Qua gebruiksgemak en vlot verlopen van het maken van afspraken opteren we voor een Facebookgroep waarin iedereen welkom is om zich op te geven om mee te spelen of zelf speelmomenten te lanceren. Volg ons op Facebook (klik) om op de hoogte te blijven!
5% korting op al uw aankopen bij spellenspeciaalzaak Adriaensen!!! (Klik op bovenstaand logo om de spellenlijst te bekijken)
Spellenblog SpinLi
Omdat spelen de belangrijkste bijzaak ter wereld is ...
20-11-2017
My story (Homosapiens Lab)
In "My story" bouwen de spelers hun ganse leven op door middel van een deckbuilding-principe. Ze groeien en veranderen van werk, doen ervaring op en bouwen hun algemene kennis en vriendenkring uit. De speler die tegen z'n pensioen het meeste ervaring heeft opgedaan, wint het spel. In de doos vinden we 1 speelbord, een scoreblokje, 37 levenskaarten, 25 beroepenkaarten, 21 projectkaarten, 5 bonusgrondstoffenkaarten, 8 reüniekaarten, 14 doelstellingkaarten en voor elke speler zijn er een spelersbord, 1 spelersmarker, 6 grondstofmarkers en 7 startkaarten.
Het speelbord wordt in het midden van de tafel gelegd en de spelersmarkers op 22 van het jaarspoor gelegd die rondom het speelbord loopt. De spelers leggen hun spelersbord voor zich met alle grondstofmarkers op nul. De beroepenkaarten worden geschud en elke speler ontvangt er 2, één ervan steek je bij je startkaarten, de andere wordt links open naast het spelersbord gelegd en toont je eerste beroep. De resterende beroepenkaarten vormen een trekstapel en er worden 5 kaarten als vitrine opengelegd op het speelbord. Ook de projectkaarten ondergaan hetzelfde lot. De reüniekaarten en bonusgrondstoffenkaarten worden naast het speelbord klaargelegd. De spelers wiens marker het dichtst bij de 20 staat (de jongste dus), begint het spel.
Tijdens een speelbeurt doorlopen we telkens vier fasen die de spelers volledig doorlopen alvorens naar een volgende fase te gaan :
1) Planningsfase : Draai de bovenste 4 kaarten van je trekstapel open en voer de effecten van de kaarten één voor één uit. Pas de grondstoffenmarkers aan zodat je je totaal aan grondstoffen voor deze ronde hebt. Wanneer de opengedraaide kaarten dezelfde kleuren tonen als de kleuren in je CV (links naast je speelbord) krijg je overigens extra grondstoffen (je ervaring begint z'n rol te spelen). Kleurloze kaarten in je CV leveren overigens elke ronde de afgebeelde grondstoffen op. Voer tenslotte ook de bonus uit van je huidige beroep. In de loop van het spel kan je bepaalde symbolen verwerven die je in staat stellen om tijdens deze fase een extra kaart om te draaien. Als je trekstapel is opgebruikt, schud je je aflegstapel en vorm je een nieuwe trekstapel. De grondstoffen die je gaat verzamelen : geld (munt), kennis (boek), gezondheid (kruis), familie (huis), relaties (smiley) en jokers (ster).
2) Onderzoekfase : Deze fase is optioneel en stelt je in staat om op 3 mogelijke manieren 1 nieuwe kaarten te verwerven. Ten eerste kan je een levenskaart aanschaffen door de gevraagde grondstoffen af te geven (combinatie van de kaart en de plaats op het speelbord). Je kan een tekort aan een grondstof bijpassen door jaren af te geven door je speelfiguur verder te zetten op het jaarspoor. Leg de aangeschafte kaart op je aflegstapel. Je kan op dezelfde manier een projectkaart aanschaffen. Vanaf het moment dat alle spelers voorbij de 30 of 40 jaar zijn wordt een derde soort van kaarten toegevoegd, nl. de reüniekaarten. Betaal de gevraagde grondstoffen en neem één van de doelstellingkaarten (hier mag je niet betalen met jaren). Deze kaarten leveren je punten op aan het einde van het spel. Deze kaarten worden niet in je deck geschud en leg je gewoon open naast je neer.
3) Groeifase : Ook deze fase is optioneel. Je kiest één van je gespeelde beroep- of projectkaarten van deze ronde, betaal de grondstoffen op de kaart en leg de kaart in je CV. Indien het project is, leg je de kaart onder je huidige beroep (ze levert nu extra grondstoffen op voor de volgende ronden). Indien je een beroepkaart afbetaald, leg je de kaart bovenop je huidige beroep en verander je dus van beroep. Zorg ervoor dat de symbolen altijd zichtbaar blijven door de kaarten een beetje verschoven op elkaar te leggen. Let op : Je moet minstens één van beide fasen 2 of 3 doen, maar je mag ze ook beiden uitvoeren. Je kan nooit NIETS doen in je leven!
4) Opschoonfase : Zet al je grondstoffenmarkers terug op nul. Vul de kaarten aan op het speelbord indien nodig. De spelers wiens marker het dichtst bij 20 staat, begint. Vanaf het moment je 30 en 35 jaar wordt en de startkaart met het symbool van 30+ en 35+ verschijnt, dan voer je de kaart nog uit en verwijder je ze nadien uit je deck.
Vanaf het moment dat je jaarmarker voorbij de 50 jaar gaat, eindigt jouw spel. Je beurt wordt overgeslagen tot alle spelers de 50 jaar gepasseerd zijn. Daarna worden de punten opgeteld : - Punten voor je doelstellingkaarten. - Punten voor je levenskaarten (staan rechtsonder op de kaarten). - Punten voor afgewerkte projecten in je CV. - Vergelijk alle grondstoffentypes tussen de spelers van al je kaarten (deck en CV). De speler met de meeste symbolen wint 5 punten, de tweede nog 2 punten. - Je krijgt nog 1/3/6/10 strafpunten als je het spel beëindigt op 51/52/53/54 jaar. De speler met de meeste punten wint het spel.
Titel : My story Auteur : Smoox Chen Uitgeverij : Homosapiens Lab Aantal spelers : 2-4 Speelduur : 60 min. Leeftijd : 10+
Vooraleer de winter z'n intrede doet, heb je in de herfst af en toe nog eens een warmere periode. Het perfecte moment voor een prachtige herfstwandeling en om te genieten van al die natuurpracht. Je ontdekt dan waarschijnlijk héél wat natuurlijke "schatten" zoals bessen, noten, paddenstoelen en veren. Aan jou om deze schatten te verzamelen en gepast te gebruiken om je bladerdek helemaal af te werken. De speler die hier als eerste in slaagt, wint het spel.
In de doos vinden we 2 speelborden, 6 verschillende spelersborden, 75 blaadjestegels (in 3 kleuren), 4 rugzaktegels, 1 bessenstruik, 1 startspelermarker, 80 schatten (30 bessen, 24 noten, 18 paddenstoelen en 8 veren), 20 dierentegels en 32 eekhoorntegels. Elke speler ontvangt een spelersbord, bestaande uit 6 delen, die hij zo snel mogelijk probeert te vullen met de tegels. Deze tegels hebben allen een vakje met een gaatje in. Aan jou om zo te puzzelen dat de schatten zichtbaar blijven en je ze later, als het deel gevuld is, kan oprapen en gebruiken voor hun eigenschap. In grote lijnen werkt dit spel zoals z'n voorganger Cottage garden, er zijn heel wat elementen die aan dit spel doen denken.
(foto : Henk Rolleman)
Als je aan de beurt bent, voer je één hoofdactie uit. Ervoor en/of erna kan je de speciale acties uitvoeren. Zo gauw een speler z'n spelersbord vol heeft, wordt de lopende ronde uitgespeeld en wint de speler met een vol bord. Indien er meerdere hun bord kunnen vullen, tellen de resterende schatten als tie-breaker.
Regels voor het plaatsen van blaadjestegels : - leg ze op lege plaatsen - je mag ze over schatten leggen (maar dan ben je ze kwijt) - je mag ze draaien en omkeren - je kan ze enkel op je eigen spelersbord plaatsen - je mag het gaatje plaatsen op een leeg vakje of één met een schat - je mag ze doorheen één of meer delen van je spelersbord laten lopen - je mag ze enkel plaatsen met je hoofdactie - je mag ze NIET op dierentegels plaatsen - je mag ze NIET op eekhoorntegels plaatsen - je mag ze NIET op een andere tegel laten rusten - je mag ze NIET buiten je spelersbord laten komen - je mag ze NIET meer bewegen eens ze geplaatst zijn
Extra regels voor het plaatsen van dierentegels : - je mag ze enkel plaatsen op blaadjestegels met gaten en de vorm van de dierentegel - je mag deze tegels ten allen tijde tijdens je beurt spelen, als je ze kan leggen - je mag er altijd voor opteren om een kleinere dierentegel te leggen dan mogelijk is - voor elke schat die je op deze manier afdekt, ontvang je deze schatfiches uit de algemene voorraad
Als je aan de beurt bent, mag je ofwel één van je blaadjestegel uit je persoonlijke voorraad gebruiken om op je spelersbord te plaatsen OF 1 eekhoorntegel van de voorraad te nemen en op je spelersbord te plaatsen (eekhoorns zijn puzzelstukjes ter grootte van één vakje). Indien je het gaatje van een tegel zo plaats dat er een schat zichtbaar is, plaats je de desbetreffende schatfiche op dit vakje. Indien je een deel van je spelersbord volledig hebt gevuld, mag je alle schatfiches van dit deel nemen.
Zo gauw je je laatste blaadjestegel uit je persoonlijke voorraad speelt, wordt deze aangevuld met de tegels die in de voorraad voorbij de bessenstruik liggen tot je exact 5 blaadjestegels hebt. Je kan er ook steeds voor opteren om 1 besfiche te betalen om je blaadjestegels aan te vullen tot vijf. Zo gauw de blaadjestegels in de algemene voorraad gereduceerd zijn tot 7 of minder tegels, vul je deze aan met tegels uit de terzijde gelegde voorraad.
