De
afgezakte broek, ook wel bekend als een spaarvarkengleuf of
bouwvakkersspleet komt vaak voor. We hebben er allemaal wel eens last van. Er
zijn zelfs mensen die er heel vaak last van lijken te hebben. Hebben zij er
last van? Nee, wij, de toeschouwers, wij hebben er vooral last van!
Je ziet het
al van ver aankomen, die bouwvakker, die net nog bij de cementmolen stond wil
zich bukken om iets op te heffen, iets heel zwaar, zo zwaar zelfs dat plots,
zn broek ervan afzakt. Je kan van ver het haar op zn rug en ook daarbeneden
zien. Je ogen struikelen over de zogenaamde lovehandles die hier duidelijk
bergen van liefde zijn geworden. Bijna zou je naar hem toelopen en een cent in
de gleuf schuiven als je niet versteend zou zijn door afgrijzen. En ik wil natuurlijk niet alle bouwvakkers viseren, er zijn ook genoeg modepopjes die een beetje te graag in die strakke hippe broek willen rondlopen.
Misschien
is het niet zon belangrijk punt in vergelijking met bijvoorbeeld de opwarming
van de aarde, maar het is zo veel makkelijker om er iets aan te doen. Als je
een broek koopt, hou er dan rekening mee dat je in diezelfde broek wel eens op
een bankje zou kunnen gaan zitten, of stel je voor, een pen zou oprapen. Maar
net als bij de opwarming van de aarde zijn we te lui om daar aan te denken. We
vinden het gemakkelijker om het probleem te negeren.
Zo erg is
dat toch allemaal niet? Ik hoor het jullie denken. Jawel! Het is wél erg! Want
niet alleen wij zien dat, ook kleine kinderen zien dat. Je loopt toch ook niet
rond met een decolleté van hier tot in Tokyo als er kinderen bijzijn? Waarom
zou je dan wel met een zogenaamde bildecolleté mogen rondlopen?
Het is wél
erg! Hier begint het allemaal mee! Willen we dan niet allen een betere wereld
en een wereld vol schoonheid? Want erg esthetisch is het niet, zon afgezakte
broek. We kunnen er iets aan doen! Verbeter de wereld, begin bij jezelf.
Maar het
zit toch goed, zon brede, afzakkende broek? Een pyjama zit ook goed, daar ga
je toch ook niet de straat mee op?
Je hebt
niet zoveel bewegingsruimte in andere broeken. Er bestaan ook joggingbroeken
die niet afzakken en waar je bewegingsruimte zat in hebt.
Wat voor
nut heeft het trouwens, je broek halverwege je kont? Geeft het misschien een
lekkere tocht door je broek heen?
We houden
allemaal niet van het afgezakte broekenprobleem, dus laten we er iets aan doen.
Eindelijk eens een probleem waar we iets aan kunnen doen, maar wat doen we? Niets.
Koop toch een broek die past en niet afzakt! Of, nog beter, verbeter de wereld,
koop een riem!
Volgens mij waren het de mannen van Top-gear die het begrip 'supercar' lanceerden. Deze super verklaarde autos zijn de natte droom van menig zelfverklaard autoliefhebber, kosten meer dan een huis, rijden hard en zijn het werk van een al dan niet briljant team van een zeer select groepje autofabricanten.
Laatst kwam ik er nog één tegen. Een prachtige ferrari (tot zover mijn kennis). Met luid grommende motor trok hij op naast ons aan het rood licht. Meteen weg was ie. Zeer indrukwekkend. Ontzettend cool. Hij liet verschillende bestuurders van meer bescheiden wagens dagdromend achter. Zelf was ik, als ik eerlijk moet toegeven, ook wel lichtjes onder de indruk, en dagdromend reed ik verder, van Gent naar Antwerpen.
Het was ter hoogte van Sint Niklaas dat we deze supercar terug tegenkwamen. En ik ben er vrij zeker van dat het dezelfde roodglimmende ferrari was. Zoveel rijden er nu ook weer niet rond in België. Daar staken we hem voorbij. Met het citroentje. Tot zover mijn dagdroom.
