Anno 1965 is de migrantenstroom naar België beginnen stromen. De focus lag voornamelijk op arbeid en niet op de integratie van de migranten. Destijds lagen de politicus er niet wakker van rond de problematiek van integratie tussen allochtonen en autochtonen, aangezien de focus op de economie werd aangescherpt. Na het reizen van problemen tussen de verschillende generaties werd de problematiek meer en meer in het openbaar gebracht en aangekaart.
Jarenlang werd door verschillende politieke partijen en politicus in de wandelgangen van de Wetstraat gefluisterd dat integratie broodnoodzakelijk was, tot Hilde Crevits er effectief in het openbaar over sprak. Enige kritiek op integratie kwam bij de meeste migranten aan als een aanval op hun huidskleur of migratieachtergrond aan. Migranten duldden geen kritiek daar ze vonden dat ze al genoeg werkten, en niet werden gewezen op hun integratie tot en met de problemen zich opdienden bij de tweede, derde en hiernavolgende generatie.
Hilde Crevits meent dat de eerste generatie migranten die zich niet goed hebben geïntegreerd. In tegenstelling tot wat Crevits zegt, is dit volgens Kris Van den Branden een samenloop van economische en sociale factoren. Alles bij elkaar kunnen we stellen dat Crevits en Kris toch wel een bloedende wonde proberen te stelpen zonder een maatschappelijke chaos te veroorzaken. Volgens beide, moeten ouders meer betrokken zijn bij het dagdagelijks (school)routine van hun kind, al benadrukt Crevits dit wat meer. Ze maakt eveneens een vergelijking tussen landen,waar Nederland toch een positiever element heeft gescoord op vlak van integratie bij ouders. Kris houdt het meer nationaal zonder enige vergelijking. Crevits wijst de ouders op hun verantwoordelijkheid, eveneens op hun rechten en plichten als ouder en burger. Een van de belangrijkste punten is de taalbarrière tussen ouder en kind. Crevits maakt een onderscheid tussen Vlaams en niet Vlaamse inwoners. Haar bevindingen over de onbetrokkenheid van de ouders zijn niet gebaseerd op een empirisch onderzoek.
Tot slot wordt de integratiebal in het kamp van de ouders gelegd terwijl dat Van den Branden het ontstaan van de kloof ziet als een samenspel van factoren die op elkaar inspelen. Het spreekwoord 'Jong geleerd is oud gedaan' is heel toepasselijk.
bronnen:
|