Onze voorouders, de Germaanse
volksstam van de Franken, hadden een éénnaamsysteem. Eén naam volstond, omdat bijna iedereen een
verschillende naam kreeg. Dit was mogelijk door het combineren van
naamelementen tot steeds nieuwe, tweeledige samenstellingen. (1)
In de middeleeuwen is het Germaanse éénnaamsysteem langzaam maar
zeker in verval geraakt en geleidelijk
vervangen door een tweenamensysteem, bestaande
uit een voornaam en een toenaam. (1)
Deze ontwikkeling is toe te schrijven aan een samengaan van
verschillende factoren (1):
-de
christianisering
-verarming
door vernoeming
-onderscheidingsdrang
-toename
van de bevolking in de steden
-het
typeren van de medemens
De christianiseringdeed onrechtstreeks heel wat Germaanse
persoonsnamen in vergetelheid raken. Hoewel
het tot aan het concilie van Trente (1545-1563) geen verplichting was om een
christelijke doopnaam te dragen, werd begrijpelijkerwijze toch vaak de voorkeur
gegeven aan een naam uit de Bijbel.
Meteen werden heel wat vreemde namen geïntroduceerd: Hebreeuwse (bv.
Johannes), Griekse (bv. Stefaan), Latijnse (bv. Marcus).
De Germaanse bleven behouden in zoverre er heiligen met deze namen waren,
bv. Bernard, verlatijnst tot Bernardus.
In de 12de eeuw werden enkele heiligennamen zeer populair:
Johannes, Petrus, Nicolaus en Wilhelmus voor jongens, Maria, Catharina,
Margaretha voor meisjes.
Mede door het gebrek aan
voldoende heiligennamen kregen een massa dopelingen dezelfde naam. (1)
Het beperkte aantal beschikbare namen vormde een belangrijke oorzaak
voor de afbraak van het éénnaamsysteem.
Verarming door vernoeming wil zeggen dat vader en (oudste) zoon dikwijls dezelfde naam kregen.
Bij de hoogmiddeleeuwse adel werd dit een mode. Van de adel zakte de mode af
nar de lagere adel, naar de patriciërs en tenslotte ook naar de gewone lieden. (1)
Toename van de bevolking in de steden bij gelijktijdige verarming van
het namenbestanddeed een praktisch naamgevingsprobleem ontstaan, dat werd opgelost door
over te schakelen op een systeem van tweenamigheid. Om de vele personen die Jan
of Willem heetten, van elkaar te kunnen onderscheiden, werd een tweede naam toegevoegd (onderscheidingsdrang),
aanvankelijk in de hogere standen uit bewuste wil om zich te onderscheiden van
het gewone volk. Zo was de adel de eerste groep die een geografische toenaam aannam, waarin op het feodale bezit
gewezen werd (de, von, ..)
De mode van de tweenamigheid waaide over naar de burgerij: ook de
burgers uit de steden begonnen een tweede naam toe te voegen. Die toenaam hoefde
niet noodzakelijk geografisch van aard te zijn, maar kon ook de naam van de vader zijn. (1)
Het typeren van de medemens is een motief dat van alle tijden is. Het
identificeren en typeren van de medemens gebeurt niet alleen op grond van
herkomst, maar ook op basis van het
beroep, of van opvallende fysieke en psychische eigenschappen.(1)
De ontwikkeling van vaste achternamen verloopt
geleidelijk: van zuid naar noord, van stad naar platteland, van de hogere naar
de lagere klassen. In de Zuidelijke Nederlanden, die
vroeger dan de Noordelijke tot bloei zijn gekomen, zijn er al vanaf de 13de
eeuw namen die van vader op zoon/dochter worden overgedragen. In Vlaamse steden als Brugge en Gent hebben
de meeste burgers al in de 14de een de 15de eeuw vaste
achternamen. In Brabant en Limburg ontstaan vaste geslachtsnamen iets later
dan in het graafschap Vlaanderen. (1)
Familienamen zijn historische taalvormen. Ze zijn ontstaan uit soortnamen, in een tijd toen het Nederlands nog
geen eenheidstaal was. Ze weerspiegelen
dan ook de variatie die er in het oudere Nederlands was. Na de officiële registratie van onze
familienamen in 1795 (België) resp. 1811 (Nederland) kon er aan hun vorm niets
meer veranderen: sindsdien zijn het versteende taalvormen. (1)
Al zijn onze
familienamen ingebed in hun sociaal-economische context, de vorm ervan kan niet
worden verklaard zonder kennis van de taalkundige, dialectologische en
fonetische wetten. (2)
2. Naamverklaring of etymologie
2.1. Methodologie van de naamverklaring
Hiervoor gaan we te rade bij Debrabandere die ons een gefundeerde opinie
meegeeft over het aanpakken van een naamsverklaring in het algemeen.
Wie familienamen
wil verklaren, mag zich nooit laten leiden door de moderne vorm ervan. De
familienamen zijn in de loop der eeuwen niet alleen fonetisch geëvolueerd, ze
zijn ook omdat ze niet meer begrepen werden - verhaspeld, aangepast en
gereïnterpreteerd.
Reïnterpretaties zijn bij de familienamen legio. We kunnen ook spreken van volksetymologie. Een naam als De
Leersnijder wordt door assimilatie (rs/ss) heel normaal de Leessnijder en
vervolgens door volksetymologie als De Lissnijder geïnterpreteerd. Zo is
Ryckeboer geen rijke boer, maar iemand die uit Ricquebourg stamt. De
Westvlaamse en de Franse naam zijn volkomen homofoon, maar in de Nederlandse
spelling wordt iets heel anders gesuggereeerd. Het is a.h.w. een grafische
reïnterpretatie. Daarom kan een
familienaam zelden veilig worden verklaard zonder kennis van de oorspronkelijke
vorm. (2) [I.p.v. dus de vertrekken
van de moderne familienamen, is Debrabandere daarom eerst oudere namen gaan
zoeken om zoveel mogelijk uit te gaan van de oorspronkelijke naamvorm, en dan
op te klimmen tot de huidige naam.]
Ook na de
middeleeuwen zijn binnen het studiegebied nog nieuwe familienaamvormen
ontstaan, omdat de namen van immigranten - vooral na 1585 - op het gehoor af
tot vaak onherkenbare namen vervormd werden. Hiervoor werd vergeleken met de
namenvoorraad van onze buurtalen, met Duitse, Franse, Engelse Italiaanse enz.
familienamen. Zelfs namen waarvan we wel oude vormen hebben, kunnen veiliger
worden verklaard, als we over buitenlands vergelijkingsmateriaal beschikken.
(2)
Debrabandere stelt
nog: Na jaren werken met familienamen
is het mijn grondige overtuiging, dat het er bij familienaamverklaring op aan
komt, zoveel mogelijk namen tot één grondvorm terug te brengen. We moeten
ons niet afvragen wat Lobbestael of Brunclair kan betekenen, maar wel wat de
oorspronkelijke vorm ervan is. (2)
Dus moeten vooreerst alle varianten worden opgezocht, en vooral de
oudste vermeldingen bekeken.
In een referaat gehouden n.a.v. het XIde Nationaal Kongres van V.V.F te
Brussel verwoordde K. Roelandts het al volgt:
Zon onderzoek (naar de etymologische verklaring van de namen) moet
principieel kunnen steunen op een kronologische reeks van oudere spellingen,
die liefst zo vroeg mogelijk aanvangt en dus zo dicht mogelijk de tijd benadert
waarin de naam voor het eerst in gebruik is genomen. Want dan heeft men een
rechtstreekse getuige van de taal waarin de naam is ontstaan en van waaruit hij
ook moet verklaard worden, rekening houdend met de toenmalige tradities in
spelling en woordenschat, naamgeving en grammaticale vormingsprocédés,
dialektgeografische en stilistische afwisselingen.
