Er was eens een land gelegen tussen Myanmar, Cambodja, China en Thailand. Laos genaamd. Laos is bergachtig (zeker naar Belgische normen), groen en loopt vol kleine mensjes die sabai di zeggen en hopen dat je bij hen iets koopt of meerijdt in hun tuk tuk. Doorheen Laos stroomt de Mekong die je in het droge seizoen, nu dus qua breedte kan vergelijken met de Schelde. Via de Mekong kwamen we Laos binnen nadat we vanuit Chiang Khong (Thailand) 2 dagen op een longtail- boot gezeten hebben. Onderweg zagen we primitieve dorpjes, goudzoekers, jungle- achtige planten en struiken en ook 1 olifant en dit in een steeds veranderend fascinerend landschap. Heel mooie tocht, toch had ik het na 2 dagen wel gehad want zolang stilzitten is toch moeilijk voor mij, zelfs in zo'n prachtige omgeving. In Luang Prabang gingen we o.a met een tuk tuk naar de watervallen van Kuang Si die 25 km uit het centrum liggen. Het geheel leek op een openluchtversie van Center Parcs maar dan in't echt. We zwommen er in heuse Tarzan & Jane- stijl (zie foto's). Ook bezochten we nog enkele tempels, eentje lag bovenop een berg middenin het centrum en van daaruit had je een goed overzicht van de stad. Ondertussen zijn we in Vang Vieng aangekomen met een buske na een hindernissentocht waarbij de chauffeur trachtte elk kindje, hond, zoenk, kip en brommer te ontwijken terwijl ik aan het vechten was tegen de misselijkheid, enfin ik was dus blij dat we hier aankwamen. Morgen huur ik een mountainbike om een waterval/grot te bezoeken waar het heel mooi zou zijn, Sophie gaat tuben (chillen op nen opgeblazen tractorband..) ' s avonds vertrekken we naar Vientiaene.