan inlossen en het risico beperkt blijft.
Het eigen welzijn kan er enkel baat bij hebben!
Zwerver in modus 'laat-me-nu-eens-en-voor-altijd-een-inzicht-bewaren-en-navolgen-nondeju' (Koninklijke bibliotheek, Brussel, 16u47)
Overzicht blogbericht: - De tentoonstelling Flam en mijn 'analyse' van mijn toespraak op de opening ervan. - Een vrouw danst zich mijn leven binnen - Een schokkende gebeurtenis; de herdenkingsplechtigheid voor daklozen gestorven op straat
De afgelopen twee weken zijn in een waas van opwinding, enthousiasme en begeestering voorbijgevlogen. Het was druk, te druk om op een blog bij te houden wat die drukte inhield. Dus dacht ik de laatste sliertjes ervaringsnevel die me nog resten nu meteen om te zetten in zwart op wit, zodat ik niet zou vergeten hoe geweldig het leven soms kan zijn. Waar te beginnen? Vooreerst aangeven waar ik voornamelijk mee bezig ben geweest. Vorige week maandag heb ik kennis gemaakt met de filosoof Flam. Niet in persoon uiteraard, want hij is immers al een 17 jaar geleden onder de graszoden verdwenen. Vanuit mijn moeizaam verkregen stage kreeg ik de opdracht mee te werken aan een tentoonstelling die het werk van Flam aan het grote publiek wil voorstellen. Wie is Flam? Flam is een Brussele filosoof die leefde van 1912 tot 1995. Hij was een existentiële filosoof, een denker en schrijver met moeilijk te evenaren eruditie. Toen ze mij maandag binnenloodsten in de tentoonstellingszaal, ging Flam's gedachtengoed voor me open. Ik ben beginnen lezen. En lezen. En nog eens lezen. Die man heeft zovéél geschreven! Ik heb zijn letters verorberd als de waarlijk letterliefhebber die ik ben en ik kan niet anders dan erkennen dat er wat waarlijk authentiek ideëengoed bij hem te vinden valt. Een ware schande dat ik in mijn hele opleiding wijsbegeerte nog nooit van hem heb gehoord. (Hoe kan dat nu, vraag ik me af, dat we onze eigen denkers in een opleiding wijsbegeerte niet aan het woord laten?! Waarom vindt geen enkele universiteit de denkers van eigen bodem de moeite waard om er wat lessen aan te wijden? En doen ze dat werkelijk, ze niet de moeite waard vinden, of is het gewoon koude onverschilligheid of wat nog erger zou zijn, complete ignoratie van hun bestaan?) In elk geval, ik ben beginnen lezen, citaten beginnen opzoeken. Ik heb me volledig 'geflammeerd' ten einde een positieve bijdrage te kunnen leveren aan de tentoonstelling. De voorbije twee weken waren belezen, geëngageerd, vurig en LEERRIJK. Het zal waarschijnlijk niet verbazen dat ik me dus bovenste best heb gevoeld. Niets beters dan 'iets' om mijn tanden in te zetten om me te doen leven met volle teugen, te doen spreken met overtuiging, om mijn ogen te doen schitteren van enthousiasme. Dat hebben ze ook gevoeld, denk ik. Dus stond ik om 6u op (al had dat ook een bijkomstige reden die ik hier wat verder toelicht), begon te lezen, vertrok naar de tentoonstelling, hielp waar ik kon, las tussen die momenten in verder. Het loonde de moeite, want blijkbaar was mijn enthousiasme aanstekelijk genoeg om te vragen te spreken op de opening van de tentoonstelling. Dus stond ik daar, gisterenavond. In het lijstje van 5 sprekers, waaronder de rector van de vub, Professor Dithier (wel op emiraat, maar desondanks voor mij zo mogelijk dé professor die mijn leven aan de vub zin heeft gegeven), professor Elias... En mezelf. Student filosoof, kunstenaar volgens eigen overtuiging. Kan ik zeggen dat ik daar op mijn plaats was? Neen. In alle oprechtheid, neen. Het was een eer. Ik weet niet of dat concept bij ons nog zoveel waarde kent, of zelfs maar nog gekend is tout court, maar voor mij was het een EER. Ik was de laatste spreker. Mijn toespraak begon aldus; 'Ik mag dan niet de eloquentie van mijn voorgangers bezitten, maar dat zal ik pogen goed te maken met jeugdig enthousiasme...' En dat heb ik gedaan. Ik heb gepraat, me laten meevoeren op de stroom van mijn passie. Zozeer zelfs dat nadien de rector van de Vub naar me toe is gekomen, me een hand heeft gegeven met de woorden: 'Als dat niet eloquent was, dan moeten we dat woord een andere betekenis geven.' Schouderklopjes overal, mensen die me kwamen zeggen dat mijn toespraak hen geraakt had, de BESTE was! Iemand die me vroeg of ik mijn toespraak wou doorsturen! Een andere die mijn toespraak wou gebruiken in een column voor deredactie.be!
En dan werd ik een beetje stil. Trots ook. Maar een onbehaaglijk gevoel besloop me... Ik heb in een vorig berichtje al gewag gemaakt van mijn vrees onecht te zijn. Welnu, de erkenning die deze personen me gegeven hebben, voelt onverdiend. De reden daarvoor is complex. Ten eerste heb ik gebruik gemaakt van retorische technieken. Ten tweede ben ik nog niet lang genoeg bezig met Flam om hem grondig te kennen. Ten derde heb ik mijn jongere-zijn mee (De 'belofte', om het zo te zeggen, het potentieel. Ik ben niet een persoon, maar die belofte. Dat is wat mensen zien als ze een jongere een prestatie laten verrichten.). Het eerste is naar mijn idee niet echt, werkelijk een probleem. Zolang je niet bedriegt in je spreken, is retorica geen eristiek. Zolang het geen eristiek is, is het slechts een effectievere manier van gedachtenoverdracht. Langs de andere kant is retorica opsmuk, een manier om de inhoud van een rede beter tot zijn recht te laten komen, maar... ook om de gaten erin te omsluieren. Sowieso leidt het af van de wezenlijke inhoud van je betoog, zodat mensen later bijvoorbeeld zullen herinneren dat je goed gesproken hebt, maar de inhoud ervan niet meer kunnen oprakelen. Een evenwicht tussen inhoud en retorica, waarbij de inhoud meer moet doorwegen dan de sprekerstechniek, is bijgevolg belangrijk. Volgens mij was dat evenwicht in mijn toespraak zoek. Het tweede argument is volledig gerechtvaardigd. Ik KEN Flam nog niet. Toegegeven, ik heb hem de aflopen twee weken verslonden. Ik heb tegen de 1000 pagina's van hem gelezen. Maar dat maakt niet dat ik hem ken. Daar is meer reflectie voor nodig, en reflectie vraagt tijd. Wat ik aanhaalde tijdens mijn toespraak was bijgevolg slechts een oppervlakkige intuïtie, een subjectief aanvoelen van wat Flam tussen de regels door zijn teksten laat uitwasemen. Is dat voldoende om zoveel bijval te krijgen? Volgens mij niet. Het derde argument is ook volkomen geldig. Door in de eerste zin nadruk te leggen op mijn jeugdigheid, doordat de persoon me aankondigde als student, heb ik goodwill geschapen bij het publiek. Een vertederde goedkeuring van wat ik deed, nog voor ik het deed. De vraag is echter... kan een 25jarige aanspraak maken op jeugdig zijn? Kan ik beroep doen op de belofte, zoals mensen die in jongeren zien? Of ik dat wezenlijk kan, is van geen belang. Ze hebben me vanuit dat oogpunt aanhoort. Naar mijn mening echter, heb ik als 25jarige nog NIETS bereikt. Ik had al moeten gepubliceerd hebben, meer moeten hebben geschreven. Ik had me al een weg moeten voorbereiden naar meer (wat dat meer ook moge zijn). De belofte die ik vertegenwoordigde, is in mij aan het vervagen en aan het overgaan in een zijn, een zijn dat niet overeenstemt met die belofte.
Het bovenstaande geeft weer waarom ik me 'onecht' voelde, terwijl ik tevens trots was op mijn prestatie. Daarnaast, maar dat geheel terzijde, was het ook niet echt de bedoeling dat ik 'de show zou stelen'. Ik vind ook niet dat ik het recht daartoe had. Anderzijds, als je iets doet, moet je het goed doen. Er volledig voor gaan. Niet versagen en er alles uithalen. Om dit deel af te sluiten nog een paar laatste woorden; Ik heb enorm veel om over na te denken nu. Ik heb enorm veel te doen, nu. Het project is gedaan, maar MIJN project vangt nu pas aan. Ik heb de belofte in mij waar te maken, niet omdat anderen die in mij zien -ze zien die immers in elke jongere-, maar omdat die belofte MIJN project is. Mijn levensdoel. Ik wil ze waar maken, voor mezelf. Om gelukkig te zijn. Om werkelijk te existeren.
(Vervolg te lezen hieronder; 'Het leven wel gespendeerd II')
Het bestaan heeft de neiging om op onverwachte momenten nieuwe mensen als blaadjes op je levensbankje te doen dwarrelen. Soms blijven ze maar eventjes om je gezelschap te houden en fladderen dan weer verder. Grijpen heeft geen zin, je moet mensen laten komen en gaan, dat is de intermenselijke wet. Soms zijn er echter mensen die je leven inwandelen, in dit geval is dansen meer toepasselijk, en wens je dat ze zouden blijven. Voor even, voor langer. Voor altijd, wie weet. Vorige vrijdag heb ik zo een persoon ontmoet, een frisse wind, een vrouwelijke adem. Om direct tot de feiten over te gaan, ik kende haar in het geheel niet. Ik had haar ooit gezegd als antwoord op een wens van haar -ze wilde dansen in de regen-, dat ik dat ook wel wilde. Plots vraagt ze me die vrijdag of ik wil gaan dansen. Aangezien spontane ontmoetingen de luister en lust van mijn leven zijn, stemde ik in. We hebben de hele nacht gedanst. Ze danst openlijk en ongegeneerd, een eigenschap die ik hooglijk waardeer. Als ik uitga, wat zelden gebeurt, wil ik dansen. Me laten gaan. Zij kan dat. Heerlijk, niet? Ze is die nacht bij me blijven slapen. Onze eerste kus was in mijn bed. Passievol, vol overgave. We zijn in elkaars armen in slaap gevallen. Wat kan ik verder nog zeggen? Ze is francophone, kent hongaars en luxemburgs, duits en kan, maar voelt zicht te onzeker om het effectief te doen, nederlands spreken. Ik vind het geweldig dat ze frans praat... Die klanken uit een vrouwenmond horen rollen, een lieflijk gevormde vrouwenmond overigens, dat is een esthetisch gebeuren op zich. Ik overdrijf misschien een klein beetje, maar niet erg veel. :) Ow, en ze is geweldig, ook dat moet ik zeggen! :) Is ze bezeten van iets? Ja, maar haar passie speelt zich af in de toekomst. Ze spreekt over een toekomstig project dat als een plotse epifany zich meester zal maken van haar. Ze kent het nog niet, maar de puzzelstukken zijn er al, ze weet nog niet de exacte inhoud, maar kent wel al een inclinatie naar bepaalde dingen. het Project... ze spreekt het uit met een grote P. Wat het ook moge zijn, een vrouwe met zoveel determinatie en wilskracht kan niet anders dan een passie hebben die niet alleen haar, maar ook mij zal vervoeren. Gesteld natuurlijk dat we bij elkaar blijven natuurlijk. Ach... wat kan ik nog meer zeggen dan dat ik elk moment bij haar koester? Niet teveel van de toekomst verwachten, omdat verwachtingen de neiging hebben het heden op te lossen in een zout toekomstbad. Het heden verdwijnt achter verwachtingen, verliest zijn glans. En ik wil die glans niet verliezen, laat elk moment maar schitteren als een diamant en elk dag een flikkering van kleurenpracht zijn!