En de Brabandere
stelt nog: De oudste vindplaatsen van namen zijn ook genealogisch belangrijk,
want ze geven ook de geografische bakermat aan.
Hier kan het genealogisch onderzoek dus bij helpen. Daarom hebben we met
de ons beschikbare gegevens zon lijst trachten op te stellen.
2.2. De teruggevonden naamvormen
In de loop van alle opzoekingen zijn we (zowel mijn vader als ik), vele
naamvormen tegengekomen in allerlei referenties.
Daar de meeste daarvan de parochieregisters als oorsprong hebben, kwam
daarbij dat dikwijls de indexen gebruikt waren, en niet de oorspronkelijke
akten, maar soms deze laatste dan weer wel. Ook met de inventarisatie door de
RAB-vrijwilligers is er dezelfde moeilijkheid. We stelden vast dat er wel
degelijk afwijkingen waren tussen de oorspronkelijke akten en de indexen,
bijvoorbeeld bij de oudste vermelding voor onze stamboom werd de akte-vorm
Massu, in de indexen Massee. Daarom gingen we telkens terug naar de vorm in het
oorspronkelijk document.
Weer citeren we hier K. Roelandts: De studie van de persoonsnamen is in
historisch opzicht volkomen afhankelijk van de betrouwbaarheid van het
materiaal. Belangrijk is het dan dat men bovendien zorgvuldig nota neemt
van het bewijsmateriaal en de bronnen, en alle familiekundige dokumentatie
verzamelt met inbegrip van alles wat op de naamgeving binnen de familie
betrekking heeft: de voornamen, familie- en bijnamen, hun respektieve varianten
en spellingen, met telkens datering en bronaanduiding. Het verdient steeds de
voorkeur elke naam letterlijk op te nemen in de vorm, waarin hij wordt
aangetroffen, met bron en datum. In bepaalde gevallen immers bevatten
spellingvarianten nadere aanwijzingen om de uitspraak en de oorsprong van een
naam te achterhalen.
Wat wel handig is met de inventarisatie door de RAB vrijwilligers, is
dat we m.b.t. de parochieregisters van West-Vlaanderen een overzicht kunnen
maken van alle varianten daarin (ook al moet de oorspronkelijke schrijfwijze
dus wel gecontroleerd worden). Maar dat blijkt bijna eindeloos, zelfs als we
een aantal vormen kunnen laten vallen die enkel in de indexen, maar dus niet in
de akten voorkomen. Hoe ons naamgebied afbakenen?
Voor dopen alleen al, geven we hierna wat bij de aangetroffen namen o.i.
in aanmerking zou kunnen komen:
Maar mijns inziens moet er dan toch ergens een link zijn met de
basisvormen ma/es(s)u(w)(e) en ma/etsu(w)(e), om deze varianten als
naamgenoten te betitelen. Hoe dan ook, we hebben met deze variatie rekening
gehouden bij het opzoeken van de eerste generaties van onze stamboom.
Terug nu naar onze chronologische lijst.
Oudere naamdragers (1400-1600) vinden we vooral bij Merghelynck.
Verder bekeken we nog de poorterslijsten van Veurne bij Cailliau, en van
Sint-Winoksbergen bij Th. Vergriete.
Daarnaast zijn er nog enkele naamgenoten opgedoken via allerlei
artikelen in het tijdschrift Westhoek, en in ons eigen opzoekingswerk naar
oud archief van Stavele en Beveren.
Er zijn daarnaast natuurlijk nog heel wat bronnen voor naamgenoten, maar
onze focus was gericht op de eigen stamboom, en de naamvarianten die daarvoor
van belang zijn. We zijn wel geïnteresseerd in de naamvorming en -betekenis,
maar het was niet onze bedoeling daar zelf een grondig onderzoek naar te doen.
Het valt enigszins buiten het kader van ons stamboom-onderzoek, en we verwijzen
daarvoor naar de specialisten-taalkundigen, inzonderheid Frans Debrabandere en
Wilfried Beele.
Hier volstaan we met gevonden varianten te vermelden, telkens met hun oudste
vermeldingen in diverse plaatsen. De lijst is zeker niet volledig als je
vergelijkt met de RAB-inventarisatie, maar zoals gesteld is verdere kontrole in
de akten vereist.
We hebben de oude
naamvormen die F. Debrabandere en W. Beele opgeven als referenties opgelijst (in
cursief), en ze samengebracht met alle varianten die we nog konden vinden uit
andere bronnen:
- 1284: Bauduin
Machue, Ieper? (?bron);
- 1300: Machue, Busnes (Aire, Artois) (Bougard);
- 1400: Machuwe, Ieper (Mus);
- 1401: Wulfaerd Maetsu, Ieper (Jamees);
- 1404: Victor Machu, Sint-Winnoksbergen (Vergriete, 1968);
- 1406: Ihan
Machuwe, Ieper (bron?);
- 1426: Gilles
Metsu, Ieper (notas Pierre Metsu, a.);
- 1426: Daniel Metsu, Ieper (Merghelynck, P,
a.)
- 1438: Thomas Massut, Laon (Morlet);
- 1440: Lamsin Metsu filius Michel,
Dickebusch, Ieper (Merghelynck, 21a, a.)
- 1442: Lamsin Metsu filius
François,Vlamertinghe, Ieper (Merghelynck, 21a, b.)
- 1442: LamsinMetsu, Ieper (Merghelynck, 21a, c.)
- 1453-1454;
1461-1462; 1469-1470; 1477-1478; 1485: Jan Maetsu ontvangen van 8 parochies
(Merghelynck, 31, o.)
- 1469: Hannin Metchu, Ieper (Donche 524);
- 1483:
Guillaume Metsu filius Lamsin, Reningelst, Ieper (Merghelynck,
21a, e.)
- 1520-1525: Kateline
Machuut fa Buuser, Teteghem (P. Vandewalle)
- 1630: Jan Massu fs
Jan, Roesbrugge-Haringe (par huw)
Opm. blijft Massu bij
dopen kinderen 1632, 1634, 1637, 1638, maar wordt Metsu in 2de huw 1637 te
Westvleteren (par. huw), dan kinderen te Stavele: Massu 1640 (bij begr. Messu),
1641, Massuwe 1640 en 1652.
- 1630: Joannes Massu,
Watou (par huw)
- 1630: Jacob Metsu,
Elverdinge (par. huw. Elverdinge)
Opm. Deze wordt Massu
genoemd bij de doop van zijn kinderen in 1635 en 1637.
Opm. Deze Leonora is
Massue in doopreg van 2 kinderen te Beveren (1631, 1635) en Masu bij derde kind
te Beveren (1638), en huw te Beveren (1639) en getuige Joannes Masu daarbij.
- 1634: Joanna Massus,
Elverdinge (par. doop van kind teElverdinge)
Opm. Zij wordt Metsu
bijde doop van andere kinderen in 1639
en 1642, en begr in 1665
- 1634: Maria Massu,
Roesbrugge-Haringe (par doop)
Opm. Hij wordt Massu
bijde doop van een ander kind in 1637,
en Metsue bij een volgende doop in 1640, en vermoedelijk dezelfde sterft als
Metsu in 1641 steeds te Elverdinge.