Begrijp me niet verkeerd, supercars zijn een prachtig staaltje van techniek en design. Maar al die kracht, al die poen, kan blijkbaar toch niet op tegen de deprimerende Belgische files. Achja, blijven dromen. Over supercars en een filevrij België.
Eerst wou iedereen superster worden en deden ze mee aan idool of star academy. Toen wouden alle meisjes plots model worden en deden ze mee aan Belgiums next topmodel (of hoe het ook precies heette). Maar nu, al eventjes gesignaleerd op de Vlaamse televisie, mensen die hun eigen restaurant willen. Ah, de Bourgondische traditie van de Belg.
Het kon niet lang meer uitblijven. Want Belgen zouden geen Belgen zijn moesten ze niet van lekker eten houden. Zo bewijst Mijn restaurant. Het programma brengt de 'lekker eten cultuur' terug naar de huiskamer. En lekker eten, dat ligt de Belg, en in dit geval vooral de Vlaming, nauw aan het hart. Een geweldig succes is het. Iedereen volgt mee, iedereen heeft een favoriet. Nee, volgens mij is dat verkeerd gezegd, elke provincie heeft een favoriet. Want je kan als Antwerpenaar natuurlijk niet vinden dat die Limburgers beter zijn. Ah nee. Die hebben al eens gewonnen. Nu is het aan Antwerpen.
Lieve mensjes, ik denk dat we zo een beetje voorbij zijn gegaan aan heel het doel van een restaurant. In een restaurant gaat het om het eten, niet om de toevallige geologische locatie. Ik zal dan ook met pijn in het hart toekijken wanneer één van de twee finalisten de deuren moet sluiten. Want koken dat kunnen ze allebei, dat mag wel duidelijk zijn. En een goed restaurant dat dicht gaat, dat is toch een groot verlies voor onze smaakpapillen. En daar gaat het uiteindelijk om. Dat u kunt reserveren in een restaurant met een goed team, uw zondagse pakje kunt aantrekken en onder goed gezelschap op een zeer smakelijke wijze een festijn voor diezelfde papillen naar binnen kan werken. Daarna thuiskomen en kunnen zeggen: 'Maar wij zijn nu eens echt goed gaan eten zie. Ik heb er echt van genoten.' En niet: 'Oh, ik ben gaan eten in de Limburg. Ja, twas heel lekker, maar et was Antwerpen nie hé.'
Dus, bij deze: beste mensen, kies met smaak, met een Vlaanderen en een België gevoel. Desnoods een wereld gevoel. Maar alsjeblieft, toch niet met een beperkt provincie gevoel.
Oh, ik heb ze lang gehaat. Die mensen die hun hele leven op het internet gooien. En dan nog verwachten dat mensen dat willen leven. Maar nu ben ik zelf ook gevallen. Gevallen voor het bloggen. Eigenlijk meer uit nieuwsgierigheid. En omdat ik nu wel eens mijn mening met echt héél de wereld wou delen. Allez, toch de Nederlandstalige wereld. En eigenlijk ook wel een beetje door het vriendje dat ook blogged. Stiekem ben ik een beetje bang voor de reacties van mensen: 'Jij was daar toch tegen?!" Maar diep van binnen geloof ik dat het die vernedering wel waard is. Want nu kan ik eindelijk eens kwijt wat er allemaal op mijn lever ligt. Alles over mensen in de supermarkt die maar niet lijken te begrijpen dat je niet met een karretje tegen iemands benen rijdt, alles over politiekers, die sowieso vreemde mensen lijken te zijn, alles over die chauffeurs, die niet lijken te begrijpen dat ik ook wil leren rijden en dat ik geen natuurtalent ben en dat ik dus ook af en toe foutjes maak. We zijn toch allemaal jong geweest? En ik ben het nog, dus gun me even mijn tijd, ja?