Dag 6. Tatranska Lomnika, Stary smokovec Vodopad, Hriebenok, Tatranska Lomnika.
Hey daar aan allemaal,
Ik schrijf dit bericht nu een dag later. De reden daarvan zal je straks wel duidelijk worden.
Waar zal ik beginnen? Ik wil vandaag zo veel vertellen. Het is ook een beetje sentiment dat in me op komt, denk ik.
Ik kom al jaren hier in Slowakije. Nu was het zes jaar geleden, maar daarvoor was het tien jaar na mekaar, denk ik. Er is toch wel heel veel veranderd hier, moet ik zeggen. Allereerst kan je je al makkelijker verder helpen met je talen. Meer en meer mensen, vooral jongeren dan, verstaan nu ook een beetje Engels en Duits. Sommigen praten zelfs wel heel goed Engels. Maar ook is alles duurder geworden. Er is nu ook de euro, en die heeft hier, net zoals bij ons, ook heel veel stuk gemaakt. En dat beseffen de mensen hier ook wel. Ik moet zeggen dat de euros hier in je zakken wegsmelten als ijs voor de zon. Vooral liften en vervoer in de Tatra is heel duur geworden. Ik heb geen euro moeten spenderen aan eten. Ik heb enkel hier en daar een pivo gedronken, en ik schrok me dood als ik gisteren ging kijken wat er van mn centen nog overschiet. En dan heb ik nog geen kadootjes gekocht, ongelofelijk zeg.
Maar dat is niet het ergste. Op 19 november 2004, net na wij hier voor het laats waren, is hier een tornado door de, of beter gezegd, net langs de Tatra getrokken. Ze heeft amper 5 min geduurd. Dat moet je zien wat voor een ravage die heeft aangericht. Een ramp voor Slovakije. Een katastroof, zoals zij het zo mooi verwoorden. Ja, het is een echte ramp.En het erge is, ze doen er bijna niets aan. Hier en daar wordt wel wat opgeruimd, maar op de meeste plaatsen ligt het nog bezaaid met omgewaaide bomen. Geen geld, is hun uitleg. Ik zeg, verkoop dan percelen aan de mensen, die ze dan kunnen komen opruimen voor het hout. Zo brengt dat dan toch nog iets op. Hey, zeggen ze dan, je zit hier in Slowakije he. Ik denk dan: plant toch snel nieuwe bomen, want die ramp word alleen groter. Je gaat modderstromen krijgen, want die vaste ondergrond is weg. Maar ja, ze doen het niet, ze wachten gewoon af Slowakije.
Zo mijn dag dan maar.
Hiking, ja daar ben ik voor gekomen, en dat zou ik ook vandaag weer gaan doen. Met alle plezier. Ik sta scherp, ik ga een uitdaging met mezelf aan. Ik wil de bergen in, en een hele serieuze wandeling gaan maken. Ik vertrek al heel vroeg in de morgen, pak en zak mee. Ik ga met de trein naar Stary Smokovec, vandaar door naar Tatranska Lomnika. In Tatranska Lomnika laat ik me met de lift naar 2250 meter brengen. En ga ik aan een afdaling van wel zes uur beginnen.
Boven aangekomen is het nog 6°. Het lijkt hier wel winter. Iedereen loopt hier al in winterkledij; dikke jassen, mutsen, handschoenen. Ik hou het maar op mijn sjaaltje en mijn fleece. Ik ben dan ook een stoere Belg, he. Ja ja mensen. Koning winter heeft hier zijn intrede al gedaan. Uitzonderlijk vroeg dit jaar, weet men mij te vertellen.
Tijdens de lange rit in de lift -deze duurt meer dan een half uur voor we boven zijn- leer ik een Slowaakse madam kennen die halftijds in Slowakije en in Nederland woont. Ze fleurt helemaal op, en is in alle staten als ze eenmaal beseft dat ik Belgisch ben, en haar kan verstaan als ze Nederlands praat. Wat brengt jou hier in mijn land?, vraagt ze me. Ik zeg natuurlijk: de bergen, meisje, de Tatra, dat is waar ik voor kom. Ik begrijp dat niet, zegt ze. Ik woon hier, en het zegt me niets. Jullie gaan die bergen in, lopen je eigen dood, berg op berg af, en maar verder. Wat heb je daar nou aan? Ik zit veel liever ergens op een terrasje. Ik kom hier om mijn man een plezier te doen, zegt ze, die wou die berg hier eens zien. Niet te begrijpen, he?