Opm. De -s bij deze
Catharina stamt uit de verlatijnste genitief, want de doopheffer van het kind
is Metsu, wat ook voor Catharina en een nieuwe doopheffer geldt bij de volgende
doop in 1645.
- W.
Beele, Namenlijst van het ziekenregister
van de Ieperse leprozerie genaamd Hoge Zieken (1549-1583), in: Westhoek, 29
(voorjaar 2013) nr. 1: pp. 37-149.
Hierin vinden we op p. 113 een Rooze Metsu te Woesten
(1575) en op p. 122 een Jan Metsu te Elverdinge (1549)
- P. Bougard en M. Gysseling, Limpôt royal en Artois (1295-1302), Leuven, 1970, p. 64
in: W. Beele, Metsu(e)
en zijn makke, Naamkunde, XII, 1980, pp. 116-120
- J.
Cailliau, Poortersboek van Veurne,
Veurne, 1989, 699 p. in stadsarchief Ieper, 99.533/VEUR/1989
a. Francois Metsu, pandhuis bij Claijs Bourave te
Proven 8-5-1555 (p. 407)
Pierre Metsu, mijn
vader, heeft heel wat energie gestoken in opzoekingen met betrekking tot zijn
familie en voorouders. Dit was zeker gemotiveerd door zijn uitgebreide familie
langs vaderszijde: niet minder dan dertien broers en zussen, met hun kinderen
en verdere nakomelingen. Verder was er ook de intrigerende herkomst van de naam
zelf, en natuurlijk ook die beroemde naamgenoot Gabriël Metsu, de schilder.
Van meet af aan begon
hij alle naamdragers van de familienaam en alle mogelijke varianten daarvan te
noteren. Vakanties in de jaren 1960 werden benut om alle gegevens te halen uit
parochieregisters en registers van de burgerlijke stand in de Westhoek en net
over de grens in Frans-Vlaanderen. Daarnaast waren er ook nog de rijksarchieven
in Brugge en Brussel, telefoonboeken, enz. En er waren de abonnementen op
lokale tijdschriften als Westhoek, De IJzerbode. Een belangrijke steun kwam er
van een familielid: Hilaire Derycke, maar er werden ook heel wat naamgenoten
opgezocht en aangeschreven.
Hij probeerde de
kleine geschiedenis van al die individuele levens, zoals hun migraties, te
verbinden met de grotere sociaal-economische ontwikkelingen.
Hoewel de opzoekingen
zich vooral richtten tot de veronderstelde bakermat van de familie, ging hij
ook veel verder, met opzoekingen in Engeland en Nederland, de migratieroute van
wegens hun godsdienstige overtuiging vervolgde familienaamdragers.
De idee was dat
uiteindelijk al die naamdragers, ook al waren ze geen directe voorouders of hun
verwanten, toch in een verder verleden als takken uit een soort
gemeenschappelijke boom moesten zijn ontstaan. Ook al was de stamboom vrij
volledig gereconstrueerd, de interesse in de andere takken bleef.
Terwijl dr. Wilfried
Beele inmiddels een indringende studie had gemaakt van de woordkundige
verklaring van de naam, bleef de eigenlijke oorsprong van onze familietak
tenslotte duister wat betreft de periode vóór 1600.
Toen dan Geneanet de
resultaten van vele genealogen hielp beschikbaar stellen, was de vraag of we hiermee
misschien verder konden. Voor mij het begin van de opzoekingsmicrobe, die me
geleidelijk aan steeds dieper in het stamboomonderzoek deed engageren.
Met de bekommernis al
dit werk op zijn minst niet verloren te laten gaan, en waar mogelijk misschien
aanvullingen en verbeteringen aan te brengen ben ik begonnen alle gegevens in
te tikken op computerbestanden. Tegelijk werd vergeleken met de gegevens van
genealogen die dank zij Geneanet voor iedereen bereikbaar zijn geworden via PC.
Dan bleek alras dat de
parochieregisters van West-Vlaanderen, althans de klappers, gaandeweg
gedigitaliseerd ter beschikking kwamen dank zij het onverdroten werk van de
vrijwilligers bij het Rijksarchief Brugge, zodat vergelijkingen en aanvullingen
van Pierres boekhoudkundige notas per dorp voorop stonden. Een en ander
resulteerde niet alleen in een grote inventaris van overeenstemmingen, maar ook
in kleine en grote afwijkingen en tegenstellingen in de gegevens, die we niet
direct konden oplossen omdat we de akten zelf niet konden lezen (toevallig of
niet waren we met de moeilijkste begonnen!).
Een uitkomst om de
parochiale gegevens makkelijker aan elkaar aan te sluiten was het bekijken van
de bewaarde staten van goed en rekeningen op hun genealogische inhoud. Ook dat
werk was door Pierre begonnen, maar stootte op transcriptieproblemen. Inmiddels
bestaat echter het monumentale werk van Cailliau, dat al deze gegevens in
boekvorm ter beschikking stelt. Fantastisch. Dit liet ons toe heel wat meer
naamdragers te plaatsen.
Om een meer concrete
voorstelling te hebben van de individuele levens van onze voorouders kwam dan
het transcriberen van volledige staten van goed en rekeningen. Al doende leert
men en geleidelijk ging het vlotter en vond ik steeds meer woordverklaringen,
en zo ook begrip van deze belangrijke informatiebron. Daarmee wordt meer zicht
mogelijk op de sociaal-economische situatie van onze voorouders en komen we te
weten met wie ze te maken hadden als buren, winkeliers, eigenaars, huurders,
gezagsdragers,
Een grote hulp om
zicht te krijgen op deze tijd vond ik in de prachtige werken over de
buurgemeenten van mijn woonplaats: Waarschoot, Eeklo, Lovendegem.
Uiteindelijk kwamen de
akten van de parochieregisters zelf digitaal ter beschikking, zodat de weg
openging om voorbij de indexen naar de oorspronkelijke teksten te gaan, wat
voor veel twijfelgevallen in de gegevens een oplossing bracht, maar ook veel
bijkomend werk.
Als laatste stap heb
ik dan geprobeerd op een meer wetenschappelijk-systematische wijze alle
gegevens en hiaten op een rijtje te zetten, samen met een overzicht van de nog
te bekijken bronnen. Dit om te zien in hoeverre we meer kúnnen weten dan en
over de eerste bekende generaties van onze familietak, dus een aanval op de
muur vóór de parochieregisters.
Door alles heen
groeide interesse voor het grotere kader, de geschiedenis van de kasselrij
Veurne als onderdeel van Vlaanderen, en als maatschappelijk kader achter de levens
van de familievoorouders.
Al dit werk niet
verloren laten gaan, betekent voor mij meer dan netjes bijeenzetten, het is ook
beschikbaar maken voor alle geïnteresseerden. Ook bij Pierre leefde van in het
begin het idee om tot een boekje te komen over de familiestamboom, met als
voorbeeld het boekje over een naamgenoot : Remi Metsu.
Gezien de omvang van
al zijn opzoekingswerk zocht ik een ruimere bedding, dus een heus boek waarin
naast de pure stamboom ook de aanvullende informatie over de materiële situatie
aan bod komt en het maatschappelijke kader van de tijd. Het internet biedt de
kans deze informatie relatief gemakkelijk ter beschikking te stellen van
eventuele geïnteresseerden, niet alleen van de familie ofverwanten of andere naamdragers, maar ook
m.b.t. plaatselijke geschiedenis. Daarom geef ik alle opzoekingswerk op mijn
beurt ter beschikking, in zijn volledigheid en in zijn onvolkomen en onaf zijn,
met bij elk gegeven de vermelding van de gebruikte bronnen. Andere genealogen
worden maar geciteerd als ik zelf het gegeven niet teruggevonden heb.
