Ik dacht terug aan de tijd dat ik hier juist in kwam wonen. Ik was 6 jaar en kende geen woord Frans. Enkel mijn zus Soraya sprak Frans. Ik leerde de taal wel snel. Achter het tweede woonblok sloeg Gerald linksaf. Hij haastte zich naar de Coop om de brommer van Lamine op te pikken. Ik besloot om naar Thui te gaan. Iemand deed de deur open maar lette niet op mij en liep verder. Het hele huis was vol met mensen die ik niet kende. Ze hadden allemaal grote tassen en valiezen bij. De mama van Thui vertelde me dat Thui op haar kamer zat. Ik was al verliefd op Thui vanaf de eerste keer dat ik haar gezien had. Ik had niets te zeggen en zei dus niks. Ik merkte iets eigenaardigs aan de kamer. Ze was helemaal leeg. De poster op de muur boven haar bed, die ik zo mooi vond, was ook weg. Thui keek me aan en zie, hier is hij. Ze vertelde dat ze aan de andere kant van de poster haar nieuw adres had geschreven. Ik maakte snel een rekensom ik mijn hoofd om te schatten hoe ver het was om erheen te fietsen. Maar met hoofdrekenen kwam ik er niet want het getal had te veel cijfers. Thui omhelsde mij en ik begon te huilen.
Lamine was rustig aan het voetballen terwijl Gerald zijn boek aan het lezen was. Ik speurde de hele plaats af op zoek naar Thui maar ik vond haar niet. Mijn zoektocht werd beƫindigd door het luide geloei van sirenes. De politie kwam binnenvallen en riep luid: 'Wie van jullie apen is Lamine?' Dat was een compleet nutteloze vraag want ze herkende Lamine direct. Ze spurtten naar hem toe en kegelden Lamine met drie op de grond. Ze arresteerden hem en gaven hem eerst een serieus pak rammel. Hamid protesteerde en liep naar de alleenstaande politieagent. Hij riep dat het hier een sociale plaats is waar ze geen voet mogen zetten. Maar dat kan de agenten niks schelen, ze duwden Lamine in de combi en vertrokken. Ik ging met gerald stilletjes weg.
Ik was heel erg geschrokken. Ik heb nog nooit zo'n angst en verdriet gevoeld. Ik had geen enkel idee hoe laat het het nog was, welke dag het was of welk jaar. Alles om me heen gebeurde in slow motion. ik zag allerlei zwaailichten knipperen. Twee in het wit geklede mannen droegen Imad op een draagbaar bed weg. Ik heb het roerloze lichaam van mijn broer lang mij heen zien dragen. Ik dacht terug aan de film scarface. Iedereen had wel al een vermoeden dat mijn broer op jonge leeftijd ging sterven door alle soorten rommel die hij opsnoof. Mijn buurman had Imad gevonden, hij vertelde dat Imad helemaal in elkaar gezakt was zoals een hoopje aardappelen. Zijn mond stond open en zijn oren waren dicht. Er druppelde nog bloed uit zijn neus en in zijn mondhoeken plakte wat bloederig speeksel. Op een korte tijd stonden er al heel wat nieuwsgierige toeschouwers samen te troepen om te zien wat er gebeurd was. De ziekenwagen vertrok spoedig en liet zijn sirene luid loeien. Ik was helemaal kapot en gebroken.