Zo, eindelijk boven. Wat rondgehangen, rond het meer gestapt dat zich daar gevormd heeft. En dan. Lets go, lets live.
Heerlijk zeg, die gevaarlijke paden op, met heel diepe afgronden. De paadjes zijn ongeveer een kleine meter breed, en dan, diep diep naar beneden. Elke stap moet je berekenen of je gaat op je bek. Soms zijn er van die mensen die in je gat komen hangen. De stoeren, want die willen je dan voorbij gaan. Tempo, tempo, dan leven ze. Iets zien onder weg? Wat? Is daar iets te zien dan? Wat een rare mentaliteit zeg. Ze lopen om boven op een top te zijn. En dan snoef snoef, en ze zijn weer weg. Ze stoppen nog niet om een foto te maken, die maken ze wel terwijl ze verder gaan. Die wil ik wel eens zien.
Na enkele uren gestapt te hebben, en te hebben genoten van al die mooie uitzichten die je op deze hoogte hebt, kom ik aan de eerste chata. Ik ga binnen om mijn stempeltje te halen -zo gaat dat hier- elke chata heeft zijn eigen stempel, en die kan je dan mooi op je kaart zetten. Ik drink hier maar niets. Te druk, en heb eigenlijk nog niet echt dorst. Ik voel me goed, ik wil kost wat kost deze lange wandeling rond krijgen.
Het wordt nu nog een stuk gevaarlijker. Het wordt ineens ook nat en dan is het glad. Het is allemaal water dan van de bergen komt. Toch zijn er weer van die stoere mannen die je voorbij willen gaan. Eentje komt me langs rechts voorbij, maakt een schuiver, en kan zich nog net op tijd houden. Zijn maten schrikken nog harder dan hij zelf. Hij krijgt een serieuze bolwassing van hen. Terecht, zou ik zeggen. Voorzichtig zijn, mannen.
Na weer een hele tijd gestapt te hebben, komen de juweeltjes er aan jongens. Ik krijg kriebels, en voel het, en ik hoor het al van ver. Wat een gebulder, zeg! De eerste mooie waterval komt er aan. Lets go, ik wil ze zien. Mijn vingers jeuken al, ik wil fotos maken. Eénmaal daar gekomen, begin ik. Rugzak open, materiaal eruit en fotograferen. Op mn buik, op mn knieen. Toestel in de boom gebonden. Sorry Anja, het ging echt niet anders, maar ik let wel op. Toestel op de grond gelegd in allerlei standen. Mooi zeg. Al die mensen kijken naar mij, ze spreken me aan, en willen weten wat ik doe. Sommige schrikken, nadat ze horen dat ik hun taal niet versta. Er zijn er die als ze me bezig zien, spontaan komen vragen of ze een foto mogen maken. Natuurlijk, waarom niet.
Twee Polen spreken me onderweg aan. Het gaat weer over mijn portrettentrekker. Wat een succes, he! Ze willen weten hoe dat werkt, en wat dat is, maar praten eigenlijk geen Engels. Ze begrijpen dan ineens dat ik uit België kom. Welkom in our mountains, zegt er eentje. Hij probeert dan wat Engels te praten. Goed he? Ik ben al een paar keer in België geweest, zegt hij, in Brussel en Antwerpen en Gent. Ik vraag hem, wat hij daar deed en wat hij dan deed voor werk. Ik ben een hucker zegt hij. Een hucker? Ik zeg, ja jongen, dat versta ik niet, of dat ken ik niet. Dan doet hij teken, alsof hij met een auto rijd. Ik zeg, oh, ben jij misschien een trucker dan? Ja zegt hij, een trucker. Toen lachte ik niet hoor, hij deed zijn best, en mijn Engels is misschien ook altijd niet het beste.
Zo, weer een tijd gestapt en genoten van al dat moois. Kom ik weer aan een chata. Mijn stempeltje gehaald, maar nu wel een rustpauze ingelast, met een grote pivo. Zalig hoor, die grote flessen, moeten ze bij ons in Belgie ook maar snel mee beginnen.