In het heldere besef,
dat er nog heel veel informatie beschikbaar is, maar dat ik niet de tijd, de
mogelijkheden en de ambitie heb om deze allemaal te gaan opzoeken en verwerken,
noem ik dit een aanzet, al zal het niet ontgaan dat er al véél tijd in
gekropen is. Maar ik wil zeggen: er is een mogelijkheid gecreëerd om kennis te
maken met al het gedane werk, en er ligt tegelijk een uitnodiging om hierop
verder te bouwen. Ik bied een vorm aan, die die aanvullingen op permanente
basis toelaat. In de teksten zal er trouwens nog wel nu en dan wat ge-updated
worden. Alle aanvullingen en verbeteringen zijn ook steeds welkom.
Vermits ik zelf wel
wat geworsteld heb met transcripties, pleit ik er tenslotte voor, dat er een
soort internetforum zou ontstaan rond de archieven, onder supervisie van de
verantwoordelijken daar, waar onderzoekers gedane transcripties zouden kunnen
deponeren voor andere onderzoekers, en waar ze zelf soms ook zo geholpen kunnen
worden door het werk van weer anderen. Het is toch al te gek om zulk werk
opnieuw te gaan doen, terwijl er nog zoveel archiefmateriaal on-ontsloten ligt
te wachten.
Als (voorlopige) indeling
komen we tot het volgende:
(in kleiner formaat
staan mijn eigen documentnamen erbij)
HET BOEK DER
MASSU-METSU
Voorwoord: zie hierboven
Het Boek der Massu-Metsus
p.1-5
Beschouwingen over de naam
BESCHOUWINGEN OVER DE NAAM
p.1-11
Het oudste gegeven van onze voorouders in
rechte lijn
Teruggaan tot net vóór en tijdens deze Jan
Massu
4.1. Documenten uit het kerkelijk bestuur
4.1.0. Parochiale organisatie en het leven in de parochies
PAROCHIALE GESCHIEDENIS p.1-25
4.1.1. Parochieregisters
4.1.1.1. Wat zijn ze en wat bieden ze?
PAROCHIALE REGISTERS p.2-17
4.1.1.2. De vroegste Massu uit de parochieregisters in ons
oorspronggebied.
ANDERE MASSU p.1-33
ANDERE MASSUBIS p.1-29
4.1.2. Ander oud archief van parochies
4.1.2.1. Erfelijke renten en losrenten van de dis, kerk en kapellanie
van Beveren
KERKREKENINGEN VAN DE KERK VAN BEVEREN. p.1-3
4.1.2.2. Dis- en kerkrekening van Stavele, 1598
4.1.2.3. Kopie uit de terrier van kerk, dis en presbiterie van Stavele,
1602
4.1.2.4. Terrier van Stavele, 1697
4.1.3. Oud archief van abdijen en kloosters
4.1.3.1. De abdij van Eversam
ABDIJ VAN EVERSAM p.1-16
4.2. Documenten uit het burgerlijk bestuur:kasselrij, steden, prochies en heerlijkheden,
wateringen, en andere
4.2.0. Feodaal-administratieve structuur: het leenstelsel
HET LEENSTELSEL p.1-12
4.2.0.1. Register van de leenen ghehouden door de grave van vlaenderen
4.2.0.2. Leenhof van de Burg van Veurne: verheffingen
denombrementen p.1-3
4.2.1. Staten van goed en madelrierekeningen
4.2.1.1. Wat zijn ze en wat bieden ze?
WAT IS EEN STAAT VAN GOED p.1-5
4.2.1.2. De vroegste Massu uit de staten en rekeningen in ons
oorspronggebied. Integratie met de gegevens uit de parochieregisters. Overzicht
van de bewaarde staten en rekeningen van onze familie.
ANDEREMASSU2 p.1-11
4.2.2. Wezenregister
4.2.3. Oud archief van de prochies: rekeningen
OUDE DOCUMENTEN STAVELE p.1-11
4.2.4. Oud archief van de heerlijkheden en leenhoven: leenboeken,
leenregisters, denombrementen, en rechtspraak
In voorbereiding
4.2.5. Oud archief van de wateringen: rekeningen
4.2.6. Poorterboeken
4.2.7. Volkstellingen
4.2.8. Belastingen
4.2.9. Andere
Terugblik in de geschiedenis van de
zestiende eeuw en vroeger
5.1. Geschiedenis van de Kasselrij Veurne tot de zestiende eeuw
In voorbereiding
5.2. Periode van de godsdiensttroebelen.
In voorbereiding
5.3. Naamgenoten in deze tijd
In voorbereiding
De zeventiende eeuw
6.1. Geschiedenis van de Kasselrij Veurne in de zeventiende eeuw
POLITIEK KADER ZEVENTIENDE EEUW p.1-10
6.2. Geschiedenis van enkele dorpen uit ons oorspronggebied
6.5.1. Stavele
6.5.2. Beveren
6.5.3. Pollinkhove
6.5.4. Roesbrugge-Haringe
6.3. De eerste generatie
6.1.1. Jan Massu (I)
DE EERSTE GENERATIE (JAN MASSU) p.1-8
6.1.2. Mayken Willaert
DE EERSTE GENERATIE (WILLAERT) p.1-25
6.4. De tweede generatie
6.2.1. Jan Massu/Metsu (II)
DE TWEEDE GENERATIE (JAN MESSU) p.1-5
6.2.2. Cathelijnne Clareboudt
DE TWEEDE GENERATIE (vervolg 1 CLAREBOUT) p.1-8
6.2.3. Janneken Waerebout
DE TWEEDE GENERATIE (vervolg 2 Waerebout) p.1-6
6.2.2.a. Staat van goed Cathelijnne Clarebout (34.114)
34114 p.
6.2.1.a. Staat van goed Jan Massu/Metsu (37.144)
37144 p.
6.2.1.b. Rekening Jan Massu/Metsu (16.747)
16747 p.
6.5. Enkele andere naamdragers in de directe omgeving
6.5.1. Een andere tak: Jacob Massue uit West-Vlaanderen?
ministamboom p.1-4
6.5.1.a. Staat van goed Cornelie Massue (Stavele, 18.064)
18.064 p.1-6
6.5.1.b. Rekening Jacques Messue (Oudecappelle, 27.116)
27.116 p.1-6
6.5.2. Een andere tak: Eloy Massu en zijn nakomelingen
BREAKTHROUGH p.1-9
Eloij MASSUenvolgende p.1-4
JAN MASSU de jonge p.1-8
6.5.2.a. Staat van goed Janneken Massu (Krombeke, 37.103)
37.103n p.1-3
6.5.2.b. Rekening Mayken Van Bovekercke (Haringe, 31.821)
- overgrootouders
(moeder): Charles Louis Looten (1805-1867) (1a)
& Marie Thérèse
Claerebout (1813 1881) (1a)
bleven kinderloos;
Bronnen:
(P) Pierre;
(1) Via Geneanet: a: Gernez
(heeft uitgebreide stamboom Fossaert); b: Elby; c: Coucke; d: de Brabandere; e:
Trooster
Bespreking Daniel Pierre Cornil METSU
Daniel Pierre Cornil, oudste van dit gezin, huwde op
28-jarige leeftijd te Bambecque, met de 27-jarige Agnes Marie Cornelie
Fossaert, eveneens geboren te Bambecque. Hun huwelijk bleef kinderloos. Ze
werden niet minder dan 81 en 75 jaar oud, en overleden in dezelfde gemeente
waar ze heel hun leven gewoond hebben.
