Ik ben nu in het oude,
verlaten paleis. Het wordt bijna avond, dus ik maak me alvast klaar. Ik heb een
drankje mee dat ervoor zorgt dat ik perfect kan zien in het donker. Ik heb ook
een ander drankje dat mijn zintuigen verscherpt. Mijn zilveren zwaard ligt al
klaar, net zoals mijn zilveren ketting en mijn zandloper met fluorescerend
zand. Het enige wat ik nu moet doen is wachten tot middernacht.
Ik trek nu naar het
oude paleis, waar de striga zich verschuilt. Ik ben te weten gekomen dat ze enkel
om middernacht wanneer het volle maan is uit haar graftombe komt. Nu weet ik
ook dat ze vervloekt is bij haar geboorte, en dat ze kort daarna stierf. Daarna
is ze dus verandert in een gedrocht. Dat was ongeveer 14 jaar geleden. Ik heb
ook verhalen gehoord over de vele anderen die geprobeerd hebben haar om te
toveren en te doden. Om haar om te toveren moet ik een nacht in haar tombe
slapen. Eén ding staat vast: Dit zal geen gemakkelijke opdracht worden.
Zoals te verwachten
was, is er ruzie uitgebroken in de herberg. Ik heb er 3 van het onvriendelijke
gespuis gedood. Daarna zijn de wachters gekomen. Ik ben vrijwillig met hen
meegegaan naar Velerad, de slotvoogd van Wyzima. Hij had een opdracht die
helemaal geschikt was voor mij. Ik moet de dochter van Koning Foltest omtoveren. Deze
dochter is namelijk verandert in een striga, een gigantisch gedrocht, en het is
mijn beroep om monters te doden of om te
toveren. Ik ga nu naar koning Foltest voor meer informatie over de zaak.
Ik ben zopas
toegekomen in Wyzima. Eerst was ik van plan om naar de herberg Oud Narakort
te gaan, maar ik ben van gedacht verandert en ben naar de herberg Het Vosje
gegaan. De herberg is gelegen in een steegje en heeft geen al te beste naam. Ik
voelde me bekeken door zowel de weinige anderen in de kroeg als door de
kroegbaas. De mensen hier zien er ruig en onvriendelijk uit. Ik ben er zeker
van dat dit niet goed zal aflopen