Ze had goed
geslapen maar het wakker worden verliep minder vlot.
Ze had een barstende, gonzende hoofdpijn dit voelde niet goed.
Ze dwong zichzelf uit bed te geraken, één been, dan het ander zover was ze
dan.
Alles draaide en toch moest ze recht.
Voorzichtig slenterde ze naar de badkamer en zag in de spiegel haar bleek
gezicht,
verwarde haar. Ze zag er slecht uit.
De douche zou wel helpen dacht
ze.
Niets was minder waar, haar benen voelde slapjes.
Ze dronk een glas water, in de hoop het allemaal door te spoelen. Dit werkte
ook niet.
Dan maar de kinderen wekken,
iets wat anders al niet evident is zo vroeg in de morgen.
Ze waren weer bijeen gekropen, een reden voor haar om er even bij te gaan liggen
in dat warme nest, en hen zachtjes duidelijk te maken dat het tijd was en dat
ze vandaag toch flinker dan anders moesten zijn, omdat mama zich niet lekker
voelde.
De oudste bevestigde wat ze zelf al in de spiegel zag, een bleek gezicht
zucht.
Ze gebruikte wat make-up, trok
haar kleed en pantys aan en bracht haar verwarde haar in model,
ging daarna op het bankje zitten vooraleer haar benen het begaven.
Ze keek met een flauwe glimlach naar haar meisjes, die op hun beurt naar haar
keken, met een glimlach. Ze las echter de bezorgdheid in hun ogen.
Het komt wel goed zei ze, en heel spontaan, zonder dat ze hen moest aanporren
deden ze flink verder : wassen, aankleden, haren kammen.
Samen gingen ze de trap af, zij met aan elke hand de steun van haar dochters.
Rustig ontbijt. Zij, als naar
gewoonte: een vers geperst fruitsap, beschuit en koffie. De kinderen: melk,
brood en ontbijtgranen.
Haar maag keerde, maar ze hield stand, had ondertussen iets ingenomen tegen de
pijn en de eventuele opkomende koorts.
Allemaal nog tanden poetsen en vertrekken.
Waar ze haar kinderen bracht
werd ze al even hoopgevend ontvangen. Je ziet er slecht uit en zo bleek. Een
boodschap die ze liever niet wou horen maar goed, ze ging er niet van dood.
Ze stapte in de auto, zocht, tevergeefs, naar haar automatische piloot en begon
aan wat ze aanvoelde als een onverbiddelijke calvarietocht.
Tot overmaat van ramp belandde ze in een ellenlange file, terwijl ze liever in
een bed belandde.
En plots vond ze een rustpunt, de volle maan, zachtroze geel Stubru muziek
werd vervangen door Klara, die de gepaste muziek bracht.
Voor enkele minuten alles weg, geen pijn meer, geen vermoeidheid meer.
Haar automatische piloot had het eindelijk overgenomen van haar.
Ze gleed mee in de file en arriveerde waar ze zijn moest, haar werk.
Ze stapte uit en in volle hevigheid voelde ze wat even was vergeten, haar
pijnlijke benen die niet meewilden.
Ze sleurde ze dus mee, stap voor stap, zucht voor zucht
Ach ja, ze zou het einde van de dag wel halen, de avond zou vanzelf wel komen.
Daar stond hij
deze morgen vroeg,
een oude man,
in zijn vol bebloemde kleurrijke voortuin,
met gekromde rug,
zorgvuldig kiezend,
met bijna verontschuldigende zachte hand,
lange donkerrode rozen snijdend,
die hij omvormde
tot volumineus boeket.
Hij legde het heel voorzichtig,
bijna liefdevol,
in zijn armen, alsof het om een baby ging,
hij keek ernaar, rook eraan,
en glimlachte,
tevreden
Was het voor zijn vrouw?
Of zomaar?
Ik werd er alleszins heel stil van.
Het was mooi, vertederend,
het beeld is blijven hangen.
De aanzet tot een mooie dag
Over de haag
Over het hek
Achter de verre bomen
Komen ze
Zilver donkergrijze
Opgebolde
Dreigende
Wolken
Terwijl ik
De zon
Haar sensuele stralen
Wandelend laat spelen
Op mijn warme
Tintelende
Huid
Ze had er lang naar uitgekeken,
onbewust sinds jaren,
bewust sinds enkele maanden,
ze was beginnen aftellen,
ze was er zelfs goed in geworden,
nog 6, 5, 4, 3, 2, 1, . 0
De zevende dag...
Eindelijk rust, eindelijk stilte in haar hoofd.
Ze had er hard voor geknokt,
haar verleden omgespit,
gewerkt, gesleurd,
zichtbaar en onzichtbaar gesteund,
door haar méér dan beste vriend,
haar zielsverwant
Ze was mentaal heel diep gegaan,
fysiek over haar limiet gegaan,
en had er veel voor opgegeven,
maar wist heel goed waarom
Het was geen voortzetting van wat was,
het was een start, een nieuw begin
Een wit blad, het begin van haar boek,
om in te vullen, 50 nieuwe jaren.
Ze was moe, doodmoe,
maar ze was eindelijk thuis.