XI.a.2. Jérome (P) Joseph (P) Cornil (P) METSU (P)
(geb. Bambecque, 9 juli 1899 (P) - Rosendael, 18
dec 1974 (P)), werd 75 jaar
& Petite Synthe, 27 juni 1925 (P) metMarie (D)(1b) Thérèse (P)
Gisèle (P) Louise (1a)(1b)(1d)(1e) De
Quidt (P) Dequidt (1a)(1c)
(geb. Buysscheure,
22 feb 1900 (P) gest. Petite Synthe, 28 juli 1986 (P)), werd 86 j
- ouders: Lucien
De Quidt & Marie Louise Van Achere (P)
kinderen
(generatie XII.a.): 4
XII.a.1. Paulette Marie Louise METSU
XII.a.2. MichelineGeorgette Agnes METSU
XII.a.3. Françoise Daniele
Antoinette METSU
XII.a.4. Pierre Paul METSU
Bronnen:
(P) Pierre;
(1) Via Geneanet: a: Gernez;
b: Elby; c: Coucke; d: de Brabandere; e: Trooster
Bespreking
Jerome Joseph Cornil Metsu
Het tweede kind, en tevens zoon van dit gezin huwde
eveneens. Hij was net geen 26, zij 25 jaar. (Marie) Thérèse Gisèle (Louise) De
Quidt was geboren te Buysscheure, maar ze huwden in Petite Synthe, waar ook hun
kroost van vier kinderen werd geboren. Het is een tak van onze familie die daar
nog steeds leeft. Hij werd 75 j en stierf te Rosendael, maar zij overleefde hem
nog tot de leeftijd van 86 j en overleed te Petite Synthe.
XI.a.3. Marie (P) Maria (1a)(1b)(1d) Madeleine
(P) Cornelia (P) Cornelie (1a)(1c) METSU (P)
(geb. Bambecque, 24 jan 1901 (P) - Rosendael,
24 sept (P) 22 sept (1a)(1d) 1960 (P)), werd 59 jaar
& Rosendael, apr 1928 (P) ca (1e) 1925
(1d)(1e) met Maurice (P) Edouard (1d)(1e) Sobbel (P)
Bronnen:
(P) Pierre;
(1) Via Geneanet: a: Gernez;
b: Elby; c: Coucke; d: de Brabandere; e: Trooster
kinderen:
1. Monique Sobbel (P)
2. Louisette
Sobbel (P)
3. Pierre Sobbel (P)
4. Thérèse Marie
Joseph Sobbel
& met Henri Eugène Cornil André
(P
5. Michel Jérome Cornil Sobbel (P)
(geb. Rosendael, 22 juli 1935 (P) gest.
Rosendael, 21 mrt 1986 (P)) paswerker (P), werd 50 jaar
& ?
Bronnen:
(P) Pierre;
(1) Via Geneanet: a: Gernez;
b: Coucke; c: de Brabandere; d: Trooster; e: Elby
Bespreking Marie
Madeleine Cornelie Metsu
Zij huwde te Rosendael op 27-jarige leeftijd met Maurice
Edouard Sobbel van ongeveer dezelfde leeftijd. Ze kregen samen vijf kinderen,
alle geboren te Rosendael.
XI.a.4. Marguerite (P) Marie (1a)(1b)(1c)(1d)(1e) Maria
(P) Madeleine (P) Cornelia (P) METSU (P)
(geb. Bambecque, 30 dec 1902 (P) gest. Bambecque
18 juni 1991 (P), begr. 21 juni (1d)) landbouwwerkster
(P), werd 88 jaar oud
Ongehuwd (P)
Bronnen:
(P) Pierre;
(1) Via Geneanet: a: Gernez;
b: Elby; b: Coucke; d: de Brabandere; e: Trooster
(geb. Bambecque,
31 aug 1904 (P) gest. Rosendael, 12 feb 1984 (P), begr Bambecque, 17 feb (1d))
onderwijzeres (P) te Steenvoorde (P), werd 79 jaar oud
Ongehuwd (P)
Bronnen:
(P) Pierre;
(1) Via Geneanet: a: Gernez;
b: Elby; c: Coucke; d: de Brabandere (Gery Lelieur heeft zelfde geg.); e:
Trooster
Bespreking gezin
Camille Josephus Cornelius & Marie Louise (Louise) Bonnez
Van Stavele afkomstig, is Camille Josephus Cornelius
gehuwd in Bambecque en daar gaan wonen, wat het begin is van de tak te Bambecque.
De meesten van zijn kinderen zijn evenwel in Rosendael gestorven (Daniel 81
jr, Jérome 75, Marie 59 jr, Agnès 79 jr), mogelijk in verband met het rusthuis
daar?,op één na die overleed in
Bambecque.
Hun nakomelingendan weer werden geboren in Rosendael en in Petite Synthe.
van de ouders:
X.a.4.
Jérome (Hieroniemus) Camille Cornelius METSU
(geb. Stavele, 22 mei 1876 gest. Poperinge,
20 aug 1965, begr Stavele 25 aug)
&
Stavele,1 juli 1908 met Celina
Lucia Cornelia De Maerel (Demaerel)
Angèle Eulalie Cornelia werd op 9 maart 1909 geboren
te Stavele. Zij zal ook spoedig de weg naar Antwerpen vinden om er te werken en
huwde op 1 oktober 1932 de fototechnicus Richard Laureys uit Beveren-Waas. Na
ettelijke mobilisaties en een gevaarlijke oorlog (bombardement waaraan zij
gelukkig ontsnappen) leven zij meer dan vijftig jaar samen te Wilrijk, waar zij
overlijdt op 14 november 1989. Zij hadden drie dochters: Maria Celina
Theophiel, Cecilia Maria Cornelia en Suzanna Yvonne Cornelia, alle drie te
Antwerpen geboren.
(1) Via Geneanet: a: Elby; b:
Coucke; c: de Brabandere; d: Trooster
(3) BS Stavele, geboorten 18
(P)
(5) BS Stavele, overlijdens 22
(P)
XI.b.10. Joseph Maurice Cornelius METSU (P)
& Antwerpen 5 mrt 1957
(P)(1a) met Martha Beukeleirs (P)
Bronnen:
(P) Pierre
(1) Via Geneanet: a: Elby; b:
Coucke; c: de Brabandere; d: Trooster
Bespreking gezin
Jérome (Hieroniemus) Camille Cornelius METSU
& Celina
Lucia Cornelia De Maerel (Demaerel)
Hij had met zijn
vrouw tien kinderen, allen te Stavele geboren, maar slechts een kleine
meerderheid is in
de buurt gebleven.
Het eerste (Angèle
Eulalia Cornelia), vijfde (Maurice René Leon Corneel), zesde (Leon Petrus
Cornelius) en tiende (Joseph Maurice Cornelius zijn naar (Groot-) Antwerpen
overgestoken, Angèle en Leon hebben er nakomelingen wonen. .
Het tweede kind
Yvonne Cornelia is in Hoogstade overleden, het derde Maria Margareta Cornil,
achtste en negende zijn in Stavele vroeg overleden.
Het vierde, Maria
Flavie Cornelia is in Proven overleden, en heeft nakomelingen in Poperinge,
maar ook hun kinderen zijn daar niet noodzakelijk gebleven.