Lets go, en lets live! Kom op jongen, we gaan weer, stappen en nog eens stappen, verder maar weer.
Ineens hoor ik boven mij het geluid van een hefschroefzweefroterendvliegtuig, lees helicopter. Even denk ik terug aan Jan zijn verhaal. Oei Staf, stappen jongen, en voorzichtig zijn. Lets go.
Het pad gaat nu heel steil naar beneden. Uitkijken jongens, want anders ga je op je bek, en dat willen we niet, zeker nu niet.
Weer een gebulder in de verte. Een volgende schoonheid komt er aan.
Weer hetzelfde, fotos nemen, risicos nemen. Niet teveel, er zijn er die overdrijven, jongens toch, gevaarlijk, heel gevaarlijk. Opeens kijk ik omhoog, ben ik nog alleen aan de waterval. Waar is iedereen?, vraag ik me af. Fotograferen kost tijd, en dat vergeten we soms al eens. Ik kijk op mijn wekker en schrik. Oei, het is al vijf uur, en ik moet nog minstens anderhalf uur lopen voor ik er ben.
Alles bij mekaar geraapt, rugzak in en weg. Lets go. Alleen euh, euh, links rechts? Ja, blauw moet ik volgen blauw is goed. Een tandje bijgestoken, en stappen. Ja, het wordt al een beetje lopen. Jongens, het gaat goed. Ik zweef, niet te geloven; ik zweef die berg op. Euh? Berg op? Vreemd, dat gaat hier wel erg berg op? Dat had ik zo niet berekend, zeker niet, want ik zou bijna altijd dalen.
Uiteindelijk kom ik nog iemand tegen. Ik vraag hun: die kant uit, is dat Stary Smokovec, Herebienok?
Neen, zeggen ze, dat is richting Tatranska Lomnika. Jongens, dat is fout, daar kom ik van. Ik krijg het warm, heel warm. Wat nu gedaan? Oh, zeggen ze, terug is minsten 1.5h en door gaan is ook 2h.
Ja, dan maar denken en een beslissing nemen. Het is bijna 6h en om 7h is het donker. Mijn hart gaat sneller slaan. Ik heb geen licht bij me, en ik sta midden in het woud. Ik hoor mijn vriend, de Pool, lets go, lets live. Ik besluit, en ga verder. Stappen, neen sommige stukken begin ik zelfs te lopen, ja zelfs berg op. Ik kon het, niet te geloven. Het werd donker, verder man, komaan. Ik keek al rond. Even, heel even dacht ik al: hoe maak ik hier in godsnaam een slaapplaats? Ik dacht, ik heb een poncho daar kan ik een tent van maken. Zal ik die op een steen plaatsen of in een boom maken? Heel even maar, en weer die stem, lets go, letslive. Stappen, jongen, stappen!
Oef, het werd terug een beetje licht. Het bleek maar een dikke regenwolk te zijn die het licht tegen hield. Toen, ineens, hoorde ik heel in de verte het getoeter van de trein.Nu moet ik er wel komen dacht ik. En ja, na een tijdje kwam ik in een open vlakte die gemaakt was door de tornado. Echt ramp gebied, ik leek in een oorlogsfilm te zijn terecht gekomen. Allemaal afgeknakte bomen rond me heen, en modderpaden om door te lopen. Het deerde me niet al die vuiligheid op mn schoenen en broek. Doorgaan, dat was het enige wat nog voor me telde.
In de verte zag ik ineens de kabellift, waar ik mee vertrokken was,alleen, ze hing stil nu. En dat wil zeggen, dat het al laat was heel laat.
Wat een pokke-end nog lopen nu, zeg. Maar ik zag in de verte een einde, en dat maakt me terug een beetje sterk. Het was al helemaal donker toen ik aan het station aankwam. Moe? Neen, meer dan moe doodmoe.
Een tijdje moest ik nog wachten op een trein. Ik was ongerust. Snel naar huis gebeld om te zeggen dat ik aan land was, en dat ik bijna in de trein naar Poprad zat. Maar dat was toch ook nog bijna een uurtje rijden.