Een andere ervaring deze week, van zeer droevige aard, was mijn bijwonen van de herdenkingsplechtigheid voor straatdoden te Brussel. 32 dit jaar... Tijdens de plechtigheid, emotioneel type als ik ben, had ik de krop in de keel. Ik voelde me zo verscheurd... Mijn gedachten versplinterden zich in duizende kleine en grote gevoelens; gevoelens van empathie, van schuld, van bewondering, van diepe droefheid... Ik voelde zoveel woede omdat die dingen hier in Brussel gebeuren zonder dat ik er vat op heb, zonder dat we (de maatschappij) ze voorkomen. Schuld omdat ik mijn tijd verdoe met onzinnige tentoonstellingen, met minderwaardige beelhouwwerkjes, terwijl het werkelijke werk me elke dag opwacht in de straat. En ik kijk er voorbij. Ik loop hen voorbij, zelfs in mijn idee dat ik me later zal wijden aan hun zaak. Waarom wil ik immers werken met daklozen? voor hen of voor mij? Die vraag troubleert me vaak. Wil ik dat omdat ik me sociaal wil voordoen, wil doen overkomen als een persoon die vergruizde mensen in de samenleving een kans wil geven? Wil ik gewoon opvallen, een 'speciaal' werk doen, dat bewondering oogst bij de mensen om mijn 'altruistische' ingesteldheid? Wil ik het doen opdat mensen MIJ bewonderen? Toen ik daar zat, werd heel mijn vooropgestelde toekomst een te zware leugen om vol te houden. Een illusie. Ik herinnerde me weer waar het om gaat, er voor die mensen te zijn. Het gaat niet om mij en het zal nooit om mij mogen gaan. Ik werd overspoeld door mijn gevoel van machteloosheid, een machteloosheid die als ik er goed over nadenk, slechts een realiteit is als ik ze dat LAAT zijn. Zoals heden ten dage. Het is één ding te weten dat je nooit veel zal kunnen doen voor die mensen, het is een ander om zoals ik nu doe, NIETS te doen. Daar moet dus verandering in komen. Gelukkig begin ik volgend jaar te werken, en als het even kan, zal ik me dan waarlijk kunnen inzetten voor hun zaak... Het heeft me wederom de ogen geopend en het beeld dat ik op mijn netvlies gebrand heb gekregen van mezelf, dient zware reconstructiewerken te ondergaan. Mijn intentie moet wijzigen, mijn handelingen moeten beter worden afgesteld. Ik moet DOEN, opdat ik niet zou voelen dat het denken nutteloos is. Ik moet HANDELEN, opdat mijn leven zin heeft. Het heeft pas zin als ik het inzet voor hen. Dat wist ik reeds, maar ik was het vergeten. Het was een harde herinnering. Ik wil ze niet opnieuw verliezen.
Dat gezegd zijnde kom ik tot het einde van dit lange blogberichtje. Nog één ding: Mijn leven is goed voor de moment, niet ideaal, maar wel goed. Nog een laatste iets dat het goed maakt, al kan dat merkwaardig klinken: Ik heb nog niet de liefde bedreven met mijn zigeunermeisje en dat is onbeschrijflijk goed. Gisteren zei ze me, 'je veux faire l'amour avec toi.' Maar we hebben het niet tot actie gebracht (immers, zowel zij als mij hebben véél te doen en slapen is ook nodig :) ) Dat is voor ergens in de toekomst. Voor mij zegt het echter veel dat mijn eigen gevoel er niet naar snakt, dat ik in de zevende hemel ben met haar passionele kussen en het slapen bij haar (heb al elke nacht bij haar geslapen sinds vorige vrijdag). Ik vind het fijn om nog niet op die manier met haar te zijn om gegaan. Laat het gevoel maar groeien. Laat de momenten maar blijven zoals ze nu zijn, ik heb er VOLSTREKT vrede mee.
Zwerver, gepassioneerd, verliefd, enthousiast en... volop aan het leven (Koninklijke Bibliotheek, 11u24, Brussel)
Stormen razen. Schepen die ooit met glanzende boegen de golven trotseerden, die onverwoestbaar leken, worden wreed verzwolgen en verdwijnen in de diepten van mijn getroubleerde ziel. Het schuim op de golven maakt gewag van een slepende woede, ontembaar en niets ontziend. Mijn bewustzijn is een zee. Een gestaag verreikende oppervlakte die tot aan de horizon, de einder, reikt. Het herbergt onder die kalme façade hele werelden, levendig en kleurrijk en onverwacht schoon. Er huizen ongekende diepten waar licht slechts een fantasierijke illusie is die je je bedenkt in hoopvolle tijden. Diepten die soms hoogten worden, het licht wegduwen en de aandoenlijke kalmte van het oppervlak vervaarlijk breken in een moeiteloos gebaar. Niemand die weet hoe dat kan. Niemand die er de machinaties achter weet te ontmaskeren.
Onrust.
Geen gewone onrust. Het is een onrust van existentieële aard. De soort onrust die je aan je borst voelt knagen tot je vol wanhoop wenst je gebeente te breken, te klauwen tot je de tanden die je innerlijk verscheuren een weg naar buiten geeft. Je voelt hoe die onrust je opvult met een nihilistische leegte die drukt en drukt en drukt... Het is een vernietigingskracht die zich van binnenuit aan je opdringt en zich een weg baant met als enige bestaansrede de triomf van een verschroeide aarde. Er is geen weg omheen, er is geen verzet.
Het is op dat moment dat je de eigenlijke existentie van een mens aan den lijve ondervindt. Enkel dan. Niet ervoor, niet erna. De herinnering van dat besef is immers slechts een vage schim, een hadesgeest die zijn eigen ontologie niet langer meer kan vasthouden. Die niet langer de waarheid meer kan erkennen -en gelukkig maar- van het feit dat de fundamentele existentie van een mens eenzaam(heid) is.
Eenzaamheid.
Het is geen eenzaam zijn in de common-sense opvatting van dat woord. Het gaat niet om alleen-zijn als dusdanig. Het gaat erom dat je weet dat jouw zijn fundamenteel dat van een enkeling is. Dat de wereld het podium is waarop jij een soloscène uitvoert. De uitbreiding van je wereld naar anderen zijnden blijkt onmogelijk. In de normale zin van het woord behelst het woord eenzaamheid het verlangen die te doorbreken door in contact te komen met andere enkelingen, van welke ontologische aard ook. In die betekenis is het verlangen wezenlijk onderdeel van de eenzaamheid. De eigenlijke existentie van een mens als eenzaamheid kent dit verlangen niet. Kunnen we immers op dit niveau een verlangen hebben dat niet ingevuld kan worden? Kunnen we verlangen naar iets dat empirisch, epistemologisch onmogelijk is? Je verlangt bijvoorbeeld niet naar wereldvrede, je wenst het. Je wenst rust op momenten dat je weet dat rust niet mogelijk is. Je verlangt er niet naar, want verlangen heeft de potentialiteit ingevuld te worden. In de existentieële eenzaamheid bereikt het verlangen naar anderen een epistemologisch nulpunt. Het valt niet te kennen, het valt bijgevolg niet te bezitten. Die eenzaamheid schrijft in jouw bloed de onwisbare tekenen die inhouden dat jij en jij alleen in de wereld bent. Het bewijst op meest radicale wijze dat het andere subject voor jou op existentieël niveau niet bestaat. En als het al mocht bestaan, is je geloven in die andere deeïstisch van aard. Het is er geweest, mogelijk nog steeds, maar van invloed, hulp of macht is geen sprake meer.
Die eenzaamheid, die onrust.
Ze tiert welig in mijn binnenste. Ze schreeuwt me de longen uit mijn lijf. Wat te doen als je op deze eigenlijkheid van het zelf geworpen wordt?
Meerijden op de storm, verloren tranen laten die opgaan in striemende regen. Voelen. Niet versagen. Onderwerp blijven van je eigen existentie en aldus doende de onrust en de eenzaamheid transcenderen.
En daarna, ja heel misschien daarna, de wegebbende naschokken omzetten tot creatieve energie, snel. Snel, snel, heel erg snel voor die verloren geraakt en er slechts een schim overblijft, als de mist van een nieuwe morgenstond, een herinnering, niet meer dan dat, van het duister dat zo absoluut heerstte luttele ogenblikken ervoor.
Aan Shade: Ik wacht vol spanning af tot je een gezichtje van je post. :) Ben benieuwd. Wat het afstandelijkheidsidee betreft, ik denk dat ik begrijp wat je bedoelt. Als je beeldhouwt, ben je met vaste materie bezig. Je 'maakt' het beeld zoals het is in het reële leven, in 3D. Daardoor kom je erg dicht bij het origineel te staan. Dat is; als je iets herneemt uit het reële leven. Beeldhouwen is echter op een andere wijze dan tekenen, ook interpretatie. Je verkleint, vergroot, voegt toe etc. waardoor je beeld al snel iets volledig op zichzelf is, althans voor jou als 'schepper'. Ik voel natuurlijk altijd grote betrokkenheid tot mijn beeldjes, misschien inderdaad meer dan ik zou doen bij een tekening die ik zou maken. Voel jij je niet enorm persoonlijk betrokken bij je tekeningen? Bij mij heeft die betrokkenheid natuurlijk ook te maken met het feit dat ik er veel van mijn persoonlijke ideeën over de wereld en de mens in verwerk. Daarnaast, eens het af is, staat het ergens rustig te 'pronken', terwijl je een tekening misschien wegstopt in een map... Wat ook telt, is dat ik niet deug in tekenen en beelden me wel afgaan. Ook dat zal wel zijn invloed hebben op mijn betrokkenheid. Ik hou niet van mijn onkunde, dus neem ik er maar snel afstand van. :p Soit :) Wat Brussel aangaat; zie reactie jouw blog. ;) Sorry, ik liet me even lyrisch worden om Brussel. :)
Poeh, Druk, druk, druk. Maar voor de goede dingen des levens, dient men tijd te nemen. Dus tussen alle stress door, hier mijn relaas van de bezigheden.
1. Mijn beeld (de zuil met de arm ernaast) is langzaam maar zeker aan het uitgroeien tot zijn volle potentieel. Ik verwacht echter dat ik er zeker nog tot einde deze week mee bezig zal zijn. Ik had van het beeld in klei een mal gemaakt in drie delen (uit gips, wegens de lage kostprijs). Ik heb dan in elk deel afzonderlijk plasticrete 'gegoten'. Nu blijkt dat het geen sinecure is die drie delen weer met elkaar te verenigen. Moeilijk, traag, maar het gaat... De grootste delen zijn nu aan elkaar, ik moet de naad nog volledig wegwerken en dan kan ik het derde deel eraan bevestigen. Mijn god, hoe nerveus kan je zijn. :p Maar het vordert, EN HET GAAT LUKKEN!
2. Ik had al gezegd dat ik op zoek ging naar een jobje. Ik had er eentje gevonden ook, het was in kannen en kruiken op één ding na... en dus hebben ze iemand anders aangenomen. Treurnis en smart hier... Het had ideaal geweest. Maar goed. No gain, without pain zeker? Er is nog een tweede jobje dat ik had gevonden, helaas betaalt het niet evengoed (minder uren) EN is het meer werk. Zucht. Maar ik zal er dan toch maar voor gaan.