Het zevende, René
Henri Joseph overleed in Stavele en bleef ongehuwd.
van de ouders:
X.a.6.René
Remy Cornelius METSU
(geb. Stavele, 8 nov 1879 gest. Rosendael, 5
juni 1951), werd 71 j
&&
Dunkerque, 26 jan 1918 met Gentilie (Gentilly) Thibouw
versie 15.05.2014; DE TIENDE GENERATIE (blogversie)
van de ouders:
IX.b.1.Petrus
Leopoldus METSU
(geb. Hoogstade, 29 juni 1843 Antwerpen, 20 okt 1924), werd 81 j
& Stavele, 25 jan 1871 met Philomena De Meersseman
(geb. Stavele, 9 dec 1849 gest. Antwerpen, 25 jan 1939), werd 90 j
X.a.1. Julius (P) / Jules (P) Cornelius (P) METSU (P)(geb. Stavele, 11 apr 1871 (P) gest. Ekeren, 25 mrt (P), begr 28 mrt 1934 (P)), herbergier (P), werd 62
jaar
& Antwerpen, 1895 (P)met Silvia Maria (P) De Vos (P)
Devos (1c)(1d)(1e)(geb. Eksaarde, 31 juli 1870 (P) gest. Ekeren, 24 juni 1954 (2) begr. 26 juni (1c)(1d)),
herbergierster (P), werd 93 jaar
- ouders: ?
bleven kinderloos
(P)
Bronnen:
(P) Pierre;
(1) Via Geneanet: a: Gernez;
b: Elby; c: Coucke; d: de Brabandere; e: Trooster;
& Bambecque, 30 mei 1897 (P)(1 juni (1a)) met Marie (P) Louise (P) Louize (D)(1a)(1b)(1d)) Bonnez (P)
(geb. Roesbrugge-Haringe, 10 (1a) 17 (P)(1b)
mei 1870 (P) - Bambecque 15 juli 1948 (P)) servante (1a),
werd 78 jaar
- ouders: François
Xavier Paul Bonnez (gest Roesbrugge, 28 okt 1893), ouvrier
& Marie Thérèse Constance Melis (1a)
kinderen:
XI.a.1. Daniel Pierre Cornil METSU
(geb. Bambecque, 23 mrt 1898 -
Rosendael, 10 aug 1979, begr. Bamb.), werd 81 j
XI.a.2. Jérome Joseph Cornil METSU
(geb. Bambecque, 9 juli 1899 -
Rosendael, 18 dec 1974), werd 75 j
XI.a.3. Marie / Maria / Madeleine Cornelia /CornelieMETSU
(geb. Bambecque, 24 jan 1901 -
Rosendael, 24 sept of 22 sept 1960), werd 59 j
XI.a.4. Marguerite /Marie / Maria Madeleine Cornelia METSU
(geb. Bambecque, 30 dec 1902 -
Bambecque 18 juni 1991, begr. 21 juni), werd 88 j
XI.a.5. Agnès Alice /Alix Cornelie /Cornille / Cornelia METSU
(geb. Bamb., 31 aug 1904 - Rosendael, 12 feb 1984, begr Bamb., 17 feb),
werd 79 j
Bronnen:
(P) Pierre;(D) Derijcke
(1) Via Geneanet: a: Gernez;
b: Elby; c: Coucke; d: de Brabandere; e: Trooster
X.a.3. Flavie (2) Maria (P)(1a) Marie (2) Cornelia (2) METSU (P) (geb. Stavele, 16
(2) 18 (P) juni 1874 (2) Rosendael, 1 apr 1960 (P)), servante (2), werd 85 j
& Rexpoede, 30 aug 1892 (P) met Charles (2) Louis (2) Auguste (2) Aimé (2) Platel (2) (geb. Rexpoede (2) Bambecque (1c), 20 aug 1871 (2) gest.
Rosendael, 12 nov (P), begr. 15 nov 1957, Malo-les-Bains (1d)), charpentier (2)
werkplaatsleider (1d) cabaretier sur place (1a), werd 86 j
- ouders: Benoît
Edouard Platel (2) (geb. Rexpoede, 14 feb 1837 (1f) gest. 1912 (1b)(1f)) (55
jaar bij huw zoon (2)), charpentier (2) menuisière (1f), werd 75 j
& Rexpoede, 1
feb 1865 (1f) met Martine Jeanne Pillyser (2)(1f) (geb. Rexpoede, 27 okt 1833
(1b)(1f) Rexpoede (2)(1f), 26 juni (2) 1874 (2)(1b)(1f)), werd 40 j
Platel bij
huwelijk gedomicilieerd te Rexpoede (2)
Flavie
gedomicilieerd te Stavele bij huwelijk (2)
- grootouders
(vaderszijde): Francois Xavier Cornil Platel (geb 1807 gest Rexpoede, 18 aug
1862), werd 55 j
& Rexpoede, 16
juli 1850 met Barbe Constance Henriette Schapman (geb. Killem, 29 mei 1800
Rexpoede, 30 aug 1857), werd 57 j (1f)
- grootouders
(moederszijde): Pierre Jean Cornil Pillyser (geb. Rexpoede, 23, ged 24 mei 1797
gest. Rexpoede, 11 mrt 1877), colporteur, cultivateur, werd 79 j
& Beveren, 13
nov 1832 met Amelie Josephine Devette (geb. Beveren, 8 sept 1799 Rexpoede, 1
sept 1857), werd 57 j
Bronnen:
(P) Pierre;
(1) Via Geneanet: a: Gernez;
b: elby; c: Coucke; d: de Brabandere; e: Trooster; f: Pillyser (heeft meer over
Platel, Pillyser, Devette, )
(2) kopie BS Rexpoede,
huwelijksakte nr. 11 (P)
kinderen:
1. Georges René Albert Platel
(1a)(1c)(1e)(1f)
(geb. Bambecque, 11 okt 1893
(1a)(1e)(1f) - Bambecque, 14 okt 1893(1a)(1e)(1f)), werd 3 d
vroeg overleden
2. Julien Cornil Platel (1a)(1c)(1f)
(geb. Bambecque, 11 okt 1893
(1a)(1d)(1f) - Bambecque, 25 okt 1893 (1a)(1d)(1f)), werd 14 d
vroeg overleden
3. Marie (1a) Maria
(1b)(1c)(1d)(1e)(1f) Augusta (1a)(1b)(1c)(1d)(1e)(1f) Cornelia (1b)(1c)(1d)(1e)(1f)
Cornelie (1a) Platel (1a)(1b)(1c)(1d)(1e)(1f)
2de huwelijk Decoker & 20 aug 1920 met Leonie Victorine Marie Zegers
(1a)
&& 30 apr 1921 (P) 1935 (1b)(1d) met Henri Jules Varlet (geb. Arras
1 juni 1899 (1d) - ?) brandweerman (Pierre)
- ouders ?
kinderen:
3.4. Renee Varlet (geb. ?
Bailleul, 24 juli 1982)
3.5. Jean Varlet (geb. 6 maart 1922 verdwenen), was ongeveer even oud
als Pierre (Pierre)
Volgens Elby, Pillyser en Trooster zijn deze kinderen van Decoker, maar
Pierre, die ze gekend heeft, zegt dat dit niet klopt, dat ze wel degelijk
Varlet zijn.
(1) Via Geneanet: a: Gernez;
b: Elby; c: Coucke; d: de Brabandere; e: Trooster
X.a.6. René Remy Cornelius METSU (P)
(geb. Stavele, 8
nov 1879 (P) gest. Rosendael, 5 juni 1951 (P)), meubelmaker (P), werd 71 j
& ca 1910 (1b)(1c) in 1910
(1e) met Lucie Pepin (P) (geb. ca
1879 (1c) in 1879 (1e) -?)