Onderweg naar huis moet ik te voet door een afgelegen plaats, en onder twee tunnels door. Ik had dit al vele malen gedaan natuurlijk, maar nooit in het donker, en nooit op een zaterdagavond.
Iets is mij zei dat ik op mijn hoede moest zijn. En hoe zou dat toch komen, dat een voorgevoel bijna altijd uit komt? Net na dat ik de tweede tunnel onder uit kwam, werd ik aangeklampt door twee zigeunermeisjes. Ze waren nog redelijk jong. Ze deden me allerlei vreemde aanzoekjes en vroegen geld. Ik was voorzien. Ik had iets klaar wat ze zeker niet graag zouden gehad hebben. Maar het ging, ze waren blijkbaar alleen, en wilden snel wat bijverdienen. Niet gelukt hoor. En na een tijdje lieten ze me gerust.
Snel doorgestapt naar huis, want daar zat nog iemand op hete kolen,denk ik.
En ja hoor, Jan stond al aan het raam te kijken waar ik bleef. Ik was nog niet door de poort of de deur ging al open. Oh, zegt Jan, waar zat jij? Wat is er gebeurd? Ik wou de politie al gaan bellen. Gelukkig deed hij dat nog niet, en ben ik veilig weer thuis. Ook nog snel naar het thuisfront gebeld. Want daar was ook al paniek.
Snel boven gegaan, mijn voetjes gewassen en gegeten. Ik zou nog douchen voor het slapen gaan, maar dat is niet meer gelukt. Ik was doodop, echt waar, doodop. Ik denk dat ik sliep voor ik neer lag.
Zware dag geweest zeg.
Dit is dan ook de reden waarom ik dit gisteren niet meer gemaakt heb.
Amai, vanmorgen wakker geworden met lood in mn benen en armen. Ik voel mij alsof ik gisteren een marathon gelopen heb, en daarna de overwinning gevierd heb met 15 biertjes. Verschrikkelijk!! Ik ben wakker, redelijk vroeg, maar ik geraak niet uit mn bed. Wat is dat, jongens? Even blijf ik nog liggen, denkend over die helse tocht van gisteren. Ik hoor Jan al bezig in de keuken, en beslis dan maar om toch maar mijn bed uit te rollen. Ja, rollen, want het is nodig. Alles doet pijn. Ik kom in de keuken. Jan ziet mij, zegt dan dobre rano, en schiet spontaan in zijn lach. Fijn hoor, kom ik net uit mn bed gerold en word ik al uitgelachen. Zware dag gehad gisteren, zegt Jan, je moet vandaag maar rusten, je bent geen twintig meer.
Natuurlijk heeft die man weer gelijk. Ik begin dadelijk te denken moeilijk zeg, zo vroeg in de ochtend ik denk ja, Jan heeft gelijk en het is de laatste dag hier. Morgen staat me weer zo een zware dag te wachten. Want onderschat die reis toch maar niet.
Ik wou nog honderd dingen doen. Ik wou de Tatra in. Ik wou nog naar Kosice. Ik wou nog dit, en dat, en nog veel meer. Ineens, mijn verstand schiet wakker, altijd iets later als mijn lichaam, en dat zegt mij: How, Staf, rustig aan jongen. Jan heeft gelijk, rustig aan.
OK, goed dan, ik zet er een punt achter. Ik neem een beslissing. Ik doe vandaag niets meer in de bergen, genoeg geweest. Ik ga naar Aqua City. Geen moeilijke beslissing eigenlijk, want alles deed pijn. En ik wist wat voor massages ik daar allemaal kon gaan doen. Een verlichting voor mij, op zo een korte tijd een beslissing genomen die me eigenlijk heel goed ging doen.
Ik was al eens daar geweest deze week, maar dat viel zo mee, dat ik er toch al weer naar uit keek. Trouwens, ik was in één afdeling nog niet geweest, die vond ik eerst niet. En nu heeft Jan me gezegd hoe ik daar moet geraken. Ik was al een beetje benieuwd.