3. Ik heb een oude site van mij hervonden! Ik dacht dat die voor eeuwig verloren was, daar die site allerlei vernieuwingen had doorgevoerd en mijn inloggegevens daardoor niet meer werden aangenomen. Nu, na enkele jaren, dacht ik nog eens een kijkje te nemen en... jawel hoor! Het bestaat nog! Een selectie van mijn gedichten, kortverhalen en belevenissen zijn bewaard gebleven. Pure nostalgie om die terug te lezen. Veel hoofdschudden ook, want de kwaliteit van mijn schrijven is allesbehalve goed. Maar ach... ik ben blij dat ik ze terug heb. Voor de geïnteresseerden; http://kiezel.weblog.nl/ ;). Ik heb er twee wat meer recente (ze dateren wel al van een jaar geleden) verhalen aan toegevoegd. Misschien dat ik later nog wat extra verhalen toevoeg. :)
4. Mijn broer zijn verjaardag is morgen. Omdat ik er de broer niet naar ben om de 2Oste verjaardag van mijn kleine broer onopgemerkt te laten passeren, heb ik een hele avond in elkaar gestoken. :p Vanavond gaan we hem met een troep mensen ontvoeren op zijn kot. Ik stuurde deze mail naar al zijn en mijn vrienden:
------------ DIT IS TOPSECRET, BROERTJE MAG HIER NIETS VAN WETEN!
Vrienden van mijn broer overal ten lande, verzamelt u!
Zoals jullie weten, of mogelijk nog niet, is het deze woensdagavond 'Broertje goes drunk II'. De eerste keer is helaas niet al te geslaagd geweest, daar mijn broer 'lichtjes' beschonken huiswaarts keerde. Op Broertje goes Drunk II doen we beter.
Maar het is niet daarvoor dat ik deze mail stuur. Zoals jullie mogelijk ook weten, of misschien niet, is het 1 maart mijn broer zijn 20ste verjaardag. Ik ben er de broer niet naar, en jullie de vrienden niet, om dat ongemerkt te laten passeren. Hij, nietsvermoedend, denkt enkel dat het feestje gaat om het hernemen van het broertje goes drunk-feestje.
Ik dacht echter... wat MEER te doen. :p
Wat is het plan?
Aanvang: 19u.
Plaats: Het kot van mijn broer, voor het eerste gebouw.
Wat?
We verzamelen daar met bibiguns en snelbindstripjes, in commando-outfit of gewoon helemaal zot. We verdelen ons in twee teams en vallen dan mijn broer zijn kot binnen, we gaan naar de tweede verdieping en dringen zijn kamer binnen. We werken hem op de knieën met wat goedgemikte bibigunballetjes zo nodig, en nemen hem mee naar de tuin.
En wat doen we daar? :p
Een 20'erjaren- inwijdingsritueel. :p
Dit houdt in dat we als een sekte mijn teerbeminde broeder in ons midden op zijn knieën zetten en dat we wat 'proefjes' hebben dat hij dient te doorstaan. Mijn vermetele geest heeft al wat ideetjes, maar u weze welkom, meer dan welkom, om zelf ook wat proefjes te bedenken.
Wat hij al gaat moeten doen:
- Een gatlik-wedstrijd met iemand die zijn toekomstige eerste-jobbaas incarneert. Want de jaren 2O staan gelijk aan je eerste echte job. :)
- Hij zal de jaren 20, 2 uit de poten gewassen kerels met moussen wapens dodelijke slagen moeten toebrengen. OF zelf op zijn doos krijgen... want de jaren 20 zijn hard oh ja...
- Alles wat jullie kunnen bedenken en een meer of minder vage link heeft met de 20'er jaren. :p
- Op het einde moet hij de proef der proeven doorstaan... en dat is uiteraard BROERTJE GOES DRUNK II met grootste dronkenschap afleggen.
UIteraard wordt dit alles gefilmd ;)
-----------
Heel wat mensen hebben gereageerd, waardoor de hele actie een feit zal zijn. Vanavond. SPANNEND! Voor de bezorgde zielen onder de lezers; mijn broer (en ik) drinken zelden. Daarom hebben enkele vrienden een 'Broertje Goes Drunk'feestje georganiseerd, een jaar geleden. Ze waren wel eens benieuwd naar een dronken Broertje, omdat NIEMAND dat al heeft meegemaakt. :) Uiteindelijk was dat eerste feestje niet zo geslaagd, daar ik als oudere broer mijn broer ietwat afschermde van teveel alcohol. :) Vanavond echter gaan we ons gewoon goed amuseren. (Niet 'te' zat echter... daar hou ik gewoon niet van). Er komen vrienden als indiaan, als ridder, als commando, als god-mag-weten-wat-maar-het-is-grappig,... Samen bestormen we zijn kot en nemen hem gevangen met veel geweld (nog een noot aan de bezorgde lezers; mijn broer kan tegen een stootje, hij heeft een kas van jewelste en is Judoka zonder weerga. :p We gaan ons peren zien om hem gevangen te nemen. :D) Kruisbogen, bibiguns, zwaarden, bijlen, goededags, schilden... alles is aanwezig! :D Ik heb gisterenavond een hele avond uit mousse schilden en wapens zitten snijden en... het resultaat is fijn. We gaan er veel plezier aan beleven. :p Ik was werkelijk verbaasd hoeveel enthousiasme er was voor mijn klein initiatief. :) Het deed me denken aan die goede oude dagen op het speelplein. Ik heb het precies nog steeds in mij om wat volk te enthousiasmeren. :D Sowieso gaat het ook wel erover-zot zijn... en dat is altijd een publiekstrekker.
Goed. Aan de slag! Deze avond is mijn broeder zijn avond, en bij god, hij zal het geweten hebben! :D <begint naargeestig verder te experimenteren met bloedpilletjes, verfborstels en het verder uit denken van snode plannen>
Aan Shade; Welkom op mijn straatlantaarnrevelatie-blog ;) U weze van harte welkom! Tekenen afstandelijker dan beeldhouwen? Ik begrijp wat je bedoelt, maar ik ben het er maar deels mee eens. Kijk maar naar jouw ogen bijvoorbeeld... In beeldhouwen zijn die onmogelijk zo mooi weer te geven. Ik heb nog geen beeld tegengekomen waarvan de ogen me als het ware 'binnentrekken', mij persoonlijk aanspreken. Dat heb je met getekende/geschilderde ogen wel, mits goed getekend natuurlijk. (en ja, ik vind dat jouw ogen dat wel degelijk zeer dicht benaderen! Het enige wat ze nog nodig hebben is een gezicht, want ogen op zichzelf brengen moeilijk emotie teweeg :)) Daarnaast, dank je voor je lofbetuiging omtrent mijn beeldhouwen! Ik doe het graag, veel, en als mensen het dan ook nog goed vinden... Ja, dan ben ik in de zevende hemel. ;) Het kost me soms het eten uit de mond. ;) Maar geen zorgen daaromtrent hoor, ik ben deze morgen naar de markt gegaan, de zuidmarkt in Brussel, ken je die? In elk geval, zeer goedkoop, en ik heb er weer eten voor een week aangeschaft. Krap is het wel, maar ik zal zeker niet van de honger omkomen. ;)
Naar de orde van de dag: Eindelijk... Mijn verplicht huis- en katsitten is voorbij. Als de ouders op vakantie gaan, ben ik verondersteld thuis te zijn om het huis 'bewoond' te houden. De mama is een beetje een angsthaas, schrik voor dieven etcetera. Ik kwam gisterenavond op mijn kot en had een heus ik-ben-weer-thuis-gevoel. De mouwen opgestroopt en aan de slag gegaan. Mijn beeld zal af zijn, nondeju! :) Helaas gaat het zo snel niet natuurlijk. De eerste helft van mijn beeld is nu uit de mal. Kan je geloven dat ik me steeds opnieuw voel als een vader, elke keer ik een mal nerveus open maak om het beeld er uit te halen? En maar hopen dat er niets mis mee gaat zijn, dat het gaaf zal zijn van lijf en leden! :D En in dit geval, is het kind mijner geest ende arbeid, welgevormd en met een gunstige knipoog naar de toekomst! Haal de champagne boven, luid de klokken! Nu is het bang afwachten voor het tweede deel... hopelijk is dat broertje even welgevormd. Vanavond zal ik het weten!
Iets anders nu: Toevallige zaken kunnen toch zo een storm van gedachten, aan emoties oprakelen! Deze morgen zat ik in de metro naar de zuidmarkt -de armenmarkt zoals ik dat noem daar iedereen die weinig centen heeft daar zeker de bespeuren valt :)- om inkopen te doen voor deze week. Ik zit nog wat in de ilias te lezen. Nu moet je weten dat ik als ik lees, niet echt meer op deze wereld vertoef. De wereld van het boek is me soms reëler dan de wereld van mezelf die al wandelend, zittend, etend letters verslindt. Op het moment dat ik moet afstappen, zet ik me recht met mijn neus nog steeds in mijn boek en wil een baar vastnemen om niet te vallen. Plots merk ik dat iemand anders hetzelfde idee heeft gehad als mij en liggen onze handen tegen elkaar aan. Het was genoeg om me uit mijn boek te doen ontwaken. Ik kijk op en zie een oude man die met een vluchtige beweging zijn hand wat verder op de baar legt. Nu denk je waarschijnlijk, 'wat is daar nu zo bijzonder aan?' Het is niet zozeer de hand zelf van die man, of de hitte die ervan oversprong die me verwonderden. Het was voornamelijk de storm die dat teweegbracht in mijn innerlijk. Het deed me beseffen aan hoezeer ik eigenlijk de warmte van een naakte huid tegen de mijne mis, hoe speciaal die overdracht is van huid tegen huid. Ik was plots getroffen door hoe aangenaam het is om iemand anders tegen je aan te drukken... Ik weet niet of mensen - ik weet niet of ikzelf dat wel doe- wel beseffen hoe bijzonder een aanraking is. Er is geen andere materie die zo aanvoelt als de huid van een ander levend wezen, en dan zeker in het bijzonder de huid van een medemens. :) Op wat persoonlijker vlak; het deed me ook gewoon erg verlangen naar de kleine, spontane aanrakingen die je mist als je geen relatie hebt. Zoveel energie haal je daar uit! Een hand tegen een hand, een streling langs de kin, een hand op je been, een been tegen het jouwe, de warmte je broek doordringend. Jawel, dat mis ik. Soms zo erg dat het het verlangen schrijnend mag genoemd worden. Niet dat ik dat erg vind, want zo'n verlangen is zoveel zoeter als het eens bevredigd wordt. :) Dus laat het maar schrijnen, laat het zich maar voelen. Het is een zoete pijn. :)
And now something completly different. Vanavond gaat ik met de zotte bende basketten op een pleintje naast Brussel Noord. Gangsta's als we zijn, wordt dat geweldig. :) Ik ga mijn oorlogsgerief eens klaarleggen si, want het gaat er hevig aan toe gaan. ;)
Zwerver (Brussel, 26 februari 2012, 17u43, zijn edele kot)
'Wat gebeurt er toch, snelvoetige Zwerver? Zijn uw voeten moede, kent uw geest geen daadkracht meer? Waarom toch versaagt gij, nu de stormen zich opstapelen? Voorwaar, hebt gij dan geen moed meer in uw lijf, geen spoortje daadkracht? Het bezwaart mijn gemoed u thans zo ledig aan te treffen, zo lui en zonder fut! Werkelijk, is dat hoe het nageslacht u herdenken zoude? Neem toch op, dat slepende leven, wed uw zwaard, poets uw schild! Sta op, gij tamme!'
Mocht Nestor, rijk aan wijsheid, nog leven, volgens mij zou hij op deze wijze tot mij het woord richten. Nog straffere taal zou hij me waarschijnlijk rond de oren slaan. En hij heeft gelijk. Ik heb me weer eens aan ledigheid over gegeven. Deze week, vorige week, tijden vol... wel.. tijd. Meer niet. Geen daden. Wat heb ik immers gedaan? Wat gebeeldhouwt... een beetje geprutst met klei. Net nu ik eigenlijk nog meer dan ooit tot daden zou moeten worden aangespoord, laat ik mezelf over aan Morpheus, de tamste der goden. Ik heb mijn beeld dat af moet (niet omwille van externe drijfveren, maar omdat het gewoon af moet zijn voor het eigen welzijn!), ik heb een thesis te schrijven die ECHT ZICHZELF NIET SCHRIJVEN GAAT! Dan is er nog een stage te regelen, waar ik sowieso de grenzen van het toelaatbare falen aan het bereiken ben. Op de koop toe, zit ik weer zo krap bij kas dat ik mijn riem weer ga moeten aanhalen de volgende dagen....