- ouders?;
kinderen: geen?
(zie 1d)
&& Dunkerque, 26 jan
1918 (P) met Gentilie (P) Gentilly (D) Thibouw (P)(1b)(1c)(1e) (geb. Leisele, 11 mrt 1878 (P) -
Rosendael, 3 apr 1961 (P)), werd 83 j
- ouders?;
XI.c.1. Adrienne MarieCornelie METSU
(geb. Leisele, 22 mei of 29 januari 1901 gest. Deurne, 1985)
Gewettigd door René
XI.c.2.André METSU
(geb. 1908)
Bronnen:
(P) Pierre; (D) Derijcke
(1) Via Geneanet: a: Gernez;
b: Elby; c: Coucke; d: de Brabandere; e: Trooster
X.a.7. Bertha Maria Cornelia METSU (P) (geb. Stavele, 14 juli 1882 (P)) Antwerpen, 2 okt 1966 (P), begr
Deurne, 6 okt (1b)(1d)(1e)) meid, winkelbediende (1d), werd 84 j
& Berchem, 26 juni 1914 (P)
met Henricus (P) Henri Joseph (1b)(1c)(1d)(1e)(1f) Mestdagh (P) (geb. Westcappelle, 29 apr
1884 (P) Antwerpen, 25 feb 1919 (P)) officier (1b)(1d), werd 34 j
- ouders: Gustaaf
Mestdagh (1859-1910)(1e
& Louise Menge
(1857-1949)(1e)
&& Antwerpen, 6 apr 1926
(P) met Jacques Michel Henri (P) Van den Wijngaert (P) Wyngaert (D)(1b)(1c)(1d)(1e)(1f)(geb. Borgerhout, 2 sep 1867 (P)
Antwerpen, 17 aug 1941 (P)) slager (1b)(1d), werd 73 j
- ouders?
Bronnen:
(P) Pierre; (D) Derijcke
(1) Via Geneanet: a: Gernez;
b: Elby; c: Coucke; d: de Brabandere; e: Mestdagh; f: Trooster
X.a.8. Romain Joseph Cornelius METSU (P)
(geb. Stavele, 8
jan 1885 (P) Antw., 6 juli 1962 (P)), begr. 10 juli (1d)), smid (P) werd 77 j
& Antwerpen, 20 feb 1903 (1b)(1c)(1d)
20 feb 1909 (1e) met Angèle (P) Angela (1c)(1d) Alfonsina (1c)(1d)(1e) Van
de Velde (P) Vandevelde (1c)(1e)
(geb. Steendorp 27
nov 1883 (1e) jan 1962 (1e)), werd 78 j
- ouders?
Kinderen: geen?
Bronnen:
(P) Pierre; (D) Derijcke
(1) Via Geneanet: a: Gernez;
b: Elby; c: Coucke; d: de Brabandere; e: Trooster
X.a.9. Augusta (P) Maria (P) Cornelia (1b)(1c)(1d)(1e) METSU
(P) (geb. Stavele, 11 nov 1887 (P) Antwerpen, 20 jan 1955 (P), begr.
Schoonselhof (1d)), werd 67 jaar
& Antwerpen, 25 mei 1907(P) met Florimond (P) Nicolaas () Nicolaus MariaSteyaert (P) (geb. Ekeren, 4 dec (P) 6 dec (1b)(1e) ged. 6 dec (1d)
1884 (P) Antwerpen, 23 juni 1953 (P), begr. Schoonselhof 26 juni (1d))
bediende (P)
- ouders: Antonius
Steyaert & Cornelia Rommens (1b)
Bronnen:
(P) Pierre; (D) Derijcke
(1) Via Geneanet: a: Gernez;
b: Elby; c: Coucke; d: de Brabandere; e: Trooster
kinderen:
1. Louisa Maria
Steyaert (P)(1a)(1b)(1d) (geb. Antwerpen, 14 jan 1908 (P)(1b)(1d) Kortrijk,
30 aug 2000 (P)(1d), begr. 4 sept (1d)), onderwijzeres op rust van het
Instituut van den B (1d), werd 92 jaar
& Antwerpen, 18 juli 1933 (P)(1b)(1d) met Eduardus (P)(1b)(1d)
Joannes (1b)(1d) Johannes (P) Binnemans (P)(1b) (geb. Borgerhout, 11 mrt 1903
(P)(1a)(1b)(1d) - Antwerpen, 16 juni 1940 (P)(1a)(1b)(1d), begr. Schoonselhof,
19 juni (1d)), chef de garde bij de spoorwegen, beheerder (P), werd 37 jaar
- ouders: Edmondus Remigius
Binnemans & Maria Seghers (P)(1a)
kind:
1.1. Christiane Maria Binnemans
& Hilaire Antoon Joel Derycke
kinderen:
1.1.1. Jan Lodewijk Antoon Maria Derycke
1.1.2. Lieve Avila Hubert Maria Derycke
Bronnen:
(P) Pierre;
(1) Via Geneanet: a: Gernez;
b: Elby; 1c: Coucke; 1d: de Brabandere
(2) Burgerlijke Stand Leisele geboorten 102 (PWVi)
(3) Burgerlijke Stand Leisele geboorten 75 (PWVi)
(4) Burgerlijke Stand Leisele geboorten 100 (PWVi)
(5) Burgerlijke Stand Leisele geboorten 5 (PWVi)
(6) Burgerlijke Stand Leisele geboorten 43 (PWVi)
(7) Burgerlijke Stand Leisele geboorten 55 (PWVi)
(8) Burgerlijke Stand Leisele overlijdens 83 (PWVi):
Breyne Henri
(9) Burgerlijke Stand Leisele overlijdens 50 (PWVi)
Bespreking Maria
Theresia Sophia / Marie Thérèse Sophie METSU & Benedictus
Bernardus Breyne
Maria Theresia Sophia, vermoedelijk Marie
Thérèse Sophie Metsu, huwde op haar 25ste te Leisele op 10
juni 1862 met Benedictus Bernardus Breyne, een 31-jarige hoefsmid geboren te Leisele,
en wellicht daar gevestigd. We vonden zeven kinderen Breyne te Leisele vanaf de
huwelijksdatum, vermoedelijk zijn het dan ook hun kinderen. Zij was
kleermaakster van beroep.
Wat de
verdere evolutie betreft vonden we via de RAB-vrijwilligers database overlijdens
te Leisele van twee van de kinderen, die alweer vroeg overleden, maar we weten
verder niets over de ouders noch over de andere kinderen. Misschien zijn ze dus
niet in Leisele gebleven.
IX.a.3.
Carolus Ludovicus METSU (P)
(geb. Hoogstade, 18 juli 1837 gest. Hoogstade,
30 sept 1837)(P), werd 2 maanden
vroeg overleden
IX.a.4. Amelia Sophia METSU (P)
(geb. Hoogstade,
3 aug 1838 gest. Hoogstade, 8 sept 1838)(P), werd 1 maand
vroeg overleden
IX.a.5.
Seraphinus Ludovicus METSU (P)
(geb. Hoogstade, 25 aug 1839 gest.
Hoogstade, 6 nov 1839) (P), werd 2 maanden
vroeg overleden
IX.a.6.
Henricus Seraphinus METSU
(geb. Hoogstade, 7 okt 1840 gest. Hoogstade,
9 feb 1841) (P), werd 4 maanden
& Stavele, 19
april 1842 (P) met Maria Theresia (P) Marie Thérèse Caroen (P) (geb. Stavele,
24 mei 1815 Stavele, 22 jan 1905)(P) dagloonster - dienstmeid (P)
- grootouders
(vader):
Pieter Jacobus
Demeersseman (P)
& Maria
Cornelia Vandewalle mogelijk dochter van Petrus Dominicus van Watou (P)(geb.