De schatten en hun eigenschappen : De actie van de paddenstoelen en veren zijn ter vervanging van je hoofdactie. Die van de bessen en noten gelden als speciale acties en kunnen voor en/of na de hoofdactie gespeeld worden. Je mag ze zo vaak spelen als je wil. - Bes : geef een bes af om je persoonlijke voorraad blaadjestegels aan te vullen tot vijf. Indien je nog vijf tegels hebt, mag je zelfs een zesde tegel nemen (dit is wel het maximum). - Noot : geef een noot af en plaats een eekhoorntegel op je spelersbord. - Paddenstoel : geen een paddenstoel af en neem de eerste blaadjestegel van 2 tegenspelers en leg ze op je spelersbord. Je mag er ook voor opteren om slechts één tegel te gebruiken. - Veer : geen een veer af en plaats 2 tegels uit je persoonlijke voorraad op je spelersbord. Je mag je schatfiches steeds gaan ruilen zoals aangegeven op het speelbord (2 paddenstoelen voor 1 veer, 2 noten voor 1 paddenstoel, 2 bessen voor 1 noot en je mag ook telkens een schatfiche ruilen voor één van een lagere waarde, veer --> paddenstoel --> noot --> bes)
Als een speler z'n volledige spelersbord heeft vol gelegd, wordt de lopende ronde nog uitgespeeld. Elke speler ruilt z'n schatfiches nog in (volgens het inruilsysteem voor noten). Daarna ruil je al je noten in voor eekhoornfiches en leg je deze op alle lege velden die je nog hebt.
Titel : Indian summer Auteur : Uwe Rosenberg Uitgeverij : Edition Spielwiese Aantal spelers : 1-4 Speelduur : 15 min./speler Leeftijd : 10+
Tussen Noordoost- en Zuidoost Azië ligt er een erg vruchtbaar en mysterieus eiland "Formosa". Je vindt er prachtige landschappen, bergen, vlakten en heuvels in alle vormen en groottes. Het is een optimale plaats voor fruit. Je kan er in elk seizoen aan de slag om je fruit te verbouwen, te zaaien en te oogsten. In Harvest island ben je een fruitteler die tracht om zo veel mogelijk winst te maken. Hou rekening met de weersomstandigheden, gebruik ten gepaste tijde meststoffen en zorg ervoor dat jouw vruchten op het juiste moment klaar zijn om te oogsten zodat jij met het hoogste rendement gaat lopen.
In de doos vinden we een speelbord met een overzicht van welk fruit frequenter of minder voorkomt in elk seizoen. Daarnaast zijn er 12 mestkaarten, 12 veldkaarten (4 4 vlakte, 4 heuvel, 4 berg), 110 fruitkaarten en 25 weerkaarten (deze laatste twee telkens met de achterkant van de verschillende seizoenen). Tenslotte zijn er nog 12 fruitmarkers en 12 bijhorende dierenmedialles.
De kaarten worden allemaal per seizoen geschud en als trekstapels klaargelegd. De fruitmarkers starten op waarde nul op het speelbord. De mestkaarten worden als trekstapel klaargelegd en ook de vitrine met voorraadkaarten wordt alvast klaargelegd. Elke speler krijgt 4 handkaarten en het spel kan beginnen.
Als je aan de beurt bent, voer je één van de twee mogelijke acties uit :
1) Cultiveren : als je voor deze optie kiest, ga je 2 handkaarten uitspelen. Je gaat deze kaarten kunnen gebruiken om te zaaien, te planten, te bemesten of af te gooien. Nadat je deze actie hebt gedaan, vul je je hand terug aan tot 4 handkaarten. Je kan kaarten gaan aanvullen van de trekstapel (eerst huidige seizoen, indien opgebruikt het volgende seizoen) of de voorraadvitrine. Indien je opteerde voor het afgooien van 2 handkaarten kan je ook een mestkaart van de trekstapel nemen. Tenslotte ga je nog wat opschonen in de vitrine van de voorraad (opslag schuift naar bovenste vitrine en daar wordt alles afgelegd) en eindigt je beurt. De acties even uitgelicht : - zaaien : leg 1 fruitkaart onder een landschapskaart waar er nog geen zaaikaart ligt. Je mag nu op dit landschap fruit van dezelfde soort gaan planten - planten : leg 1 fruitkaart die overeenkomt met je zaaikaart op het landschap. Hou rekening met de limiet van het landschap (berg = 4, heuvel = 6, vlakte = oneindig). Leg de kaarten geschrankt zodat je steeds de waarde van de kaarten kan blijven zien. - bemesten : leg 1 mestkaart uit je hand bij een landschap. Deze kaart telt voor 2 kaarten bij het berekenen van het oogsten (zie onder) - afgooien : leg 1 handkaart in de opslagruimte (onderste vitrine) van de voorraad
2) Oogsten : je kan er ook voor opteren om één of meerdere velden te oogsten. De fruitkaarten hou je bij tot het einde van het spel (punten), de mestkaarten gaan terug op de trekstapel en de "gezaaide" kaart wordt afgelegd. Voor elke soort fruit die je oogst ga je ook kijken hoeveel kaarten de kolom bevatte. Is deze hoger dan de stand van de bewuste fruitmarker, neem je de bijhorende diermedaille bij je en verzet je de fruitmarker naar de hoeveelheid kaarten die je had. De dierenmedailles zullen dus van de ene naar de andere speler gaan als ze meer kaarten van een bepaalde soort gaan oogsten.
Indien je tijdens het trekken van nieuwe kaarten weerkaarten neemt, leg je deze open naast het speelbord en trek je een vervangende kaart. Indien er gelijktijdig een zon- en regenkaart ligt, worden beiden afgelegd. Indien er echter 3 kaarten van één soort gelijktijdig liggen, wordt het spel onderbroken om een natuurramp te laten geschieden. Elke speler zoekt z'n landschap met de meeste kaarten en legt de helft van deze kaarten (naar beneden afgerond) af. Je gooit enkel fruitkaarten af (geen mestkaart of zaaikaart). Je begint eerst met het afleggen van de hoogste waardes. Indien meerdere velden evenveel kaarten hebben, kies je welke het lot ondergaat. Fruitkaarten die reeds geoogst werden, zijn veilig voor een natuurramp.
Zo gauw de stapel winterkaarten opgebruikt is, eindigt het spel na de lopende ronde (zodat elke speler evenveel beurten heeft gehad). Je telt je punten op van al je geoogste kaarten, elke dierenmedaille is acht punten waard en elke kaart die nog in je landschappen ligt is 2 punten waard (zaaikaart, fruitkaart en mestkaart). De speler met de hoogste score wint.
Titel : Harvest island Auteur : Chih-Fan Chen Uitgeverij : Big Fun Games Aantal spelers : 2-4 Speelduur : 30 min. Leeftijd : 8+
In Feelinks draait alles rond emoties. Emoties die je hebt bij bepaalde situaties. En je moet niet enkel je eigen gevoel situeren en verduidelijken maar ook een beroep doen op je empathisch vermogen en trachten in te schatten wat je partners in het spel voelen en denken bij een bepaalde situatie. De kracht van het spel zit dus vooral in het elkaar aanvoelen en verwoorden van een emotie bij een bepaalde situatie. Een spel met een therapeutische waarde? We zijn benieuwd.
Het spel omvat 120 situatiekaarten, onderverdeeld in 3 decks. Er is een deck voorzien om te gebruiken als je met familie speelt, één met vrienden en één die je kan gebruiken in een klassituatie. Uiteraard ben je vrij om te kiezen, maar het is logisch als je deze decks op die momenten gebruikt. Op elke kaart staan overigens drie situaties waarvan je er telkens maar één gebruikt, dus je bent wel een tijdje bezig vooraleer je alle situaties hebt doorgespeeld. Daarnaast zijn er 24 emotiekaarten, verdeeld in 3 groepen (positieve, negatieve en neutrale emoties). Er doen er in elke ronde maar acht mee, maar in de loop van het spel zullen sommige emoties vervangen worden door anderen. Er is een dubbelzijdig scorebord, 8 scoremarkers en 72 stemkaarten (9 per spelerskleur). Tenslotte zijn er nog negen partnerkaarten die je gaat gebruiken om elke ronde nieuwe samenstellingen te maken qua partners. Er wordt een willekeurige startspeler gekozen die de stapel situatiekaarten bij zich neemt.
In een speelbeurt doorlopen we enkele stappen : 1) de startspeler neemt de bovenste situatiekaart (indien je niet tevreden bent over de kaart, mag je ook de volgende nemen) 2) de startspeler leest alle (acht) mogelijke emoties luidop voor en zorgt ervoor dat iedereen deze begrijpt 3) de startspeler kiest één van de drie situaties op de kaart en leest die luidop voor 4) elke speler (inclusief de startspeler) kiest z'n stemkaartje dat overeenkomt met het gevoel dat het dichtste bij z'n persoonlijke gevoel ligt omtrent de voorgelezen situatie en legt de kaart gedekt voor zich neer 5) de startspeler schudt de partnerkaarten en verdeelt deze onder de spelers, deze kaarten worden opengelegd, zodat je weet wie je partner is 6) je doet een gok naar het gevoel dat de andere speler (je partner) heeft gekozen en legt deze kaart bij die speler. Indien je denkt dat ze dezelfde optie als jezelf kozen, kies je de kaart met de 2 babbelende ventjes op. 7) vertrekkende van de startspeler onthult iedereen om beurten z'n gekozen gevoel en verduidelijkt ook waarom hij dit gevoel koos.
Indien je het gevoel van je partner hebt geraden, scoor je 1 punt. Indien zowel jij als je partner juist hebben geraden, scoor je beiden 3 punten. Indien je fout hebt gegokt, scoor je niets.
De startspeler krijgt nu de kans om een emotiekaart te ruilen. Je legt wel steeds een emotie van hetzelfde type in de plaats (positief, negatief of neutraal) geeft de stapel situatiekaarten door aan de speler links van hem en een volgende ronde begint. Je doorloopt alle stappen terug, dus je zal elke ronde een nieuwe partner hebben. Speel net zoveel ronden als je wil, aan te raden is dat zeker iedereen een keertje startspeler is geweest. Voor vier spelers kan je best 2 volledige rondjes draaien. De speler met de meeste punten wint het spel en spaart weeral een bezoekje aan de psycholoog uit.
