Gisteren ging ik Jongste ophalen na drie dagen muziekkamp. Heel lange uitjes, alleen tussen vreemde kinderen durf ik niet goed aan met hem. Maar drie dagen is niet zo lang, en al kende hij geen van de deelnemers, het kamp werd mee begeleid door zijn juf van notenleer. Al in één oogopslag wist ik dat onze zoon zich goed had gevoeld. In het contact met de andere kinderen was hij achter twee geheimen gekomen, vertelde hij. Het éne geheim was dat er nóg een jongen was met een stoornis in het autismespectrum. Het andere dat er iemand bij was, die 's nachts nog in zijn bed plaste. Jongste vertelde het gewoon, als een simpele mededeling. Zonder te oordelen, zonder neerbuigend of lacherig te doen. Gewend als hij is dat iedereen verschillend is en dat kinderen ongevraagd met een heel scala van problematieken te worstelen kunnen hebben. Bij de jongen met autisme had hij gedragingen herkend, die hij ook bij zichzelf opmerkt. En dus had hij het hem op de man af gevraagd. Of die jongen soms ook autisme had? De jongen had hem stilletjes mee naar de badkamer genomen, en hem daar zijn geheim verteld. Ja, hij had ook autisme. "En jij?" vroeg ik "Maak jij er ook een geheim van dat je autisme hebt?" Jongste haalde zijn schouders op. "Neen," antwoordde hij "ik vertel het gewoon. Dan weet iedereen hoe het komt als ik soms raar doe!"
De wijsheid van een jongen met autisme. Zelfkennis, rechtdoor, niet (ver)oordelend. Veel neurotypische slimmeriken die daar een aardige punt aan kunnen zuigen!
(Neurotypisch zijn de mensen zonder autisme.)
|