Dus. Tijd om de koe bij de horens te vatten, het paard te beteugelen en in volle vaart-holderdebolder, als gerieflijk denderen niet meer aan de orde is wegens uitstelgedrag- aan alles beginnen! Eerste mijlpaal; die vervloekte -och laat toch de onderwereld de grond openscheuren en haar meesleuren tot in het diepste van de tantalus!- stage zien te regelen. Eerste objectief; de mail sturen die me een andere stageplaats aan de hand doet. Hoop ik. Dan bang afwachten op een afspraak met die ongrijpbare excuus-van-een-stagebegeleider... Tweede mijlpaal; werk zoeken. Eten is belangrijk is mijn motto. :p Zonder geld, geen eten dus... werk zoeken. Alles is goed, deze jongen zal zich nederig over elk vervelend karweitje buigen, als het maar geld oplevert. Derde mijlpaal; Beeld afwerken. ... Erg veel werk is er niet meer aan, dat weet je toch, ouwe jongen? Okey..., het ziet er niet naar uit dat het van een leie dakje gaat gaan, en ja, dat had je liever wel gehad. Maar goed, op de tanden bijten en doorzetten. Het resultaat zal het u lonen. Ahum. (hoop ik. We. Ik... okey... verwarring betreffende het zoëven aangenomen externe standpunt. SOIT) Vierde mijlpaal; volgende week maandag beginnen schrijven aan die thesis. Laten we wel wezen, dat is uiteindelijk nog fijn ook. Ga ervoor! :)
Exit Zwerver, verwilderd, nonchalant, maar met een streepje goede hoop nu zijn daadkracht weer van zich laat horen.
(Brussel, 23februari, 16u40)
ps. Mijn nogal bloemrijke taal is te wijten aan mijn lezen van de Ilias... Op de één of andere manier blijft dat woordgebruik me boeien, fascineren en inspireren. ;)
Tja, Wat doet een 'kunstenaar' met zijn tijd? Zich creatief uitleven, de gehele dag door. gisteren en vandaag stonden weer volop in het teken van beeldhouwen. Misschien is dat nogal een eenzijdig leven, maar voor het ogenblik moet ik zeggen dat het me gelukkig maakt. :) De mal van mijn arm-aan-zuil is af, ingesmeerd met schelak (een stof om het waterafstotend te maken) en wacht slechts op morgen: dan giet ik er eindelijk plasticrete in. Enige minpunt is dat dat zo'n duur stofje is. :( Het kost me 60 euro, wat het equivalent is van drie weken eten. :p Maar goed, alles voor de kunst! :) Morgen zal het worden gegoten. Hieronder een foto van de mal, voor de geïnteresseerden. ;) Daarnaast heb ik het beeld van een model verder zitten afwerken. Ik hoop ook daaraan morgen verder te kunnen werken. Ik zet hieronder een foto. Zoals ik reeds zei, het is nog lang niet af, de romp is vanboven nog te breed, de voeten en handen zijn nog slechts schetsen, maar... het belooft mooi te worden. Althans, dat hoop ik. Ik vind het een pracht van een pose. De welving van de rug, mama mia! Misschien komt het simpelweg omdat ik de rug en de heupen zowat de mooiste componenten van een vrouwenlichaam vind, maar zelfs objectief gezien denk ik dat de kracht van deze pose in de gedraaide rug zit, de oppervlakte van de heupen... nu ja... ik vind dat deze pose een vrouwenlichaam ECHT tot haar recht laat komen. :)
Voor de rest weinig nieuws onder mijn zon; Ik heb deze middag afgesproken met de twee 'moedertjes' die me natuurlijk weer hebben proberen vol te steken met alles wat ze nog in hun zakken hadden omdat ze simpelweg overtuigd zijn dat ik anders de gehele dag zonder eten door ga brengen. :p Hen van dat gedacht afbrengen is onmogelijk, ik kan protesteren, 'roespeteren' zoveel ik wil, ze blijven bij hun idee. Dus dan haal ik mijn schouders maar op en eet gehoorzaam de mij gegeven koekjes op. :D Het is wel grappig zo en als het mij ooit begint te ergeren, zal ik mijn kleren maar eens uittrekken om te bewijzen dat ik niet mager ben. :p Ik snap trouwens niet waar ze het van halen, ik eet inderdaad niet veel (lees vaak), maar waar het om gaat, is niet de hoeveelheid eten op zich, maar hoeveel je nodig hebt om je lichaam van energie te voorzien. En dat, dat hou ik nauwlettend in het oog. Ik heb inderdaad geen grammetje vet, maar ben gewoon normaal gebouwd, eerder gespierd dan mager. Moet ook wel, als je steeds met pakken klei van tien kilo aan het zeulen bent. ;) Daarnaast heeft een 'vriendelijke' meneer die me de 'mais vous êtes gentil, je vous aime vraiment!'-treatment heeft gegeven, me proberen te beroven van zowel mijn portefeuille als mijn horloge. :p De tweede keer dat iemand dat probeerde, gelukkig had ik in beide gevallen te maken met amateurs. Ik had het al snel door, maar toch was hij bijna met mijn horloge gaan lopen. Ik vraag me af wat hij had gedaan als hij het helemaal had losgekregen. No way dat hij had kunnen weglopen ermee, want ik ben sowieso sneller. Dus moet hij gedacht hebben het onopgemerkt van me af te kunnen nemen... en toegegeven, dat was bijna gelukt. :p Dus waarschuwing aan allen die in Brussel aangesproken worden door andere mensen; hoedt u voor de zogenaamde dronkaards die je veel vastnemen. Ze doen alsof ze überenthousiast zijn, nemen je hand vast en blijven er mee schudden, kloppen je op je hart om je te bewijzen dat ze je respecteren etc. Ze spreken over 'ami's' etc, maar zijn eigenlijk gewoon op je geld uit. :) Zolang het mislukt en ze niet agressief doen, mogen ze van mij blijven komen, ik vind het wel interessante ervaringen. :p De volgende keer vraag ik om uitleg. :p Nog een grappige anekdote uit deze schrijver zijnes leven; ik woon dicht bij rue d'aarschot. De straat der madeliefjes, straatbloempjes... (hey, het wat goedkoop huren daar, en daar ging het me vooral om toen ik een kot zocht) Toen ik eergisteren op weg was naar huis, spreken twee mannen in een auto me aan. Ze vragen me of ik hier woon. Ik zeg ja, waarop ze me geïnteresseerd aankijken en vragen of er hier andere hoertjes zijn dan zwarte? :p Ze zaten immers achter de rue d'aarschot, in het gedeelte dat door de zwarte prostituees is ingepalmd. Ik schiet natuurlijk in de lach en zeg hen dat ze in de rue d'aarschot moeten zijn als ze blanke meisjes willen hebben. Ik vraag hen ook meteen hoe het komt dat ze dat moeten vragen (de meeste mensen kennen de rue d'aarschot) en ze zeggen dat ze van Frankrijk zijn. Ik lach opnieuw en vraag hen of dat werkelijk het enige is dat ze komen 'bezoeken' in Brussel?! Waarop één van hen lachend antwoordt dat het eens wat anders is dan Amsterdam. :D Okey dan, ik heb hen veel 'plezier' gewenst en ben verder gelopen. Merkwaardig merkwaardig, mijn brusselse ontmoetingen. ;)
Lang lang geleden, zo lijkt het wel, vertrok deze jongen op reis naar Polen. Nu ben ik terug, en het leven heeft toch een ander kleurtje gekregen. Niet omdat de reis me voorzien heeft van een cultuurschok of iets dergelijks, maar misschien eenvoudigweg omdat weg zijn van mijn gebruikelijke omgeving me voor even heeft voorzien van een wat objectievere kijk erop. Enkele inzichten gaan daarmee hand in hand. Ten eerste ben ik best tevreden met mijn leventje. Toegegeven, er is nog veel om ongerust of ontevreden over te zijn. Gelukkig ook, want mocht dat niet zo zijn, zou stagnatie al snel tot verval overgaan. Mijn vrijgezellenbestaan is bijvoorbeeld iets waar ik best tevreden over ben. Desondanks heb ik me voorgenomen dat ik op de vraag of ik een relatie wil, nu met een volmondig 'ja' kan antwoorden. Over die vraag heb ik uitsluitsel gevonden. Ik wil een vriendin, een meisje, een vrouwe, voor de rest van mijn aardse bestaan. :) Dus vrouwen daarbuiten, deze jongen plaatst zich terugop de markt, de jacht is open etc etc wat je dan ook behoort te zeggen. :) Dat kan contradictorisch klinken als je het koppelt aan mijn bovenstaande bewering dat ik een tevreden vrijgezel ben. Het is echter gewoon dit; ik ben inderdaad best tevreden over vrijgezel zijn, en wanhopig op zoek naar 'mijn' meisje ben ik niet. Ik weet echter wel dat ik mijn toekomst voorzie als aan de zijde van een vrouwe (en zij aan mijn zijde, zo je wil). En dat idee op zichzelf, niet al te vastberaden op zoek te zijn, maar open staan voor het vinden, is nu een deel van mijn vrijgezellenleven. :) A propos, het meisje waar ik het over had enkele posts geleden, laat niets meer van zich horen. Dat is jammer, maar misschien ook maar goed. Wat we gehad hebben, was fijn, maar misschien moet ik, als ik eerlijk ben, bekennen dat er niet veel toekomst in zat. Zonder haar beter te leren kennen dan ik haar nu ken, is dat natuurlijk nooit geweten, maar ik kan me zonder spijt neerleggen bij het feit dat ik haar niet beter zal leren kennen. Ze heeft me het een en ander geleerd op vlak van mijn relatiebeeld -of anders gezegd, ik heb mezelf wat geleerd over mezelf door haar bestaan en mijn bedenkingen omtrent 'ons'- en dat is op zich was al de moeite waard. Een van de dingen die ik heb geleerd, is dat een seksuele relatie voor mij meer inhoudt dan seks. Het moet ook vriendschap zijn, elkaar willen kennen, elkaar toestaan te knuffelen en te kussen in bed. Met andere woorden; als ik ooit een seksuele relatie aanga met iemand, wat het op één na goede is want een relatie is mijn ideaal (wat niet wil zeggen dat ik vind dat ondertussen seksuele verlangens niet kunnen ingevuld worden), dan zal dat meer intimiteit bezitten dan de standaard lat-relatie. Daar pas ik voor. Een seksuele relatie zal eerst en vooral een vriendschap moeten zijn, die binnenshuis, in de slaapkamer een liefdevolle component krijgt. Waar je elkaar toestaat te genieten van elkaars fysieke aanwezigheid, want seks is daar voor mij niet voldoende voor. Ik wil kunnen genieten van dat meisje, na het vrijen genietend in elkaars armen kunnen liggen, haar een kus kunnen geven om elkaar te bewijzen dat het gebeurde in alle genegenheid heeft plaatsgevonden, dat het 'okey' is. Ik weet niet hoe het komt, waarschijnlijk is het een bijproduct van mijn romantische ingesteldheid, maar ik heb die geruststelling nodig. Te weten dat ik haar niet als een object heb behandeld, en omgekeerd. Te weten dat het gewoon fijn was voor allebei. :) Ach ja, noem me maar een verwijfde gast. :) Ik wil genegenheid, en seks is daar maar een zéér belangrijke component van. :) Soit, genoeg over seks.
