Beginnen bij 't begin: de basis van al het vlechtwerk
Je kunt de manen nat of droog invlechten. Net wat je zelf het makkelijkste vind. Zet het paard vast of laat het door iemand vasthouden. Zorg dat je stevig staat en overal er goed bijkan. Eventueel gebruik je een opstapje, maar zorg wel dat dat stevig is! Verder heb je nodig: *een kammetje (er zijn verschillende soorten in de handel) *twee wasknijpers *zakje elastiekjes
Het kammetje wordt gebruikt om de vlechten in dezelfde maat te houden en een rechte scheiding te maken. De wasknijpers kun je gebruiken om het zakje met elastiekjes aan je broek vast te maken en 1 wasknijper om de manen opzij te steken. In de ruitersportzaak kun je elastiekjes kopen. Deze zijn er in verschillende kleuren en ze zijn niet zo duur. Er zijn zelfs zilveren en gouden elastiekjes en ook strikjes. Maar voordat je kan gaan vlechten moet je eerst alle manen ontklitten, wat je niet met een borstel doet, maar met je vingers anders trek je alle haren uit. Antiklit kun je beter niet gebruiken, want dan blijven je vlechtjes echt niet goed zitten.
Knotjes maken1.We gaan er vanuit dat de vlechtjes worden vastgezet met elastiek (vlechten met naald en draad is moeilijker en staat in deel 2). Maak de manen een beetje vochtig en pak een flinke pluk manen. De breedte heb je al op je kammetje gemerkt. Zet het kammetje op de manenkam en trek een rechte scheiding. De andere manen zet je even vast met de wasknijper.
2.Nu maak je drie gelijke plukjes en vlecht je zo strak mogelijk. Je mag best een staartje overhouden. De piekjes kun je dubbelvouwen met het elastiekje
3.Nu vouw je het vlechtje dubbel en maak je het vast met hetzelfde elastiekje. (je kunt eventueel ook een ander elastiekje pakken) Doe dit zo hoog mogelijk tegen de manenkam aan.
4.Vouw dit vlechtje nog eens dubbel en zet het zo hoog en zo strak mogelijk vast met een tweede elastiekje op de manenkam
5.Zorg dat alle knotjes op dezelfde hoogte tegen de manenkam aanzitten. Er zijn heel veel verschillende manieren om de vlechtjes op te rollen. En je moet gewoon kijken wat het mooiste is en wat je zelf het prettigste vind om te doen. Het voordeel van twee elastiekjes is dat je eventuele schade aan de vlechtjes vlugger kunt oplossen. Aan het einde van de hals moet je even kijken wat het beste uitkomt. Een meer? Een minder? Drie dunne vlechtjes? Knip nooit de losse plukjes af. Dit is niet mooi als je weer uitvlecht. Zorg dat je het plukje altijd naar links maakt. Zo kun je het plukje bij de volgende vlechtje/knotje meenemen. Tip:Maak de elastiekjes steeds met dezelfde hand vast. Als je steeds van hand wisselt dan zijn de vlechtjes/ knotjes nooit helemaal gelijk.
Knotjes bij lange manen
Verdeel de manen in gelijke plukjes. Dan vlecht je ongeveer 10 cm in een gewone vlecht.
Rol het bovenste gedeelte op en laat de rest los naar beneden hangen.
Vlechtjes
Paarden die lange manen hebben kun je ook heel simpel vlechten. Door allemaal korte vlechten te maken. Bijv. tot halverwege. De vlechten moeten wel van gelijke dikte zijn en de elastiekjes moeten op gelijke hoogte hangen
Het matje
Bij het matje hoef je niet te kunnen vlechten. Je maakt namelijk allemaal kleine staartjes. Je maakt de eerste rij tegen de manenkam. Zorg dat er overal evenveel afstand tussen zit en dat de elastiekjes op gelijke hoogte zitten. Ook moeten de plukjes dezelfde dikte hebben. Als je heel netjes werkt zijn gekleurde elastiekjes erg mooi. Als je nog niet zo goed bent dan kun je beter een kleur elastiekjes gebruiken in de kleur van de manen zodat je foutjes minder opvallen.
Bij de tweede rij pak je het de helft van het eerste plukje en de helft van het tweede plukje. Daar doe je een elastiekje in. Zorg weer dat de dikte van het plukje gelijk blijft en dat de elastiekjes op dezelfde hoogte zitten.
Zo ga je net zolang door totdat de manen op zijn. Tot halverwege een matje kan ook heel mooi zijn
Natuurlijk zijn hier nog veel meer dingen mee te doen. Je kunt na twee rijen bijvoorbeeld vlechtjes gaan maken
Zorg bij een matje wel dat de elastiekjes allemaal op dezelfde hoogte zitten.