Titel : Feelinks Auteurs : Vincent Bidault & Jean-Louis Roubira Uitgeverij : Act in games Aantal spelers : 3-8 Speelduur : 20-40 min. Leeftijd : 8+
Zooloretto, ook gekend als Burger's zoo bij ons, moet ik waarschijnlijk aan de meeste niet meer voorstellen. Zooloretto duell is (het spreekt voor zich) de 2 spelervariant op dit populaire spel. In het gekende doosje vinden we 45 dierenkaarten (gorilla, bizon, antilope, beer, tijgen en hyena), 12 verkoopsstandkaarten, 3 voortplantingskaarten (beer, tijger, hyena), 1 slotrondekaart, 7 zootegels (met de verschillende dieren en verkoopstanden op), 3 transporttrucks, 8 scorefiches, 12 puntenfiches en 12 geldmunten. De opstelling is vrij eenvoudig en hiervoor verwijs ik graag naar de spelregels.
Het spel verloopt over verschillende ronde tot het moment dat de slotkaart of de slotscorefiche in het spel terechtkomt. De lopende ronde wordt in het eerste geval nog uitgespeeld, in het tweede geval wordt het einde ingeluid als er nog een extra scorefiche wordt uitgedeeld. In een speelbeurt voert een speler één van de drie mogelijke acties uit :
1) Trek een kaart en leg deze aan een transporttruck aan. Let wel, aan één truck kan maar één kaart, aan de andere kunnen er twee. Indien de trucks vol kaarten liggen, is deze optie niet meer mogelijk en moet je één van de andere acties uitvoeren. 2) Neem een transporttruck en stap uit de lopende ronde. Je mag deze actie enkel kiezen als er minstens één kaart bij de gekozen truck ligt. De dieren worden onmiddellijk aan jouw kant van de bewuste zootegel gelegd. Je legt dieren van éénzelfde soort op elkaar, maar zorg ervoor dat de symbolen (die eventueel rechtsboven op de kaart staan) zichtbaar blijven. De verkoopsstanden worden aan de bewuste tegel toegevoegd en op elkaar gelegd, zodat ook hier de symbolen zichtbaar blijven. Als je een truck hebt gekozen, val je uit de lopende ronde en mag de andere speler acties blijven ondernemen tot hij ook een truck neemt. 3) Voer een geldactie uit. Door 2 geld te betalen, kan je een dier van de tegenstander stelen (een verkoopstand kan je niet stelen) OF al je negatieve punten afleggen die je reeds verzamelde. Zo gauw beide spelers een truck hebben genomen, leg je de resterende kaarten bij de niet-gekozen truck af en start een volgende ronde met de speler die als laatste een truck nam.
De symbolen op de kaarten : Zo lang je slechts één symbool hebt verzameld van een bepaald dier of verkoopstand, is het symbool nog nutteloos. Komt er echter een tweede symbool zichtbaar in dezelfde rij (dieren of verkoopstand) dan wordt de eigenschap van het symbool uitgevoerd. De bliksemschicht zorgt ervoor at je 1 minpunt moet nemen (de dieren maken ruzie). Het hartje zorgt voor een kweekprogramma, neem de kaart uit de voorraad (indien nog beschikbaar, anders pech) en leg ze bij in je rij van het bewuste dier. De vierkantjes zorgen ervoor dat je een onmiddellijk een dier of verkoopstand uit de aflegstapel mag nemen en in de bewuste rij plaatsen. Indien je hierdoor terug een symbool activeert voer je dit ook uit (behalve een vierkantje). De symbolen op de verkoopstand leveren telkens een munt op als je er 2 van hebt verzameld. Een derde symbool verzamelen is dan weer negatief en levert je een minpunt op. Bovendien moet je de kaart onmiddellijk afleggen.
Zo gauw de spelers in totaal zoveel dieren van een soort hebben verzameld als staat aangegeven op de zootegel, volgt er een tussentelling. De speler die het meeste dieren van die soort heeft, krijgt de bovenste beloningsfiche (en eventueel een munt, indien afgebeeld op de fiche). De zootegel wordt omgedraaid, zodat duidelijk is dat hij al gewaardeerd werd gedurende het spel. Bij gelijkstand vindt de score nog niet plaats, maar als er ooit een meerderheid wordt gecreëerd, is er wel een telling. Voor de verkoopstanden geldt hetzelfde, maar hier probeer je als unieke speler alle kleuren (4 kleuren) te verzamelen. Ben je de eerste die hierin slaagt, krijg je de beloningsfiche.
Nadat het spel is afgelopen krijg je nog 1 puntenfiche voor elke diersoort waarvan je er het meeste hebt. Bij gelijkstand krijgt niemand het punt. Voor elke 2 munten ontvang je ook 1 punt. Tel nu je beloningsfiches op bij deze puntenfiches en trek de strafpunten eraf. De speler met het meeste punten wint het spel. Bij gelijkstand wint de speler met het meeste resterende geld. Indien nog gelijk wordt de overwinning gedeeld.
Titel : Zooloretto duell Auteur : Michael Schacht Uitgeverij : Abacusspiele Aantal spelers : 2 Speelduur : 20 min. Leeftijd : 8+
In Chickwood forest kruip je in de rol van Robin Rooster, de haan die steelt van de rijken en geeft aan de armen. En als het even kan hier ook de nodige winst uithaalt. Je gaat buit vergaren, heldendaden verrichten, zwaar bewapende burchten bestormen en aalmoezen geven aan de armen. De speler die dit het beste doet, wint het spel. Het spel bestaat uit maar liefst 165 kaarten en 75 aalmoesblokjes (in de vijf spelerskleuren).
Verwijder bij aanvang van het spel de kaarten die niet deelnemen voor het spelersaantal en de vijf kaarten voor de variant als je deze niet wenst toe te voegen. Elke speler krijgt z'n aalmoesblokjes en alvast 3 kaarten op handen (4 bij 2 spelers). De stad/bos-kaarten worden geschud en als speelveld klaargelegd (3x3 of 2x3 bij 2 spelers). De kasteelkaarten worden op waarde (1-6) gesorteerd en als trekstapels klaargelegd (je gebruikt 1-4 bij 3 spelers, 1-5 bij 4 spelers en 1-6 bij 6 spelers, bij 2 spelers gebruik je de kaarten 1-3 op hun nachtzijde, achterkant). Neem de bovenste kaarten van elke stapel en verdeel ze willekeurig onder de spelers, de waarde geeft ineens de speelvolgorde aan. De spelers leggen deze kaart open voor zich neer.
Een speelronde bestaat telkens uit 3 fasen : 1) Onderzoek de kastelen : In speelvolgorde spelen de spelers om beurten één kaart bij één van de openliggende kastelen. De kasteelkaart geeft telkens aan of een kaart open of gesloten in de kolom moet worden aangelegd. Ook het aantal kaarten dat bij een kasteel kan worden gelegd, staat op de kaart afgebeeld (kasteel 1 = 2 kaarten, kasteel 2 = 3 kaarten, ...).
2) Steel de buit : In speelvolgorde kies je één kasteel uit en neem je alle daarbijgelegde kaarten mee. Leg de kasteelkaart op je oude kaart, deze bepaalt de speelvolgorde voor de volgende ronde. Leg alle buitkaarten open voor je neer en sorteer ze. Sommige kaarten leveren een onmiddellijk voordeel op dat je direct uitvoert. Je kan elk kasteel maar één keer aanvallen, het is echter wel toegelaten om een kasteel aan te vallen waar geen buitkaarten gespeeld zijn.
3) Geef aalmoezen : Tel de waarde van al de aalmoeskaarten bij elkaar op die je in deze ronde hebt verworven. Je mag het totaal aan aalmoesblokjes op de kaarten in het speelveld gaan plaatsen. Let wel, je mag enkel op de stadskaarten blokjes leggen, niet in het bos. Je legt blokjes van boven naar onder en van links naar rechts. Je volgende blokje moet telkens op een kaart gelegd worden die orthogonaal grenst aan de vorige kaart en je mag niet terugkeren naar een kaart waar je reeds was. Blokjes die je niet kwijt kan, blijven in je voorraad. Bossen zijn niet toegankelijk en je kan er ook geen blokjes plaatsen. De aalmoeskaarten worden nadien afgelegd.
Nadat iedereen z'n beurt heeft uitgevoerd, worden resterende buitkaarten bij kastelen afgelegd en krijgt elke speler terug 3 handkaarten voor de volgende ronde. Zo gauw er onvoldoende kaarten zijn om aan de spelers uit te delen eindigt het spel en worden de punten geteld. De speler met de meeste punten wint het spel.
Scoren van je buitkaarten : - Heb je een "betrapt"-kaart voor je liggen, moet je een schatkaart verwijderen waarvan je er het meeste hebt - De schatkaarten worden per soort gesorteerd. Diegene waarvan je er het meeste hebt, krijg je de waarde aan positieve punten. De andere schatkaarten leveren je allemaal één minpunt op per kaart - De outfits leveren je 5 punten op als je er één exemplaar van hebt, heb je er één dubbel, dan levert deze je nul punten op - De juwelen leveren hun waarde op - De meid levert je 1 punt op voor elke soort van buitkaart die je verzamelde (soorten schatten, soorten juwelen, soorten outfits) - De bewakers leveren je 3 minpunten op
Scoren van je kastelen : - Tel de waarde van je kastelen bij elkaar op, dit is je score
Scoren van de steden : - Check welke beloningen vrijkomen op elke stadskaart. Een rij waarin een aalmoesblokje ligt, is opengespeeld en wordt uitgereikt - De speler met de meeste blokjes op een kaart, krijgt de grootste beloning, de tweede de tweede, ... Bij gelijkstand wint de speler die als laatste een blokje plaatste
Titel : Chickwood forest Auteur : Matt Loomis Uitgeverij : Zoch verlag Aantal spelers : 2-5 Speelduur : 45 min. Leeftijd : 12+
Kimono is de Zoch versie van Zooscape. Het spel is identiek, men heeft er enkel een ander thema opgeplakt. Het toeval wil dat ik beide spellen uit Essen heb meegebracht, dus bij deze twee vliegen in één klap in deze beschrijving.