Een ander inzicht is dat ik als kunstenaar door het leven wil gaan. Dat dient niet geinterpreteerd te worden als zou ik beroemd en bekend willen worden met mijn kunst, noch dat ik er mijn brood mee wil verdienen. Ik wil echter wel een leven gevuld met mijn 'kunst'. Ik wil het au sérieux nemen, er veel tijd in steken, er verder in groeien. Ik wil mijn leven vormgeven omheen dat ene fundamentele zijn: Voor alles ben ik een kunstenaar. Ik zal werken, geld verdienen, waarschijnlijk buiten mijn kunstzinnige aspiraties om, maar toch zal kunstenaar zijn mijn hoofdoccupatie zijn. :) Zo moeilijk te realiseren, is dat niet. In zekere zin is mijn leven zoals ik het nu leef, een voldoende invulling daarvan. Het enige wat ik wil is nóg bewuster, nóg intenser er mee bezig zijn. Minder tijd verdoen, wat mijn grootste uitdaging vormt. Veel meer hoeft er hier niet over gezegd worden. Op één ding na, het beeld van de sokkel met de arm ernaast uit een voorgaande post is in de laatste fase van zijn realisatie. De mal is gemaakt, nu nog 'gewoon' gieten in plasticrete en het tweede deel van mijn vierluik is af. :) Al ben ik recentelijk aan het overwegen het bij drie beelden te laten. Op die manier vermijd ik dat het werk statisch wordt. HEt einde is nog in de maak, zogezegd, de mens is nog bezig met zich te onttrekken aan de zuil. Als ik er een einde (de man OP de zuil, helemaal eruit) aan maak, is dat ook meteen definitief een EINDE. Alle vragen vallen weg, het doel is bereikt. Door het weg te laten, blijft de reeks dynamisch. Of ben ik hier nu gewoon een beetje teveel in mijn beeldenreeks, mijn 'kunst' aan het wegdromen? Te filosofisch te kitch-kunstzinnig aan het zijn? :)
Ik ben... vervoerd, extaltisch, onkwantificeerbaar blij. En waarom? Ik vertrek naar Polen voor 10 dagen! Okey... eigenlijk kan ik het me niet permitteren, zowel financieel als op vlak van tijd is het een aderlating. Maar goed, 'doe neké zot', niet? :) Hoe komt dat wilde plan zo plots? Vorig jaar leerde ik een erasmusstudente kennen te Leuven, we woonden in dezelfde straat. Aangezien ik een fervente nachtwandelaar ben en zij zowat al haar nachten wakend doorbrengt, was een vriendschap snel gesmeed. We maakten samen de straten van Heverlee onveilig s' nachts, pratende over cultuurverschillen, filosofie, muziek etc etc. Ik schrijf nog af en toe brieven (veel te weinig natuurlijk, omdat ik brieven schrijven vaak lang uitstel daar ik steeds epistels schrijf van jewelste. Eigenlijk heb ik daar de tijd niet voor :p ) en op facebook praten we ook wel eens. Toen ze terug naar Polen trok, had ik gezegd dat ik wel eens zou langskomen. Ze had me warm gemaakt voor haar thuisland... en ze wist precies dat te zeggen dat me overhaalde: uitgestrekte bossen, bergen, ongerepte natuur... Goed, ik natuurlijk meteen verkocht. :) Gezien mijn precaire financieele situatie dacht ik eigenlijk niet dat het er echt van zou komen. Maar het verlangen... oh dat schrijnende verlangen! :D dus ja, toen ze me vertelde dat ik onderdak kon hebben bij haar, dat eten hoegenaamd niet erg duur is en mijn vliegtuigtickets om en bij de 90 euro gingen kosten (net wat minder dan wat ik tijdens deze examenperiode opzij had gezet om het wat gemakkelijker te hebben de komende maanden :p )... wel ja.. How can I say NO?
Dus, deze jongen vertrekt naar POLEN. Ik ga mijn Poolse vriendin terugzien, Auschwitz bezoeken, de beroemde zoutgrotten, Krakow en mijn oh zo verlangende hart zal een zucht van verlichting kunnen slaken als het omringd zal wezen door al dat natuurlijke moois dat Polen te bieden heeft. Ik ben ongeduldig, onrustig! Laat het maar snel komen! :)
Voila. Zoals ik me had voorgenomen, een overzicht van de week. Het is een mager weekje geweest, dat kan ik je wel vertellen... maar goed, deze week beter :). Omdat ik vergeten ben mijn fototoestel mee te nemen toen ik ging beeldhouwen (lees; prutsen met klei) heb ik hieronder een foto gezet van een vroegere datum. Het is echter nog steeds dat beeld waaraan ik werk. (Het eerste beeld van deze reeks is af, voor de volledigheid zet ik er hier ook een foto van bij :). De reeks bestaat uit vier beelden die weergeven hoe een mens uit een sokkel kruipt. Het eerste beeld toont enkel het hand, ietwat wanhopig naar boven uitgestoken. Het tweede beeld toont een schouder en een arm. De man drukt zich af en probeert verder en verder uit de zuil te komen. Het derde beeld... wel aangezien ik daar nog niet ben, kan ik er nog weinig over zeggen. Het idee is dat de man er helemaal uit is op één voet na. Het laatste beeld zou de mens weergeven, helemaal uit de zuil, in een ontspannen houding. De reden dat ik niet kan zeggen dat het effectief zo zal zijn is dat er nogal eens praktische complicaties komen bij kijken die het beeld aanpassen buiten mijn wil om. Dat is vaak geen slechte zaak. Het beeld 'leeft' meer op die manier. Je hebt het gevoel alsof het wordt gevormd, niet alleen door jou, maar ook gewoon door zichzelf. Bepaalde dingen worden toegelaten, andere niet. :) Het geeft het gevoel met iets organisch bezig te zijn. :) Soit, dat is de romanticus in mij die spreekt misschien. But i like it :)
Het idee achter dat beeld? Het zijn er verschillende. Ik zal ze hier even kort opsommen. -De mens als ambitieuze dier. De mens die zich onttrekt aan zijn omgeving en zich wil verheffen, er bovenuit wil stijgen. Meer wil zijn. Het wil zichzelf vorm geven. De mens die zich, bewust of onbewust, méér voelt dan slechts natuur en determinatie. Die beroep doet op een vrije wil. Het gaat er niet om of we werkelijk meer zijn dan natuur, of over de vraag of de distinctie tussen natuur en mens een echte of een illusoire grens is. Het gaat erom dat we, zelfs als zijn we nog zo'n natuurliefhebbers of tree-huggers, toch een realiteit toevoegen aan de wereld doordat we haar van op een afstand kunnen bekijken. Omdat we door te leven in deze wereld, haar vormen. Omdat we niet gewoon maar zijn, maar steeds ons eigen zijn evalueren, bevragen, aanpassen. We zijn ons bewust van ons eigen zijn, wat ons bewust maakt van onze eigen natuur door ons min of meer te onttrekken aan die natuur. Kortom, we voegen toe door ons zelfbewustzijn, onze geestelijke rijkdom. -Als je het beeld bekijkt, merk je ook dat de mens groter is dan de zuil waar hij uitkomt. Dat is voor mij een weergave van het mysterie hoe een wezen als de mens uit inerte materie heeft kunnen ontluiken. Het geeft ook mijn eigen visie weer betreffende de mens. We zijn groter dan de natuur (Wat niet wil zeggen: beter. Als je een juister beeld wil van hoe ik daarover denk, moet je maar eens een koffietje met me gaan drinken ;) ). Dat groter-zijn situeert zich binnen wat ik onder het eerste puntje behandelde. We zijn denkende wezens, die met fantasie en reflectie extra dimensies kunnen toevoegen aan het leven. Ik betwijfel of dieren dat in dezelfde mate kunnen als wij. Voor mij is dat de grootsheid van de mens. Mijn mening is echter ook dat dat een verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Die verantwoordelijkheid is bewust handelen. De invulling daarvan is echter zo breed dat ik ze hier niet ga toelichten. Ik ben al langdradig genoeg.:) -één van die verantwoordelijkheden wordt echter wel in beeld gebracht. De persoon is veel groter dan de sokkel. Kan die sokkel die mens wel dragen? Is zij sterk genoeg? Als je weet dat ik met die sokkel de natuur (zowel de natuur van de mens, als de wetenschappelijke natuur als alles om en in ons.) bedoel, is de vraag duidelijk. En de vraag toont meteen aan dat zij dringend is, gevoelig en zeer belangrijk.
-Als laatste nog dit: Als je de vier beelden naast elkaar plaatst, zie je de persoon uit de zuil kruipen. Zoals hierboven gezegd, is dat echter fysisch onmogelijk. De persoon is gewoon TE groot om door die zuil bevat te kunnen worden. Toch, als we kijken naar de beelden is het alsof de persoon uit die zuil komt. Het fascinerende daaraan is dat onze geest de onmogelijke tussenstappen invult. Hoe doet de geest dat? J Door exact die stappen over te slaan en enkel de plausibele stappen uit te beelden, krijgt de reeks een zekere realiteit die ze niet kan bezitten. Ach laten we zeggen dat het illustreert hoe de geest de materie kan overwinnen ;).
De correlatie is aangetoond. Als ik een paar lege daagjes heb, dan word ik onrustig. Vrijdag en gisteren waren zo onproductief als maar kon wezen. Daim it... Goed ik heb gisteren wel gewerkt en dus noodzakelijke centjes verdient, dus misschien dat die dag nog enigszins productief kan worden genoemd. Maar de dag ervoor...één ledigheid. Zo'n dagen moet ik kost wat kost vermijden. Ze zijn dodelijk voor de moraal. Toch iets geleerd ervan. Nu enkel nog weten af te rekenen met mijn 'bad mood'/neerslachtigheid.