Hengstenvlecht/merrievlecht
Een hengstenvlecht ligt op de manenkam, een merrievlecht hangt naast de manenkam. De hengstenvlecht:
Geen antiklit gebruiken!
Kam de manen naar de tegenovergestelde kant als ze normaal vallen.
Begin achter de oren met een drieplukjes en begin te vlechten. De eerste drie slagen zoals een gewone vlecht. Na de drie slagen pak je een plukje manen erbij. Je pakt het plukje manen aan de kant waar de manen vallen. Dus vallen de manen naar rechts, pak je links een plukje.
Als je de vlecht onderdoor vlecht dan komt de vlecht mooi op de manenkam te liggen. Tip:Als je een touwtje mee vlecht dan zakt de vlecht niet uit. Je kunt zelfs met drie touwtjes vlechten. Met iedere pluk 1 touwtje.
Zorg dat je bij elke slag (van de vlecht) even goed aantrekt. Op deze manier blijft hij lekker strak boven op de hals liggen.
Merrievlecht: Een merrievlecht is het als je de vlecht naast de manenkam hebt hangen. Ipv steeds 1 pluk van beide kanten te pakken, pak je er maar steeds 1 plukje bij en vlecht je niet van boven af, maar gewoon langs de zijkant... De merrievlecht hangt dus ook aan de zijkant van de manenkam. Nog steeds zo strak mogelijk uiteraard, maar het is normaal dat deze een beetje meer gaat hangen...
Vlecht op de manenkam
Om dit goed te doen moet je zorgen dat je goed boven je paard/pony staat. Het allergemakkelijkst is zelfs als je erop gaat zitten, dan zie je het het beste, maar dit kan natuurlijk lang niet met elke pony/paard; houdt altijd de veiligheid in t oog! Je begint met de manen te splitsen zodat er aan iedere kant evenveel hangt. Dan begin je bovenaan met 3 plukken. Steeds als je aan de zijkant komt pak je een nieuwe pluk erbij en zo vlecht je door totdat je bij de schoft uitkomt. Vanaf het punt dat je er geen manen meer bij kunt pakken maak je er een gewone vlecht van.
De geheimen v.d. paardenkapper..... Deel 2 met daarin: Vlechten metnaald en draad Variatiesop paardenkapsels
Vlechten met naald en draad
De vlechten die het meest gebruikt worden zijn de zogeheten roosjes. We maken dan eerst de manen nat en beginnen met vlechten, bovenaan achter de oren met een bosje haren van ongeveer 5 centimeter dat in 3 gelijke delen wordt verdeeld. Het uiteinde van het vlechtje wordt omgeslagen en vastgezet met een klein elastiekje. De vlechten die het meest gebruikt worden zijn de zogeheten roosjes. We maken dan eerst de manen nat en beginnen met vlechten, bovenaan achter de oren met een bosje haren van ongeveer 5 centimeter dat in 3 gelijke delen wordt verdeeld. Het uiteinde van het vlechtje wordt omgeslagen en vastgezet met een klein elastiekje
Vervolgens kun je met naald en draad aan de slag gaan. Eerst wordt de naald door het uiteinde van het vlechtje gehaald en dan sla je het vlechtje dubbel naar binnen toe.
Als je dat gedaan hebt kun je het vlechtje van binnen naar buiten vastzetten. Dan steek je de naald door het vlechtje terug naar binnen. Dan weer het vlechtje dubbelvouwen en de naald naar de andere kant steken. Daarna duw je het vlechtje boven de hals op de manier zoals het vlechtje moet komen te zitten en steek je de naald ongeveer 4 keer heen en weer om het roosje vast te zetten. Het kan ook met elastiek worden vastgezet maar dit is minder mooi en minder stevig.
Variaties op paardenkapsels
Halve hengstenvlecht; van boven naar beneden
Stapje verder: twee halve hengstenvlechten, van boven en van onder naar het midden toegewerkt
Dubbelop! Hengstenvlecht aan twee kanten
of .... Twee rijen knotjes
Boogvlechtjes: Steeds als je halverwege bent met het vlechtje, pak je het uiteinde van het vorige vlechtje en vlecht dat mee met je nieuwe vlechtjeMegavlecht!! Maak eerst dunne vlechtjes; vervolgens van 3 dunne één dikke maken.
PUNK!! Maak plukken en zet ze met elastiekjes dicht tegen de hals vast.
Heb je zelf nog een leuke variatie bedacht? Maak er dan een foto van en stuur deze met beschrijving naar ons toe .... jouw paardenkapsel komt dan ook op de site te staan !