In het doosje vinden we 87 kaarten (56 curiosa, 9 goud, 9 actie, 10 kimono, 1 leerling, 1 zak, 1 vuilbak), 12 keuzeschijfjes (in 6 spelerskleuren), 1 meestermeeple en 2 groepsfiches. Leg de kimonokaarten als trekstapel klaar. Schud de marktkaarten (curiosa, goud en actie) en vorm vijf trekstapels (9/13 kaarten bij 3-4/5-6 spelers). Leg de zakkaart links (resterende kaarten worden hierop gelegd) van de stapels en de vuilbakkaart rechts ervan. Elke speler krijgt 2 keuzeschijven en de startspeler neemt de meestermeeple, de leerlingkaart en de 2 groepsschijven.
Het spel verloopt over vijf ronden die identiek verlopen. De spelers proberen de juiste combinatie aan kaarten te verzamelen om zo veel mogelijk punten te scoren. De curiosakaarten tonen hoeveel keer de kaart voorkomt in de stapel, hoe vaak je ze mag verzamelen en hoeveel punten ze waard zijn aan het einde van het spel. Actiekaarten laten je toe om onmiddellijke effecten uit te voeren zo gauw je de kaart wint en goudkaarten leveren gewoon punten op aan het eind.
Een ronde bestaat telkens uit 3 fasen : 1) Voorbereiding : de meester neemt de eerste trekstapel en legt de kaarten in een lange rij uit (zonder de volgorde te wisselen).
2) Marktfase : de meester verdeelt de rij in twee groepen door de kaarten wat uit elkaar te schuiven (zonder de volgorde te veranderen). Een groep moet uit minstens één kaart bestaan. De meester legt de groepsschijven boven groep 1 en 2. Tenslotte legt hij de leerling kaart op een gekozen plaats in één van de twee groepen. Alle spelers (ook de meester) kiest dan één van z'n keuzeschijven en legt deze gedekt voor zich neer. Als iedereen heeft gekozen, worden de schijven omgedraaid en kunnen er zich drie situaties voordoen : - niemand koos een groep : de kaarten worden op gedekt op de vuilbakkaart gelegd - één speler koos een groep : de speler krijgt alle kaarten, legt ze open voor zich neer per soort en voert eventuele actiekaarten onmiddellijk uit - meerdere spelers kozen een groep : afhankelijk van volgende situaties gebeurt het volgende : * de groep bestaat uit één kaart : elke speler die deze groep koos, krijgt een kimonokaart van de trekstapel en de gekozen kaart wordt op de vuilbakkaart gelegd * de groep bestaat uit meer kaarten : de meester deelt de groep weer in 2 en de betrokken spelers maken wederom een keuze
3) Ledigen van de vuilbak : op het einde van een ronde, nadat alle spelers kaart(en) hebben gewonnen, wordt ook de functie van de leerling uitgevoerd. De leerling kaart kan bij een speler liggen of niet. In het eerste geval neemt de speler alle kaarten uit de vuilbak bij zich, legt ze per soort en voert eventuele actiekaarten uit. Bovendien wordt de speler startspeler voor de volgende ronde. Indien de kaart niet bij een speler ligt, blijven de kaarten in de vuilbak en wordt de volgende speler (kloksgewijs) de nieuwe startspeler.
Na vijf ronden volgt er een slottelling waarbij je scoort voor je verzamelde curiosa, goud en puntenverlies lijdt door brandkaarten (soort actiekaart). - punten per curiosakaart als je niet over de limiet gaat - 1 strafpunt per curiosakaart waarvan je er teveel verzamelde - punten per goudkaart volgens afgebeeld aantal goudklompjes - 4 strafpunten voor elke brandkaart
Actiekaarten : - brandkaart : 4 strafpunten - gelukskat : trek één kaart van de trekstapel (die op de zakkaart ligt) en leg ze in je vitrine - breekkaart : leg 2 van je curiosekaarten af - kopieer : plaats deze kaart in een rijtje van je curiosa die je het meeste hebt, deze telt als een joker
Titel : Kimono Auteur : Hisashi Hayashi Uitgeverij : Zoch verlag Aantal spelers : 3-6 Speelduur : 30 min. Leeftijd : 10+
Oorspronkelijk waren de gnomen een stelletje luiwammesen. Tot er op een dag een tovenaar langskwam met z'n magische schudbeker. Het schudde de gnomen eens danig door elkaar, zodat ze wel naarstig aan de slag gingen ... en hij deed hierbij natuurlijk zeker z'n economische voordeel. Het is nu aan ons, de spelers, om ons voordeel te doen aan de werkkracht van de gnomen.
In de doos vinden we speelgeld, 60 goederen in 6 kleuren, 15 gnomen in 3 kleuren, een gnomenbeker en een gnoomvanger en een dubbelzijdig speelbord (afh. aantal spelers). De gnomen worden in de beker gestopt en de gnoomvanger wordt samengesteld. In het midden van het speelbord (markt) wordt 40 geld klaargelegd. De spelers krijgen elke 400 geld en 10 goederen. De speler die als laatste een beker in z'n handen had, begint het spel, daarna wordt er kloksgewijs verder gespeeld.
Als je aan de beurt bent, neem je de beker met gnomen en schudt je ze in één vloeiende beweging in de gnoomvanger. Er moet minstens één gnoom uit de beker vliegen. Het aantal gnomen die uit de beker vliegen zullen de actie bepalen die je mag ondernemen. Je mag niet "dubbel-shaken", dit kost je 40 geld aan de markt en je beurt beëindigt onmiddellijk.
Voer de actie uit die overeenkomt met het aantal gnomen dat er uit de beker zijn gevlogen : * ongelukkige gnoomplaatsen (1/3/15 en 7) : Indien je 1/3/15 gooit, moet je 40 geld betalen aan de markt. Gooi je er 7 moet je één van je grondstoffen uit een gebouw verwijderen. Indien je nog geen goed in een gebouw had, verwijder je er één uit je voorraad naar de ongebruikte opslagplaats op het bord. * werkhuizen (4,5,6,8,9,11,12) : zet je gnomen aan het werk in de apotheek, de pottenbakkerij, de smidse, de klerenmaker, de juwelier, de schrijnwerker of de bakkerij. Je gaat goederen plaatsen OF goederen verkopen. Plaats een goed op de laagste waarde van het desbetreffende werkhuis. De goederen die er al stonden verhogen in waarde. Duw je een goed van de hoogste waarde, gaat deze naar de ongebruikte opslagplaats op het bord. Als je ervoor opteert om goed(eren) te verkopen, verwijder je jouw goederen uit de rij en ontvang je het geld. Zet je goederen op de ongebruikte opslagplaats. De resterende goederen in de rij zakken in waarde. * gelukkige gnoomplaatsen (2,10,13,14) : ontvang het voordeel van de locatie. - 2 = waarzegger : plaats een goed op een werkhuis naar keuze - 10 = taverne : zet een goed op de taverne en ontvang van de medespelers 10/20/30/... indien je er de 1ste/2de/3de/... aanwezige bent - 13 = bank : plaats een goed op de bank (indien je er nog geen goed hebt) en betaal 10 aan elke andere speler. Heb je er al wel een goed, dan ontvang je 30 geld van de andere spelers en plaats je je goed op de ongebruikte opslagplaats. - 14 = markt : neem al het geld uit de markt en leg er terug 40 vanuit de voorraad
Indien een speler geen geld meer kan betalen, wordt het verschil bijgepast uit de voorraad. Vanaf het moment dat 2 spelers geen goederen meer hebben OF alle voorraadplaatsen gevuld zijn met goederen eindigt het spel en wint de speler met het meeste geld.
Titel : Schüttel's Auteurs : Bernard Lach & Uwe Rapp Uitgeverij : Zoch verlag Aantal spelers : 2-6 Speelduur : 30 min. Leeftijd : 8+
In het café van Matilda komen de mensen niets te kort. De tafels kreunen er onder het gewicht van de kaas, pizza en taart. Het spel hanteert het dobbelsysteem dat we kennen vanuit (Sh)it happens en Vegas, waarbij spelers elke ronde hun dobbelresultaat op een tafel gaan plaatsen. Als iedereen z'n dobbelstenen opgebruikt heeft, worden de lekkernijen uitgedeeld en leveren deze punten op. Het spel eindigt zo gauw een speler 40 of meer punten heeft of alle eten opgebruikt is.
In de doos vinden we 13 tafeltegels, 60 stukken eten (30 kaas, 20 pizza, 10 taart), 1 zakje en 30 dobbelstenen (in de vijf spelerskleuren). Bouw het speelveld op zoals aangegeven in de spelregels (afh. aantal spelers). Al het eten wordt in de zak gestopt en de spelers nemen de dobbelstenen in hun kleur. De hongerigste speler is de startspeler.
Voorbereiding van een ronde : - leg 1 etensfiche op elke tafel, willekeurig uit de zak getrokken (ook al liggen er nog stukken van de vorige ronde) - de startspeler gooit 2 dobbelstenen en legt op de tafel(s) met de gegooide waarde een extra etensfiche
Actiefase : Om beurten gooien de spelers hun dobbelstenen en plaatsen ze ze op de tafels. Je neemt alle dobbelstenen van éénzelfde waarde uit je worp en plaatst deze op een tafel. Na je eerste worp plaats je de dobbelstenen op een tafel naar keuze. Bij elke volgende worp moet je op een aangrenzende tafel plaatsen (orthogonaal). Hou rekening met de volgende zaken : - op één tafel mag je slechts dezelfde waarde aan dobbelstenen hebben (je mag er dus in verschillende ronden bijleggen, maar enkel met dezelfde waarde) - de waarde van jouw dobbelstenen mag verschillen met die van andere spelers - indien je reeds een bepaalde waarde hebt gelegd, mag je diezelfde waarde niet op een andere tafel leggen
Verdeelfase : Zo gauw alle dobbelstenen zijn geplaatst, wordt voor elke tafel met dobbelstenen de etensfiches vergeven : - de speler met de meeste dobbelstenen op een tafel wint alle fiches - bij gelijkstand wint de speler met de hoogste waarde alle fiches - indien ook dit hetzelfde is, blijven de fiches gewoon op de tafel liggen Leg de fiches voor je neer en vorm cirkels van etenswaren van eenzelfde soort, want deze leveren extra punten op. Elke losse fiche levert 1/2/5 punten op voor kaas/pizza/taart. Eens je er een cirkel mee kan vormen verdubbelen de punten naar 10/20/50.