Stavele, 17 apr 1777 (5) gest 1858? (P))
- grootouders (moeder)
Pieter Albertus /
Albertus Pierre Caroen (geb. Stavele, 22 feb (in getypte tekst 28 feb) 1785
Stavele, 19 nov 1818) (P) (broer: Joannes (P)
& Stavele, 20 aug 1813 (P) met Maria Catharina Butaeye (P)
(geb. Westvleteren, 3 apr 1784 18 feb 1826) (P) , getuigen Garmijn Albert Felix; Caroen
Jean; Vienne Philippe Jacques; Bruane François (P)
- overgrootouders
(moeder):
Pieter Johannes
Caroen (geb. Poperinge, St.-Bertinus, 1754? Stavele, 19 nov 1818) (P)
landsman, zoon van Pieter Ludovicus en Maria Pieternelle Blondez (P)
& Stavele, 7
dec 1784 (10) met Isabelle Thérèse Demazière (geb. Stavele, 16 sep 1755 gest.
Stavele, 1e prairial an 7 Fr) (P), woonden in Stavele (P).
(Pieter Joannes
was ook nog gehuwd met Rossez Joanna Thérèse (P)
en:
Charles (6) Ignace (P) Ignatius (6) Butaye (geb.
Stavele, 17 mei 1747 (6)
Er is ook een
stamboom Butaye opgemaakt (zie kopie in bijlage)
- overgrootouders
(vader):
(mogelijk zoon van
Joannes Carolus Baptiste Demeersseman & Joanna Maria Van den Broeck (geb.
Krombeke (P)) (P) (geb. Stavele, 20 mei 1782 (P) (mogelijk ook Westvleteren
1773 en Stavele 1852)(Derijcke)
- broers en zussen
Philomena (P)(D):
1. Arsenia
Philomena (geb. 1844)
2. Frederic
Ludovicus (geb. 1845)
3. Philomena
Octavia (geb. Stavele, 9 dec 1849 Antwerpen, 25 jan 1939)
(geb. Stavele, 13 aug 1889 Dunkerque, 20 nov 1951), werd 62 j
X.a.11. Amatus /Aimé Benoit Cornelius /Corneel METSU
(geb. Stavele, 17 mrt 1891 Antw., 17 aug 1965, begr Schoonselhof 20
aug), werd 74 j
X.a.12. Irma Maria Cornelia METSU
(geb. Stavele, 9 aug 1892 Antw./ Borgerh., 29 aug 1985, begr 3 sept
Borg.), werd 93 j
X.a.13. Maurice Joseph
Cornelius / Corneel METSU
(geb. Stavele, 16 nov 1894 Antw., 9 feb 1980, begr 14 feb,
Schoonselhof), werd 85 j
Bespreking
Pieter Leopoldus Donatus Metsu en Philomena Octavia Eularia De Meersseman
Over Pieter
schrijft Pierre het volgende:
Grootvader Pieter heb ik weinig gekend, hij
stierf reeds in oktober 1924 te Antwerpen.
Hoewel van Hoogstade, heeft hij op enkele jaren na steeds
te Stavele gewoond en er als landbouwknecht gewerkt. Hij had een goede kennis
van paarden, de tractoren van die tijd, en had het tot cartong gebracht, dit
is in het Westvlaams paardengeleider, wat een zekere verantwoordelijkheid
betekende gezien het kapitaal dat dit vertegenwoordigde.
Verder werd verteld dat hij ook in omliggende dorpen
bedrijvig was, o.a. te Bambecque. Dat wil zeggen dat de man voor een week
uithuizig was, gezien er noch fietsen noch trams of ander plaatselijk vervoer
tussen deze dorpen bestonden.
Grootmoeder, in de eerste plaats
huismoeder, stond aldus voor alles alleen in en niet in het minst om met
beperkte middelen het huishouden te drijven en rond te komen. Ze diende alles
te doen om iets bij te verdienen. Dank zij haar sterk gestel en voldoende
kennis van de hygiëne slaagde zij er in alle kinderen zonder enig verlies groot
te brengen.
Als volleerde hulp van de dorpsdokter kon zij uit haar
praktijk optreden als een gerespecteerde vroedvrouw, die bij latere bezoeken
aan haar geboortedorp Stavele een levendige sympathie zal bewaren.
Bij het uitbreken van Wereldoorlog I lag het front slechts enkele kilometer van
het dorp. Alles werd voor de verdediging of de verzorging ingezet, zodanig dat
zij ook soldaten moesten inkwartieren en dat hun schuurtje een kledingdepot
werd.
Intussen waren de zonen opgeroepen voor militaire dienst
en Hector en Maurice met de terugtrekkende troepen uitgeweken naar Nederland.
Terwijl Romain krijgsgevangen zat in Duitsland, zat Aimé in het Franse
Bourbourg in de militaire bakkerij. Verschillende dochters als Augusta, Bertha
en Irma bevonden zich de gehele oorlog te Antwerpen en dus langs de Duitse
zijde van het front
.
Na de oorlog, toen alle kinderen, op Jérome na, Stavele
hadden verlaten, besloten de ouders naar Antwerpen over te steken waar zich de
meesten hadden gevestigd.
Deze overplanting was voor grootvader geen gelukte
operatie, gezien hij de vrije natuur had moeten ruilen voor binnen zitten of
onbekende straten met mensen die zijn taal niet spraken.
Grootmoeder daarentegen, prachtig opgevangen door haar
dochter Gusta en haar man Florimond, paste zich wonderwel aan de nieuue
levenswijze aan en sleet verder een zeer mooie oude dag tot 1939. Dank zij haar
sterk gestel was zij nooit ziek en steeds op bezoek bij een of andere zoon of
dochter. Gelukkig is haar een tweede oorlog gespaard gebleven en overleed zij
op 25 januari 1939. Op zaterdag 28 werd zij met een prachtige dienst in de
Sint-Laurentiuskerk Antwerpen begraven.
IX.a.8.
Rosalia Sophia METSU
(geb. Hoogstade, 9 dec 1844 gest. Hoogstade,
14 feb 1845)(P), werd twee maanden
vroeg overleden
IX.a.9.
Sophia Justina METSU
(geb. Hoogstade, 2 jan 1846 gest. Hoogstade,
21 feb 1846)(P), werd 1 maand
vroeg overleden
Van de ouders:
VIII.b.1. Seraphinus Eduardus
METSU
(geb. Roesbrugge Haringhe, 23 jan 1817 Houtkerke, 4juli 1871), werd 54 j
& Roesbrugge, 22 mei 1861 met Maria Amelia Ducouran
(geb. Roesbrugge, 7 nov 1836)
kinderen: twee (IX.b.)
IX.b.1.
Leonie Marie METSU
(geb. Houtkerque, 8 juli 1862 - ?)
IX.b.2.
Zenobie Eugenia METSU
(geb. Watou, 28 mrt 1865 - ?).
Van de ouders:
VIII.b.2. Carolus Josephus
Ludovicus METSU
(geb. Haringhe, 12 feb 1818 Watou, 24 feb (dec (derijcke)) 1904)
herbergier / gistverkoper
& Roesbrugge, 16 mei 1848 met Anna / AnneThérèsia / ThereseMaria Lefevre(geb. 22 sept 1823 Roesbrugge, 17 feb 1895)
herbergierster, werd 71 jaar (7b)