Nu had ik ook voor het eerst de tijd, om eens heel rustig van mijn ontbijt te genieten. Muttie had vandaag, omdat het zondag was, een speciaal ontbijt gezorgd, ja heel speciaal. Ze had zelf broodjes gebakken, die belegd met kaas, gesneden paprikas en tomaat er tussen, terug een laag kaas, en dan lekker gegrild. HEERLIJK zeg, overheerlijk. Ik kon bijna niet meer van de tafel weg. Ik moest me gewoon op de grond laten vallen, om dan vanzelf naar de zetel te rollen. Waar ik me dan met veel moeite moest ophijsen om er in te geraken. Gelukt, rust nu, rust, want dat heb ik nodig. Ik voel het gewoon. Te veel is te veel. Laptop aangezet, en dan maar aan het verslag van gisteren begonnen, want dat was een hele brok.
Tegen een uur of elf, heb ik me dan maar klaar gemaakt om naar Aqua City te vertrekken.
Heerlijk jongens, van het ene massage bad naar het ander. Van binnen naar buiten. Stoombad in, stoombad uit. Naar de toog, pivo gedronken met twee kerels uit Zweden. Heel interessant, ze hebben me echt nieuwsgierig gemaakt. Ze beweren dat Zweden helemaal geen duur land is, en dat ze er ook wondermooie natuur hebben. Een volgende bestemming misschien? Wie weet.
Zo, ik zie er ondertussen uit als een kieken dat al veel te lang gekookt heeft. Of een varken waarvan stilaan het vel begint af te blaren. Dus, tijd om naar huis te gaan.
Thuis, bij Jan aangekomen, staat me een grote verrassing te wachten. Jan vraagt me,of ik me wil klaar maken, en dan naar onder te komen naar hun woonhuis, om samen met hem te dineren. Ik schrik zeg, wat een eer en genoegen.
Terwijl ik de woonkamer binnen ga, sta ik ineens paf. Een super mooi gedekte tafel. Flessen drank klaar op de tafel, en het beste servies, amai, ik word een beetje nerveus. Zo, eerst een drankje zegt Jan. Een likeur die ik voel lopen tot aan mn tenen. Nasdravia, roept hij nog, en voor ik het weet giet hij al terug vol. Dan komt de soep. Ik vroeg aan Jan of Mutti niet mee at. Waarop hij al lachend zegt: Habt geine zeit, muss arbeiten nu. Ja, ik lach nu ook wel, maar heb wel een beetje medelijden. Ze heeft al de hele week gekookt. Maar zo gaat dat daar, niet mee bemoeien en gewoon over je laten gaan, en dan maar genieten.
Een echte Slowaakse maaltijd heeft Muttie voor ons klaar gemaakt, heerlijk. Muttie, leef nog lang, en blijf gezond! Want als ik hier kom, eet ik men buikje rond. Ja, en ik kom hier terug, zeker weten.
Zo, nog enkele glazen gedronken. Muttie is er ondertussen gezellig komen bijzitten. En we gaan wat bij praten. Zij willen veel over mijn gezin en ons leven in België weten. Moeilijk hoor, want zij denken maar dat wij hier allemaal heel rijk zijn. Maar zij zien alleen verschillen tussen inkomens, en niet de verschillen tussen uitgaven en het duurdere leven bij ons. Maar ja, dat zijn nu éénmaal Slowaken.
Zo, eindelijk terug op mijn kamer geraakt. Want ik moet alles nog pakken, en oh ja, morgen is het al om 5h25 dag. Vroeg hè?
Ik heb om 5h45 ontbijt geregeld. Dan moet ik nog naar het station. En ik wil daar op tijd zijn. Ik wil mijn trein niet missen, want dat zou een ramp zijn.
Slaapwel.
Ik ben heel stil, en weemoedig, en toch een beetje blij.
Het is mijn laatste nacht en dag hier, maar ook mijn laatste nacht alleen. Morgen slaap ik terug thuis bij Anja. Dat geeft me terug een goed gevoel.
Zo, dit verslag maak ik dan al maar weer vanuit België.
Ja ja, het is al zover. We zijn weer thuis.
Vanmorgen al heel vroeg opgestaan, het was amper 5h25. Om 5h45 zat ik al aan de ontbijt tafel. Ik had gisterenavond al heel veel ingepakt, dus dat zat wel snor. Ik had dus ruim de tijd om alles op een rijtje te zetten, en alles verder klaar te maken.