Einde van de ronde : De spelers nemen hun dobbelstenen terug en de volgende speler wordt startspeler.
Titel : Café fatal Auteurs : Brett J. Gilbert & Trevor Benjamin Uitgeverij : Zoch verlag Aantal spelers : 3-5 Speelduur : 30 min. Leeftijd : 8+
Elke speler heeft 3 dobbelstenen, die probeer je naar de drie doelen te schieten om punten te scoren. De eerste speler met vier punten wint het spel. Simpel, toch? In het doosje vinden we 3 doelschijven, 6 voetstukschijfjes, 18 dobbelstenen (in 6 kleuren), 24 overwinningspuntblokjes en 3 scoreschijven (zonder gat in het midden). Leg de drie doelschijven in het centrum van de tafel, zorg ervoor dat ze minsten een dobbelsteen uit elkaar liggen. Elke speler neemt een voetstuk en 3 dobbelstenen in z'n kleur en plaatst een torentje (voetstuk met daarop 3 dobbelstenen) op zo'n 20 cm van de doelschijven. De overwinningspuntblokjes en scoreschijven leg je nog terzijde.
Om beurten, vertrekkende van de speler met de grootste handen, schiet je je bovenste dobbelsteen naar de doelschijven. Laat de dobbelsteen liggen waar hij landt, tenzij je een fout maakt. Indien je een fout maakt, verlies je een dobbelsteen.
FOUTEN : - je dobbelsteen valt van de tafel (zelfs als je door een ander van tafel wordt geduwd). Leg de dobbelsteen onder je voetstuk - je dobbelsteen schuift ipv te rollen. Leg de dobbelsteen onder je voetstuk - je schiet 2 dobbelstenen ipv 1. Kies één van beide dobbelstenen en leg onder je voetstuk - je duwt je ganse stapel om. Kies één dobbelsteen en leg onder je voetstuk
DUBBELS : Je mag volledig vrijblijvend "dubbel!" roepen als op het einde van een beurt 2 van jouw geschoten dobbelstenen dezelfde waarde tonen. Je neemt dan één van beiden terug op je stapel en kan deze ronde dus één keer meer schieten. Let wel, dit is absoluut niet verplicht en kan in je eigen beurt of die van een andere speler geroepen worden. De dobbelstenen die nog op je toren liggen, tellen niet mee voor dubbels.
DOOD CENTRUM : Indien je een dobbelsteen in het centrum van een doelschijf kan schieten, zodat de dobbelsteen de tafel raakt (door het gaatje), dan scoor je onmiddellijk één punt. Neem een overwinningspuntblokje en plaats de bewuste dobbelsteen onder je voetstuk. Ook wanneer een andere speler je in het doel schiet, hanteer je de bovenstaande werkwijze.
Nadat alle spelers hun dobbelstenen hebben afgeschoten en er geen "dubbel" meer wordt uitgeroepen, eindigt de lopende ronde. Vanaf de tweede ronde scoren de spelers met een scoreschijf onder hun voetstuk nu een punt per scoreschijf en leg je de schijf terug terzijde. Je krijgt deze schijven als aan het einde van een ronde (en na het geven van de punten) als je de hoogste unieke score aan dobbelstenen op een doelschijf hebt. Leg de scoreschijven onder je voetstuk(ken). Vanaf het moment dat er scoreschijven onder de voetstukken van spelers liggen kan je ook gaan mikken op deze schijven. Dit kan erg winstgevend zijn, want je neemt alle scoreschijven in één keer af van de aangevallen speler. Je legt de scoreschijven onder jouw voetstuk en kan er op het einde van de ronde dus punten voor scoren. In het zeldzame geval dat meerdere speler tegelijkertijd een succesvolle aanval uitvoeren (doordat je tegen een andere dobbelsteen schiet en beiden op de scoreschijf terechtkomen), wint de speler met de dobbelsteen met de hoogste waarde. Wanneer je een toren van een tegenstander omver schiet, wordt er één dobbelsteen van onder het voetstuk geplaatst en de rest terug op een toren gezet.
De speler die als eerste vier overwinningspunten weet te scoren, wint het spel.
Titel : Targets Auteur : Wilfried Fort Uitgeverij : Zoch verlag Aantal spelers : 2-6 Speelduur : 20 min. Leeftijd : 7+
Queendomino is de opvolger van het razendpopulaire en succesvolle spel "Kingdomino" dat dit speeljaar enorm veel prijzen wegkaapte. Kingdomino staat gekend voor het eenvoudige spelverloop en de ruime toegankelijkheid. Deze Queendomino blijft trouw aan de kern van z'n voorganger, maar brengt toch wat extra's met zich mee. Naast het gekende stramien worden er nu ook gebouwen toegevoegd die je op een tweede manier punten opleveren.
In de doos vinden we 4 starttegels, 48 dominostenen (gekend uit Kingdomino), 1 gebouwtableau, 8 koningfiguren, 32 gebouwtegels, 42 munten, 4 3D-kastelen, 1 3D-toren, 22 ridders, 15 torens, 1 waarderingsblokje, 1 koningin figuur en 1 draakfiguur. De dominostenen worden in de 3D-toren geplaatst, dit maakt het een stukje makkelijke om de tegels elke ronde te nemen (zonder de nummers en achterkant op voorhand te bekijken). Het gebouwtableau wordt in het midden van de tafel gelegd, de gebouwtegels geschud en als trekstapel klaargelegd. De vitrine op het gebouwtableau wordt alvast gevuld en de draak naast de gebouwen geplaatst. De ridders, torens, munten en koningin worden alvast klaargelegd en de dominotegels worden opgebouwd zoals bij Kingdomino (vier tegels van lage naar hogere waarde, elke speler kiest, daarna vier extra tegels openleggen).
Een speelronde lijkt erg op die uit Kingdomino (vandaar ook even deze link : http://www.bloggen.be/speleninlille/archief.php?ID=2998238), maar er komen enkele fasen bij die je kan gaan uitvoeren. Er wordt alleszins gespeeld tot de spelers wederom een domein van 5x5 gebouwd hebben (of 7x7 bij 2 spelers). Je scoort wederom punten door gebieden te vormen met zo veel mogelijk kronen. Daarnaast ga je ook gebouwen proberen aan te schaffen die je voordelen opleveren en punten aan het einde van het spel.
Stap 1 : Leg de dominosteen aan in je koninkrijk : Leg de dominosteen aan aan een landschap dat overeenkomt of aan de starttegel die dienst doet als joker. Je mag geen tegels op elkaar leggen. Je mag de steen oriënteren zoals je wil. Let erop dat je binnen de toegelaten grootte van domein blijft (5x5 of 7x7). Kan je de steen niet volgens de bovenstaande regels plaatsen, gaat deze uit het spel en heb je pech.
Stap 2 : Je mag 1 of 2 ridders inzetten op de zopas gelegde tegel. Hiermee ga je tol halen bij deze tegel. Het aantal munten dat je krijgt hangt af van de grootte van het gebied waarop je de ridder(s) plaatste. De ridders blijven tot het einde van het spel op de tegel staan. Je kan 2 ridders plaatsen, want een tegel bestaat telkens uit 2 vakken.
Stap 3 : Je mag 1 gebouw oprichten, indien je een vrij bouwveld (rood) in je domein hebt. Kies een gebouw van het tableau en betaal de prijs die eronder staat aangegeven. Staat de koningin in je domein krijg je 1 munt korting. Leg het gebouw met de rode kant naar boven op de bouwplaats en voer een eventueel onmiddellijk effect uit. Linksboven op de gebouwtegel staan soms ridders of torens en dan krijg je deze uit de voorraad. Torens worden onmiddellijk op de tegel geplaatst en de speler met de meeste torens (ook bij evenaring) krijgt de koningin in z'n koninkrijk. Linksonder staat het effect van het gebouw dat op een bepaald moment tijdens je beurt mag uitgevoerd worden. Rechtsboven staan soms kronen aangegeven die gewaardeerd worden aan het einde van het spel zoals gewoonlijk. Rechtsonder tenslotte staan de punten die de tegel oplevert aan het einde van het spel als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Het gebouwtableau wordt niet aangevuld tijdens de lopende ronde.
Stap 4 : Je mag de draak bewegen en hiermee één gebouw uit het tableau verwijderen. Je mag dit enkel doen als de draak nog in z'n hol zit (niet in het tableau) en de koningin niet in je domein aanwezig is. Betaal 1 munt en verwijder het gekozen gebouw van het tableau.
Stap 5 : Je moet tenslotte je koningfiguur op een volgende dominosteen plaatsen (idem Kingdomino).
Nadat alle spelers hun acties hebben uitgevoerd, dien je nog even alles op te schonen : - zet de draak terug in z'n hol - schuif resterende gebouwtegels naar rechts en vul het tableau aan - leg een nieuwe rij dominostenen uit
Dit alles wordt herhaald tot alle dominostenen zijn opgebruikt. De speler die de koningin nu in handen heeft, plaatst ze op een gebied in z'n domein. Ze telt als één kroon voor dit gebied. Elke drie munten leveren je nog één punt op. Alle gebieden worden gewaardeerd volgens de gekende Kingdomino-methode, zijnde het aantal vakken waaruit een gebied bestaat vermenigvuldigt met het aantal kronen die staan afgebeeld. Tenslotte scoor je ook nog punten voor je gebouwen.
ps : je kan King- en Queendomino naar hartelust gaan combineren om met 5-6 spelers aan de slag te gaan of om grotere gebieden te gaan construeren. Ook een teamplay-variant is mogelijk.