Toch al drie dagen dat ik trouw blijf aan mijn eigen concept. Reden tot vreugde? Uiteraard, of ben ik daar gewoon te snel tevreden? :) Gisteren was een topdag. Ik hou ervan als mijn dag gevuld is met diverse dingen. S' morgens examen, s' namiddags beeldhouwen, s' avonds etentje met vrienden. Echt veelzijdig kan je dat misschien niet noemen, maar kwaliteit vraagt tijd. Dus drie dingen kwalitatief hoogstaand op één dag? Dat is een ware topdag, vind ik. :)
Mijn examen ging met de woorden van de professor 'zeer goed'. In het begin was ik wat zenuwachtig -wat wil je immers, ik kom aan op de campus, ruimschoots te vroeg, probeer op de pc's daar op te zoeken waar mijn examen is... en die kunnen me dat niet zeggen wegens een )beperking in het systeem. AARGH. Dus stressen, over en weer geloop, wildvreemden bevragen over hoe en waar je je examenrooster kan inkijken want ik, als nieuweling op de campus weet dat uiteraard niet (en me bevragen vroeg op voorhand HO MAAR! :p ), hevig haargetrek omdat ik niet thuis wat had gezocht, tot een reddende engel van mijn richting me, in paniek als ik was doch dat goed verbergend, me naar mijn bestemming loodste. Eens daar aangekomen blijkt het examen helemaal anders dan ik had verwacht. Ik ben Leuven gewoon, en de manier waarop ik aan de VUB (ik mag eigenlijk niet generaliseren; mijn faculteit) examens heb afgelegd, devieert daar qua vorm en inhoud ENORM van. Ik kom toe, blijkt de professor nog niet aanwezig, maar zijn alle andere studenten dat wel. Wel... alle.. we zijn met vijf dus erg veel houdt die 'alle' niet in. :) Een halfuurtje na de officiële aanvang van het examen komt de professor toe. Hij verdeelt de hoofdstukken van het boek dat we gelezen hebben in de les (jawel. 1 boek doorheen 10 lessen, met een minutieuze behandeling van 1 hoofdstuk per les, waarbij de gesprekken vaak niet erg diepzinnig doch eerder emotioneel waren...) over de aanwezigen en zegt; je krijgt nu de tijd om over dat hoofdstuk na te denken (Didn't we do that in class already?!). Dan brengt hij ons ALLEN naar een lokaal en vertelt ons dat om het halfuur iemand anders naar zijn kantoor moet komen. Hij verlaat ons. Ik zit daar dus, samen met al die anderen in een lokaal en vraag me waarom ik in godsnaam nog examen moet afleggen?! Om hem een verrijkte samenvatting te geven van een hoofdstuk dat we in de klas behandeld hebben? In een klas waar het bijna 1 op 1 begeleiding is, daar we met zo weinig zijn dat elk zijn mening over elk hoofdstuk al tot vervelens toe in de klas heeft toegelicht?! Maar goed. Ik zet me aan het werk, begin te schrijven, anderen zitten te lezen. We praten ondertussen, lachen, sommigen gaan een sigaretje roken, anderen koffie halen. IS DAT NORMAAL? Dat is toch een bijzonder nonchalante houding?! OF zie ik dat helemaal verkeerd? Mijn collega's lachen even met mijn bezwaren, wimpelen ze af en babbelen rustig verder. Ik ben nu eenmaal geen stijfkoppig persoon, dus ik pas me aan. Ik praat mee, lach mee, ga koffie halen en slenter wat door de gangen, verwonderd over het examen dat ik aan het afleggen ben. Als ik terugkom, zijn ze allemaal weg. WEG, mijn spullen ook. Ik begin paranoïde te worden, me in te beelden dat ik alles zelf verzonnen heb en dat ik helemaal geen examen heb. :D ik check voor de zekerheid het kantoor van de prof en... vind daar mijn medestudenten. Tweede stressy moment van de dag; check. Tijdens het praten -hey, als het mag, doe ik lustig mee- maak ik de opmerking dat in één van de artikels dat ik gelezen heb ter aanvulling van dat boek iets interessants stond. De andere studenten kijken me aan. 'Jij hebt nog bijkomende literatuur doornomen?!' Verbazing alom... Bleek dat zij allen gewoon het boek nog eens hadden gelezen, verder niets. Ik moet eerlijk toegeven dat ik die andere boeken en artikels er bij heb genomen eerder omdat het boek uit de les me stierlijk verveelde, maar... dat doe ik nu eenmaal altijd. (boeken over lessen zijn altijd interessanter voor me dan de les zelf :p, dus de examens bestaan voornamelijk uit uitstellen en dan boeken en artikels beginnen lezen over de lessen, eerder dan de lessen zelf te herhalen. :p Anyway) Dus wat betreft voorbereiding stond ik er goed voor, terwijl ik in feite dacht dat mijn gebrek aan interesse en studeervaardigheid me wel ergens achteraan zou doen bengelen. Het is tijd. Stijf van onzekerheid (al die vreemde ervaringen maakten me enorm zenuwachtig, enorm onzeker over mijn prestaties etc). De prof zit in zijn stoel, kijkt me aan en vertelt me te beginnen. Ik begin. Hakkelend, zenuwachtig (voor een examen dat NIETS voorstelt. Ik heb examen afgelegd die duizendmaal moeilijker waren, waar ik blonk en straalde van zelfvertrouwen!). Na een tijdje kom ik los en begin ik een geanimeerd gesprek met een professor die waarschijnlijk niet verwacht had dat er een student zou afkomen die MEERDERE boeken en artikels over het onderwerp had gelezen. Stel je dat eens voor zeg! Aan een universiteit! All ends well, we eindigen ruimschoots over mijn halfuur, beiden (denk ik) zeer tevreden over het afgelopen halfuurtje. Hij omdat hij mogelijk denkt me wat bijgeleerd te hebben (Wat effectief zo is, al zou ik wel wat meer verteerd kunnen hebben, lijkt me) en ik omdat ik het equivalent van goed gedaan in punten weerspiegeld zie. Allebei blij. Verbouwereerd en hoofdschuddend verlaat ik de campus. Blij met een goed examen, dat wel.
(vervolg te vinden op de post hiervoor ;), blijkbaar typ ik teveel om het in één blog te krijgen ;) )
Vervolgens beeldhouwen. Eindelijk... ik miste het. Het tweede beeld in de reeks 'de ambitieuze mens' kon ik eindelijk mouleren. (Ik vertel er wel eens over in een andere post :) ) Spannend... er kan zoveel mislopen, en ik heb ZO LANG gewerkt aan dat beeld... het eerste deel van de driedelige mal is af. Vandaag doe ik het tweede deel, mogelijk het derde. Ik kan eerlijk zeggen dat ik dood ga gaan van de spanning als ik de mal er mag afhalen... :D Is het gelukt? is het niet gelukt? Als het dat laatste is, ga ik in zak en as zitten... Maar fingers crossed. Dat komt wel goed. ;) Eens dat ik dat deel van mijn mal had gemaakt, repte ik me naar het model. Het was een nieuw model en uit enkele opmerkingen die ze maakte, meen ik dat ze nogal gevoelig is. Caution dus... veel positieve feedback geven. Ik doe dat sowieso (ik heb een probleem met objectiveren... Ik maak een beeldje VAN jou, niet van jou een beeld. Zoiets), maar deze lijkt me dat extra nodig te hebben. Opgewekt is ze wel, en ze neemt leuke poses aan. Om de twintig minuten nam ze een nieuwe pose aan, wat dus betekent dat je erg snel moet werken. Ik vind dat wel leuk, al kan de perfectionist in mij niet tevreden zijn met de resultaten. :p Ach ja, dat moet ik maar leren. Het heeft me twee beeldjes opgeleverd waar ik relatief (zie vorig :p) tevreden van ben. één van de poses die de vrouw aannam (ze heeft een mooi lichaam. Een echt lichaam. Imperfecties zijn aanwezig, onverhuld, open en eerlijk. En bij God, dat is wat een vrouw mooi maakt!) was een zeer klassieke houding: de armen boven het hoofd, het lichaam licht spiraalgewijs naar beneden, benen gekruist. De spanning stijgt precies via de benen omhoog, gaan over in de welving van haar bovenlichaam en eindigen in de elegante krul van haar armen. Het beeldje dat ik daarvan gemaakt heb, vond ik zelf het beste. :) Soit. Genoeg over mijn beeldhouwen. Tijdens het maken van mijn tweede beeldje, bellen twee vrienden me op. OF ik mee wil gaan eten? Ik antwoord snel (ik was aan het beeldhouwen! :o Geen tijd voor gesprek dan :D) NATUURLIJK, leg af, maak het beeldje af net voor het model verdwijnt, ruim op en vertrek naar het restaurant. Op weg er naartoe kom ik in de gangen van de academie de vrouw tegen die model stond. Ik zeg haar dat ik het super vond om haar te beeldhouwen (I did, die eerste pose was magisch! En neen.... dat is zonder enige bijbedoeling. Het is erg dat een gast dat altijd moet expliciteren. Zelfs tegenover zichzelf). Ze geeft me een glimlach. Ik glimlach terug en weg ben ik. :)
In het restaurant gezellig gedineerd met de vriendinnen. Het zijn twee supermeisjes. Ik ken ze van mijn studie sociaal-cultureel werk en ze werken allebei dicht bij mijn academie. Ik zie ze zo af en toe eens, en de warmte waarmee ze mij ontvangen, wordt weerspiegeld in mijn warme gevoelens voor beide. Ze zijn geweldig. :) De reden dat ik dit etentje vernoem is de volgende eigenaardige, maar fijne, gebeurtenis: Wegens geldgebrek (yep. Ik ben niet erg rijk voor de moment :p ) zei ik dat ik niets zou eten, maar gewoon gezellig iets zou drinken terwijl zij aten. Ik heb eten thuis, en dat kost me heel wat minder. :) Ze vragen twee pizza's, we praten wat, en op een gegeven moment roept de ober doorheen een op ons na leeg restaurant dat hij zich vergist heeft van pizza. We krijgen niet de tijd om teleurgesteld te zijn, want hij komt met de foute pizza af, zet die voor mijn neus en zegt; wel, dan is die voor jou. Smakelijk. :D Ik heb dus gratis pizza gekregen! Grappig is ook dat ik niet zoveel daarvoor dezelfde pizza had voorgesteld aan één van de twee dames omdat zij zelf onbeslist was en ik in haar plaats moest kiezen -om dan uiteindelijk toch een andere te nemen... VROUWEN! ;)- en ik dus eigenlijk de pizza te eten kreeg die ik zelf zou gekozen hebben! :D Van geluk gesproken :) En ik ben zeker dat de ober mij dat niet heeft horen zeggen, hij stond immers ver buiten gehoorsafstand op dat moment (en ik ben vrij zeker dat zijn Nederlands niet zo goed is, maar dat is een veronderstelling die ik niet kan staven. :) ) De beide dames natuurlijk übertevreden omdat ze even tevoren aan het klagen waren dat ik vermagerd was en dat ik te weinig eet. :) Het zijn soms een beetje moedertjes :p. Ik laat het hen doen, ik vind het grappig en zij vinden het bemoederen volgens mij iets heel fijn. :)
Geef toe, een dag als dat kan toch enkel ten volle gewaardeerd worden? :) Ik vond hem in elk geval GEWELDIG. Hopelijk meer van dat. :) Straks terug beeldhouwen! Man man... ben ik een freak or what? Eerst nog wat studeren in de bib(waar ik momenteel uurtjes studeertijd aan het verspelen ben met het typen van dit hier ;) ). Volgens mij is de persoon naast mij ook wat gefrustreerd aan het geraken door mijn wild en ongecontroleerd typen. ;) Ik zal haar verder ongemak maar besparen.
Gisteren vroeg ik me af waarom ik me slecht voelde. Mijn uiteindelijke antwoord was dat het kwam omdat ik niet het gevoel heb dat ik bezig ben met de dingen die ik wil doen. Daarom ben ik op zoek gegaan naar manieren waarop ik mezelf wat kan aanmoedigen, manieren waarop ik in kaart kan brengen hoeveel tijd ik besteed aan wat ik belangrijk vind. :) Omdat niet enkel tijd belangrijk is, ben ik ook op zoek gegaan naar een kwalitatieve beoordeling van mijn werk. Dit klinkt natuurlijk allemaal een beetje koel en economisch... daar ben ik me terdege van bewust. Maar ik heb nood aan een beetje discipline momenteel. Niets beter dan wat koude orde om dat te bewerkstelligen.
Het plan is als volgt: -Na veel zwoegen en zweten heb ik op excel eindelijk door gekregen hoe ik grafieken moest maken. Ik heb er een tijdsbestedingsgrafiek mee gemaakt die fijntjes alle uurtjes dat ik met verschillende zaken heb doorgebracht in een percentage omzet en een mooie schrijfgrafiek die dat visueel ondersteunt. Als ik mezelf nu quota opleg (bv. 20uur beeldhouwen per week, wat wil zeggen: ongeveer 12% van een week), kan ik mooi kijken of ik daaraan voldoe. :p Dat klinkt allemaal een beetje te controlefreak, I know, maar het is ook gewoon uit interesse eigenlijk. Ik heb nooit echt de tijd bijgehouden (nooit een agenda gehad bijvoorbeeld), dus in feite is het een mysterie wat ik globaal gezien met mijn tijd doe. OP deze manier krijg ik eens een overzichtje :). -Omdat tijd op zich niet zoveel vertelt, zal ik ook elke week hier een foto/afdruk posten van wat ik gedaan heb die week. Dat kan een schets zijn van een beeld, een foto van een beeld in progress, een tekst of een schets van een tekst etc. Op die manier heb ik ook een kwalitatief beeld van wat ik doe. :)
De quota zijn: - 20u beeldhouwen (12% van de week) - 5u Schrijven ( 4% van de week) - 1 vordering in schrijfsel - 1 vordering in beeld
Misschien komen er later nog bij. Zoals sport bijvoorbeeld. Momenteel ben ik daar nog niet. Eerst dit eens bekijken. :)
Gedachten sukkelen mijn hoofd in en uit, als bezopen dronkaards. Te vaag, te incoherent om werkelijk iets te zeggen te hebben. Het algemene gevoel is er echter wel. Een sfeer van rusteloosheid, van menselijke kleinzieligheid, van ellende zwerft door mijn binnenste. Waarom?
