Ze had er net een nieuwe
gevonden, in haar zwarte haar, een zilverkleurig sprietje.
Ze keek bedenkelijk naar haar
spiegelbeeld, zag hier en daar de rimpels weer verschijnen. Dat deden ze altijd wanneer ze lachte, of als
ze moe was.
Ze lachte niet. Hoe hard ze ook zocht naar een reden om dit
wel te doen, ze vond er momenteel geen.
Kon niet eens lachen met zichzelf
Haar gevoelens hadden weer een
loopje met haar genomen. Een grote loop
ebbend
en vloedend. Hadden haar gedachten in
sneltreintempo op de rails gezet.
Ze had tevergeefs gezocht naar
de noodrem. Tussen de was en de strijk,
in haar emmer water met citroenfrisgeur van Mr. Proper, in muziek, tv en lezen
Nergens had ze de stopknop gevonden. Tot
ze in de zon in slaap gevallen was.
En plots zag ze iets anders,
niet dat zilversprietje, niet die vermoeide streepjes in haar gezicht maar wel
de nieuwe stipjes op haar neus, haar zomersproetjes
Ze glimlachte naar zichzelf,
stapte ontspannen onder het warme douchewater en liet alles van zich afglijden.
Ach, wat zijn twee weken op een
100-jarig leven? Ze was bang maar t zou
wel lukken.
t Weerzien nadien was steeds
weer fijner.
|