Titel : Queendomino Auteur : Bruno Cathala Uitgeverij : Pegasus spiele Aantal spelers : 2-4 Speelduur : 25 min. Leeftijd : 8+
TA-KE is een abstract 2-persoonsspel dat zich afspeelt in het feodale Japan. De spelers proberen als machtige shogun meer macht te krijgen en hun invloed in het land te vergroten. Je doet dit door je hofhouding stelselmatig uit te bouwen. Bovendien levert elke persoon je speciale eigenschappen op, die je ten gepaste tijde kan gaan inzetten ... vergeet zeker ook je tegenstander niet in het oog te houden.
Het spel bestaat uit een speelbord, 2 scoremarkers, 5 spookschijfjes, 1 zakje en 35 personenfiches. Het speelbord wordt in het midden tussen de spelers gelegd, de scoremarkers op de nul van het scorespoor gelegd. De personenschijfjes worden in de zak gestopt en één voor één eruit getrokken en in het midden van het speelbord op stapels van 7 schijven gelegd in de audiëntiezaal. Zorg ervoor dat je maximaal 2 schijven van dezelfde kleur op elkaar hebt liggen. Komen er drie van éénzelfde kleur na elkaar uit de zak, leg je de laatste schijf alvast op de volgende stapel.
Om beurten gaan de spelers één van de schijven uit de audiëntiezaal naar hun hofhouding roepen. De oudste speler begint en doorloopt de volgende vier stappen :
1) Gebruik de eigenschappen van je personages in je hof indien gewenst. Je mag van elk type personage één schijf gebruiken die je beschikbaar hebt. Hiervoor leg je de schijf één stap naar boven en voer je de desbetreffende actie uit. Hou ermee rekening dat je hiermee de waarde van de schijf bij puntentellingen verlaagd. Je kan elke schijf maar maximaal één keer in het ganse spel activeren voor z'n speciale actie.
2) Kies een vrijliggend persoonfiche van een stapel uit de audiëntiezaal en zet een spookschijfje op deze stapel. Neem de bovenste fiche van een stapel waarop geen spookfiche ligt en leg er nadien een spookfiche van naast het bord op.
3) Plaats het persoonfiche in je hofhouding op de onderste rij. Indien je reeds schijven van deze kleur hebt, stapel je ze gewoon op elkaar. Nam je een samurai, dan plaats je deze op de bovenste rij in een kolom naar keuze. De samurai geldt als een joker voor dit type persoon en scoort één punt per fiche bij de puntentelling.
4) Puntentelling : beide spelers scoren punten voor de persoon die is vrijgekomen in de audiëntiezaal. Door het wegnemen van het fiche is er een nieuw vrij komen te liggen. Deze persoon wordt gescoord. Je vermenigvuldigt het aantal bovenaanliggende schijven van dit personage (spookfiche wordt genegeerd) in de audiëntiezaal met het aantal punten van dit personage in je hofhouding (de punten naast je schijven en 1 punt voor elke samurai in deze kolom).
Je herhaalt dit principe tot alle schijven zijn weggenomen. Als je trouwens de laatste schijf van een stapel neemt, wordt er één personage zichtbaar en wordt deze gescoord zoals gebruikelijk. De speler die aan het einde van het spel het meeste punten heeft verzameld, wint het spel.
De eigenschappen van de personages : - Daimyo : je mag max. 3 samurais van plaats veranderen in je hofhouding - Ronin : je mag 1 spookfiche verplaatsen (een nieuw inbrengen OF één verwijderen OF één van stapel wisselen) - Geisha : je mag 1 openliggend personenfiche van stapel veranderen. Er mag geen spookfiche liggen op de stapel waarvan de schijf komt en waar ze naartoe gaat. Nadien mag je deze verplaatste schijf overigens niet nemen. - Ninja : je mag 1 van de personenfiches van de tegenspeler gebruiken. Je ninja is nadien nul punten waard. - Samurai : flexibel en joker, levert punten op voor elk type personage waar het bij ligt, maar geen extra speciale eigenschap
Titel : TA-KE Auteur : Arve D. Fühler Uitgeverij : Huch Aantal spelers : 2 Speelduur : 30 min. Leeftijd : 10+
In Istanbul - the dice game gaan de spelers zo snel mogelijk op zoek naar 6 robijnen (5 bij 4 spelers) en ze gaan dit doen op de traditionele manier, gekend uit het basisspel "Istanbul" dat talloze spellenprijzen in de wacht sleepte. Ik vermoed dat ik het bordspel niet meer moet voorstellen aan jullie, maar mocht je het nog nooit gespeeld hebben of er iets over gelezen hebben, verwijs ik je graag naar hier : http://www.bloggen.be/speleninlille/archief.php?ID=2494841
Zowel qua speeldoel als qua speelmateriaal doet deze dobbelversie erg denken aan z'n voorganger. Er is één speelbordje (geen aparte locatietegels meer), 42 goederentegels (in de vier gekende kleuren en een joker), muntenfiches, 7 dobbelstenen, bazaarkaarten, moskeetegels, robijnen en kristallen (nieuw). Daarnaast krijgt elke speler een overzichtje van alle actiemogelijkheden die je kan ondernemen met je dobbelworp.
Er worden ronden gespeeld tot een speler de nodige robijnen heeft weten te verwerven, door enerzijds goederen te verzamelen en anderzijds geld om het kleinood aan te schaffen. In een beurt doorloopt een speler telkens 4 fasen :
1) Neem inkomsten : sommige moskeetegels geven een permanent voordeel aan het begin van je beurt. Ze leveren je geld, 1 kristal of 1 bazaarkaart op. 2) Gooi de dobbelstenen : standaard gooi je 5 dobbelstenen, sommige moskeetegels stellen je in staat om er extra te gooien. Je mag in deze fase kristallen afleggen om te hergooien. 3) Voer de acties uit : standaard voert een speler 2 acties uit, maar sommige moskeetegels laten je toe om extra acties uit te voeren. 4) Geef 5 dobbelstenen door aan de volgende speler
De acties en de regels hierbij : - je kan een dobbelsteen slechts voor één actie gebruiken - je mag goederen afleggen als zijnde symbolen van de desbetreffende kleur - een bruin goed is een joker (en kan voor elke kleur gebruikt worden) - je kan éénzelfde actie meermaals uitvoeren - je moet een actie volledig uitvoeren vooraleer te beginnen met de volgende actie - indien je iets krijgt dat niet meer beschikbaar is in de voorraad, geven de andere spelers elk 1 van deze soort af
1) 2 identieke goederen : neem 1 goederenfiche van die kleur 2) 2 verschillende goederen : neem 1 kristal 3) 3 verschillende goederen : neem 1 bruine goederenfiche 4) 4 verschillende goederen : neem 2 goederenfiches naar keuze 5) alle symbolen met geld afleggen : ontvang het afgebeelde aantal geld 6) alle kaartsymbolen afleggen : leg bazaarkaarten open gelijk aan het aantal afgelegde dobbelsteensymbolen en kies er één kaart uit, de andere kaarten worden afgelegd 7) neem een openliggende moskeetegel door de gevraagde goederen af te leggen (dobbelstenen). Vul de vitrine moskeetegels terug aan. Indien je 5 moskeetegels hebt verzameld (4 bij 4 spelers), neem je onmiddellijk en éénmalig een robijn van de moskee op het speelbord. 8) leg het gevraagde aantal goederen (dobbelstenen) af om robijnen te kopen van het speelbord. Je kan bij de diverse goederen zelf gaan aanschaffen (zelfde kleur) of bij de handelspost waar je de gevraagde (diverse) kleuren moet afleggen. Tenslotte kan je ook geld afgeven om de eerstvolgende robijn aan te kopen bij de juwelier.
In de spelregels krijg je ook nog een mooi overzichtje van de moskeetegels en bazaarkaarten, maar deze zijn allemaal erg logisch en intuïtief.
Titel : Istanbul - the dice game Auteur : Rüdiger Dorn Uitgeverij : Pegasus spiele Aantal spelers : 2-4 Speelduur : 30 min. Leeftijd : 8+
In Azul gaan de spelers de wereldberoemde Moorse tegeltjes verzamelen om mooie patronen te vormen in de muren van het paleis van Alhambra. Elke speler krijgt een speelbord (dubbelzijdig om eventueel met een variant te spelen), 1 scoremarker die je op nul plaatst op je scorespoor. Er wordt een aantal fabriekstegels in het midden van de tafel gelegd, afhankelijk van het aantal spelers (5/7/9 bij 2/3/4 spelers). Alle 100 tegels (20 van elke kleur) worden in het zakje gestopt en er worden er vier op elke fabriekstegel gelegd. De speler die meest recentelijk Portugal bezocht, wordt de startspeler en krijgt de startspelerfiche.
Doel van het spel is zoveel mogelijk punten verzamelen vooraleer één speler een volledige rij kan vullen met tegels. Na de lopende ronde waarin dit gebeurt, eindigt het spel en wint de speler met de meeste punten na nog extra punten toe te kennen voor afgewerkte rijen, kolommen en volledig opgevulde kleuren. Het spel verloopt over verschillende ronden, die op hun beurt bestaan uit 3 fasen :
1) fabrieksaanbod : vertrekkende van de startspeler gaan de spelers tegels nemen van de fabriekstegels. Ofwel neem je alle tegels van één kleur van een fabriekstegel en leg je de andere tegels in het midden van de tafel. Ofwel neem je alle tegels van één kleur uit het midden van de tafel. De eerste speler die deze tweede optie kiest, krijgt ook de startspelertegel en legt deze op z'n strafpuntenrij. Nadat je tegels neemt, plaats je deze op je speelbord in een rij naar keuze. Hou er rekening mee dat in elke rij maar één kleur mag vertegenwoordigd zijn (en dat deze kleur nog beschikbaar is op dezelfde rij in je muur). Een teveel aan tegels (die je niet in je gekozen rij kan plaatsen) wordt op je strafpuntenrij gelegd. Deze fase eindigt zo gauw alle tegels weggenomen zijn, zowel op de fabriekstegels als het midden van de tafel.