Onbestemdheid denk ik. Ik ben een pijl zonder doelwit. Wat blijft er over van mijn grootste ambities? Het zijn slechts indrukwekkende blauwdrukken gebleven. Iedereen groeit op met kinderdromen, wil piloot worden, of dierenarts. Iedereen laat die los. Mijn ambities zijn dan misschien niet van die categorie, maar misschien moet ik ze evengoed loslaten.
Wat wil je, zwerver? Je doet je beeldhouwen, je schrijft. Je zal je zoveelste diploma halen. Als je wil, kan je zonder al te veel moeite een job vinden, een job die je graag doet. Wat wil je?!
Niets beter dan een wit papier om een antwoord uit je te dwingen, denk ik soms. Mocht ik niet proberen om dit aan papier toe te vertrouwen denk ik niet dat ik op het volgende antwoord zou gekomen zijn: ik wil VOELEN dat ik bezig ben met die dingen. Ik weet dat ik ze doe. Maar ik wil dat ook voelen ik weet niet of ik het verschil echt kan uitleggen. Vraag is hoe kan ik mezelf overtuigen? Resultaten? Misschien
Even nog wat over nadenken. Morgen post ik mijn oplossing. Nu ga ik verder van de nacht genieten. Een zacht, rustig deuntje wiegt me de rest van de nacht in een bureaulamp werpt een cirkel licht Voor een ontstemd gemoed als het mijne, is deze nacht simpelweg laten zijn zonder meer, mogelijk het meest heilzame dat ik mezelf kan bieden.
Het is 12 dagen, 4u en enkele minuten geleden dat ik in het veld stond en besliste dat het genoeg was geweest. Ik dacht toen dat het moeilijk ging zijn, dat ik pijn zou hebben, maar niets daarvan. Ik voel natuurlijk wel wat fysieke nevenwerkingen zoals kortademigheid, maar voor de rest... niets. Ik had verwacht geconfronteerd te worden met een briesend bruisend verlangen in mij, een ontembare brul die me zou dwingen te capituleren. Ook dat niet. Misschien is het te vroeg. Misschien komt dat nog. In elk geval is het lichtelijk ontgoochelend. Ik had gehoopt het gevecht met mezelf te kunnen aangaan en mezelf te dwingen te doen wat ik mezelf opdroeg (iets waar ik het zeer moeilijk mee heb). In plaats daarvan, is het leven zoals het altijd is geweest. Toegegeven, er zijn wel enkele dingen verbeterd. De vraag is natuurlijk in hoeverre ze verband houden met die beslissing. Mijn sociale contact is er terug op vooruitgegaan (kan ook niet anders, nu ik NIETS meer te achterhouden heb) en ik lees weer meer. Dat laatste vooral heeft er volgens mij niet erg veel mee te maken, al heb ik uiteraard wel wat tijd te vullen nu. Als ik ga lopen, merk ik ook wel wat verschil. Minder snel buiten adem bijvoorbeeld. Of dat opweegt tegen het momentje met mezelf dat ik het na het lopen steeds had, daar ben ik nog niet uit. Hoe het ook zij, ik begin niet terug. Ik wantrouw mijn geest enorm. Het probeert zichzelf (en mij) altijd te slim af te zijn. Ik weet niet of ikzelf wel begrijp hoe dat kan, maar ik weet wel dat mijn geest het probeert. Dus moet ik mezelf op de beurt weer te slim af te zijn. Hoe ik dat doe, druist eigenlijk in tegen wie ik ben, nu ik er bij nadenk. Ik zeg gewoon ostentatief NEEN. Hoe slim mijn geest ook is, hoe beredeneerd en verstandig, hoe waterdicht ook haar pleidooien. Tegen een koppige neen, onwurmbaar en onverzettelijk, kan niets worden ingebracht. En dat werkt. tot nu toe. Hout vasthouden.
Maar goed, dat is niet zo erg interessant. Vandaag is de eerste dag van een oprecht druk leven. Véél interessanter! Ik heb genoeg werk om twee mensen tevreden mee te houden en een agenda die zowat zwart ziet van overboekingen. Maakt niet uit, zeg ik, het komt evengoed allemaal in orde. 20u creatieve opleiding per week (zoals gewoonlijk), 3 examens die me opwachten met flauwe grijnzen van ongemak, één stage van 80u te spreiden over het volgende semester, één thesis te schrijven tegen eind mei. Ow, en 1,5u per week dans (inderdaad ja, dans), twee keer 1,5u bijles geven en van tijd tot tijd eens een job om al het voorgaande te betalen. EN... een meisje. Haar naam is één van de mooiste stenen die ken, haar passie is ongeëvenaard... Ik weet echter niet helemaal goed wat ik moet verwachten en of ik überhaupt verwachtingen moet hebben. Ik zie haar pas terug eind januari. Maar wauw... met hoe weinig moeite heeft ze zich ingewerkt in mijn systeem. Ik denk de hele dag door aan haar. Dan zit ik met mijn gsm in mijn hand te draaien... Of ik haar een bericht zou sturen waarin ik mijn denken aan haar kan ventileren. Maar misschien is ze niet het meisje dat houdt van openhartigheid, van romantiek. Misschien vindt ze het flauw, en mogelijk zelfs... onoprecht. Ik denk dat ze het allemaal als goedkope vleierij zou bestempelen, onoprecht geveins waarmee ik enkel in haar broek wil geraken. Ik denk dat ze dat gelooft. Ik zal op één of andere manier moeten bewijzen dat dat niet zo is. Ik geef om haar. Het is een ontdekking die me een beetje verbaasd doet staan. De momenten dat we met twee doorbrachten, vond ik geweldig. Ik zou haar willen vastnemen en niet meer loslaten, zo geweldig! Ze heeft echter examens nu, ik ook. Ze heeft geen tijd voor me, zegt ze. Ik begrijp het, maar fijn vind ik het niet. Ik zou gerust voor een uurtje langsgaan, als ze het toeliet. Ik zou haar vastnemen, een kus geven en weer heengaan, als ze het toeliet. Maar dat doet ze dus niet. Bewonderenswaardig wel, dus ze zal me niet horen klagen. Wij twee, het lijkt me ook zo'n kwetsbaar vogeltje. We zijn zeer verschillend en toch ook niet. Elk met onze eigen beslommeringen, onze eigen doelen. Onze eigen uiteenlopende toekomstbeelden. Kunnen we überhaupt bij elkaar zijn? Ik kan er niet echt een antwoord op geven, maar ik kan wel hopen dat het antwoord positief is. Ik weet in elk geval dat dat mijn verlangen is. Enfin.
Genoeg te doen dit semester dus. Het werk begint vandaag. To do-list voor vandaag; - Nadenken over stage - Mailen voor stage - Nadenken over structuur thesis - Iets minder dwingend maar ik zal het evengoed doen... denken aan dat lieve mysterieuze meisje daar ergens in het verre Antwerpen. Me afvragen of zij aan mij denkt (waarschijnlijk niet, verdorie!), wanneer ik haar hoor...
Om meteen goed te beginnen, haal ik een oud idee van me uit de doos. Een idee dat ik al lange tijd heb, zelfs toen ik nog samen was met iemand, maar dat ik nooit heb gerealiseerd. Initiële stappen tot verwezenlijking zijn echter wel al gezet, dus in de toekomst zou het zich wel eens kunnen voordoen. In elk geval, het lijkt me erg fijn én romantisch.
Je zoekt jezelf een fijn plaatsje waar je zonder pottenkijkers (Of als je dat juist geweldig vindt, waarom dan niet op een plaats waar wél veel mensen zijn, op de kunstberg te Brussel bijvoorbeeld, bovenaan de trap. Lijkt me heerlijk! ) aan de slag kan gaan. Ik neem nu even voor de eenvoud een hypothetische plaats: Een mooie heuvel, met bovenop een boom en een mooi uitzicht. (of in een akkergebied, lijkt me ook wel wat!) Je zorgt dat je op voorhand met een vriend of vriendin hebt afgesproken, die je zal bijstaan tijdens het hele avontuur. Dat zal enige opoffering vragen, maar als je zowat dezelfde vrienden hebt als ik, dan krijg je wel iemand zo gek om dat te doen. Je kan uiteraard ook afspreken het geheel op een later tijdstip te herhalen, maar dan gewoon omgekeerd, waarbij jij je vriend of vriendin bijstaat. Wat ga je doen? Samen met je vriend bereid je een etentje voor, je zorgt dat alles zo wat op voorhand gereed is. Je bereidt enkele gangen voor, best dingen die je koud kan eten, of anders gemakkelijk weer kan opwarmen (of als je op de plaats zelf voor wat kookgerief kan zorgen alla kampeerspullen, kan je zelfs veel extravaganter gaan en gewoon echt lekker warm eten maken!), je zorgt voor een tafeltje met alle mogelijke toebehoren (mooi kleedje, kaarsjes, mooi bestek etc.). Je zorgt dat je vriend exact weet wat hij moet doen, wanneer wat opgediend moet worden, je kan zelfs signalen leren waardoor je werkelijk 'op je wenken' wordt bediend. Maak het grappig, luchtig, excentriek, maar ook gewoonweg geweldig aangenaam en romantisch. Je vertelt je vriend dat die zich in een net kostuum presenteert, met bijhorende handdoek rond de arm, het gehele butleroutfitje. Hij zal zorgen voor de bediening en de bereiding die avond en zal zich natuurlijk zoveel mogelijk op de achtergrond houden terwijl jij en je vriendin een geweldige tijd hebben. Hij houdt zich natuurlijk aan zijn rol als butler, wat uiteraard ook gewoon grappig is! Als je vriend of vriendin ook nog muziek speelt, dan is het gewoon hemels, want dan kan die ook nog voor tafelmuziek zorgen! (en zo die dat niet kan, kan je hem altijd een gitaar in de hand stoppen en een stereoketen achter hem zetten. Ook dat zal een grappig, maar romantisch effect geven!) Eens de maaltijd gedaan, zie je maar hoe het loopt. Je kan samen met je vriendin en je partner in heel dit oeuvre de hele boel opkuisen, of je kan met je vriendin heengaan, je ober bedanken (heel erg hartelijk bedanken!) en heengaan. Uitgelezen tijdstip om dit te doen lijkt me bij het vallen van de duisternis.
Ik vind dit zelf een fijn idee, ik heb zelfs al een vriend die dat wil doen voor me. Misschien dat ik het ooit eens uitvoer. In elk geval, alleen al het bedenken van zo'n romantisch ietsje verwarmt mijn hart en verblijdt mijn gemoed!
Ik hou wel van romantisch 'gedoe'. Ik heb het dan niet over het kleffe ik-geef-je-een-rode-roos,-m'n-roosje, maar over een creatieve uitspatting die als onderwerp je geliefde heeft. Ik heb echter gemerkt dat als ik in een relatie zit, ik er niet toe kom om ideetjes uit te werken. Ik dacht dus bij mezelf dat aangezien ik nu vrijgezel ben, ik de tijd dat ik verdoe met denken over een mogelijke vriendin en of ik er al dan niet een zal hebben (daar ben ik immers nog niet helemaal uit) beter kan aanwenden met het uitwerken van enkele fijne romantische zaakjes. Wie weet plukken ik en mijn -indien de innerlijke overtuiging en de kosmos er zich naar schikken- toekomstige vriendin er later de vruchten van. Het zorgt tevens voor een wat luchtiger intermezzo tussen alle andere diepere en meer existentieële uiteenzettingen waaraan ik me op deze site wil wagen. Het moet niet steeds gewichtig zijn, nietwaar?
