Hij gaat zo graag naar de kermis, onze Jongste. Maar het probleem is dat niemand anders van het gezin dat (nog) graag doet. Héél af en toe offert mama zich op. Maar de laatste keer is ondertussen ook al anderhalf jaar geleden. "Mama, er staat een kermis in het dorp!" deelde hij vorige week, vol verwachting, mee. Zelf zag ik het niet zitten om mee te gaan, en aan het ronselen van eventuele vrijwilligers begon ik maar niet. Ik besloot hem alleen te laten gaan. Vertelde hem dat hij dat mocht, voor ongeveer een uurtje, net na de muziekles. En zo trok zoon voor de eerste keer zonder begeleiding naar de kermis. Kwam daarna met opgetogen gezicht en ongeschonden weer thuis. Hij had enkele keren in de botsautootjes gezeten. De rest van zijn centen was naar het schietkraam gegaan. "En zie eens wat ik hier heb!" Hij diepte opgewonden een klein doosje op uit zijn rugzak. "Wat is dat?" vroeg ik verbaasd, toen ik het hoopje wormachtige touwtjes in het doosje bekeek. "Dat zijn trekbommetjes!" Hij haalde er één uit het doosje en liet het ploffen door de uiteinden uit elkaar te trekken. Een klein droog plofje gaf het. "Niet gevaarlijk gelukkig!" zuchtte ik opgelucht. Even later liet hij zijn bommetjesschat zien aan Oudste Zoon. Ik sloeg hem gade en moest erom glimlachen. Een echte jongen toch, dacht ik stil. Een jongen met ASS, maar niettemin een echte jongen!
|