2) betegelen van de muren : de spelers checken hun rijen (van boven naar onder) of deze volledig gevuld zijn. Rijen die niet vol zijn, blijven liggen voor de volgende ronde. Uit rijen die wel afgewerkt zijn, neem je één tegel en plaats je deze op het veld met de overeenkomstige kleur in dezelfde rij in de muur. De resterende tegels van de rij worden terzijde gelegd. Ze komen enkel terug in het spel als de zak leeg is. Je scoort onmiddellijk punten voor het leggen van een tegel in je muur. De puntentelling is eenvoudig. Je scoort één punt als er geen aangrenzende tegels zijn. Elke aangrenzende tegel en volgende tegel(s) (horizontaal of verticaal) leveren extra punten op, gelijk aan het aantal tegels in dit rijtje of kolom. Trek ook nog punten af voor de tegels in je strafpuntenrij en leg deze tegels dan af.
3) klaarmaken voor de volgende ronde : indien nog steeds geen speler een rij heeft afgewerkt, trekt de startspeler (diegene met de tegel) vier nieuwe tegels per fabriekstegel en start een nieuwe ronde. Indien er onvoldoende tegels in de zak zitten, plaats je alle afgelegde tegels terug in de zak. Aan het einde van het spel scoor je nog 2 punten per afgewerkte rij, 7 punten per afgewerkte kolom en 10 punten per afgewerkte kleur. De speler met de meeste punten wint het spel.
Titel : Azul Auteur : Michael Kiesling Uitgeverij : Plan B games Aantal spelers : 2-4 Speelduur : 30-45 min. Leeftijd : 8+
Nadat we vrijdag al een partyspel à la Dixit presenteerden, zetten we deze trend nog even door met deze "When I dream". Het spel verscheen vorig jaar al in de originele versie van Hobby Japan, maar krijgt nu z'n grote uitgave door de Belgische uitgeverij Repos. In het spel gaan de spelers om beurten in slaap vallen om te dromen over allerhande mooie zaken, maar laat jij je beïnvloeden door elfjes, het zandmannetje of de boogeyman? Slaag je er als dromer in om de juiste elementen te achterhalen aan de hand van tips van je medespelers? Hebben sommige spelers een verborgen agenda? Ieder probeert natuurlijk zo goed mogelijk te scoren en dit is afhankelijk van de rol die je elke ronde krijgt toebedeeld.
Het spel bestaat uit een prachtig vormgegeven doos, met dito inlay. We vinden 11 geestkaarten (5 elfje, 4 boogeyman en 2 zandmannetje), 110 droomkaarten (dubbelzijdig en elke kaart heeft 4 elementen (dit zijn begrippen)), 104 puntenfiches, 1 bed, 1 hoofdbord, 1 speelbord, 1 blinddoek en 1 zandloper (2 minuten). Plaat het speelbord in het midden van de tafel met het bed erop. Leg alle droomkaarten geschud in het bed en plaats het hoofdbord op één element. De puntenfiches en zandloper worden klaargezet. Afhankelijk van het aantal spelers worden bepaalde geestkaarten gebruikt. De oudste speler wordt de "dromer" en zet de blinddoek op.
Er wordt een aantal ronden gespeeld, gelijk aan het aantal spelers, zodat iedereen even veel keer "dromer" is geweest. Een ronde bestaat telkens uit een nacht- en dagfase. In de nachtfase krijgt elke speler een rol toegewezen in de vorm van een geestkaart. Je houdt deze rol verborgen voor de tegenspelers. De resterende kaart wordt gedekt in het midden van de tafel gelegd. De "dromer" zet z'n blinddoek op en de bovenste droomkaart wordt onderop de stapel gelegd. Draai de zandloper om en begin aan 2 dolle minuten tips geven.
De speler links van de "dromer" begint met het geven van een tip over het zichtbare element op de bovenste kaart van het bed. Deze tip mag slechts bestaan uit 1 woord. Om beurten geven de spelers een tip. Je tip mag geen rijmwoord zijn of lijken op het element en ook geen vertaling ervan. De "dromer" mag op elk moment tussenkomen en het element proberen te raden. Indien de dromer juist raadt, leg je de kaart aan de gele zijde van het speelbord. Bij een fout leg je de kaart aan de blauwe zijde. Daarna gaan de spelers verder met de volgende kaart ... tot de 2 minuten opgebruikt zijn. - de "dromer" mag altijd passen, de kaart wordt dan aan de blauwe zijde gelegd - indien een speler geen hint kan geven, zegt deze ook gewoon pas - indien een speler langer dan 5 seconden moet nadenken over een hint, moet hij ook passen - indien een speler een slechte, totaal irrelevante tip geeft, krijgt deze de droomkaart voor zich, deze levert een strafpunt op aan het einde van het spel - als je de kaarten op het speelbord legt, zorg er dan voor dat je de elementen nog kan zien
Na 2 minuten belanden we in de dagfase. In deze fase gaat de dromer z'n droom navertellen en probeert hij zoveel mogelijk elementen op te sommen die hij die nacht heeft tegengekomen. Je mag altijd thematisch een verhaaltje breien rond je opsomming. Na het verhaal mag je de blinddoek afzetten en worden de punten uitgedeeld. - de elfjes scoren 1 punt voor elke kaart aan de gele zijde van het speelbord - de boogeyman scoort 1 punt voor elke kaart aan de blauwe zijde van het speelbord - de dromer scoort 1 punt voor elke kaart aan de gele zijde van het speelbord en 2 extra punten als je alle elementen van de gele zijde hebt opgesomd in je verhaal - het zandmannetje scoort afhankelijk van het aantal kaarten aan beide zijden van het bord, nl. als er aan beide zijden even veel kaarten liggen, 1 punt per gele kaart en 2 extra punten. Als er 1 kaart verschil is, een aantal punten gelijk aan het aantal kaarten waarvan er het meeste zijn. Als er 2 of meer kaarten verschil zijn tussen geel en blauw, dan scoor je de punten van het laagste aantal van deze kleuren.
De volgende ronde wordt gestart, de volgende speler wordt de dromer. De gebruikte droomkaarten worden willekeurig geschud en gedraaid en onder de stapel geplaatst. Wanneer alle spelers een keertje "dromer" zijn geweest, eindigt het spel en wint de speler met de meeste punten. Vergeet niet strafpunten af te trekken van droomkaarten die voor je liggen.
Titel : When I dream Auteur : Chris Darsaklis Uitgeverij : Repos productions Aantal spelers : 4-10 Speelduur : 20-40 min. Leeftijd : 8+
Je hebt altijd voor- en tegenstanders voor bepaalde spelsystemen en memorie is er daar zeker één van. Heb je het geheugen van een lekke zeef, dan kijk je er toch altijd tegen op om een spel op tafel te gooien met een memorie-aspect erin. Maar vooraleer je onmiddellijk wegklikt, zou ik toch even verder lezen. Misschien vinden we met deze Memoarrr! wel de memory-variant die je wel weet te appreciëren. Ben je wel een fan van het systeem, dan raad ik je alvast aan om naar de winkel te spurten, want dan ga je hier sowieso fan van zijn.
In een doosje Memoarrr! vinden we 40 kaarten, bestaande uit 25 locaties, 3 vulkanen, 7 schatkaarten, 4 overzichtskaarten en 1 opstellingskaart. De locatiekaarten tonen telkens de 5 verschillende dieren in de 5 verschillende landschappen. Schud deze kaarten en leg ze in een grid van 5x5. De middelste kaart van de opstelling wordt uit het spel verwijderd en zonder te bekijken terug in de doos gelegd. De schatkaarten worden gedekt geschud en als trekstapel in het midden van het speelveld gelegd. Neem een aantal vulkaantegels, gelijk aan het aantal spelers minus één, schud deze en leg ze bovenop de schatkaarten. Elke speler ontvangt daarnaast ook nog een overzichtskaartje.
Voor aanvang van de eerste ronde mag elke speler de drie binnenste kaarten aan de rand van het speelveld aan z'n kant bekijken en terug gedekt neerleggen. Er mag hier uiteraard niet over gecommuniceerd worden. De speler die het meeste als een emotionele vulkaan uitbarst, mag het spel beginnen. Als je aan de beurt bent, draai je één van de gedekte kaarten open. Er kunnen zich twee situaties voordoen :
- de kaart komt overeen met de vorige opengedraaide kaart qua landschap of qua dier, je blijft in de lopende ronde en de volgende speler is aan de beurt - de kaart komt niet overeen met de vorige opengedraaide kaart qua landschap of qua dier, je ligt uit de lopende ronde, neemt de bovenste vulkaankaart en legt deze voor je neer. De volgende speler is aan de beurt. Vanaf nu wordt je beurt steeds overgeslagen.
Enkele bijzonderheden : - tijdens de eerste beurt van de startspeler mag deze geen kaarten opendraaien die hij bij aanvang van het spel heeft bekeken - de startkaart is altijd vrij natuurlijk, aangezien er nog geen overeenkomsten met andere kaarten kunnen zijn - wanneer je aan de beurt komt en alle 24 kaarten opengedraaid zijn, moet je een vulkaankaart nemen als je aan de beurt bent
De speler die als laatste overblijft (diegene zonder vulkaankaart voor zich), krijgt de bovenste schatkaart en legt deze gedekt voor zich neer. Daarna worden alle kaarten terug dichtgedraaid en start de volgende ronde met de speler op wiens vulkaankaart de meeste vogels stonden. Dit principe wordt 7 keer herhaald tot alle schatkaarten vergeven zijn. Na 7 ronden tellen de spelers het aantal robijnen op hun schatkaarten en wint de speler die er het meeste heeft verzameld.
Minder geluk? Sorteer de stapel met schatkaarten met bovenaan de zwakste en onderaan de beste schat.