De opzet van de categorie 'Romantische verzinsels' is dus samengevat: - Creatieve romantische ideeën uitwerken - Een luchtig interval voorzien tussen twee zwaardere teksten door - lucht geven aan de verdoken romanticus die ik toch wel ergens ben.
Mocht er iemand dit lezen en een ideetje willen stelen; ga gerust je gang, je hoeft me niet om toelating te vragen. Geniet, dat is het enige dat ik je wil opdragen!
Gisterenavond had ik een ingeving. Het had alles te maken met mijn voordurende zoektocht naar het juiste pad in het leven. Ik bedacht me plots, tijdens één van mijn gebruikelijke nachtelijke wandelingen, dat ik tot dusver steeds te eenzijdig had gedacht. Ik was net naar een straatlantaarn aan het kijken en aan het bewonderen hoe duisternis langzaam in licht veranderde, toen ik bedacht dat het net daar was dat ik me wilde bevinden; in de overgang. Niet geheel het ene, maar ook niet geheel het andere. Het is echter een wederkerigheid in mijn geestesleven om voor het ene OF het andere te kiezen. Dit jaar bijvoorbeeld had ik de radicale omschakeling gemaakt van een zekere vorm van altruïsme (Breek me de bek niet open over of dat al dan niet bestaat... Als het je beter doet voelen, noem het de minst tegen de borst stuitende vorm van egoïsme <glimlacht>) naar egoïsme. Tot op het moment van deze persoonlijke 'omwenteling' in mijn denken, was ik altijd het sociale type: ik deed vrijwilligerswerk bij de vleet op verschillende manieren (speelplein, daklozen, vluchtelingen, etc.), studeerde sociaal-cultureel werk, probeerde iedereen zo goed als dat gaat voor de eigen minder noodzakelijke belangen te plaatsen... Het was een goede weg, echt. Ik genoot ervan en waardering van buitenaf bleef niet uit. Ik was er goed in, als ik anderen mag geloven. Ik geloofde hen ook, maar ik zou mezelf niet zijn, mocht ik niet op de meeste handelingen meer aan te merken te hebben dan goed te keuren. Nu denk je waarschijnlijk en zo doe ik ook, dat dat een geveinsde vorm van bescheidenheid is. Ik heb me vaak proberen te overtuigen dat het dat was, dat het een zielig vissen naar complimenten betrof. Het aannemen van de pose 'Ik-weet-dat-het-goed-was-maar-ben-kritisch-en-ken-mijn-eigen-zwakten'. Als ik dan echter complimenten kreeg, besefte ik maar al te goed hoe verkeerd dat idee wel was. Ik heb er een hekel aan, aan complimenten. Niet omdat ik zo één van die mensen ben die dat nu eenmaal niet kan hebben, maar simpelweg omdat ik ze niet geldig acht. Ik doe sommige dingen goed, maar ik geef me nooit ten volle. Dat is het voornaamste probleem, denk ik. Mijn prestaties en hun impact op anderen komen me vaak voor als een soort van boerenbedrog. Het ziet er goed uit, het ziet er wel doordacht uit, maar heel waarschijnlijk heb ik het hele concept bij wijze van spreken de avond ervoor voor het slapen gaan ineengeknutseld. Op die manier kan ik dus zeker en vast beslag leggen op een vorm van veinzen. Het betreft echter niet mijn reflectie, maar de act zelf. In elk geval, mijn sociale wezen werd nooit gevrijwaard van soms zeer agressieve bombardementen van een innerlijke stem die me zei dat ik niet bezig was met wat werkelijk belangrijk voor me was. Het verwierp mijn pogingen tot het uitbouwen van mijn 'sociaal zijn' door het steeds opnieuw te ondermijnen. Er is geen geduchtere psychologische tegenstander dan het eigen ik, dat is zeker. Alles wat ik deed, werd door mezelf genadeloos afgestraft. Intenties kregen duistere kanten, acten werden ambigue gemaakt. De genietingen, jawel; de egoïstische kant van sociaal actief zijn, werden steeds beproevingen, dubbel en uiteindelijk ongenietbaar. Ik snap niet wat mijn 'sociale zijn' heeft tegen genieten, maar blijkbaar ligt het ermee op voet van oorlog. Probeer dat maar eens te wijzigen... Na om en bij tien jaar van heen en weer getrek in mijn hoofd tussen diverse tegenpolen (goed-slecht, egoïsme-altruïsme, principiële moraal-anarchistische moraal, materialisme-intellectualisme en zoverder en zoverder en zoverder...) waarbij voornamelijk de meer 'positieve' polen van deze tegengestelden door het oppervlak van mijn geestesleven in handelingen overgingen, blijf ik in het heden ietwat gedesillusioneerd en uitgeput achter. Natuurlijk is het onmogelijk om van jezelf enkel de goede dingen te zien. De uitingen die ik gegeven heb aan de 'negatieve' polen zijn degene die al het andere dan wel niet teniet doen, dan toch serieus in perspectief plaatsen. Ik blijf echter een optimist en denk dat er nog wel wat met me te doen valt. Dat is de hele opzet van dit betoog, te komen tot een handeling die ontspruit aan dat optimisme. Ik wil evenwel niet vooruitlopen op de feiten, dus terug naar het verhaal.
Ik voelde me duidelijk niet al te best als 'sociaal zijn' en legde de oorzaak daarvan bij verschillende zaken. Ten eerste ben ik een ambitieus wezen. Ik wil grootse dingen verwezenlijken. (Dat doet me wat denken aan wat Dali ooit schreef; 'eerst wilde ik God worden. Dan Jezus. Toen dat niets werd, dacht hij; 'goed, dan zal ik de schilderkunst maar redden.' ') Zeer onrealistisch van me. Ik heb noch het geduld, noch de daadkracht voor 'grootse dingen'. Maar goed. Ten tweede ben ik ietwat kunstzinnig aangelegd en lijkt me dat soms mijn ware levensdoel. Ik hou van schrijven, beeldhouw een beetje, wil niet leven zonder boek in mijn nabije omgeving en zou, zo komt me vaak voor, eigenlijk al mijn tijd willen doorbrengen met zelfontplooiing via kunst. Zowel actief creëren als passief beleven. Ten derde speelt mijn eigen persoonlijkheid een grote rol. Ik ben, helaas, niet tevreden met het gekende, het ervaarde. Vanaf iets, vergeef me de volkse uitdrukking 'de max vet is', katapulteer ik me in een objectief standpunt zodat ik in plaats van het gebeurde te beleven als handelend subject, ik mezelf tot relativeren dwing, tot kritische analyse. Niets beter dan dat uiteraard om spontaan plezier hebben te vernietigen, of te reduceren tot een banaliteit. Nu heb ik echter opgemerkt dat dat laatste vaker gebeurt als ik dingen doe met andere mensen. Op mijn eentje valt deze zelfrelativering die soms neigt naar belachelijke (ja, ik vind het zelf belachelijk) zelfwalging heel goed mee. Op mijn eentje kan ik in vervoering geraken door... wel, het aanschouwen van een straatlantaarn, zonder daar mee in te zitten, integendeel. Dat zorgde natuurlijk ook voor wat bedenkingen omtrent mijn sociale zijn... Kortom, het sociale zijn ging me niet ongestoord goed af. Radicaal als ik ben, dacht ik er dus goed aan te doen om mijn sociale zijn af te bouwen en me te richten op meer egoïstische doelen. Ik beëindigde mijn engagementen (natuurlijk niet zonder mijn plichten vervuld te hebben tot het einde) en richtte me op mijn egoïstische ambities. Ik begon mijn beeldhouwen uit te bouwen, begon weer te schrijven, sloot me zo veel als dat kon op zonder dat ongezond te laten worden. De afgelopen vijf maanden heb ik zo goed als dat gaat geleefd als iemand die enkel gericht is op zelfontplooiing. Ik ben Salsalessen gaan volgen, ging twintig tot dertig uur beeldhouwen per week, schreef als de inspiratie dat toeliet... Achteraf bekeken was dat geen slechte tijdsbesteding. Minder productief als ik had verwacht en niet vrij van ledige de-muren-komen-op-me-af momenten, maar ik denk dat dat nu eenmaal deel is van het creatieve proces.
En dan... Dan kwam mijn straatlantaarnrevelatie. Ik wil niet slechts kunstzinnig zijn, ik wil sociaal zijn tegelijkertijd. Ik wil niet enkel goed zijn, maar ook (gematigd uiteraard) slecht. Proeven van beide, als dat me goed dunkt. Ik spreek hier niet van de middenweg die door velen de hoogte in geprezen wordt. Ik heb het over een dagdagelijkse flikkering van het ene naar het andere. Ik heb het over dubbel leven, in gehele transparantie, beide doen tot ik uitgeput niet denken meer kan, maar kan zeggen dat ik dingen doe. Ik wil grootse dingen realiseren, op kleine schaal. Ik wil onopgemerkt groots zijn in eigen ogen. Ik wil voldoening vinden in het verwezenlijken van tegenpolen, in de bundeling van hen in eenzelfde ik. Ik wil dansen op het punt waar het licht duisternis wordt, de ene keer gedistingeerd en verfijnd, de andere keer verleidelijk en gracieus als een kat. Ik wil grenzeloos zijn terwijl ik grenzen overschrijd. Dat klinkt natuurlijk hopeloos romantisch. Het klinkt als iemand die niet kan kiezen, maar in feite is het juist het tegenovergestelde. Ik heb altijd gekozen voor één manier van zijn, waarom zou ik niet kunnen kiezen voor meer? Het gaat ongebruikelijk veel energie van me eisen, het gaat me waarschijnlijk al snel van al mijn tijd beroven, me stress bezorgen, me ontgoochelen. Het zal niet vrij zijn van allerlei vormen van vertwijfeling, maar dat ben ik nu evenwel ook niet. Op dat vlak kan het niet slechter worden. Op deze plaats ga ik het proces naar het verenigen van de tegenstrijdige impulsen die mijn ziel kent, weergeven. Als iemand het leest, is die vrij te oordelen, aan te moedigen, af te raden of zich te onthouden van dat alles. Ik heb me natuurlijk afgevraagd wat het nut was van dit op internet te plaatsen, waarbij de voordelen en nadelen aan elkaar gewaagd zijn. Ik dacht bijvoorbeeld; 'Niemand gaat dat lezen.' Ik dacht meteen dat dat niet erg was. Maar dan... waarom het op internet plaatsen? Op de een of andere manier is het een grotere verantwoordelijkheid mijn notities op internet te plaatsen dan in een mapje op mijn computer. Het geeft het gevoel dat het effectief bestaat, meer dan slechts een paar kilobytes op mijn harde schijf. Het is irrationeel om er zo over te denken natuurlijk, maar dat mag en moet me niet vreemd zijn. Het noopt tevens op een vage en abstracte manier die verband houdt met het gelezen worden (terwijl dat zelfs geen primaire doelstelling is en heel waarschijnlijk niet eens zal gebeuren! De wegen des mensen zijn ondoorgrondelijk! <glimlacht>)tot duidelijkheid, tot regelmatige updates. Beide komen me ten goede. Welnu, het schrijven van deze blog zal de weerspiegeling zijn van mijn inspanningen om me mezelf eigen te maken, om vorm te geven, doorheen het schrijven, aan ideeën en verlangens.
Ik zal er een soort van reflectiecentrum van maken betreffende voorbije en toekomstige zaken, maar ook zaken die lopende zijn. Ik zal mijn innerlijke kritische stem hierdoor niet het zwijgen opleggen, maar het een forum geven om zich volop te laten gaan. Als er dan plots een stem bijkomt van een verdwaalde zwerver op het internet, die zelf ook wat kwijt wil, dan zie ik dat als een verbazende verrijking van mijn innerlijk concerto.
En dat was het dan, geloof ik, voor deze eerste post.