Mijn bagage naar beneden gebracht. Daar stond me weer een aangename verrassing te wachten. Jan had de auto klaar gezet. Ik breng je naar het station, zegt hij. Dat is een meevaller zeg, want met 30kg aan bagage, dat valt niet mee hoor, dat kan ik je verzekeren.
Dan komt het moeilijkste, afscheid nemen. Ik ben daar echt niet goed in. Muttie komt naar mij toe, en neemt me vast, tranen rollen over haar wangen. Ja, dat moet je juist doen, de mijne laten ook niet op zich wachten, en gaan vrij uit, niet tegen te houden. Ik beloof haar van heel voorzichtig te zijn. En ook dat ik heel zeker binnenkort zal terugkomen. Ze vraagt me ook om thuis aan mijn gezin haar groetjes over te brengen. Natuurlijk zeg ik, dat zal ik heel zeker doen. Ik bedank haar nog voor al haar goede zorgen, en ben er dan mee weg. Ik heb een krop in mijn keel en voel me rot. Maar tegelijk ook heel goed, want ik ga graag naar huis, naar mijn vrouwtje en kinderen. Want die zitten ook op mij te wachten.
Jan roept me, en zegt dat hij klaar is. We moeten het ijs nog van de auto krabben!! Die was helemaal dicht gevroren. Ja dat is het echte Tatra weer. S Ochtends ijskoud, en dan hopelijk een zeer zonnige dag. Niets aan te doen. Lets go, its time.
Bagage in de auto, en wijle weg, richting station. Jan laat me nog snel heel het stadje Poprad zien. En vertelt me nog wat ze aan de wegen allemaal gaan veranderen in de toekomst.
Aan het station aangekomen, nemen we afscheid. Ik beloof hem van terug te komen. En dat zal ik, ik heb het al meermaals gezegd hier.
Ticket gekocht naar Bratislava, en dan de trein op. Ik neem onderweg ook afscheid van mijn geliefkoosde Tatra. Het doet me pijn, ik had graag nog wat gebleven. Ik wilde nog zoveel gaan zien en doen. Een reden te meer om terug te komen, denk ik dan maar.
Vijf uren in die trein, het duurt lang, erg lang. Maar we halen het hoor.
Dan de bus naar de luchthaven, deze keer geen problemen. Ik kende mijn les nu van buiten hoor.
Een beetje vertraging gehad met de vlucht, maar het ging vlot. Vlotter dan ik dacht.
En ja hoor. Mijn lief vrouwtje staat mij al op te wachten. Ik spot haar al door een kier van een openstaande deur. Ze lacht me al aan. Ik ben blij.
Blij dat ik weg was, maar heel blij dat ik weer terug ben. Nog een meevaller. Ik mocht bij mn schoonouders gaan eten, en mocht het menu zelf samenstellen, en doorbellen. We moesten toch nog 1,5 h rijden.
Nog een hele tijd nagepraat en dan maar gezellig samen ons bed ingetrokken. Er was maar één spelbreker, dat was de wekker s ochtends. Want deze nacht leek kort te zijn, heel kort.
Op naar de realiteit, en terug in de dagelijkse sleur. Mijmerend met mooie, hele mooie herinneringen in mijn hoofd. Zalig, heel zalig.
Zo, op naar de volgende reis, wie weet?
Ik hoop dat jullie allemaal een beetje kunnen meegenieten hebben van mijn fantastische trip naar het Tatra gebergte en Poprad in Slowakije.
Ik heb er althans heel, heel erg van genoten.
Laat gerust een berichtje met je bevindingen achter hier op mijn blog, of in mijn mailbox.
ik had al aan veel mensen verteld wat een stevige wandelaar zoal kan tegen komen in de bergen. Maar sommige geloofden mij niet. Vandaar dat ik hier deze foto's even snel plaats.
Wat er fijn is aan "Hiking"? Euh, de bergen, euh, de bergen zeker.
Ja, een opkikkertje is altijd meegenomen. Deze dame begon spontaan een striptease gaan te doen op 2350 meter hoogte.
Euforie? Teveel rode bloedcellen? Ik weet het niet. Ik maar snel enkele foto's genomen.
Ik plaats alleen deze maar, je weet nooit of ze mee kijkt.