Expertspel? De bovenstaande regels zijn die van het basisspel. In het expertspel ga je na het opendraaien van een kaart (die matcht) de eigenschap van het afgebeelde dier extra uitvoeren. - pinguïn : bekijk in het geheim een gedekte locatiekaart en leg ze gedekt terug - octopus : ruil deze kaart met een orthogonaal aangrenzende kaart, het maakt niet uit of deze open of gedekt ligt - walrus : duid een locatie aan die in de volgende beurt niet omgedraaid mag worden - krab : de speler neemt onmiddellijk nog een beurt. Indien je nog een krab omdraait, moet je weer een beurt spelen, ... - schildpad : er gebeurt niets
Titel : Memoarrr! Auteur : Carlo Bortolini Uitgeverij : Edition Spielwiese & Pegasus spiele Aantal spelers : 2-4 Speelduur : 15 min. Leeftijd : 8+
In "Booo!" nemen de spelers deel aan een spookwedstrijd waarin ze proberen om de bezoekers aan hun kasteel de stuipen op het lijf te jagen. De speler die als eerste het spookje richting de bezoekers kan verplaatsen, zal hiervoor beloond worden.
Het speelveld wordt gevormd door acht puzzelstukken die de omranding vormen en 9 kasteeltegels die telkens anders in elkaar zullen gepuzzeld worden. Daarnaast zijn er 15 bezoekersfiches die van lage naar hoge waarde als een stapel worden klaargelegd (9/12/15 fiches bij 2/3-4/5-6 spelers). De zes muurfiches worden op het scorespoor geplaatst en afhankelijk van de gekozen moeilijkheidsgraad worden 4 speciale verplaatsingsfiches toegevoegd of niet. Tenslotte is er één spookfiguurtje dat centraal op het speelveld start. De speler die het meeste witte kleren aanheeft, begint het spel en kiest onmiddellijk een route door 1,2,3 of 4 te zeggen.
In een speelbeurt doorlopen we 4 fasen :
1) plaats de bezoekersfiche : de startspeler neemt de bovenste bezoekersfiche van de stapel en bekijkt de achterkant. Deze toont telkens een combinatie schilderij-wapenschild (deze staan ook op het scorespoor afgebeeld) in de vier mogelijke looproutes. De speler legt de fiche op het veld op het speelbord dat overeenkomt met de looproute die hij bij aanvang van de ronde koos. 2) simultaan zoeken naar de route van het spookje : de spelers gaan gelijktijdig aan de slag om zo snel mogelijk een weg te zoeken van het spookje naar de bezoeker. Het spookje kan door muren, gangen en kamers gaan, zolang deze allen dezelfde kleur hebben. Het spook moet de bezoeker bereiken door slechts één kleur op z'n route aan te doen. Indien de speciale bewegingsfiches in het spel zijn, kan het spook van één val naar een andere val op het speelbord of kan hij zelfs van kleur veranderen nadat hij op het fiche is aanbeland. 3) bewegen van het spook : indien een speler de route heeft gevonden, roept hij "Booo!". Daarna toont hij de gevolgde weg. Is de route correct, dan ontvangt deze speler de bezoekersfiche en de muurfiche in de kleur die hij hanteerde op z'n weg. Indien de muurfiche reeds bij een andere speler ligt, neem je deze over. Tijdens een speelbeurt mag een speler de kleur(en) in de muurfiche(s) die voor zich lig(gen) niet gebruiken. Indien de route fout is of de speler een foute kleur heeft gebruikt, gaat de zoektocht verder voor alle spelers. 4) de volgende speler (kloksgewijs) wordt de nieuwe startspeler en kiest een looproute.
Het spel eindigt als : - 1 speler erin slaagt om 4 muurfiches te verzamelen, hij wint het spel - 1 speler erin slaagt om 5 bezoekersfiches te verzamelen, hij wint het spel - de bezoekersfiches zijn opgebruikt, de spelers tellen de waarden van hun bezoekers op bij hun muurfiches. De hoogste score wint, bij gelijkstand wint de speler die als laatste een bezoekersfiche won.
Titel : Booo! Auteur : Christophe Gonthier Uitgeverij : Blackrock games Aantal spelers : 2-6 Speelduur : 30 min. Leeftijd : 7+
zoals u waarschijnlijk wel weet, zijn dit erg drukke tijden voor de bordspelrecensenten met de talloze eindejaarsbeurzen en belachelijk veel nieuwe spellen die op de markt komen. Wij zullen de komende weken (maanden) hier zeker de spellen blijven voorstellen, maar zoals je reeds kon lezen, zijn we ook gestart met onze nieuwe blog ... die op termijn dit blog moet vervangen.
Aangezien dubbel werk op dit moment een tikje te veel energie vergt, verwijs ik je voor de populaire imprESSENs al graag door naar ons nieuwe adres. De spelbeschrijvingen verschijnen voorlopig dus nog hier, de imprESSENs vind je op volgend adres : spinli.wordpress.com Abonneer je misschien maar op de nieuwe site, zodat je op de hoogte kan gehouden worden bij het verschijnen van nieuwe besprekingen.
Muse ofte Dixit - the card game, het lijkt raar, want Dixit is toch ook al een kaartspel. In grote lijnen komen beide spellen echt wel overeen. In de eerste plaats natuurlijk door de prachtig geïllustreerde kaarten, 84 om precies te zijn en nu ook weer in de tarot-grootte. Daarnaast omvat dit spel ook nog 30 inspiratiekaarten, deze tonen een soort sterrenbeeld, met eronder een opdracht.
In dit spel verdeel je de spelers in twee of drie groepen. Schud de meesterkaarten en inspiratiekaarten. Het team van dee jongste speler start het spel. Tijdens de beurt doorloop je volgende stappen : 1) Kies een "muze" binnen het team dat aan de beurt is (best afwisselend) 2) Het andere team (of links zittende team) neemt 6 meesterkaarten en 2 inspiratiekaarten 3) Dit team kiest 1 meesterkaart en 1 inspiratiekaart en geeft deze aan de muze 4) De inspiratiekaart wordt opengedraaid, zodat alle spelers de opdracht zien, de muze moet zich aan deze opdracht houden en voert uit 5) De meesterkaart wordt terug tussen de 5 andere kaarten geschud en de kaarten worden opengelegd op tafel 6) Het team van de muze probeert de juiste meesterkaart te achterhalen. De muze mag niet communiceren, enkel z'n opdracht terug uitvoeren mag 7) Indien je correct kiest, mag je de kaart houden als overwinningspunt. Zo niet scoort het andere team de kaart.
Alle gebruikte kaarten worden daarna afgelegd en er start een nieuwe ronde. Het volgende team kiest nu z'n muze. Zo gauw een team 5 meesterkaarten heeft verzameld, winnen ze het spel.
Enkele mogelijke opdrachten : - noem een persoon (dood of levend) - neem een pose aan - noem een feestdag - teken met je vinger een vorm in de lucht - noem een gereedschap - noem een spel dat de laatst 20 jaar gepubliceerd werd - zeg een woord van exact 6 letters - noem een plant of groente - zeg een nummer - ...
ps : dit spel voorziet ook een variant voor 2 of 3 spelers, maar ons lijkt het echt iets om in grotere groepen te gebruiken
Titel : Muse Auteur : Jordan Sorensen Uitgeverij : Quick simple fun games Aantal spelers : 2-12 Speelduur : 25 - 35 min. Leeftijd : 7+
In deze variant van het erg populaire, coöperatieve kaartspel "The game - spiele so lange du kannst" ga je slechts met 2 spelers aan de slag en is het de bedoeling om het spel alleen te winnen. Enerzijds gaan de spelers wederom hun kaarten proberen weg te spelen op hun eigen persoonlijke aflegstapel, maar gaan ze ook de tegenspeler een handje helpen (verplicht). Het wordt allemaal dus een stukje tactischer.
Het grote principe van het basisspel blijven behouden, dus ik verwijs graag naar mijn beschrijving hiervan :
"Doel van het spel is om telkens kaarten te blijven aanleggen, vertrekkende van de startkaarten in oplopende, of aflopende volgorde. Hoe groot de sprongen tussen kaarten zijn, maakt in principe niet uit, maar verkleint de opties voor volgende beurten natuurlijk.
In een beurt moet een speler minstens 2 handkaarten uitspelen een aanvullen aan één of meerdere rijen naar keuze. Uiteraard moet je rekening houden met de oplopende of aflopende volgorde van de kaarten. Na het afleggen neem je éénzelfde aantal kaarten van de trekstapel en komt de volgende speler aan de beurt. Er is een extra speciale regel die je toelaat om te zondigen tegen de standaardregel. Je mag namelijk een kaart met een exact verschil van waarde 10 op een rij leggen en hiermee zondigen tegen de regels d.w.z. een kaart met waarde 10 minder in een oplopende rij en een waarde 10 meer in een aflopende rij. Zo kan je een rij dus terug "opener" maken om nog meer kaarten aan te leggen."
In deze variant nemen beide spelers hun eigen stapel kaarten op handen. Deze kaarten tonen de waarden 1 tot en met 60. De kaarten worden geschud en als trekstapel klaargelegd. Elke speler neemt alvast 6 kaarten op handen. De nieuwe regels : - er wordt om beurten gespeeld. Als je aan de beurt bent, moet je minstens 2 kaarten op je eigen stapels afleggen. - je mag ook één kaart bij een tegenspeler gaan leggen in je beurt - leg je bij jezelf af, dan gelden de regels van het basisspel - leg je bij je tegenspeler, dan moet je hun stapel verbeteren, dwz een lager getal plaatsen in een oplopende reeks en een hoger getal in een dalende reeks (de waarde maakt niet uit) - heb je enkel bij jezelf gelegd, trek je 2 handkaarten van je trekstapel - heb je ook bij de tegenspeler gelegd, dan vul je je hand aan tot 6 handkaarten - leg je als eerste je 58 kaarten af, dan win je het spel - kan je in je beurt geen 2 kaarten afleggen, dan verlies je onmiddellijk het spel
Titel : The game - face to face Auteurs : Steffen Benndorf & Reinhard Staupe Uitgeverij : NSV Aantal spelers : 2 Speelduur : 20 min. Leeftijd : 8+
